Inventaris van het archief van de gevangenis te Hasselt

Archive

Name: Strafinrichting - gevangenis te Hasselt. 1998

Period: 1797-1992

Inventoried scope: 73,4 linear meters

Archive repository: State archives in Hasselt

Heading : Justice

Inventory

Authors: /

Year of publication: 1998

Code of the inventory: 541

...

Archief

Deze inventaris heeft betrekking op twee archiefvormers: de administratieve commissie (beheerscommissie) van de gevangenis enerzijds, de strafinrichting anderzijds. De notulen van de administratieve commissie zijn slechts voor de jaren 1832-1907 bewaard gebleven. De notulen voor de eerste helft van deze eeuw zijn wellicht verloren gegaan. Navraag bij de huidige secretaris van de commissie naar de notulen die in de strafinrichting niet werden teruggevonden (1908-ca. 1960) leverde geen resultaat op. Wij mogen aannemen dat deze stukken verloren zijn gegaan.
Het grootste deel van het archiefbestand werd gevormd door de gevangenis van Hasselt. Over de geschiedenis van de strafinrichting is nog weinig bekend. De oudste stukken die men in het archief van de provincie Limburg aantreft over personeel, vergoedingen en het onderhoud van de gebouwen van de strafinrichting dateren van omstreeks de eeuwenwisseling. Het archiefbestand Bestuur van de onderstand en de gevangenissen, bewaard door het Algemeen Rijksarchief, bevat een dossier over de bouwgeschiedenis van de gevangenis tijdens de periode 1853-1883 (1). Het reglement van de celgevangenis van Hasselt, dat werd goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 28 december 1858 (2), werd nadien in verschillende andere celgevangenissen toegepast: in Dendermonde (3 juli 1869) (3), in Charleroi, Dinant, Marche, Verviers en Kortrijk (6 augustus 1896) (4), in Aarlen (27 augustus 1869) (5) en in Tongeren. (5 november 1869). (6)
In Hasselt werden ook vrouwen opgesloten. De hulpgevangenis voor vrouwen te Hasselt werd op 31 december 1946 afgeschaft ingevolge een omzendbrief van de directeur-generaal van het Bestuur van de strafinrichtingen van 27 november 1946. De vrouwen die er volgens de classificatietabel van 1945 moesten worden opgesloten, werden van dan af ondergebracht in de gevangenis te Tongeren (7).
Sinds de omzendbrief van de directeur-generaal van 11 februari 1946 was de strafinrichting ook bestemd voor de opsluiting van langgestrafte incivieken (straf van meer dan twintig jaar) (8).
De eerste overdracht van archieven van de gevangenis Hasselt greep in 1974 plaats. Volgens de overdrachtlijst van 15 oktober 1974, opgemaakt door P. Vandebroek werden toen aan het Rijksarchief overgedragen: bevolkingsregister uit periode 1838-1876 (10 delen.), rollen van verschillende afdelingen van de strafinrichting (huis van bewaring, 1809-1878 (12 delen.), provoosthuis, 1832-1849 (3 delen.), arresthuis, jaar VI-1891 (18 delen.) en strafhuis, 1809-1874 (31 delen.)), twee registers van morele boekhouding (1869-1878) en een personeelsregister (1845-1920). Na een inspectie, op 27 september 1996, werd op 4 februari 1998 een tweede overdracht georganiseerd.
Het archief van de gevangenis van Hasselt is vrij volledig. De onderzoeker zal hierna een vrijwel volledige reeks opsluitingsdossiers aantreffen voor de periode 1859-1968. Ook de reeksen rollen zijn op enkele hiaten na volledig: strafhuis (1809-1988), arresthuis (1797-1818, 1832-1973), huis van bewaring (1809-1811, 1833-1973). Ook de volgende bescheiden kunnen als waardevol bestempeld worden: de reeks indicateurs van in- en uitgeschreven gedetineerden (1913-1973), de reeksen bevolkingsregisters (1838-1975) en dagboeken (1910-1992), de dienstbevelen (1869-1922,1936-1964), het register van de morele rekendienst (1872-1924), de stamboeken van het personeel (1869-ca. 1931) en de reeks factuurboeken (1879-1961). Tijdens de beide wereldoorlogen zijn enkele bescheiden verloren gegaan. Het betreft o.m. de dagboeken van de directeur voor de periode na 1909, het register van vastgestelde rechten en producten voor de jaren 1866-1908, enkele dagboeken van ontvangsten (1866-1908), kasboeken voor de periode november 1860-januari 1900, inkomende en minuten van uitgaande brieven van algemene aard voor de periode 1898-1913 en minuten van maand- en jaarverslagen. Andere bescheiden werden bewust vernietigd, zoals blijkt uit lectuur van de archiefinventarissen (nrs. 69-70 hierna).

Inhoud

De hoofdindeling van de inventaris werd opgebouwd volgens de organisatiestructuur van de archiefvormer, voornamelijk omdat een strafinrichting doorgaans een stabiele organisatiestructuur kent. Een ordening naar functies, taken of activiteiten lag minder voor de hand. Tijdens de eerste sorteerbeurt werden de ontstane entiteiten gerangschikt overeenkomstig de grote afdelingen van het indelingsschema en daarna volgens de taken en opdrachten van de organisatieonderdelen. Verdwaalde stukken werden op hun plaats gelegd, de chronologische orde van de registers en de dossiers hersteld. Vooral dit laatste aspect van de archiefbewerking was erg arbeidsintensief. De dossiers waren niet enkel sterk bevuild en in slechte materiële staat, ze werden ook in grote wanorde overgedragen.
Na de overbrenging naar het Rijksarchief werd nog één kubieke meter bescheiden voor vernietiging aangeduid. In verband met het statuut van de gedetineerde werden vernietigd: de processen-verbaal betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling (model nr. 79), de registers van akten van hoger beroep en voorziening in cassatie, losse klasseringsbriefjes nr. 44, vonnisuittreksels en vorderingen voor transport of uithaling van gevangenen, registers betreffende de zgn. straftijdsbepaling van de gedetineerden (model nr. 110- fixatieboek- 20ste eeuw), register voor de controle van de aanhoudingsmandaten (model nr. 54), rapportbriefjes, e.d. Verder werden vooral boekhoudkundige bescheiden voor vernietiging aangemerkt: minuten van de formulieren nr. 204 in verband met het financieel beheer, minuten van staten nr. 247 van jaarlijkse ontvangsten en uitgaven, minuten van de staten nr 180 en borderellen nr. 179 betreffende de uitgaven voor order, minuten van processen-verbaal van teruggave aan de domeinen (model nr. 218), rekeningen nr. 189 van klerk tot meester, staten nr. 213 (staten van de voor de dienstbehoeften gevraagde artikelen), magazijnboeken nr. 222, minuten van vorderingen voor de levering van geneesmiddelen (model nr. 207), kantinebladen en dagboeken nr. 261 (rekening-courant van de kantine), inschrijvingsboeken van bestel- en leveringsbronnen, staten nr. 208 van kleding- en liggingsstukken en enkele agenda's van zeer beperkte waarde (agenda portier, agenda celbezoek, telefoonboek, enz.). De dossiers van het antropologisch laboratorium van de strafinrichting, die in de zomer van 1996 bij een bezoek aan de strafinrichting te Merksplas werden ontdekt, werden kort daarop vernietigd omdat ze zich in een zeer slechte materiële toestand bevonden.

Aanwijzingen voor het gebruik

Met de inventarisatie van het archief van de gevangenis van Hasselt wordt de informatie over de strafrechtspleging en de strafuitvoering in het arrondissement Hasselt sinds het begin van vorige eeuw nader toegankelijk gemaakt. In het gevangenisarchief vindt men nl. informatie die complementair is aan de informatie die men in het archief van de griffie van de rechtbank van eerste aanleg kan aantreffen. Omdat het 19de-eeuw archief van de rechtbank van de eerst aanleg van Hasselt bijzonder veel lacunes vertoont vult het gevangenisarchief, dat hierna beschreven wordt, een belangrijke leemte op.
Het archief van het arresthuis te Hasselt kan voor menig onderzoek nuttig zijn. Zoals dit ook voor andere strafinrichtingen het geval is zijn vooral de gevangenisrollen, de registers van de morele verslaggeving (morele boekhouding) en de opsluitingsdossiers van uitzonderlijke waarde voor de sociale geschiedenis. De meest geraadpleegde bescheiden van een gevangenisarchief zijn ongetwijfeld de opsluitingsregisters of gevangenisrollen. Iemand die op zoek is naar informatie over één of meerdere gedetineerden moet zich vooraf de volgende onderzoeksvragen stellen. Werden betrokken personen in voorlopige hechtenis genomen (voor welke feiten, door welke instantie en op grond van welke akte) of werden zij in hechtenis genomen na een veroordeling door de rechtbank? In dit laatste geval is het van belang te weten door welke rechtbank betrokkenen werden veroordeeld. Een voorbeeld moet een en ander verduidelijken.
Wie snel een overzicht wil krijgen van personen die ooit met een justitie in aanraking kwamen en in een bepaald jaar opgesloten werden, moet de rollen van de verschillende afdelingen van de gevangenis inkijken. Indien de onderzoeker opzoek is naar een specifieke naam kan hij zich uiteraard behelpen met de handige alfabetische klappers die bij de meeste rollen (achteraan of voorin) zijn ingebonden.
Voor zij die over enige aanknopingspunten uit literatuur, uit andere archiefbestanden of uit een gerechtelijk dossier beschikken, kan een datum van een arrestatie of een gerechtelijke uitspraak belangrijk zijn. Iemand die via andere bronnen weet dat de gezochte persoon in verdenking werd gesteld of beklaagd werd wegens het plegen van een misdaad (of van andere feiten die door criminelen straffen werden bestraft), uiteraard voor zover de rechtbank van Hasselt in die zaak bevoegd was, dan werd de betrokken persoon eerst opgesloten in het arresthuis. Indien de Kamer van Inbeschuldigingstelling van het hof van beroep te Luik in de zaak een beschikking tot gevangenneming (une ordonnance de prise de corps) lastens die persoon nam, dan werd deze overgebracht naar het justitiehuis waar hij (zij) op zijn definitieve berechting wachtte. Na een eventuele veroordeling, bij arrest van het hof van assisen (9), werd de betrokkene verwezen naar een instelling voor strafuitboeting. In het geval van een crimineel veroordeelde kon dit, afhankelijk van de op dat ogenblik vigerende classificatievoorschriften, bv. De centrale gevangenis van Gent zijn. Zij die een correctionele staf opliepen verhuisden van het arresthuis naar het strafhuis. Telkenmale het juridisch statuut van een gedetineerde wijzigde, dient de onderzoeker dus andere rollen te raadplegen In de gevangenisrol wordt elke gedetineerde in chronische volgorde ingeschreven. De rol bevat naast de klassieke informatie i.v.m. de identificatie van de verdachte, beschuldigde of veroordeelde, ook gegevens over de ten laste gelegde feiten, data van gerechtelijke uitspraken en de eventuele data van ontslag uit de gevangenis of van overbrenging naar een andere instelling. In de meeste gevallen is het relatief makkelijk om een veroordeelde gedurende zijn ganse penitentiaire loopbaan te volgen.
De namen en de rolnummers van de in- en uitgeschreven gedetineerden worden dagelijks ingeschreven in de zgn. dagboeken (model nr. 47). Deze dagboeken, zijn voor de gevangenis van Hasselt sinds 1910 voorhanden.
De reeks registers van de morele verslaggeving (de zgn. registers der morele rekendienst, 1872-1924) is nog rijker aan gegevens dan de gevangenisrollen. De enige beperking is dat deze registers enkel werden gehouden voor correctioneel veroordeelden. Deze archiefbescheiden bevatten naast de identificatiegegevens van de gedetineerden (rolnummer van het strafhuis, naam, voornamen, leeftijd, geboorteplaats en -datum, laatste woonplaats, beroep, antropometrische gegevens) de volgende informatie: datum van de aanhouding, datum van de veroordeling, informatie over andere veroordelingen, de aard, duur, begin en einde van de strafuitboeting, bijzondere opmerkingen over de periode van de strafuitboeting (incidenten, ontsnapping, tuchtmaatregelen), bijzondere inlichtingen van lokale besturen (over burgerlijke stand, beroep, godsdienstige overtuiging, bestaansmiddelen) en informatie over de morele en fysieke gesteldheid van de gedetineerde tijdens zijn (haar) verblijf in de gevangenis.
Stukken uit dit archief die ouder zijn dan 100 jaar zijn openbaar en kunnen bijgevolg vrij worden ingezien in de leeszaal. Voor bescheiden jonger dan 100 jaar is de volgende regeling van kracht in afwachting van een definitieve regeling betreffende de raadpleegbaarheid van bescheiden van de penitentiaire instelling is voor de raadpleging ervan een voorafgaandelijke schriftelijke toelating nodig van de directeur-generaal van het Bestuur Strafinrichtingen (Eversstraat 2-8, 1000 Brussel). In het verzoekschrift, gericht aan de directeur-generaal, zet de onderzoeker op een omstandige manier uiteen welke bescheiden jonger dan 100 jaar hij wenst te raadplegen en om welke redenen hij die wenst in te zien.

 11832 apr. 4-1832 nov. 20.5 delen en 2 katernen
 21832-1834.5 delen en 2 katernen
 31836 jan. 20-1839 dec 18.5 delen en 2 katernen
 41870 jan. 7-1874 juni 11.5 delen en 2 katernen
 51889 dec. 3-1895 maart 4.5 delen en 2 katernen
 61895 mei 6-1902 febr. 16.5 delen en 2 katernen
 71902 maart 2-1907 aug. 26.5 delen en 2 katernen
 81891 dec. 18-1903 sept. 19.1 deel
 91896 jan. 3-1900 nov. 2. Inkomende brieven.1 deel
 101903 sept. 19-1920 maart 4. Inkomende en uitgaande brieven.1 deel
 111921 nov. 28-1931 okt. 21.1 deel
12Ingekomen brieven. 1895-1901.1 pak
13Register voor de inschrijving van de bezoeken aan de strafinrichting door leden van de administratieve commissie (Registre des visites des membres de la commission administrative). 1893- 1927.1 deel
14Verslag van de concierge over het gedrag van guichetier Jan Millen. 5 sept. 1832.1 stuk