Inventaris van het archief van het Ministerie van Financiën. Algemeen Secretariaat. Algemene Diensten, 1926-2005 (vnl. 1970-1998)

Archive

Name: Ministerie van Financiën. Algemeen Secretariaat. Algemene Diensten

Period: 1926-2005

Inventoried scope: 9 linear meters

Archive repository: National Archives of Belgium

Heading : Finance

Inventory

Authors: G. Leloup — V. Gheysens

Year of publication: 2016

Code of the inventory: I 606

...

Archiefvormer

Naam

Ministerie van Financiën. Algemeen Secretariaat. Algemene Diensten - Ministère des Finances. Secrétariat-général. Services généraux.

Geschiedenis

Het Ministerie van Financiën - en mutatis mutandis ook diens rechtsopvolger, de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën - is met de oprichting in 1831 één van de oudste departementen op het nationale - federale niveau. Tegelijkertijd was en is het qua aantal personeelsleden één van de grootste departementen. Het ligt voor de hand dat de interne organisatie van een dergelijk ambtenarenapparaat een belangrijke aangelegenheid vormde en dat deze bevoegdheid (ook) op het hoogste niveau, door een onder de secretaris-generaal ressorterende dienst werd opgevolgd. Hetzelfde gold uiteraard voor de meer recente tendens tot 'automatisering', in deze context een ruimere en anno 2015 enigszins verouderde term voor informatisering.

Bevoegdheden en activiteiten

Het takenpakket van enkele diensten binnen het Algemeen Secretariaat van het Ministerie van Financiën draaide om de coördinatie van organisatie- en automatiseringsgebonden kwesties. Het behelsde ook het secretariaat van een aantal belangrijke interne overlegorganen voor de fiscale administraties (directe belastingen, BTW, enz.) binnen het ministerie, evenals dat van allerhande werk- en stuurgroepen die in het kader van grootschalige reorganisatieoperaties actief waren.

Organisatie

Het Ministerie van Financiën was gedurende de 20ste eeuw opgedeeld in een overkoepelend en coördinerend Algemeen Secretariaat rond de secretaris-generaal en in een aantal uitvoerende administraties. Het Algemeen Secretariaat was op zijn beurt opgedeeld in een aantal diensten: na een reorganisatie omstreeks 1970 waren dit de Studie- en Documentatiedienst (met daarbinnen een Juridische Dienst, die in 1977 afgesplitst en verzelfstandigd werd), de Algemene Diensten, de Dienst tot Coördinatie van de Betrekkingen met de Internationale Instellingen en de Dienst van de Fiscale Coördinatie. De Algemene Diensten waren verantwoordelijk voor een aantal organisatorische en praktische kwesties die heel het Ministerie van Financiën aanbelangden. De organisatie van deze Algemene Diensten evolueerde gedurende de laatste decennia van de 20ste eeuw, een evolutie die in de volgende paragrafen meer in detail wordt beschreven. (1)
Midden jaren 1960 was niet zozeer sprake van een formeel organogram en werd enkel aangegeven dat de Algemene Diensten verantwoordelijk waren voor reglementering en statuten, algemene zaken, organisatie, personeel, comptabiliteit, sociale dienst, economaat, vertaling en "gemeenschappelijk personeel". Vanaf 1966 werd evenwel verwezen naar drie diensten: een 1ste Dienst Reglementering en Statuten; Algemene Zaken; Personeel; een 2de Dienst Organisatie en Gebouwen; een 3de Dienst Sociale Dienst en Restaurants; Economaat en Materiaal; Comptabiliteit; Vertaling.
Met ingang van 1970 werd het organogram nog verder uitgewerkt met twee algemene inspecties die op hun beurt onderverdeeld waren in een aantal diensten. De Algemene Inspectie Sector I was verantwoordelijk voor reglementering en statuten, algemene zaken, personeel en vertaling. Ook vorming werd vanaf 1973 vermeld als een bevoegdheid. De Algemene Inspectie Sector II was bevoegd voor organisatie, automatisering, sociale dienst, economaat en, tot slot, comptabiliteit en begroting. Na een reorganisatie in 1977 (mogelijk al vroeger) waren beide sectoren elk verder opgedeeld in twee genummerde groepen. Binnen sector II omvatte Groep III de diensten voor organisatie en automatisering (met inbegrip van het Centrum voor Informatiebeheer) en Groep IV deze voor comptabiliteit en begroting, sociale dienst, en, tot slot, economaat, materieel en automobiel.
Vanaf 1988 werd het organogram echter grondig bijgestuurd: enerzijds werd het aantal algemene inspecties verhoogd van twee tot drie, anderzijds werden de groepen geschrapt. Binnen dit nieuwe organogram groepeerde de Algemene Inspectie III twee diensten. Een Dienst I met daarbinnen een Dienst Organisatie, een Dienst Economaat en een Dienst Comptabiliteit en Begroting en een Dienst II met de Sociale Dienst, de Dienst Gebouwen en de Dienst voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen (VGV). De automatisering ressorteerde daarentegen onder Dienst II van de Algemene Inspectie I. Deze opdeling werd grosso modo behouden toen in 1994 de overkoepelende diensten opnieuw omgedoopt werden tot (weliswaar op een andere wijze genummerde en niet altijd alle diensten overkoepelende) groepen. De Algemene Inspectie II omvatte nu de Sociale Dienst, de Dienst Comptabiliteit en Begroting en de Dienst Organisatie, uitgebreid met een Moderniseringscel. Op diezelfde hoogte groepeerde Groep IV de Dienst Economaat, de Dienst Gebouwen en de Dienst VGV. Binnen Algemene Inspectie I was Groep II nu verantwoordelijk voor de automatisering. Niet veel later werd al overgestapt naar een ander organogram, met een Algemene Inspectie I met de verschillende informatica- en automatiseringsdiensten, een Algemene Inspectie II met een Dienst Reglementering en Statuten, een Dienst Examens, een Dienst Vorming, de Nationale School voor Fiscaliteit en Financiën, de Dienst Boekhouding en Begroting en de Dienst Organisatie met Moderniseringscel en tot slot een Algemene Inspectie III met een Dienst Algemene Zaken, Personeelsdiensten, de Vertaaldienst, de Dienst Economaat, de Dienst Gebouwen en VGV en de Sociale Dienst. (2) De Dienst Gebouwen werd ca. 1996 overgeheveld van Algemene Inspectie II naar Algemene Inspectie II, de dienst VGV bleef daarentegen onderdeel vormen van Algemene Inspectie II. (3)
Het organogram van het Algemeen Secretariaat en bij uitbreiding van het gehele Ministerie van Financiën zou nadien nog meermaals grondig hervormd worden. Gedurende de tweede helft van de jaren 1990 was er bijvoorbeeld in het kader van het Vijfjarenplan het streven naar de oprichting van een Administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit (AOIF) door de samenvoeging van de controlediensten van de directe belastingen en de BTW. (4) Het Algemeen Secretariaat zelf werd dan weer in het kader van de Coperfin-hervorming en omvorming van het Ministerie van Financiën tot Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën (5) omgedoopt tot Diensten van de Voorzitter met een in hoofdzaak coördinerende opdracht. Verschillende horizontale, uitvoerende taken werden daarentegen ondergebracht bij zogenaamde Stafdiensten (voor P&O, voor ICT, voor Logistiek). Door deze en verschillende andere daaropvolgende reorganisaties vertoont de huidige organisatie van de Federale Overheidsdienst Financiën nog weinig gelijkenissen met deze van het vroegere Ministerie van Financiën.

Archief

Geschiedenis

Het archief werd beheerd door de betrokken diensten en ambtenaren (cf. supra), die notulen en bijhorende stukken chronologisch, per vergaderdatum ordenden en bewaarden en de dossiers volgens een (onbekend) decimaal classificatiestelsel (DC) of "classification décimale" (CD). Toen het Algemeen Secretariaat in 2004 van het adres Wetstraat 12-14 naar het North Galaxy-complex aan het spoorwegstation Brussel-Noord verhuisde, verhuisde het archief logischerwijze mee. Het door deze inventaris ontsloten deelarchief met betrekking tot organisatie en automatisering werd vermoedelijk op dat moment onmiddellijk en zonder enig respect voor de oorspronkelijke ordening opgeborgen in archiefrekken, waar het door personeelsverloop en verschillende verhuisoperaties uit het oog verloren werd.

Verwerving

Het door deze inventaris ontsloten archief werd in januari 2016 in uitvoering van de Archiefwet naar het Algemeen Rijksarchief overgebracht. Concrete aanleiding was de ontdekking van het archief in de aan de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie toegewezen archiefruimten in het North Galaxy-gebouw door de archiefverantwoordelijke van de administratie, Liesbeth De Frenne. Die laatste lichtte vervolgens het Rijksarchief in om samen te bekijken wat er met het archief diende te gebeuren. Wegens de ouderdom van het archief, het verlies van elk administratief nut en de complementariteit met een eerder overgebrachte archiefbestand (cf. infra) werd beslist dit archief onmiddellijk te inventariseren en over te brengen naar het Algemeen Rijksarchief. De oprichting van archiefploegen voor het wegwerken van de achterstanden bij de overbrenging van archieven van de Federale Overheidsdienst Financiën naar het Rijksarchief betekende dat ook de nodige mankracht aanwezig was om deze operatie uit te voeren.

Inhoud

Het archief handelt over de algemene organisatie en werking van het Ministerie van Financiën in de laatste drie decennia van de 20ste eeuw, met inbegrip van een aantal grootschalige reorganisaties. Het is dus in de eerste plaats een potentiële bron voor historici met interesse voor meer algemene en institutionele aspecten.

Selecties en vernietigingen

Wegens gebrek aan een selectielijst werd het archief op het moment van de inventarisatie geselecteerd op basis van de volgende criteria. De reeksen notulen en bijhorende stukken van de verschillende organen werden wegens hun beperkte omvang en historisch belang integraal bewaard. Dossiers werden daarentegen geselecteerd en aangeduid als te vernietigen indien ze enkel gedrukte (parlementaire) stukken of (persoonlijke, ter informatie ontvangen) documentatie bevatten, indien ze inhoudelijk weinig interessant waren of indien de informatie ook op een ander niveau (blijvend) bewaard wordt of zal worden.

Toekomstige aangroei/aanvullingen

Door de vele reorganisaties en de opdeling van de huidige FOD Financiën in onder meer Diensten van de Voorzitter en Stafdiensten is het moeilijk in te schatten welke informatie op welk niveau wordt bewaard. De meest voor de hand liggende diensten met gelijkaardige, recentere archiefbescheiden zijn de Diensten van de Voorzitter voor het organisatorische luik en de Stafdienst Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) voor het informatiseringsluik. Ook deze zullen in principe op termijn - en na selectie - naar het Rijksarchief overgebracht worden.

Ordening

Bij de opmaak van de inventaris is gekozen voor een archiefschema met een indeling op basis van het type archiefbescheiden en daarbij af te dalen van algemeen naar bijzonder. Binnen elke rubriek werd vervolgens gekozen voor het behoud van de oorspronkelijke ordening, of deze nu chronologisch of rubriekmatig was. Het decimale ordeningsplan kon helaas niet meer achterhaald of gereconstrueerd worden.

Voorwaarden voor de raadpleging

De raadpleging van dit archief is onderworpen aan de bepalingen van de Archiefwet van 24 juni 1955, herzien door de wet van 6 mei 2009, die stelt dat inzage wordt verleend na 30 jaar; de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonlijke gegevens en de wet van 11 april 1994 inzake de openbaarheid van bestuur. Concreet betekent dit dat voor de raadpleging en eventuele reproductie van archiefbescheiden jonger dan 30 jaar de toestemming van de archiefvormer of zijn rechtsopvolger vereist is, in dit geval van de Voorzitter van de Federale Overheidsdienst Financiën. Voor archiefbescheiden ouder dan 30 jaar is een dergelijke toestemming niet vereist. De onderzoeker ondertekent in dit geval een verklaring op erewoord waarin hij er zich toe verplicht geen gegevens te publiceren die een schending van de persoonlijke levenssfeer zouden kunnen inhouden. Stukken ouder dan 100 jaar zijn op termijn vrij raadpleegbaar. Voor de reproductie van archiefstukken gelden de voorwaarden en tarieven van toepassing in het Rijksarchief.
De stukken zijn opgesteld in het Frans en/of het Nederlands, afhankelijk van de taalrol van de betrokken personeelslid en/of het belang van het document. De teksten zijn doorgaans in een goed leesbaar handschrift opgesteld of getypt en vergen dus geen bijzondere kennis van de paleografie.
Door de thematische ordening en uitgebreide beschrijving van de dossiers ligt hun raadpleging het meest voor de hand. De gebruiker mag evenwel niet over het hoofd zien dat ook de in dit bestand bewaarde verslagen van verschillende overlegorganen een schat aan informatie bevatten over de organisatie en werking van de fiscale administraties in de jaren zeventig en tachtig van de 20ste eeuw.

Bestaan en bewaarplaats van originelen

Het Algemeen Secretariaat heeft in de loop van de 20ste eeuw reeds verschillende archiefbestanden naar het Algemeen Rijksarchief laten overbrengen met stukken uit de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. Deze bestanden worden ontsloten door verschillende inventarissen. (6) Met name het in 1992 overgebracht bestand bevat een deelarchief van de Dienst Organisatie met stukken uit de periode 1930-1953 en meer in het bijzonder uit de Tweede Wereldoorlog. Voorts kan ook op het niveau van de (algemene) administraties informatie met betrekking tot de organisatie en werking van het Ministerie van Financiën aangetroffen worden. Het bestand is bijvoorbeeld zeer complementair met het eerder naar het Algemeen Rijksarchief overgebrachte archief van de voormalige Algemene Administratie van de Belastingen (en de Invordering), dat onder meer de notulen en bijhorende stukken van het "Directiecomité van Fiscale Administraties" uit de periode 1998-2003 en van het "College Belastingen en Invordering" uit de periode 2003-2009 omvat. Ook dit bestand kan geraadpleegd worden met behulp van een gepubliceerde inventaris. (7)

Beschrijvingsbeheer

De auteurs van deze inventaris zijn Geert Leloup en Valerie Gheysens. Het archief werd in september 2015 geselecteerd en beschreven door archivaris Geert Leloup van de afdeling 1 "Toezicht en advies" met hulp en steun van Valerie Gheysens van het Project Archief Financiën. Tijdens diezelfde periode stelde Geert Leloup met hulp van Valerie Gheysens de algemene beschrijving van het archief op. Vervolgens werd het archief in de loop van november 2015 verpakt door Gédéon Boko. Het traject wijkt licht af voor de inventarisnummers 267-271. De stukken met inventarisnummer 267 zijn in januari 2016 door dhr. Guy Vandeput van de Diensten van de Voorzitter aan het Rijksarchief toevertrouwd, deze met inventarisnummers 268-271 in oktober 2015 aangetroffen in het archief van de voormalige personeelsdienst van het Algemeen Secretariaat en vervolgens in dit bestand geïntegreerd. Tot slot volgde in januari 2016 het transport van het hele archiefbestand naar het Algemeen Rijksarchief en in februari 2016 de definitieve etikettering door Chantal Windels.



1Dossier inzake de oprichting, organisatie en werking van het Directiecomité van de fiscale administraties. 1973-1976.1 omslag
2Dossier inzake de samenvatting van de activiteiten van het Directiecomité van de fiscale administraties. 1974-1976.1omslag
 31, 10 okt. 1974.1 omslag
 42, 24 okt. 1974.1 omslag
 53 en 04, 22 en 26 nov. 1974.1 pak
 65, 13 december 1974.1 pak
 76, 31 januari 1975.1 pak
 87, 07 mrt. 1975.1 omslag
 98, 15 apr. 1975.1 pak
 109 en 10, 18 en 23 april 1975.1 omslag
 1111, 30 juni 1975.1 omslag
 1212, 11 juli 1975.1 omslag
 1313, 10 okt. 1975.1 omslag
 1414, 07 nov. 1975.1 omslag
 1515, 05 dec. 1975.1 omslag
 1616, 18 mrt. 1976.1 pak
 1717, 09 feb. 1977.1 omslag
 1818, 18 feb. 1977.1 pak
 1919, 04 mrt. 1977.1 pak
 2020, 29 apr. 1977.1 pak
 2121, 22 juni 1977.1 omslag
 2222, 25 nov. 1977.1 omslag
 2323 en 24, 02 en 05 dec. 1977.1 pak
 2425, 09 dec. 1977.1 omslag
 2526, 15 dec. 1977.1 pak
 2627, 22 mrt. 1978.1 omslag
 2728, 02 juni 1978.1 pak
 2820 juli 1978.1 omslag
 2929, 04 dec. 1978.1 omslag
 3030, 15 dec. 1978.1 omslag
 3131, 09 feb. 1979.1 omslag
 3232, 23 feb. 1979.1 omslag
 3333, 30 nov. 1979.1 pak
 3434, 14 mrt. 1980.1 omslag
 3535, 06 mei 1980.1 omslag
 3636, 22 okt. 1980.1 omslag
 3737, 05 dec. 1980.1 pak
 3838, 25 sept. 1981.1 omslag
 3939, 22 okt. 1982.1 pak
 4040, 05 nov. 1982.1 omslag
 4141, 03 dec. 1982.1 omslag
 4242, 18 feb. 1983.1 omslag
 4343, 04 mrt. 1983.1 pak
 4444, 17 mrt. 1983.1 pak
 4545, 01 juli 1983.1 pak
 4646, 04 nov. 1983.1 pak
 4747, 18 nov. 1983.1 pak
 4848, 13 jan. 1984.1 pak
 4949, 09 mrt. 1984.1 omslag
 5050, 06 juli 1984.1 pak
 5151, 20 juli 1984.1 omslag
 5252, 12 okt. 1984.1 pak
 5353, 19 okt. 1984.1 pak
 5454 en 55, 31 okt. en 07 nov 1984.1 pak
 5556, 14 dec. 1984.1 pak
 5657, 01 mrt. 1985.1 pak
 5758, 22 mrt. 1985.1 omslag
 5859, 22 apr. 1985.1 pak
 5960, 14 juni 1985.1 pak
 6061, 21 juni 1985.1 pak
 6162, 06 sept. 1985.1 omslag
 6263, 06 dec. 1985.1 pak
 6364, 20 dec. 1985.1 omslag
 6465, 07 feb. 1986.1 omslag
 6566, 21 feb. 1986.1 omslag
 6667, 18 feb. 1986.1 omslag
 6768, 16 mei 1986.1 omslag
 6869, 25 sept. 1986.1 omslag
 6970, 21 nov. 1986.1 pak
 7071, 23 jan. 1987.1 pak
 7172, 27 feb. 1987.1 pak
 7273, 26 juni 1987.1 omslag
 7374, 09 juli 1987.1 omslag
 7475, 10 juli 1987.1 omslag
 7576, 24 sept. 1987.1 omslag
 7677, 21 jan. 1988.1 pak
 7778, 23 juni 1988.1 pak
 7879, 14 dec. 1988.1 pak
 7980, 17 mrt. 1989.1 pak
 8081, 09 feb. 1990.1 pak
 8182, 06 juli 1990.1 pak
 8283, 14 dec. 1990.1 pak
 8384, 11 jan. 1991.1 omslag
 8485, 21 juni 1991.1 pak
 8586, 20 dec. 1991.1 pak
 8687, 24 apr. 1992.1 pak
 8788, 26 juni 1992.1 pak
 8889, 30 sept. 1992.1 pak
89Briefwisseling, adressenlijsten en kopieën van de notulen. 1975-1991.1 pak
90"PV non discutés", stukken betreffende niet behandelde agendapunten. 1972-1974.1 pak