Name: Registratiekantoor Maasmechelen 2016
Period: 1845-1986
Inventoried scope: 21 linear meters
Archive repository: State archives in Hasselt
Heading : Finance
Authors: /
Year of publication: 2016
Code of the inventory: 2534
Kantoor der registratie van Maasmechelen (1977-2014)
Rechtsopvolgers:
Vierde registratiekantoor Tongeren 2 (2014)
Registratiekantoor Tongeren 2 (2015-heden)
Rechtsvoorgangers:
Kantoor der registratie van Mechelen-aan-de-Maas (1966-1976)
Kantoor der registratie en domeinen van Maasmechelen (1910-1966)
Kantoor der registratie en domeinen van Maaseik (1841-1910)
Kantoor der registratie en domeinen van Bilzen (1807-1841)
Het registratiekantoor van Maasmechelen en rechtsvoorgangers zijn bevoegd voor de heffing en inning de registratie- en successierechten van de gemeenten van het kanton Maasmechelen tussen 1910 en 2014. In 2014 wijzigt de benaming van het kantoor in 'Vierde registratiekantoor Tongeren 2', om uiteindelijk volledig op te gaan in het registratiekantoor Tongeren 2.
Het kantoor van Mechelen-aan-de-Maas was vóór 1975/1976 bevoegd voor: (1) 1. de registratie en inning van het registratierecht van notariële akten, van onderhandse akten, van akten van gerechtsdeurwaarders, van gerechtelijke akten, van administratieve akten en van sommige mondelinge overeenkomsten; 2. de inning van de griffierechten; 3. de inning van de successierechten; 4. de inning van de jaarlijkse taks op het vermogen van de vzw's; 5. de invordering van de boeten en gerechtskosten; 6. de invordering van de rechten en kosten inzake gerechtelijke bijstand en kosteloze rechtspleging; 7. het beheer van de nationale domeingoederen; 8. de inschrijving van het landbouwvoorrecht; 9. de mededeling van bepaalde gegevens aan andere overheidsdiensten, bijvoorbeeld de wijzigingen in verband met de eigendom van onroerende goederen aan de administratie van het kadaster of de protesten van de geaccepteerde wisselbrieven en orderbriefjes aan de rechtbanken van koophandel. Sinds 1976 is het kantoor der registratie van Maasmechelen enkel nog bevoegd voor de registratie en inning van het registratierecht (punt 1), de inning van de griffierechten (punt 2), de inning van de successierechten (punt 3), de inning van de taks op de vzw's (punt 4) en de mededeling van bepaalde gegevens aan andere overheidsdiensten (punt 9).
Het organogram van een registratiekantoor is doorgaans zeer eenvoudig met een ontvanger aan het hoofd en een aantal klerken of assistenten. De ruimere historische-institutionele context en de evolutie van de ressorten waarbinnen registratiekantoren functioneren zijn echter heel wat complexer en worden in dit onderdeel nader toegelicht. (2)
De historisch-institutionele context begint in de 18de eeuw. De registratiekantoren worden voor het eerst vermeld in het besluit van 15 februari 1796 (26 Pluviôse jaar IV). Dit besluit regelt de inrichting van de hypotheekbewaringen aan de hand van het ressort van de registratiekantoren. In deze periode hangen de registratiekantoren af van de 'Regie van registratierechten en het nationale domein' (Régie de l'enregistrement et du domaine national). Deze centrale Regie vormt het hoofdbestuur voor de diverse gewestelijke directies. De gewestelijke directeur verblijft steeds in de hoofdplaats van het departement. De registratiekantoren zijn rekenschap verschuldigd aan deze gewestelijke directies. De ont-vanger is de centrale figuur in het registratiekantoor. Hij staat in voor de formaliteitsverplichtingen.
Het systeem van registratie- en zegelrechten blijft voorlopig behouden na de val van Napoleon. Vervolgens wordt bij organiek besluit op 12 augustus 1814 onder meer het 'administratieve departement financiën' (département de l'administration des finances) onder leiding van een commissaris-generaal ingericht, de respectieve voorlopers van het Ministerie en de Minister van Financiën. De Administratie van de Registratie & (Nationale) Domeinen wordt hierin ondergebracht.
Wegens de groeiende financiële problemen richt Willem I in 1822 het Amortisatiesyndicaat op, dat buiten de controle van het parlement om wordt ingezet voor allerhande uitgaven en onder meer gefinancierd wordt door opbrengsten van de verkoop van domeinen. De Administratie van de Domeinen van de staat wordt afgesplitst en in dit syndicaat ondergebracht. Ondertussen blijven in de buitendiensten de ontvangers op post. De voornaamste verandering is de invoering van het uniform successierecht, waardoor voor grote centra gespecialiseerde buitendiensten kunnen worden ingericht.
De impact van de Belgische revolutie op de administratie en op het belastingstelsel is aanvankelijk beperkt. De belangrijkste maatregelen van de nieuwe machthebbers zijn de afschaffing van het fel bekritiseerde Amortisatiesyndicaat en de toewijzing van het beheer van de domeinen aan de commissaris-generaal voor Financiën. De oprichting van een Belgisch Ministerie van Financiën luidt evenwel een nieuwe organisatie in vanaf 1 april 1831. De dienst der registratie wordt samengevoegd met de dienst der domeinen en wordt als Administratie der registratie en domeinen een aparte entiteit onder het Ministerie, en dit tot 1970. Met de invoering van de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW), wordt de administratie omgevormd tot administratie van de BTW, registratie en domeinen.
Vanaf 1997 worden de diverse diensten hervormd. De opzet is om één administratie te creëren voor alle patrimoniale diensten, namelijk de administratie van het kadaster, registratie en domeinen (AKRED). Die wordt opgericht in 1998 als opvolger van de administratie van de BTW, Registratie en Domeinen. (3) Het koninklijk besluit van 1998 werd evenwel op 13 november 2002 door de Raad van State vernietigd, (4) waardoor in 2003 een nieuw koninklijk besluit uitgevaardigd moet worden om de continuïteit te verzekeren. (5)
Naar aanleiding van de algemene Copernicus-hervorming wordt in 2000 de Coperfin-hervorming gelanceerd, die voor de nieuwe Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën (6) een indeling in drie algemene administraties voorziet, waaronder één voor Patrimoniumdocumentatie. Een koninklijk besluit van 31 maart 2003 regelt de overgang van het Ministerie van Financiën naar de nieuwe Federale Overheidsdienst Financiën. (7) De ervaring leert echter dat een grote hergroepering van verschillende diensten met zeer verschillende bevoegdheden problemen veroorzaakt. In plaats daarvan valt de keuze op een evenwichtigere herverdeling van de entiteiten, zowel op het vlak van hun grootte als hun bevoegdheden. Vandaar dat met het koninklijk besluit van 3 december 2009 (8) gekozen wordt voor de oprichting van zes algemene administraties, waaronder een Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD). Horizontale, (beleids)ondersteunende taken worden voor de hele FOD ondergebracht in verschillende stafdiensten. Op de reorganisatie van de ondergeschikte registratiekantoren is het evenwel wachten op het koninklijk besluit van 20 maart 2014. (9) Met de uitvoering van de zesde staatshervorming in 2015 zijn er registratiekantoren actief op twee niveaus: op Vlaams en op federaal niveau. De federale kantoren blijven afhangen van de AAPD.
Het ambtsgebied of 'ressort' van het kantoor Maasmechelen heeft enkele wijzigingen ondergaan. De wetgever richt het kantoor der registratie en domeinen van Mechelen-aan-de-Maas op 1 april 1910 op. Het nieuwe kantoor dient ter ontdubbeling van het kantoor Maaseik. Het is bevoegd voor de gemeenten van het gerechtelijk kanton Mechelen-aan-de-Maas, met name As, Boorsem, Eisden, Lanaken, Lanklaar, Leut, Mechelen-aan-de-Maas, Meeswijk, Neerglabbeek, Neerharen, Niel-bij-As, Opglabbeek, Opgrimbie, Rekem, Stokkem, Uikhoven en Vucht.
Het ambtsgebied blijft lange tijd ongewijzigd tot de naamswijziging naar 'kantoor der registratie van Mechelen-aan-de-Maas' op 1 januari 1966. Met de naamswijziging worden ook de gemeenten As, Niel-bij-As, Neerglabbeek en Opglabbeek onttrokken aan het kantoor en bij het tweede kantoor der registratie van Genk (As, Niel-bij-As en Opglabbeek) en Bree (Neerglabbeek) gevoegd. Zo bestaat het gebied vanaf 1966 uit de gemeenten Boorsem, Eisden, Lanaken, Lanklaar, Leut, Mechelen-aan-de-Maas, Meeswijk, Neerharen, Opgrimbie, Rekem, Stokkem, Uikhoven en Vucht.
Enkele jaren later wijzigt het ambtsgebied opnieuw. Vanwege de fusie van de gemeenten Lanklaar en Stokkem met de gemeente Dilsen in 1970, vallen beide gemeenten vanaf 1971 onder het registratiekantoor van Maaseik.
Tot slot hebben ook de gemeentefusies van 1977 een grote invloed op het ambtsgebied. Het kantoor is voortaan bevoegd voor de gemeenten Lanaken (Lanaken, Gellik, Neerharen, Rekem en Veldwezelt), Maasmechelen (Boorsem, Eisden, Leut, Mechelen-aan-de-Maas, Meeswijk, Opgrimbie, Uikhoven en Vucht) en Zutendaal. De gemeenten Gellik en Veldwezelt vielen voorheen onder het kantoor Bilzen, de gemeente Zutendaal onder het tweede registratiekantoor van Genk. Tot slot wijzigde de benaming van het kantoor in 'kantoor der registratie van Maasmechelen.
Voorliggende inventaris ontsluit het archief dat werd overgebracht op 5 oktober 2016 in het kader van het project 'SATURN' van het Rijksarchief.
Het archief van het kantoor der registratie van Maasmechelen heeft betrekking op de streek rond Maasmechelen, grotendeels samenvallend met het ambtsgebied van het gerechtelijk kanton Maasmechelen (cf. supra).
Het archief omvat formaliteitsregisters (reeks 5, 6, 6bis), documentatieregisters (reeks 44, 50) en andere registers (reeks 187). Het formaliteits- en ontvangstregister inzake openbare burgerlijke akten (reeks 5) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden akten, verleden voor openbare functionarissen zoals notarissen, secretarissen van kerkfabrieken, burgemeesters of gouverneurs. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten (reeks 6) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden onderhandse akten, dit zijn de akten die zijn opgemaakt tussen privépersonen zonder tussenkomst van een openbare instantie. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten waarvan een afschrift of een dubbel bij het kantoor moet worden ingediend (reeks 6bis) bevat een verwijzing naar het dubbel of afschrift van een onderhandse akte die bij het kantoor is ingediend bij registratie.
Bij de documentatieregisters (registratierechten) zijn voornamelijk het grondregister (reeks 44) en het repertorium van de eigenaars (reeks 50) van belang. Het grondregister is gebaseerd op de kadastrale legger en biedt een overzicht van de eigendomstitels en hun mutaties doorheen de tijd. De reeks loopt van het primitief kadaster ca. 1838 tot ca. 1968/1970. De reeks 50 ontsluit de reeksen 5, 6 en 6bis en gedeeltelijk de reeks 187. In de regel worden de eigenaars chronologisch gerepertorieerd in deze registers. De registers bieden een overzicht van de onroerende verrichtingen met betrekking tot grond binnen het ambtsgebied van het kantoor. Daarnaast worden ook alle persoonlijke akten van personen die in het ambtsgebied van het kantoor wonen opgenomen.
Onder de categorie 'andere registers' vallen onder meer de aangiften van nalatenschap (reeks 187). Deze banden omvatten de aangiften van nalatenschap zoals die zijn ingediend door de erfgenamen en bewerkt door het kantoor. Ze zijn jaarlijks ingebonden.
Selecties en vernietigingen zijn gebaseerd op de Instructie Materieel (33/2003) en haar voorgangers. Verder dient vermeld te worden dat het kantoor de toegangen op de erfenisaangiften (reeks 47 en reeks 54) voor de over te brengen periode reeds in het verleden heeft vernietigd.
Dit archief is niet afgesloten. Op termijn zullen recentere archiefdocumenten naar het Rijksarchief worden overgebracht.
Het archief bestaat uit een beperkt aantal reeksen die meestal chronologisch geordend zijn. De datering van het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5), het register van de onderhandse akten (reeks 6), het register van de onderhandse akten waarvoor een afschrift of duplicaat ten kantore moet worden ingediend (reeks 6bis) gebeurt op basis van de eerste en laatste registratie of inschrijving. De erfenisaangiften zijn per jaar ingebonden. De stukken bij de reeks 6bis zijn beschreven zoals ze zijn aangetroffen in het kantoor. De stukken zijn binnen elk archiefbestanddeel opnieuw in de goede volgorde geplaatst om opzoekingen te vergemakkelijken.
Het repertorium (reeks 50) wordt beschreven aan de hand van het aantal artikels. De grondregisters worden beschreven per gemeente, waarna de uiterste artikelnummers vermeld worden in de desbetreffende beschrijving. (10) Een datering wordt uitsluitend op koepelniveau gegeven. Een individuele datering van elk deel biedt weinig meerwaarde voor de gebruiker. De reeks gaat immers uit van een perceel- en artikelsgewijze benadering.
Archiefbestanddelen ouder dan 100 jaar zijn vrij raadpleegbaar.
Voor een afschrift of uittreksel van registraties jonger dan 100 jaar, dient de gebruiker de toe-stemming te vragen aan de ontvanger van het registratiekantoor en aan de vrederechter van het kanton waarin het registratiekantoor zetelt. Indien de gebruiker een betrokken partij of rechthebbende is, heeft hij of zij voor een uittreksel of afschrift de toestemming nodig van de ontvanger van het registratiekantoor waarvan het archief afkomstig is. (11)
Voor erfenisaangiften gelden dezelfde voorwaarden. Voor een afschrift van of uittreksel uit erfenisaangiften die jonger zijn dan 100 jaar, heeft men de toestemming nodig van de vrederechter indien de gebruiker geen betrokkene in rechtstreekse naam, erfgenaam of rechthebbende is. Is dit wel het geval, dan heeft de betrokkene de toestemming nodig van de ontvanger der successierechten. (12)
Voor de reproductie van archiefstukken gelden de regels van toepassing binnen het Rijks-archief.
Er zijn verschillende nadere toegangen in de vorm van alfabetische tafels en repertoria: deze maken gerichte opzoekingen mogelijk, maar worden niet altijd in dit bestand bewaard. Voor meer informatie, zie IV.D.
In eerste instantie worden archieven van registratiekantoren vaak geraadpleegd door de recht- en bewijszoekende burger. De beschrijving van notariële en onderhandse akten, de verplichting vanaf 1921 om dubbels of afschriften van bepaalde soorten onderhandse akten te deponeren bij het kantoren en de indiening van aangiften van nalatenschap dragen bij tot de handhaving van de rechtszekerheid.
De registratieformaliteit biedt een zekerheid in de zoektocht naar de eigendomsgeschiedenis van een stuk land, een huis,.... In tegenstelling tot hypotheekarchieven, die enkel overdrachten tussen levenden betreffen, worden ook overgangen van onroerende goederen bij overlijden opgenomen in de archieven van registratiekantoren. De raadpleging van de tafels (overgebracht bij een eerdere overbrenging) en het algemeen repertorium van de eigenaars (reeks 50, bevindt zich momenteel nog bij de administratie) geven een snel en overzichtelijk beeld van welke personen betrokken zijn bij welke transacties. Verder kunnen deze archieven ook gebruikt worden voor lokale geschiedenis en genealogie. Vooral de erfenisaangiften vormen een heel rijke bron. Toch moet er kritisch mee worden omgesprongen: enkel personen met een zekere levensstandaard laten een spoor na in de reeks 187.
Belangrijk binnen het registratierecht zijn de formaliteitsregisters van reeks 5, 6 en 6bis. Deze worden, naargelang van de periode, door andere registers ontsloten.
Voor de eerste periode (13) (1796-1859) zijn vooral de afgeschafte reeksen (A.R.) 1 en 2 van belang. De tafel van de verkrijgers (A.R. 1) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Vanaf 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze tafel naar de tafel van de verkopers (A.R. 2). Deze afgeschafte reeks verwijst op haar beurt naar de formaliteitsregisters. Vanaf 1 januari 1828 is er sprake van een nieuw model. Vanaf dan worden ook verdelingen mee opgenomen in deze registers. Naast verwijzingen naar de reeks 5 en 6 wordt in deze registers ook verwezen naar de erfenisaangiften (reeks 187) indien er sprake is van een overgang van onroerend goed. Zie hiervoor het deel over 'Successierecht'. (14)
De tafel van de verkopers (A.R. 2) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Van 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze toegang naar de reeks 5 (waarbij de naam van de notaris mee wordt opgenomen), 6 (er wordt duidelijk gemaakt dat het om een onderhandse akte gaat via de vermelding 's.s.p.') en 187 (het nummer van de aangifte zal in desbetreffend geval worden meegegeven) indien er een overgang van onroerend goed is. Vanaf 1 januari 1828 wordt de tafel omgevormd en worden ook de verdelingen mee opgenomen. Voortaan verwijst A.R. 2 niet langer naar de formaliteitsregisters, maar naar A.R. 1.
Andere, minder belangrijke, toegangen zijn de tafel van de pacht- en huurcontracten (A.R. 3), de tafel van de huwelijkscontracten (A.R. 4) en de tafel van de geregistreerde en ongeregistreerde testamenten, schenkingen en andere eventuele beschikkingen (A.R. 6).
In de tweede periode (15) (1860-1901 (1925)) is het repertorium der eigenaars (reeks 50) dé toegang op de reeksen 5 en 6. Er wordt tevens verwezen naar erfenisaangiften in de mate dat ze een overgang van onroerend goed veroorzaken. In de reeks 50 worden eigenaars in de regel chronologisch opgesomd met een overzicht van de geregistreerde akten en eventueel erfenisaangiften. In de reeks 5 vindt men tevens een verwijzing naar het desbetreffende artikel in het repertorium.
Reeks 50 wordt alfabetisch ontsloten door de algemene tafel van het repertorium van de eigenaars (reeks 52). De reeks 52 ontsluit tevens het algemeen repertorium van de schuldeisers (reeks 51). Dit repertorium van de schuldeisers bevat de namen van de schuldeisers met hun domicilie, de data van de desbetreffende akten, de inschrijvingsdatum op het hypotheekkantoor, het hypotheekkantoor in kwestie, de bemiddelende notaris of de rechtbank, het bedrag van de schuldvordering, de duur van de transactie, de eventuele doorhalingen en onderbrekingen met alle informatie en verwijzingen naar de akten en inschrijvingen.
De reeksen 50 en 52 zijn formeel afgeschaft in 1901 na de introductie van de losse rekeningen. In tegenstelling tot de formele afschaffing blijven de kantoren deze doorgaans nog gebruiken. In 1925 verplicht een omzendbrief de losse rekening, waarna de reeksen 50 en 52 uitdoven. Het repertorium van de eigenaars wordt slechts af en toe nog aangevuld voor personen met talrijke notities, voor appartementsgebouwen, enz.. De reeks 51 wordt definitief afgeschaft in 1966.
In de derde periode (16) (vanaf 1901/1925) is er nog slechts één toegang: de losse rekening (reeks 58). Het betreft een fichesysteem dat naast de gegevens over de titularis van de rekening, gegevens bevat over de onroerende goederen waarop die titularis rechten (gehad) heeft. Ze is ingevoerd door de omzendbrief van 15 mei 1901 (nr. 1348). Het duurt tot 1925 vooraleer ze verplicht als enige toegang geldt. Deze toegang toont alle aankopen, verkopen en schenkingen van onroerende goederen, alsook de registratie van huwelijks- en leningscontracten, akten betreffende (onder)verhuring van in België gelegen goederen, enz.. Op de achterzijde wordt de informatie genoteerd die voorheen in de reeks 51 terug te vinden is. In de losse rekening wordt tevens de informatie opgenomen die voordien in de registers met de in het buitenland gelegen eigendommen (reeks 45) werd genoteerd.
In reeks 60 (register van de vreemdelingen) worden alle personen ingeschreven die hun woonplaats buiten België hebben, maar die onroerend goed bezitten binnen het ambtsgebied van het kantoor. De losse rekening verwijst naar deze reeks 60 indien van toepassing.
Eén documentatieregister loopt over de hele periode 1837-1970: het grondregister (reeks 44). Het vormt de kadastrale documentatie van het registratiekantoor en is gebaseerd op de kadastrale legger. In principe is er sprake van een één op één relatie: de artikels komen overeen, ze bevatten min of meer dezelfde informatie, maar zijn geen dubbels. In het grondregister zal men bijvoorbeeld een verwijzing vinden naar het type akte en de registratiedatum of datum van verlijden van de akte die de mutatie veroorzaakt. Deze data vindt men niet terug in de kadastrale legger zelf (reeks 212). Op basis van die data kan dan in de formaliteitsregisters gezocht worden welke akte de mutatie heeft veroorzaakt. Omgekeerd vindt men even vaak de referentie: de akte in de reeks 5 zal in de marge vaak een verwijzing bevatten naar het grondregister.
Het formaliteitsdocument bij uitstek voor het successierecht is de aangifte van nalatenschap (reeks 187). Bij een sterfgeval wordt een boedelinventaris van de overledene opgesteld. Deze inventaris dient als basis voor de heffing van het successierecht. Tot 1818 wordt een registratierecht geheven op de successies. Vanaf 1818 gaat het om een successierecht. Tot en met 1817 worden de aangiftes geregistreerd in het zgn. 'register van aangiften van nalatenschap'. De originele aangifte wordt soms mee opgenomen bij de overschrijving. Vanaf 1818 wordt de aangifte, die is ingediend op losse bladen, overgeschreven in het 'register van overschrijving van de memories van aangifte' (reeks 3 succ.). Na 1820 dooft dit register uit. De registratie gebeurt sindsdien op de minuten van de aangiften zelf. De aangiften krijgen een nummer in volgorde van indiening op het kantoor.
De documentatieregisters (17) zijn beperkt tot een viertal reeksen voor de hele periode vanaf 1796. Eerst en vooral wordt een zogenaamde tafel van overlijdens (TVO) bijgehouden (reeks 54), een chronologische tafel die elke twee à drie jaar vernieuwd wordt. Men vindt er, in alfabetische volgorde, de naam van de overledene, plaats van overlijden, datum van overlijden, nummer van de successieaangifte, enz.
Daarnaast is er ook een chronologische toegang. Het register van indiening van aangifte (reeks 47) schrijft de aangiftes chronologisch in. Voor wie de datum van de aangifte kent, is dit een relatief eenvoudige toegang.
Tot slot bieden ook de A.R. 1, 2 en het repertorium van de eigenaars (zie 'registratierecht') een directe toegang op de erfenisaangiften, voor zover er sprake is van een overgang van onroerend goed. De losse rekeningen, in voege vanaf 1901/1925, vermelden de sterfdatum van een persoon. In de wetenschap dat een aangifte binnen een bepaalde termijn moet worden ingediend, kan men zo ook de erfenisaangifte achterhalen.
Het reeds vermelde grondregister (reeks 44) is gebaseerd op de kadastrale legger (reeks 212 bij het kadaster). Elk artikel stelt een eigendomstitel voor met een eigenaar en is toegankelijk via een aantal reeksen (zowel kadastraal als niet-kadastraal). Kadastraal zijn de reeksen 208 en 209 van belang. De reeks 208 ontsluit de 'primitieve' toestand, dit wil zeggen de toestand zoals die bij de eerste opmaak van het kadaster gekend is. De reeks 209 ontsluit de mutaties die hierna gebeurd zijn. Beide linken percelen aan kadastrale artikels. In de reeks 208 wordt bovendien ook de eigenaar van elk perceel genoemd.
Bij het archief van de registratie kan men concordantielijsten op basis van de reeks 208 aantreffen. (18) Een losse rekening biedt tevens een link met het grondregister. Verder is voor sommige kantoren een kadastrale atlas van Popp bewaard.
Bij het registratiekantoor wordt een notariële akte geregistreerd in het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5). Vervolgens brengt de ambtenaar een stempel aan op de minuut. Het origineel wordt bewaard in het archief van de notaris voor wie de akte verleden is.
Het register van de openbare burgerlijke akten bevat ook registraties van akten verleden voor politiecommissarissen, burgemeesters, enz.. In principe moet men de originele akte bij deze personen of instellingen terugvinden, hoewel vaak blijkt dat deze verloren zijn gegaan.
Hetzelfde geldt voor onderhandse akten die in de reeks 6 zijn ingeschreven. Het origineel is in principe terug te vinden bij één of beide partijen die overgaan tot de registratie van deze akte. Het gebeurt echter dat het origineel bewaard wordt tussen de stukken bij de reeks 6bis.
Registratiekantoren zijn lang verplicht geweest om een zogenaamde opgave 219 op te maken. Deze opgave diende om de administratie van het kadaster in kennis te stellen van akten die aanleiding gaven tot een kadastrale mutatie. De opgave werd meestal trimestrieel opgestuurd naar het kadaster, waar men dan ook het origineel bewaarde. Intussen zijn deze formulieren vervangen door digitale applicaties.
BONCQUET W., De administratie der registratie en domeinen en haar archief, Handzame, 1971.
DE REU P., De geschiedenis van de Algemene Administratie van de Patrimonium-documentatie. Organisatie, bevoegdheden, ambtsgebieden, archiefvorming (1796-2006), Miscellanea Archivistica Studia 198, Brussel, 2011.
DE REU P., Zoekwijzer: Kopen en Verkopen van vastgoed (1795 tot heden), Zoekwijzers 38, Brussel, 2012.
VRIELINCK S., De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, 3 dln., Leuven, 2000.
De inventaris is in januari 2017 opgemaakt door Pieterjan Lannoy conform de interne richtlijnen van het Rijksarchief. Het archief is eveneens in januari 2017 verpakt en geëtiketteerd door Caroline Staelens.
1 - 211 | Register van openbare burgerlijke akten. 1910-1979. | ||||||||
1 | Deel 1. 31 mrt. 1910 - 3 okt. 1910. | 1 deel | |||||||
2 | Deel 2. 3 okt. 1910 - 27 mrt. 1911. | 1 deel | |||||||
3 | Deel 3. 27 mrt. 1911 - 23 sept. 1911. | 1 deel | |||||||
4 | Deel 4. 23 sept. 1911 - 4 mrt. 1912. | 1 deel | |||||||
5 | Deel 5. 4 mrt. 1912 - 8 aug. 1912. | 1 deel | |||||||
6 | Deel 6. 8 aug. 1912 - 1 feb. 1913. | 1 deel | |||||||
7 | Deel 7. 1 feb. 1913 - 9 juni 1913. | 1 deel | |||||||
8 | Deel 8. 9 juni 1913 - 5 nov. 1913. | 1 deel | |||||||
9 | Deel 9. 5 nov. 1913 - 18 apr. 1914. | 1 deel | |||||||
10 | Deel 10. 18 apr. 1914 - 15 apr. 1915. | 1 deel | |||||||
11 | Deel 11. 16 apr. 1915 - 17 juli 1916. | 1 deel | |||||||
12 | Deel 12. 17 juli 1916 - 24 mei 1917. | 1 deel | |||||||
13 | Deel 13. 24 mei 1917 - 22 jan. 1918. | 1 deel | |||||||
14 | Deel 14. 22 jan. 1918 - 12 juni 1918. | 1 deel | |||||||
15 | Deel 15. 13 juni 1918 - 3 feb. 1919. | 1 deel | |||||||
16 | Deel 16. 3 feb. 1919 - 21 mei 1919. | 1 deel | |||||||
17 | Deel 17. 21 mei 1919 - 25 aug. 1919. | 1 deel | |||||||
18 | Deel 18. 25 aug. 1919 - 29 dec. 1919. | 1 deel | |||||||
19 | Deel 19. 29 dec. 1919 - 21 apr. 1920. | 1 deel | |||||||
20 | Deel 20. 21 apr. 1920 - 30 aug. 1920. | 1 deel | |||||||
21 | Deel 21. 30 aug. 1920 - 15 jan. 1921. | 1 deel | |||||||
22 | Deel 22. 15 jan. 1921 - 11 mei 1921. | 1 deel | |||||||
23 | Deel 23. 12 mei 1921 - 22 sept. 1921. | 1 deel | |||||||
24 | Deel 24. 22 sept. 1921 - 28 feb. 1922. | 1 deel | |||||||
25 | Deel 25. 28 feb. 1922 - 11 juli 1922. | 1 deel | |||||||
26 | Deel 26. 11 juli 1922 - 7 dec. 1922. | 1 deel | |||||||
27 | Deel 27. 7 dec. 1922 - 30 mrt. 1923. | 1 deel | |||||||
28 | Deel 28. 30 mrt. 1923 - 28 aug. 1923. | 1 deel | |||||||
29 | Deel 29. 28 aug. 1923 - 18 feb. 1924. | 1 deel | |||||||
30 | Deel 30. 18 feb. 1924 - 3 juli 1924. | 1 deel | |||||||
31 | Deel 31. 3 juli 1924 - 8 dec. 1924. | 1 deel | |||||||
32 | Deel 32. 8 dec. 1924 - 1 mei 1925. | 1 deel | |||||||
33 | Deel 33. 1 mei 1925 - 3 okt. 1925. | 1 deel | |||||||
34 | Deel 34. 3 okt. 1925 - 3 apr. 1926. | 1 deel | |||||||
35 | Deel 35. 3 apr. 1926 - 25 aug. 1926. | 1 deel | |||||||
36 | Deel 36. 26 aug. 1926 - 15 feb. 1927. | 1 deel | |||||||
37 | Deel 37. 15 feb. 1927 - 22 juli 1927. | 1 deel | |||||||
38 | Deel 38. 22 juli 1927 - 10 jan. 1928. | 1 deel | |||||||
39 | Deel 39. 10 jan. 1928 - 27 apr. 1928. | 1 deel | |||||||
40 | Deel 40. 27 apr. 1928 - 18 sept. 1928. | 1 deel | |||||||
41 | Deel 41. 19 sept. 1928 - 5 feb. 1929. | 1 deel | |||||||
42 | Deel 42. 5 feb. 1929 - 1 juni 1929. | 1 deel | |||||||
43 | Deel 43. 1 juni 1929 - 8 okt. 1929. | 1 deel | |||||||
44 | Deel 44. 8 okt. 1929 - 12 feb. 1930. | 1 deel | |||||||
45 | Deel 45. 12 feb. 1930 - 1 juli 1930. | 1 deel | |||||||
46 | Deel 46. 1 juli 1930 - 18 nov. 1930. | 1 deel | |||||||
47 | Deel 47. 18 nov. 1930 - 4 apr. 1931. | 1 deel | |||||||
48 | Deel 48. 5 apr. 1931 - 5 aug. 1931. | 1 deel | |||||||
49 | Deel 49. 5 aug. 1931 - 17 dec. 1931. | 1 deel | |||||||
50 | Deel 50. 17 dec. 1931 - 3 mei 1932. | 1 deel | |||||||
51 | Deel 51. 3 mei 1932 - 12 sept. 1932. | 1 deel | |||||||
52 | Deel 52. 12 sept. 1932 - 3 jan. 1933. | 1 deel | |||||||
53 | Deel 53. 4 jan. 1933 - 24 mrt. 1933. | 1 deel | |||||||
54 | Deel 54. 25 mrt. 1933 - 15 juni 1933. | 1 deel | |||||||
55 | Deel 55. 15 juni 1933 - 24 aug. 1933. | 1 deel | |||||||
56 | Deel 56. 24 aug. 1933 - 14 nov. 1933. | 1 deel | |||||||
57 | Deel 57. 14 nov. 1933 - 14 mrt. 1934. | 1 deel | |||||||
58 | Deel 58. 14 mrt. 1934 - 2 juli 1934. | 1 deel | |||||||
59 | Deel 59. 2 juli 1934 - 29 okt. 1934. | 1 deel | |||||||
60 | Deel 60. 29 okt. 1934 - 7 mrt. 1935. | 1 deel | |||||||
61 | Deel 61. 7 mrt. 1935 - 14 juni 1935. | 1 deel | |||||||
62 | Deel 62. 15 juni 1935 - 28 okt. 1935. | 1 deel | |||||||
63 | Deel 63. 28 okt. 1935 - 10 mrt. 1936. | 1 deel | |||||||
64 | Deel 64. 10 mrt. 1936 - 8 juli 1936. | 1 deel | |||||||
65 | Deel 65. 8 juli 1936 - 4 nov. 1936. | 1 deel | |||||||
66 | Deel 66. 4 nov. 1936 - 31 mrt. 1937. | 1 deel | |||||||
67 | Deel 67. 31 mrt. 1937 - 22 aug. 1937. | 1 deel | |||||||
68 | Deel 68. 23 aug. 1937 - 17 jan. 1938. | 1 deel | |||||||
69 | Deel 69. 18 jan. 1938 - 30 mei 1938. | 1 deel | |||||||
70 | Deel 70. 30 mei 1938 - 26 okt. 1938. | 1 deel | |||||||
71 | Deel 71. 26 okt. 1938 - 22 feb. 1939. | 1 deel | |||||||
72 | Deel 72. 23 feb. 1939 - 17 juni 1939. | 1 deel | |||||||
73 | Deel 73. 17 juni 1939 - 26 okt. 1939. | 1 deel | |||||||
74 | Deel 74. 26 okt. 1939 - 14 mei 1940. | 1 deel | |||||||
75 | Deel 75. 15 mei 1940 - 18 feb. 1941. | 1 deel | |||||||
76 | Deel 76. 18 feb. 1941 - 1 sept. 1941. | 1 deel | |||||||
77 | Deel 77. 1 sept. 1941 - 7 apr. 1942. | 1 deel | |||||||
78 | Deel 78. 7 apr. 1942 - 15 nov. 1942. | 1 deel | |||||||
79 | Deel 79. 16 nov. 1942 - 5 juli 1943. | 1 deel | |||||||
80 | Deel 80. 5 juli 1943 - 18 mrt. 1944. | 1 deel | |||||||
81 | Deel 81. 18 mrt. 1944 - 8 nov. 1944. | 1 deel | |||||||
82 | Deel 82. 9 nov. 1944 - 23 aug. 1945. | 1 deel | |||||||
83 | Deel 83. 23 aug. 1945 - 20 feb. 1946. | 1 deel | |||||||
84 | Deel 84. 20 feb. 1946 - 1 juli 1946. | 1 deel | |||||||
85 | Deel 85. 1 juli 1946 - 24 nov. 1946. | 1 deel | |||||||
86 | Deel 86. 25 nov. 1946 - 19 mei 1947. | 1 deel | |||||||
87 | Deel 87. 19 mei 1947 - 2 okt. 1947. | 1 deel | |||||||
88 | Deel 88. 2 okt. 1947 - 17 feb. 1948. | 1 deel | |||||||
89 | Deel 89. 17 feb. 1948 - 8 juli 1948. | 1 deel | |||||||
90 | Deel 90. 8 juli 1948 - 19 nov. 1948. | 1 deel | |||||||
91 | Deel 91. 19 nov. 1948 - 9 apr. 1949. | 1 deel | |||||||
92 | Deel 92. 9 apr. 1949 - 26 aug. 1949. | 1 deel | |||||||
93 | Deel 93. 26 aug. 1949 - 23 dec. 1949. | 1 deel | |||||||
94 | Deel 94. 23 dec. 1949 - 17 apr. 1950. | 1 deel | |||||||
95 | Deel 95. 17 apr. 1950 - 3 aug. 1950. | 1 deel | |||||||
96 | Deel 96. 3 aug. 1950 - 27 nov. 1950. | 1 deel | |||||||
97 | Deel 97. 27 nov. 1950 - 22 mrt. 1951. | 1 deel | |||||||
98 | Deel 98. 22 mrt. 1951 - 19 juli 1951. | 1 deel | |||||||
99 | Deel 99. 19 juli 1951 - 27 nov. 1951. | 1 deel | |||||||
100 | Deel 100. 27 nov. 1951 - 25 mrt. 1952. | 1 deel | |||||||
101 | Deel 101. 25 mrt. 1952 - 16 juni 1952. | 1 deel | |||||||
102 | Deel 102. 16 juni 1952 - 22 sept. 1952. | 1 deel | |||||||
103 | Deel 103. 1 juli 1952 - 22 dec. 1952. | 1 deel | |||||||
104 | Deel 104. 22 dec. 1952 - 2 apr. 1953. | 1 deel | |||||||
105 | Deel 105. 6 jan. 1953 - 26 juni 1953. | 1 deel | |||||||
106 | Deel 106. 18 apr. 1953 - 28 nov. 1953. | 1 deel | |||||||
107 | Deel 107. 26 juni 1953 - 25 nov. 1953. | 1 deel | |||||||
108 | Deel 108. 26 nov. 1953 - 26 mei 1954. | 1 deel | |||||||
109 | Deel 109. 28 nov. 1953 - 12 juli 1954. | 1 deel | |||||||
110 | Deel 110. 27 mei 1954 - 11 jan. 1955. | 1 deel | |||||||
111 | Deel 111. 13 juli 1954 - 9 feb. 1955. | 1 deel | |||||||
112 | Deel 112. 11 jan. 1955 - 29 juni 1955. | 1 deel | |||||||
113 | Deel 113. 9 feb. 1955 - 6 sept. 1955. | 1 deel | |||||||
114 | Deel 114. 29 juni 1955 - 13 mrt. 1956. | 1 deel | |||||||
115 | Deel 115. 6 sept. 1955 - 3 apr. 1956. | 1 deel | |||||||
116 | Deel 116. 13 mrt. 1956 - 7 sept. 1956. | 1 deel | |||||||
117 | Deel 117. 3 apr. 1956 - 13 okt. 1956. | 1 deel | |||||||
118 | Deel 118. 7 sept. 1956 - 1 apr. 1957. | 1 deel | |||||||
119 | Deel 119. 13 okt. 1956 - 23 mei 1957. | 1 deel | |||||||
120 | Deel 120. 1 apr. 1957 - 29 okt. 1957. | 1 deel | |||||||
121 | Deel 121. 23 mei 1957 - 23 dec. 1957. | 1 deel | |||||||
122 | Deel 122. 29 okt. 1957 - 30 juni 1958. | 1 deel | |||||||
123 | Deel 123. 23 dec. 1957 - 7 juli 1958. | 1 deel | |||||||
124 | Deel 124. 1 juli 1958 - 6 jan. 1959. | 1 deel | |||||||
125 | Deel 125. 7 juli 1958 - 2 jan. 1959. | 1 deel | |||||||
126 | Deel 126. 2 jan. 1959 - 27 juli 1959. | 1 deel | |||||||
127 | Deel 127. 6 jan. 1959 - 28 juli 1959. | 1 deel | |||||||
128 | Deel 128. 27 juli 1959 - 15 feb. 1960. | 1 deel | |||||||
129 | Deel 129. 28 juli 1959 - 4 feb. 1960. | 1 deel | |||||||
130 | Deel 130. 4 feb. 1960 - 29 juli 1960. | 1 deel | |||||||
131 | Deel 131. 15 feb. 1960 - 13 aug. 1960. | 1 deel | |||||||
132 | Deel 132. 30 juli 1960 - 15 mrt. 1961. | 1 deel | |||||||
133 | Deel 133. 14 aug. 1960 - 16 mrt. 1961. | 1 deel | |||||||
134 | Deel 134. 15 mrt. 1961 - 28 aug. 1961. | 1 deel | |||||||
135 | Deel 135. 16 mrt. 1961 - 28 aug. 1961. | 1 deel | |||||||
136 | Deel 136. 28 aug. 1961 - 15 feb. 1962. | 1 deel | |||||||
137 | Deel 137. 28 aug. 1961 - 22 feb. 1962. | 1 deel | |||||||
138 | Deel 138. 15 feb. 1962 - 25 juli 1962. | 1 deel | |||||||
139 | Deel 139. 22 feb. 1962 - 23 juli 1962. | 1 deel | |||||||
140 | Deel 140. 23 juli 1962 - 3 jan. 1963. | 1 deel | |||||||
141 | Deel 141. 25 juli 1962 - 9 jan. 1963. | 1 deel | |||||||
142 | Deel 142. 4 jan. 1963 - 17 juni 1963. | 1 deel | |||||||
143 | Deel 143. 9 jan. 1963 - 18 juni 1963. | 1 deel | |||||||
144 | Deel 144. 17 juni 1963 - 12 nov. 1963. | 1 deel | |||||||
145 | Deel 145. 18 juni 1963 - 14 nov. 1963. | 1 deel | |||||||
146 | Deel 146. 12 nov. 1963 - 24 mrt. 1964. | 1 deel | |||||||
147 | Deel 147. 14 nov. 1963 - 24 mrt. 1964. | 1 deel | |||||||
148 | Deel 148. 24 mrt. 1964 - 27 aug. 1964. | 1 deel | |||||||
149 | Deel 149. 24 mrt. 1964 - 27 aug. 1964. | 1 deel | |||||||
150 | Deel 150. 27 aug. 1964 - 4 feb. 1965. | 1 deel | |||||||
151 | Deel 151. 27 aug. 1964 - 5 feb. 1965. | 1 deel | |||||||
152 | Deel 152. 4 feb. 1965 - 12 juli 1965. | 1 deel | |||||||
153 | Deel 153. 5 feb. 1965 - 12 juli 1965. | 1 deel | |||||||
154 | Deel 154. 12 juli 1965 - 5 jan. 1966. | 1 deel | |||||||
155 | Deel 155. 13 juli 1965 - 6 jan. 1966. | 1 deel | |||||||
156 | Deel 156. 5 jan. 1966 - 21 juni 1966. | 1 deel | |||||||
157 | Deel 157. 6 jan. 1966 - 28 juni 1966. | 1 deel | |||||||
158 | Deel 158. 22 juni 1966 - 12 dec. 1966. | 1 deel | |||||||
159 | Deel 159. 28 juni 1966 - 14 dec. 1966. | 1 deel | |||||||
160 | Deel 160. 12 dec. 1966 - 13 juni 1967. | 1 deel | |||||||
161 | Deel 161. 15 dec. 1966 - 14 juni 1967. | 1 deel | |||||||
162 | Deel 162. 13 juni 1967 - 13 nov. 1967. | 1 deel | |||||||
163 | Deel 163. 14 juni 1967 - 14 nov. 1967. | 1 deel | |||||||
164 | Deel 164. 13 nov. 1967 - 30 apr. 1968. | 1 deel | |||||||
165 | Deel 165. 14 nov. 1967 - 3 mei 1968. | 1 deel | |||||||
166 | Deel 166. 2 mei 1968 - 30 sept. 1968. | 1 deel | |||||||
167 | Deel 167. 3 mei 1968 - 24 sept. 1968. | 1 deel | |||||||
168 | Deel 168. 24 sept. 1968 - 14 feb. 1969. | 1 deel | |||||||
169 | Deel 169. 30 sept. 1968 - 14 feb. 1969. | 1 deel | |||||||
170 | Deel 170. 14 feb. 1969 - 23 juni 1969. | 1 deel | |||||||
171 | Deel 171. 17 feb. 1969 - 20 juni 1969. | 1 deel | |||||||
172 | Deel 172. 20 juni 1969 - 5 nov. 1969. | 1 deel | |||||||
173 | Deel 173. 23 juni 1969 - 30 okt. 1969. | 1 deel | |||||||
174 | Deel 174. 30 okt. 1969 - 16 apr. 1970. | 1 deel | |||||||
175 | Deel 175. 5 nov. 1969 - 16 apr. 1970. | 1 deel | |||||||
176 | Deel 176. 16 apr. 1970 - 4 sept. 1970. | 1 deel | |||||||
177 | Deel 177. 16 apr. 1970 - 3 sept. 1970. | 1 deel | |||||||
178 | Deel 178. 3 sept. 1970 - 8 feb. 1971. | 1 deel | |||||||
179 | Deel 179. 4 sept. 1970 - 8 jan. 1971. | 1 deel | |||||||
180 | Deel 180. 8 feb. 1971 - 10 aug. 1971. | 1 deel | |||||||
181 | Deel 181. 9 feb. 1971 - 11 aug. 1971. | 1 deel | |||||||
182 | Deel 182. 10 aug. 1971 - 22 mrt. 1972. | 1 deel | |||||||
183 | Deel 183. 12 aug. 1971 - 21 mrt. 1972. | 1 deel | |||||||
184 | Deel 184. 21 mrt. 1972 - 16 okt. 1972. | 1 deel | |||||||
185 | Deel 185. 22 mrt. 1972 - 23 okt. 1972. | 1 deel | |||||||
186 | Deel 186. 16 okt. 1972 - 19 apr. 1973. | 1 deel | |||||||
187 | Deel 187. 23 okt. 1972 - 2 mei 1973. | 1 deel | |||||||
188 | Deel 188. 20 apr. 1973 - 10 sept. 1973. | 1 deel | |||||||
189 | Deel 189. 2 mei 1973 - 12 nov. 1973. | 1 deel | |||||||
190 | Deel 190. 10 sept. 1973 - 25 apr. 1974. | 1 deel | |||||||
191 | Deel 191. 13 nov. 1973 - 16 mei 1974. | 1 deel | |||||||
192 | Deel 192. 26 apr. 1974 - 12 nov. 1974. | 1 deel | |||||||
193 | Deel 193. 16 mei 1974 - 22 jan. 1975. | 1 deel | |||||||
194 | Deel 194. 12 nov. 1974 - 5 mei 1975. | 1 deel | |||||||
195 | Deel 195. 22 jan. 1975 - 8 sept. 1975. | 1 deel | |||||||
196 | Deel 196. 5 mei 1975 - 3 nov. 1975. | 1 deel | |||||||
197 | Deel 197. 9 sept. 1975 - 16 feb. 1976. | 1 deel | |||||||
198 | Deel 198. 4 nov. 1975 - 10 mei 1976. | 1 deel | |||||||
199 | Deel 199. 16 feb. 1976 - 16 juli 1976. | 1 deel | |||||||
200 | Deel 200. 10 mei 1976 - 16 nov. 1976. | 1 deel | |||||||
201 | Deel 201. 16 juli 1976 - 28 dec. 1976. | 1 deel | |||||||
202 | Deel 202. 16 nov. 1976 - 24 mei 1977. | 1 deel | |||||||
203 | Deel 203. 28 dec. 1976 - 5 mei 1977. | 1 deel | |||||||
204 | Deel 204. 24 mei 1977 - 27 okt. 1977. | 1 deel | |||||||
205 | Deel 205. 5 mei 1977 - 15 sept. 1977. | 1 deel | |||||||
206 | Deel 206. 28 okt. 1977 - 29 mei 1978. | 1 deel | |||||||
207 | Deel 207. 16 sept. 1977 - 12 jan. 1978. | 1 deel | |||||||
208 | Deel 208. 29 mei 1978 - 5 okt. 1978. | 1 deel | |||||||
209 | Deel 209. 12 jan. 1978 - 21 apr. 1978. | 1 deel | |||||||
210 | Deel 210. 5 okt. 1978 - 23 jan. 1979. | 1 deel | |||||||
211 | Deel 211. 21 apr. 1978 - 28 dec. 1978. | 1 deel | |||||||
212 | Dubbels of afschriften van openbare burgerlijke akten, ingediend bij registratie in de reeks 5. 1949, 1957. | 1 omslag |