Name: Roger De Goÿ
Period: 1914 - 1987
Inventoried scope: 1 linear meters
Archive repository: CegeSoma - Study Centre War and Society
Heading : Families and Persons
Authors: Desmet, Gertjan
Year of publication: 2023
Code of the inventory: INV4
De Goÿ, Roger
Roger De Goÿ werd geboren in Vorst op 22 oktober 1919, als oudste zoon van leraar Albert De Goÿ en kleuteronderwijzeres Anne-Marguerite Carsten. Zijn vader stierf toen Roger negen jaar was. Het overlijden van de kostwinner van het gezin zorgde ervoor dat De Goÿ enkel het lager middelbaar onderwijs kon vervolledigen. Om bij te dragen aan het inkomen van zijn familie werkte hij achtereenvolgens bij de Grands Magasins du Bon Marché en als bediende bij de Generale Bank van België (1936-1941). (1) Tijdens de Duitse invasie in mei 1940 vocht De Goÿ als dienstplichtige bij het 1ste Regiment Karabiniers-Wielrijders en werd er bevorderd tot korporaal. Na een kort krijgsgevangenschap werd hij in juni 1940 met de rest van zijn eenheid vrijgelaten. (2) De Goÿ kon terug aan het werk bij de Generale Bank en bleef er tot augustus 1941. (3)
Eind 1936-begin 1937 werd De Goÿ actief binnen het rexisme. Aanvankelijk militeerde hij in de Association de Campement et de Tourisme, de jongerenorganisatie van Rex geleid door graaf Xavier de Henricourt de Grünne. De Goÿ klom snel op in de rangen van de rexistische jeugdbeweging. Hij werd secretaris van Maurice 'John' Hagemans (een oud-collega bij de Generale Bank), leidde de boekhoudkundige dienst van het provoostschap ('Prévôté') vanaf februari 1941 en werd uiteindelijk federaal leider van de jongensafdeling van de rexistische jeugdbeweging, de Serments de la Jeunesse Rexiste Masculine (vanaf begin november 1941). Begin maart 1942 werd De Goÿ adjunct van Hagemans, die sinds oktober 1941 provoost was geworden van de eengemaakte Jeunesse Rexiste. (4)
De Goÿ meldde zich op 10 maart 1942 (gelijktijdig met Hagemans) (5) aan bij het Légion Wallonie, volgens zijn naoorlogse verklaring uit anticommunistische overtuiging, en engageerde zich daarmee in de gewapende collaboratie. In het zgn. Regenwurmlager nabij Meseritz kreeg De Goÿ een basisopleiding. In mei 1942 vertrok hij, als ordonnans van Hagemans, met het Légion naar het Oostfront waar hij onder meer vocht in Izjoem en nabij Majkop. Gerepatrieerd wegens ziekte in augustus 1942, leidde hij in België het kamp van de Jeunesse Rexiste te Bomal (eind 1942-begin 1943). In januari 1943 keerde De Goÿ terug naar Meseritz waar het Légion Wallonie gereorganiseerd werd. Na de inlijving van de formatie in de Waffen-SS kreeg De Goÿ orders om een opleiding aan de SS-Junkerschule te Bad Tölz te volgen. In maart 1944 beëindigde hij de 12de Kriegs-Junker-Lehrgang als SS-Standartenoberjunker. Na een kort verlof in België werd De Goÿ naar de SS Panzer-Grenadier-Schule te Kienschlag-Neweklau gestuurd als instructeur voor officieren van het Légion. Hij vervoegde de troepen in september 1944 in Breslau en trok mee terug tot in Hannover. In december 1944, tijdens het von Rundstedt-offensief, begeleidde De Goÿ Henri Derriks als ordonnansofficier, onder meer om in contact te treden met Léon Degrelle. Zijn eenheid bleef echter in reserve en nam niet deel aan de gevechten. De Goÿ werd midden januari 1945 naar Hannover geroepen en met het Légion ingezet tegen de Sovjets rond Stargard. De Goÿ beëindigde de oorlog als SS-Obersturmführer in de Kampfgruppe Derriks. Hij werd op 3 mei 1945 door Amerikaanse troepen krijgsgevangen genomen. (6)
Roger De Goÿ werd onder aanhouding geplaatst en overgebracht naar het interneringscentrum 'Klein Kasteeltje' in Brussel in afwachting van zijn proces. Op 31 januari 1946 werd hij door de krijgsraad te Brussel ter dood veroordeeld wegens militaire collaboratie (art. 113 en 117 SWB). De straf werd in beroep en in cassatie bevestigd: De Goÿ zou in Elsene voor het vuurpeloton moeten komen. (7) Hij werd begin februari 1946 overgebracht naar de gevangenis van Sint-Gillis.
De Goÿ werd evenwel niet terechtgesteld. Zijn straf werd in maart 1948 omgezet naar levenslang en twee jaar later opnieuw verminderd naar vijftien jaar buitengewone hechtenis. (8) In maart 1950 werd hij overgeplaatst naar de gevangenis van Merksplas, waar hij onder het mildere gemeenschapsregime viel. (9) Roger De Goÿ kwam op 8 september 1950 voorwaardelijk en op 17 juli 1962 definitief vrij. (10) In januari 1968 verkreeg hij eerherstel. (11)
Tijdens zijn opsluiting in Sint-Gillis werkte De Goÿ als secretaris van de afdeling Radio en de Sociale Dienst, en hij vertoonde interesse in een carrière als reclametekenaar. Bij zijn voorwaardelijke vrijlating kon De Goÿ aan de slag als bediende bij de Établissements l'Ancre, een fabriek van condimenten uit Brussel. (12) Hij werkte de rest van zijn leven als bediende. De Goÿ trad op 22 maart 1944 in het huwelijk met Marie-José Germanès (1924-2022) die hij in 1941 had leren kennen in de rexistische jeugdbeweging. (13) Germanès was afkomstig uit een vurig rexistische familie en werd na de oorlog - net als haar zussen en moeder - eveneens veroordeeld. (14) Het koppel kreeg zeven kinderen.
Roger De Goÿ en Marie-José Germanès bleven hun leven lang contact houden met Oostfronters. (15) De Goÿ zelf zou lid geweest zijn van het Sint-Maartensfonds en Les Bourguignons (verenigingen van resp. Vlaamse en Waalse oud-oostfrontstrijders), alsook van Stahlhelm, een groepering van Belgische voormalige SS-officieren. (16) Hij schreef sporadisch bijdragen voor een Franstalige rubriek in Berkenkruis, blad van het Sint-Maartensfonds. (17) De Goÿ zelf interesseerde zich voor de geschiedenis en vooral de herinnering aan (en apologie van) het Légion Wallonie. Begin jaren 1970 correspondeerde hij daarover bijvoorbeeld met het pas opgerichte Navorsings- en Studiecentrum voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. (18)
Roger De Goÿ overleed te Brussel op 27 juni 1979. Oud-medestrijder en boegbeeld van de Franstalige Oostfronters Franz Hellebaut hield de grafrede. De Goÿs doodskist werd bedekt met de Bourgondische vlag. (19)
Voor zover kon worden nagegaan zijn de archieven steeds in het bezit geweest van de familie De Goÿ-Germanès.
De in deze inventaris beschreven stukken werden in maart 2022 (nrs. 1-11, 16-83) en januari 2023 (nrs. 12-15) geschonken door Christian De Goÿ, zoon van de archiefvormer. Deze aanwinsten werden ingeschreven onder acquisitienummers 2022-07 en 2023-02.
Het archief bevat hoofdzakelijk stukken die verband houden met de opleiding van De Goÿ als legionair en later SS-officier: de lesnota's, didactisch materiaal, handboeken en documentatie (van De Goÿ zelf, alsook van een aantal medesoldaten) geven een goed beeld van de aard en inhoud van de militaire opleiding van de SS in 1943-1944. Daarnaast noteren we een aantal documenten van persoonlijke aard (waaronder 'egodocumenten' zoals een dagboek, mémoires en autobiografische aantekeningen) en vermoedelijk onuitgegeven geschriften uit de naoorlogse periode over de militaire geschiedenis van het Légion Wallonie. De meer dan 400 foto's zijn vooral afkomstig van persagentschappen en handelen in hoofdzaak over het Oostfront of het nazisme in het algemeen; een relatief beperkt aantal heeft betrekking op de rexistische jeugdbeweging(en) en figuren zoals 'John' Hagemans.
Taal en schrift van de documenten
De stukken zijn opgesteld in het Frans en het Duits.
Naar aanleiding van de ontsluiting van dit bestand werd geen bijkomende selectie of vernietiging uitgevoerd.
Er worden in principe geen verdere aanvullingen verwacht.
Het archief kende grotendeels geen waarneembare ordening en werd bijgevolg opnieuw geklasseerd. Een uitzondering zijn de door de archiefvormer wellicht in de jaren 1950-1970 samengestelde mappen met min of meer thematische inslag (zie nrs. 11-12, 16-19 en 23). Ze bevatten zowel archief van De Goÿ als stukken van 'John' Hagemans, Marie-José Germanès en mogelijk zelfs van organen van de rexistische jeugdbeweging.
Het archiefschema is gebaseerd op het model voor een persoonsarchief, uit het standaardwerk van Herman Coppens. (20) Een duidelijk onderscheid is gemaakt tussen stukken gevormd door De Goÿ (nrs. 1-19, 25-52, 71-83) en stukken door hem verzameld maar (grotendeels) gevormd door derden (nrs. 20-24, 53-70).
De stukken zijn vrij raadpleegbaar. De originelen van gedigitaliseerde stukken kunnen niet meer geraadpleegd worden.
Voor de reproductie van archiefstukken gelden de voorwaarden en tarieven van toepassing in het Rijksarchief. (21)
De gebruiker wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat op de foto's beschreven onder nrs. 80-83, in het bijzonder de foto's verdeeld door persagentschappen, nog auteurs- en/of naburige rechten kunnen gelden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om zelf de nodige stappen te ondernemen voor het contacteren van eventuele rechthebbenden en het verkrijgen van hun toestemming.
Deze inventaris vervangt de plaatsingslijsten opgemaakt naar aanleiding van de schenkingen. (22)
DE BRUYNE E., Le corps des officiers belges de la Légion Wallonie, de la brigade d'assaut & de la Division Wallonie, La Roche-en-Ardenne, 2022.
DE BRUYNE E., BALACE F., Encyclopédie de l'occupation, de la collaboration et de l'Ordre Nouveau en Belgique francophone (1940-1945), La Roche-en-Ardenne, 2016.
PLISNIER F., Te wapen voor Hitler. Gewapende collaboratie in Franstalig België. 1940-1944, Antwerpen, 2008.
De definitieve verpakking, ordening en beschrijving alsook de redactie van de algemene beschrijving van het archief is uitgevoerd door Gertjan Desmet in februari-maart 2023.
Deze inventaris is conform de ISAD(G)-beschrijvingsstandaard.
PDF