Name: Sint-Eutropiusparochie Heule
Period: 1588-1988
Inventoried scope: 6,31 linear meters
Archive repository: State archives in Kortrijk
Heading : Parishes, church councils and Holy Spirit Tables
Authors: H. Callewier
Year of publication: 2010
Code of the inventory: 25/64
Sint-Eutropiusparochie te Heule
In een pauselijke bulle uit 1144 wordt voor het eerst de kerk van Heule vermeld. In de akte worden de goederen van het Rijselse Sint-Pieterskapittel opgesomd. De altaria van Heule en Lauwe waren in 1143 door proost Desiderius, die het patronaat bezat, aan het kapittel geschonken. In 1146 bevestigde paus Celestinus II het Sint-Pieterskapittel van Rijsel in het bezit van het patronaatsrecht van het altaar van Heule. Als gevolg hiervan werd de pastoor aangesteld door het kapittel. De grote geestelijke tiendheffers in de parochie waren de kapittels van Kortrijk en Rijsel. De pastoor bezat de hamertiende, de zuid- en noordtiende, de vlastiende en de vleestiende. Op het einde van de 18de eeuw telde de parochie 1.920 communicanten en 2.882 inwoners.
Tot 1801 lag de parochie Heule in het bisdom Doornik. Daarna werd ze bij het bisdom Gent gevoegd onder de dekenij Menen. Sinds 1834 is het een parochie van het bisdom Brugge, dekenij Kortrijk. In de negentiende en de 20ste eeuw werden op het grondgebied van Heule drie nieuwe parochies opgericht. De kapel van Sint-Katarina, in het gelijknamige gehucht (in de volksmond Sente genoemd) op de grenzen van Lendelede, Kuurne en Heule, werd parochiekerk in 1870. De kapel van Heule-Watermolen, ingewijd in 1869, werd in 1886 hulpkapel van Heule. In 1908 werd er een zelfstandige parochie opgericht, toegewijd aan de H. Godelieve. In de kerk van het klooster van O.-L.-Vrouw van Fatima, ingewijd in 1953, werd in 1966 een vierde parochie opgericht.
In de Sint-Eutropiuskerk waren er twee kapelanieën. De eerste, toegewijd aan Sint-Anastasia, werd in 1261 gesticht door Zeger van Heule en zijn vrouw Isabelle van Heestert. Op het einde van het Ancien Regime gingen de inkomsten uit deze kapelanie naar de onderpastoor. Een tweede kapelanie was deze van Sint-Eutropius, in 1295 gesticht door Willem van Grysperre.
Het goederenbeheer gebeurde door de kerkmeesters. In de oudste rekeningen worden er drie of vier vermeld, maar vanaf de 17de eeuw werd er maar één kerkmeester meer aangesteld. Hij legde zijn rekeningen voor aan de heer (of de baljuw als zijn vervanger) en aan de pastoor.
Het eerste kerkgebouw dateert van de 12de eeuw. De eerste patroonheilige was wellicht de Heilige Amandus, die later vervangen werd door Sint-Eutropius. In het begin van de 16de eeuw onderging de kerk, de toren in het bijzonder, grondige wijzigingen. In deze periode ontstonden er geschillen met de twee belangrijkste tiendheffers, de kapittels van Rijsel en Kortrijk, over hun bijdrage in de kosten van de verbouwingswerken. In de zeventiende en de 18de eeuw zouden hierover nieuwe conflicten ontstaan. Tijdens de Geuzentijd werd de kerk zwaar beschadigd. In 1782 werd de kerk uitgebreid. Op het einde van de 18de eeuw vernielden en plunderden de Fransen de inboedel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed de kerk grote schade. In 1943 werden de klokken door de bezetter weggehaald. Het bombardement van 21 juli 1944 beschadigde een groot deel van het kerkgebouw. De herstelde en grondig verbouwde kerk werd ingewijd in 1956.
De pastorie, een omwald huis, moest eveneens onderhouden worden door de tiendheffers. In 1767 bouwden de Rijselse kanunniken een nieuwe pastorie. In 1891 ontwierp de Kortrijkse architect Jules Carette een nieuwe pastorie in neogotische stijl. Het oude gebouw werd verkocht.
Na de eerste inval van de Fransen werd de kerk in 1792 gesloten. Na de tweede inval van de Fransen vluchtte pastoor de Portemont met het kerkzilver samen met de Doornikse bisschop naar Bohemen. In 1802 zorgde het concordaat van Napoleon met de paus ervoor dat de eredienst weer vrij beoefend mocht worden. Vanaf 1802 maakte Heule deel uit van het bisdom Gent, dekenij Menen, om na de hervormingen van 1834 onder het gezag te komen van de bisschop van Brugge.
Vanaf de 16de eeuw zijn de namen van de kosters bekend. Vanaf het begin van de 18de eeuw was dit ambt meer dan honderd jaar lang in handen van leden van de familie Demyttenaere. Andere functies die tijdens het Ancien Regime in de kerk voorkomen zijn die van kerk- en dismeester, klokkenluider en kerkbaljuw. Het was de heer van Heule, op wiens grondgebied de kerk stond, die de koster, de kerk- en dismeester en de kerkbaljuw aanstelde.
De patroonheilige Sint-Eutropius werd vereerd op 30 april en in de kerk kwam men het hele jaar door dienen voor vee- en kinderziektes. In de 18de eeuw werd de verering van de patroonheilige verdrongen door deze van de H. Job, tegen zweren en huidziektes. In de kerk werd verder nog Sint-Amand vereerd. Op het feest van O.-L.-V.-Hemelvaart beleefde de Warandekapel, waar een beeld van de Onbevlekte Maagd Maria bewaard werd, een grote toeloop.
Over de archiefgeschiedenis is erg weinig bekend. Wellicht hebben oorlogsomstandigheden bijgedragen tot de onvolledigheid van het archief, met name de afwezigheid van reeksen vóór de 19de eeuw. Uit een inspectieverslag uit 1964 blijkt dat het archief toen ongeordend maar in goede staat bewaard werd op de pastorie. De toen geplande neerlegging van het archief is om onbekende redenen niet doorgegaan.
Op 2 oktober 2008 werd het archief overgedragen aan het Rijksarchief te Kortrijk.
Het archief is erg onvolledig bewaard. Het oud archief beperkt zich voornamelijk tot losse stukken en enkele registers met rekeningen. Voor de 19de en de 20ste eeuw zijn vrij volledige boekhoudkundige reeksen bewaard. Uit dezelfde periode is een aantal broederschapsregisters in het archief aanwezig.
Taal en schrift van de documenten
Het merendeel van de bescheiden is opgesteld in het Nederlands of het Frans. Een aantal documenten is in het Latijn.
Het gebruikte archiefschema is gebaseerd op het modelschema van het Rijksarchief voor parochiearchieven in De Keyzer W., Minke A., Van der Eycken en Van Laere R., Richtlijnen en aanbevelingen voor het beheer van het archief van de kerkfabriek en van andere parochiearchieven (Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën. Miscellanea Archivistica. Studia, 96), Brussel, 1997, p. 90-98.
De bestanddelen ouder dan 100 jaar zijn raadpleegbaar.
Voor de reproductie gelden de regels van toepassing in het Rijksarchief.
Deze inventaris vervangt de oudere toegang van WARLOP E., Inventarissen van archieven van kerkfabrieken (Rijksarchief te Kortrijk. Inventarissen, 3), Kortrijk, 1969, p. 34, toegang nr. 25/19, die slechts negen archiefbestanddelen beschreef, waarvan acht respectievelijk gelicht uit de Verzameling 'Aanwinsten' en de Verzameling 'Cumulus Ecclesiasticus':
Oorspronkelijk nummer; Nummer in inventaris Warlop
Aanwinsten, 1974
Aanwinsten, 1986/8
Cumulus Ecclesiasticus, 1340; 2
4-9
1
De stukken uit de toegang van Warlop werden geïntegreerd in de nieuwe inventaris. In de concordantielijst is terug te vinden welke nummers overeenkomen met de oude.
DEBAERE J., ROELSTRAETE J., GHILGEMYN L. en SOENS L., 100 jaar pastorie. Opendeur. Tinekesfeesten - zaterdag 7 en zondag 8 september 1991, Heule, 1991.
DEBAERE J., Heule Sint-Eutropiuskerk, Heule, 1993.
DE BETHUNE J., Iets over Heule, in Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring te Kortrijk. Nieuwe reeks, 1934, 13, p. 227-232.
DE CUYPER J., De terugkeer van het kerkelijk zilver van Heule in 1806, in De Leiegouw, 1983, 25, p. 147-150.
DE CUYPER J., Bijdrage tot de kerkelijke geschiedenis van het dekanaat Kortrijk einde 17de en begin 18de eeuw, in De Leiegouw, 1979, 21, p. 163-190.
DE CUYPER J., Bijdrage tot de kerkelijke geschiedenis van het dekanaat Kortrijk op het einde van de 18de eeuw, in De Leiegouw, 1979, 21, p. 291-335.
DESPRIET P., De Zuidwestvlaamse parochiekerken, 3 dln., Kortrijk, 1984.
GHEYSEN O., Pastoor Jules de Berdt, in Heulespiegel, 1986, 4, p. 39-43.
HUYS E., De Warande en de Warande-kapel te Heule, in Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring te Kortrijk. Nieuwe reeks, 1933, 12, p. 145-153.
LUTS G., MAES N. en SOETE L., Zo maar ... honderd Heulenaars, Heule, 1978.
MAES N., Wij gedenken: Oud-pastoor Leo Devloo (1912-1991), in Heulespiegel, 1992, 15, p. 22-31.
ROELSTRAETE J., CALLENS I., GHILGEMYN L. en DECALUWÉ C., Heule (Landelijk leven en hoevegids Groot-Kortrijk, 6), Kortrijk, 1994.
ROELSTRAETE J., Heule, in De Leiegouw, 1978, 20, p. 333-350.
ROELSTRAETE J., Het Kerkenhuis, in Heulespiegel, 1993, 16, p. 13-30.
ROELSTRAETE J., De Warandekapel, in Heulespiegel, 1985, 2, p. 1-14.
ROELSTRAETE J., Heule. Een overzicht van zijn geschiedenis, in Heulespiegel, 1989, 10, p. 1-25; 1990, 11, p. 20-39.
SLOSSE L., Heule, in Rond Kortrijk, II, Handzame, 1977, p. 595-649. (oorspronkelijke uitgave 1904-1914, anastatische herdruk)
SOENS L., 100 jaar Sint-Godelieveparochie Heule-Watermolen, in Heulespiegel, 2008, 47, p. 20-54.
SOENS L., In memoriam: oud-pastoor Kamiel Missiaen, in Heulespiegel, 2001, 34, p. 31-38.
TANGHE, G.F., Beschryving van Heule, in Parochieboeken X:Parochieboek van Autryve, Bisseghem, Heule, Ooteghem, Sweveghem, Tieghem, Aelbeke, Anseghem, Handzame, 1976. (oorspronkelijke uitgave 1856, herdruk)
VANSTEENKISTE I., Proef eener geschiedenis der gemeente Heule, Kortrijk, 1889.
VERHEUST E., Episode de la guerre scolaire dans le Courtraisis (1880). Le drame de Heule, in Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring te Kortrijk. Nieuwe reeks, 1959-1960, 31, p. 121-154.
De ordening en de beschrijving werden verzorgd door Hendrik Callewier en Marc Therry.
Télécharger l'inventaire publié- Download de gepubliceerde inventaris
Concordans
1283: Rogerius
1300: Jacob
1398: Jan de Smet
1506-1507: Joos Craeye
1513-1515: Hubrecht Hoebosch
1516: Arend Scuddematte
1534: Kaerle Dyedeman ("vicecureur")
1544-1545: Philips Scaepcoopman ("vicecureur")
1545-1556: Anteunis Fabri
1570: Cornelis Roeze
1582/1588: Jan Du Chastel
1588: Victor Cupere
1610: Antone de Mey
1613-1618: Hubertus Sabu
1618: Jeroen De Reighere
1630-1659: Nicolaus Carboneel
1659-1681: Joannes Vermeulen
1681-1712: Rudolphus Van Bockenole
1712-1714: Joos Dele Tombe
1714-1719: Franciscus De Savalu
1720-1763: Michael-Josephus-Dominicus De Vlaminck
1763-1785: Alphonsus Veys
1785-1794: Franciscus Theodoricus Ghislenus De Portemont
1792-1798: D'Ooghe (desservitor)
1802-1831: Petrus Fernandus Six
1831-1875: Albertus De Norme
1871-1875: Jan Pollet
1875-1898: August Van Dorpe
1898-1906: Gaspar Ostyn
1906-1934: Jules De Berdt
1934-1956: August Willem Lenaers
1956-1962: Karel Vandeputte
1962-1968: Leo Devloo
1968-1976: Jozef Devogelaere
1976-1985: Julien Carpentier
1985-1989: Kamiel Missiaen
1989-2010: Jos Debaere
1 - 2 | Registers met notulen van de kerkraad. 1842-1968. | ||||||||
Met bijgevoegde losse stukken. | 1 | 1842-1927. | 1 deel | ||||||
Getiteld "Beramingsboek". Met bijgevoegde ingekleefde en losse stukken (doodsprentjes, foto's, menukaarten, aantekeningen en andere stukken, waaronder ook twee lijsten van de leden van de kerkraad ca. 1987-1988). | 2 | 1929-1968. | 1 deel |