Name: Abdij van Nonne-Mielen in Sint-Truiden. Oorkonden
Period: 1217-1669
Inventoried scope: 2,1 linear meters
Archive repository: State archives in Hasselt
Heading : Abbeys, monasteries and commanderies
Authors: A. Zoete — J. Martens
Year of publication: 1971
Code of the inventory: 1442
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven rechts en links door de plica, waardoor resten van gele draden hangen. Horizontaal dubbel gevouwen., Vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: 222 mm. B: boven: 265 mm.; onder: 248 mm. H plica: 12 mm.Uitgegeven: M. J. WOLTERS, Notice historique sur l'ancienne abbaye noble de Milen près de Saint-Trond, Gent 1853, pp. 43-44, n° 1. Analyse: J. COENEN, Limburgsche Oorkonden, dl I, 1932, p. 304, n° 799. A. WAUTERS, Table chronologique des chartes et diplômes imprimés concernant l'histoire de la Belgique, dl. III, 1871, p. 483. | 1 | Actum apud Sanctum Trudonem, anno gracie M° CC° XVII°, Leodii presidente Hugone venerabili episcopo, Katerina priorissa, sub venerabili abbate Christiana dictarn ecclesiam regente. Lodewijk II, graaf van Loon, keurt de schenking goed van een tiende geheven bij de parochie Grazen (apud Graast), gedaan door Libertus, dictus Bertune, zoon van Godefridus, zoon van Rudolphus, schout van Sint-Truiden, aan de kerk van Sint-Catherina. Deze tiende werd door Libertus in leen gehouden van graaf Lodewijk II. Getuigen: Huius rei testes sunt: Heynricus comes de Daleym et Arnoldus, fratres nostri; Lambertus castellanus Brustemiensis et frater suus Theodericus, homines nostri; Jordanus et Reymboldus castellani de Duraz, Theodericus castellanus Lonensis, Sigerus et Willelmus de Gotheym; scabini de Sancto Trudone: Walterus Puer, Libertus Curialis, Franco Miles, Arnoldus Clericus et frater eius Franco, Arnoldus Thelonearius, Ulricus Curialis, Damianus Miles et quamplures alii. 1217. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Drie horizontale gleuven door de plica (een rechts, een links en een in het midden). Door linkergleuf: gele draadjes; door de rechtergleuf sporen van helgroene draadjes. Dokument horizontaal dubbel geplooid, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: rechts: 228 mm.; links: 233 mm. B: 242 mm. H plica: 9 mm.(1) De oorkonde die de goedkeuring van graaf Arnulf III bevat, werd uitgegeven door Wolters, ... Milen, pp. 44-46, n° 2. Uitgegeven: a) J. F. FOPPENS, Diplomatum Belgicorum nova collectio sive supplementum ad opera diplomatica Ailberti Miraei, dl. IV, Bruxellis, 1748, p. 536. b) Acta Sanctorum, Julii, V, p. 64. c) WOLTERS,... Milen, pp. 46-47, n° 3. Analyse: WAUTERS, III, p. 523. COENEN, I, p- 316, n° 829. | 2 | Actum anno gracie M° CC° nonodecimo, Leodii presidente Hugone venerabili episcopo. Gotbertus de Orbays, een edel man, verkoopt het huis en hof te Mielen, die hij van Arnulf III, graaf van Loon, in leen hield, aan de kerk van Sint-Catherina, evenals alle rechten die hij erop bezat, voor de som van 525 witte ponden. Deze verkoop geschiedt mits de toestemming van graaf Arnulf III (1). Getuigen: Huius rei testes sunt: Clarebaldus de Alta Ripa, Philippus de Tunggernels, Bernardus miles, et quamplures alli. 1219. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : perkament. Zegel verdwenen. Twee gaatjes door het midden van de plica. Horizontaal in vieren gevouwen; vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: rechts: 252 mm.; links: 245 mm. B: boven: 262 mm.; onder: 270 mm. II plica: rechts: 21 mm.; links: 24 mm. Horizontale en vertikale- linièring nog zichtbaar.(1) Het jaartal, evenals het rangnummer van de paus ontbreken. Volgens de regesten van POTTHAST (Regesta Pontificum Romanorum inde ab anno 1198 ad annum 1304, t. I, 1874, p. 585) was de enige paus van die naam, die rond 7 december van zijn zesde pontificaatsjaar vanuit het Lateraan oorkondde, paus Honorius III. Onuitgegeven. Analyse: J. PAQUAY, Documents pontificaux (Analecta Ecclesiastica Leodiensia, dl. V) Luik, 1936, p. 121, nr. 247. COENEN, IV, p. 304, nr. 3906. | 3 | Datum Laterani, VIl Idus decembris, pontificatus nostri anno sexto (1). Oorkonde van paus Honorius [III] (1) bevestiging van enkele bezittingen van het klooster vanSinte-Catherina te St-Truiden, nl.: een hoeve te Minsingen (Menesengen), een hoeve te Boma, een hoeve te Cambruche en de inkomsten waarover het klooster beschikt in de stad Sint-Truiden. (1221), 7 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Twee gaatjes door het midden van de plica. Horizontaal in drieën gevouwen; vertikaal vroeger in vieren geplooid. Horizontale en vertikale linièring nog zichtbaar. H: rechts: 247 mm.; links: 248 mm. B: boven: 249 mm.; onder: 253 mm. H plica: rechts: 13 mm.; links: 12 mm.(1) zie p. 2, voetnoot 1. Onuitgegeven. Analyse: J. PAQUAY, o. c., p. 121, nr. 247. COENEN, IV, p. 305, nr. 3907. | 4 | Datum Laterani, VII Idus decembris, pontificatus nostri anno sexto. (1). Oorkonde van paus Honorius (III) (1): bevestiging van de bezittingen van het klooster Sint-Catherina te Sint-Truiden, in het bijzonder van een hoeve die het bezat te Milen. (1221), 7 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Horizontale gleuf door de plica. Vroeger horizontale gleuf door de plica. Vroeger horizontaal in tweeën gevouwen en vertikaal in vieren. H: 114 mm. B: boven: 194 mm:; onder: 193 mm. H plica: rechts: 9 mm.; links: 14 mm.Uitgegeven: WOLTERS, Milen, p. 47 - 48, n° 4. Analyse: WAUTERS, IV, p. 75. COENEN, I, pp. 369 - 370, n° 998. | 5 | Actum in ecclesia parochiali Beate Marie apud Sanctam Trudonem coram altari Beati Nicholai anno Incarnationis Dominice M° CC° vicesimo nono, mense septembris. Uitspraak van Willelmus, deken van het concilie van Sint- Truiden, in het geschil tussen het klooster van Sint-Catherina en Libertus de Graast over het al dan niet toebehoren van een tiende op de sartus te Grazen. Uitspraak ten voordele van het klooster. Getuigen: Huius rei testes sunt: Samuel Leprosorum, Adam investitus de Rumnis, sacerdotes; Gregorius miles de Halmale; Jordanus filius Walcheri, Gunteramnus Crucbolt, Heynricus Bruninch, Walterus de Meceren. 1229, september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Vroeger vertikaal in drieën gevouwen. H: rechts: 43 mm.; links: 52 mm. B: boven: 213 mm.; onder: 52 mm. Vanonderste rechterboord stuk uitgeknipt met als H: 4 mm. en B: 161 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 51, n°8. Analyse: WAUTERS, IV, p. 144. COENEN, II, p. 17, n° 1. 053. | 6 | Datum apud Sactem Trudonem, anno domini M° CC" XXX° secundo, iiij° kal. Mai. Johannes, bisschop van Luik, staat de kapelaan van het klooster van Sint-Catherina toe, wanneer de nonnen naar Nonnemielen waren overgebracht, de eredienst te houden in de plaatselijke parochiekerk, waarvan het patronaat aan het Sint-Catherinaklooster te Nonnemielen toekomt. 1232, 28 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Rode draden, onderaan samengeknoopt, die door twee gleuven in het midden van de plica hangen. Dubbel gevouwen, vroeger vertikaal in tweeën gevouwen. H: rechts: 222 mm.; links: 221 mm. B: 166 mm. H plica: rechts: 22 mm.; links: 25 mm.(1) cfr. hoger n° 2. Uitgegeven: a) Acta Sanctorum, Julii, V, p. 648. b) J. F. Foppens, o. c., IV, p. 536. c) WOLTERS, Milen, pp. 48-49, n° 5. Analyse: M. J. WOLTERS, Codex diplomaticus Lossensis, ou recueil et analyse de chartes servant de preuves a l'histoire de l'ancien comté de Looz, Gent, 1849, p. 108, n° 200. WAUTERS, IV, p. 156. COENEN, II, pp. 20-21, n° 1064. | 7 | Datum in vigilia Beauti Thome Apostoli, anno domini M° CC° tricesimo secundo. Egidius, edelman, zoon van Gotbertus de Biul, edelman, bevestigt de verkoop van het huis en hof van Mielen door zijn vader aan het klooster van Sint-Catherina (1). Getuigen: Testes vero interfuerunt isti: Symon, dominus Cuno de Adelinchen, Reynerus de Rolinchen advocatus de Milen, Christianus advocatus Sancti Trudonis, Willelmus castellanus de Montenaken, Nicholaus de Curtis, Heynricus de Alst, Reynerus de Montenaken, Arnoldus, de Genegeleym, Rulinus de Milen, Damianus, Gotscalcus de Diste: milites; scabini de Sancto Trudone et scabini de Milen et homines patris mei: Heynricus de Musen, Jordanus filius Tegnonis, Reynerus Mercator, Rubinus de Lewis. 1232, 20 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel. Perkament. Zegel verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Horizontaal vroeger in vieren, vertikaal in drieën geplooid. H: 300 mm. B: 240 mm. H plica: 21 mm.Onuitgegeven. | 8 | Datum in crastino dominice Esto Mihi, secunda die Martii, anno domini M° CC° XXXVI°. Helcana, deken van het concilie te Sint-Truiden doet uitspraak over de vervanging van de gestorven pastoor van Nonnemielen en over de definitieve regeling om voortaan de opvolging te verzekeren. 1237, 2 maart, (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Horizontale gleuf door het midden van de plica, Vroeger horizontaal dubbel gevouwen en vertikaal in vieren, H: rechts: 85 mm,; links: 93 mm, B: 177 mm, H plica: rechts: 20 mm,; links: 28 mm. Vroeger horizontaal dubbel gevouwen en vertikaal in vieren, H: rechts: 85 mm,; links: 93 mm, B: 177 mm, H plica: rechts: 20 mm,; links: 28 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen. p. 52. n° 10. Analyse: WAUTERS, IV, p. 292. COENEN, II, p. 54, n° 1.171. | 9 | Actum coram W. Villico, Jordano filio Wotgeri, Waltero de Busco, Henrico Godefrido, scabinis in Milen et aliis quampluribus, anno domini M° CC° XXX octavo, mense augusto. Willelmus, inwoner van Sint-Truiden, zoon van de heer Clemens, geeft in volle eigendom aan het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen de helft van zijn rechten die hij bezit op een molen en daarenboven 4 huizen en hof gelegen in de nabijheid van het klooster. Getuigen: zie de datatio. 1238, augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: chyrograaf op perkament. Zegels verdwenen. Drie horizontale gleuven door de plica (waarvan één door de linkerhelft en twee door de rechterhelft). Vroeger horizontaal in tweeën gevouwen en vertikaal in vieren. H: rechts: 131 mm.; links: 127 mm. B: boven: 214 mm.; onder: 213 mm. H plica: rechts: 12 mm.; links: 11 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 53, n° 10. Analyse: WAUTERS, IV, p. 293. COENEN, II, p. 54, n° 1.172. | 10 | Actum et datum in dominica prima ante festum Nativitatis Sancte Marie, anno domini M° CC° XXX° octavo, in mense septembri. De priores en het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen verklaren dat Maria, dochter van Agnes de Pomerio, aan de kloostergemeenschap haar villa te Corpt overmaakt tegen een lijfrente van 58 s. 3 d., Luikse munt, en tegen 5 mudden graan. Na haar dood zullen deze twee lijfrenten als aalmoes aan het klooster toekomen. Getuigen: Huius rei testes sunt: Godeschalchus miles de Dystis, Renerus Grutarius, Jordanus filius Woltgheri, Adam de Rumala, Waltherus et Conradus filii Ermegardi, Guntramnus Crucboldus et quamplures alii. 1238, 5 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven door de plica (één door de rechter- en één door de linkerhelft). Vroeger horizontaal en vertikaal in tweeën gevouwen. H: rechts: 126 mm.; links: 127 mm. B: boven: 230 mm.; onder: 224 mm. H plica: rechts: 21 mm.; links: 23 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 54, n° 11. Analyse: WAUTERS, IV, p. 324. COENEN, II p. p. 62-63, n° 1. 200. | 11 | Actum et datum anno domini M°CC° tricesimo nono, mense Martio, feria quarta proxima post festum Beati Gregorii Papae. Thomas, de abt, en de abdij van Sint-Truiden getuigen dat de priores en de kloosterzusters van het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen, van hen een weide, gelegen bij Bornem, gekocht hebben tegen 32 lb., Luikse munt. Het geld van deze verkoop wordt uitgeleend aan de schout van Borlo. Getuigen: Huius rei testes sunt: Adam prior, Henricus de Diste, Gerardus, Willelmus cellerarius, Benedictus prior in Milen: sacerdotes; Adam Gerardus, Henricus dyaconi, Ulricus, Reinboldus subdyaconi et alii quamplures monachi Sancti Trudonis; Jordanus Spinole, Waltgerus filius Emme, Theodricus lautor, Arnoldus filius Helsen, et alii quamplures ministeriales. 1240, 14 maart (n.s). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Twee gaatjes door het midden van de plica. Sporen van vertikale en horizontale liniëring. Horizontaal dubbel gevouwen. Vroeger horizontaal in vieren gevouwen en vertikaal in drieën. H: rechts: 223 mm.; links: 217 mm. B: boven: 253 mm.; onder: 256 mm. H plica: rechts: 24 mm.; links: 27 mm.(1) Het jaar en het rangrummer van de paus ontbreken. Volgens Potthast verbleven zowel Innocentius IV tijdens de maand januari van hun eerste pontificaatsjaar op het Lateraan (o. c., I, p. 2 en II, p. 956). In de bulle wordt echter het klooster van St-Catherina vermeld als zijnde reeds gevestigd te Mielen ("priorisse et conventui Sancte Caterine in Milin"), hetgeen pas gebeurde in 1231 (J. L. CHARLES. La ville de Saint-Trond au moyen âge. Des origines à la fin du XIVe siècle, Univ. de Liège, fasc. CLXXIII, Paris, 1965, p. 280.). Onuitgegeven: Analyse: J. PAQUAY, o. c., p. 121, nr. 248. COENEN, IV, p. 312, nr. 3932. | 12 | Datum Laterani, II Idas januarii, pontificatus nostri anno primo, (1) Paus Innocentius (lV) (1) bevestigt de bezittingen van het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen. [1244] 12 januari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Door rechterhelft van de plica rode draadjes door twee gaatjes in de plica; door linkerhelft van de plica gele draadjes door twee gaatjes in de plica. Horizontaal vroeger in vieren gevouwen, nu in tweeën. Vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: rechts: 180 mm.; links: 171 mm. B: boven: 214 mm.; onder;217 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 57 - 58, n° 14. Analyse: WAUTERS, IV, p. 408. COENEN, II, p. 93, n° 1. 295. B. Kopie: afschrift s. XIV(zie n° 14). | 13 | Datum anno domini M° CC° XL° tertio, mense januar(io) in octavo Epyphanie. Thomas, abt van Brogne verklaart dat hij, mits de toestemming van Robertus, bisschop van Luik, aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint- Catherina te Nonnemielen de grote en de kleine tienden die hij in de parochie Mielen bezat, overmaakt tegen een erfrente van 8 1/2 lb., Leuvense munt, per jaar. 1244, 13 januari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Door rechterhelft van de plica rode draadjes door twee gaatjes in de plica; door linkerhelft van de plica gele draadjes door twee gaatjes in de plica. Horizontaal vroeger in vieren gevouwen, nu in tweeën. Vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: rechts: 180 mm.; links: 171 mm. B: boven: 214 mm.; onder;217 mm.N. B.: overgebracht uit het Rijksarchief te Namen naar het Rijksarchief van Hasselt op 11/8/67. B. Kopie: afschrift s. XIV. Perkament. Geen spoor van zegel. Horizontaal en vertikaal dubbel gevouwen. H: rechts: 193 mm.; links: 277 mm. B: 277 mm. H plica: rechts: 23 mm.; links: 21 mm. | 14 | Afschrift van n° 13. 1244, 13 januari, (n. s. ). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Door rechterhelft van de plica gele draadjes door twee gaatjes in de plica; door linkerhelft van de plica rode draadjes door twee gaatjes in de plica. Vroeger horizontaal dubbel gevouwen en vertikaal in drieën gevouwen. H: rechts: 92 mm.; links: 94 mm. B: boven: 210 mm.; onder: 212 mm. H plica: rechts: 10 mm.; links: 8 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 56 - 57. Analyse: WAUTERS, IV, p. 409. COENEN, II, p. 93, n° 1. 295. | 15 | Datum anno domini millesimo CC° quadragesimo tertio, mense januar(io). Thomas, abt van Brogne, verklaart aan het patronaat over de parochiekerk te Mielen te verzaken ten voordele van de priores en het Sint-Catherinaklooster te Nonnemielen, nadat in het geschil dat de genoemde abt en klooster hierover hadden, de deken van de abdij van Florennes als rechter was opgetreden. 1244, januari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Door midden van de plica gele draadjes door twee gaatjes in de plica. Midden van de rechterzijde beschadigd (afgescheurd stuk gaande van 25 mm. tot 81 mm. vanaf bovenste boord, met een breedte van 10 mm. ), waardoor tekst ten dele verdwenen). Onderste helft van linkerboord beschadigd van af de plica tot op 71 mm. van de plica), waardoor tekst voor een gedeelte verdwenen. Gat in het dokument (B: 9 mm.; H: 3 mm. ) op 41 mm. van bovenste boord en op 63 mm. van linkerboord. Vroeger horizontaal en vertikaal dubbel gevouwen. H: 107 mm. B: boven: 203 mm.; onder: 206 mm. H plica: 15 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 59 - 60, n° 15. Analyse: WAUTERS, IV, p. 408. E. SCHOOLMEESTERS, Les régestes de Thourotte, prince-évêque de Liège, B. S. A. H. L., XV, 1906, p. 47, n° 120. COENEN, II, p. 94, n° 1. 298. | 16 | Datum anno domini M° CC° quadragesimo tertio, mense januar(io). Robertus, bisschop van Luik, keurt het afstaan goed door de abt en de abdij van Brogne aan het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen van de grote en de kleine tienden die de abdij van Brogne in de parochie Mielen bezat. 1244, januari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. In het midden van de plica gele draadjes door twee gaatjes in de plica. Vertikaal dubbel gelooid; vroeger horizontaal in drieën gevouwen. H: rechts: 192 mm.; links: 184 mm. B: boven: 162 mm.; onder: 155 mm. H plica: 23 mm.Uitgave: L. LAHAYE, o. c., p. 684 - o. c., p. 684 - 685, n° 13 (leest verkeerdelijk Niel i. pl. v. Miel). Analyse: COENE-N, II, pp. 93 - 94, n° 1. 297. | 17 | Datum anno domini M° CC° XL° tertio, mense januario. Johannes, deken van het kapittel van Saint-Lambert te Luik bekrachtigt de overdracht van het patronaat over de parochiekerk van Mielen door de abt van Brogne aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen. 1244, januari (n.s ) -. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Twee gaatjes door het midden van de plica, waardoor rode draadjes. Vroeger horizontaal dubbel gevouwen en vertikaal in drieën. H: rechts: 72 mm.; links: 67 mm. B; 183 mm. H : plica ; rechts : 15 mm.: links : 16 mm.Uitgave: E. SCHOOLMEESTERS, Supplément aux régestes de Robert de Thourotte, B. S. A. H. L., XV, 1906, pp. 451 - 452, n° LV. Analyse: COENEN, II, p. 93, n° 1. 296. | 18 | Datum anno domini M° CC° quadragesimo tertio, mense januario. Robertus, bisschop van Luik, bekrachtigt op aanvraag van het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen, de overdracht van het patronaat over de parochiekerk te Mielen door de abt van Brogne aan hetzelfde klooster. 1244, januari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Twee gaatjes door het midden van de plica. Vertikaal dubbel gevouwen. Horizontaal vroeger in vieren geplooid.H: rechts: 268 mm.; links: 275 mm. B: 193 mm. H plica: rechts: 22 mm.; links: 25 mm.Onuitgegeven. Vermelding: WOLTERS, Milen, p. 58. | 19 | Datum anno domini M° CC° XL° tertio, mense januario. Johannes, deken van het kapittel Saint-Lambert te Luik, bekrachtigt de overdracht van de grote en kleine tienden in de parochie van Mielen door de abt van Brogne aan het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen. 1244, januari (n. s ). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Resten van uitgeknipte staart. Vroeger vertikaal in drieën gevouwen. H: rechts: 73 mm.; links: 82 mm. B: boven: 153 mm.; onder: 53 mm. B uitgeknipt stuk onderaan: 86 mm. H uitgeknipt stuk onderaan: 9 mm.Onuitgegeven. Vermelding: WOLTERS, Milen, p. 58. | 20 | Datum apud Alke, iij mensis novembris anno domini M° CC° XL° VIII. Henricus, elekt van Luik, oorkondt dat het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen niet meer dan 40 nonnen mag herbergen en niet meer dan 20 verblij venden, tenzij het klooster uitbreiding neemt. 1248, 3 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Begin van eerste en tweede regel bovenaan moeilijk leesbaar. Onderaan stuk uitgeknipt. Vroeger vertikaal dubbel gevouwen. H: rechts: 47 mm.; links: 63 mm. B: boven: 174 mm.; onder: 60 mm. H uitgeknipt stuk: 11 mm. B uitgeknipt stuk: 111 mm.Onuitgegeven. | 21 | Datum, anno domini M° CC° quinquagesimo, in festo Barnabe Apostoli. Aleidis, gravin van Clermont en Auvergne keurt de verkoop goed door Arnoldus, ridder van Ruilingen (Roelingen), aan het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen van 7 bunder landbouwgrond en weidegrond, die hij van de gravin in leen hield, tegen een lijfrente van 4 d.; Luikse munt, per bunder en per jaar. Bij een eventueel vergrijp van de ridder jegens de gravin zou deze grond zonder verdere betaling aan het voornoemde klooster toekomen. 1250, 11 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Dubbele horizontale gleuf ongeveer door het midden van de plica. Vroeger horizontaal dubbel gevouwen en vertikaal in vieren. H: 128 mm. B: boven: 238 mm.; onder: 236 mm. H plica: rechts: 13 mm.; links: 15 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 60, n° 16. Analyse: WAUTERS, o. c., IV, p. 593. COENEN, II, p. 156, n° 1. 493. | 22 | Actum et datum anno domini millesimo ducentesimo quinquagesimo, feria secunda ante festum Beati Johannis Baptiste. Arnulf [lV], graaf van Loon, keurt de overdracht goed, die Arnoldus, ridder van Ruilingen ( Roelingem ), doet van 7 bunder landbouwgrond en weidegrond aan het klooster vanSint-Catherina te Nonnemielen tegen een jaarlijkse rente van 4 d., Luikse munt. Deze grond is gelegen te Stevoort. 1250, 20 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Twee gaatjes door het midden van de plica. Horizontaal dubbel gevouwen; vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 231 mm. B: boven: 283 mm.; onder: 280 mm. H plica: 33 mm.(1) Het jaartal, zegel en rangnummer van de paus ontbreken. Innocentius IV was echter de enige paus van die naam die tijdens de maand september tijdens zijn negende pontificaatsjaar oorkondde vanuit Milaan (POTTHAST, o. c., II, p. 1188). Onuitgegeven. Analyse en gedeeltelijke uitgave: J. PAQUAY, o. c., p. 122, nr. 249. | 23 | Datum Mediolani, IIII nonas septembri, pontificatus nostri anno nono (1). Indulgentieoorkonde van paus Innocentius [IV] (1) aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen. [1251], 2 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Door twee gaatjes in het midden van de rechterhelft van de plica twee draden, onderaan samengeknoopt: de eerste bestaat uit samengevlochten witte en rode draadjes; de tweede uit samengevlochten groene en witte draadjes. In de linkerhelft van de plica twee horizontale boveneengeplaatste gleuven. H: rechts: 238 mm.; links: 246 mm. B: 153 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 61, n° 17. Analyse: WAUTERS, V, p. 60. COENEN, II, p. 181-182, n° 1. 575. | 24 | Datum anno domini M° CC° quinquagesimo tertio, mense maio. Arnulf [Vl], graaf van Loon en van Chiny, en de deken en het kapittel van Sint-Odulphus te Loon verklaren dat deze laatsten aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen 3 bunder van hun allodiale grond te Rummen ( Romen ) verkocht hebben tegen een jaarlijkse rente van 1 d., Luikse munt. Getuigen: Huius facti sunt testes et ad hoc vocati: Zutmannus, Ottmannus dictus de Colonia, Mauritius et ceteri scabini de Bodenhoven; dominus Vrint de Heren, dominus Libertus de Langhedrisch, milites; Gosuinus villicus deBilrevelt, Zutmannus de Grasen, Henricus deLare et plures alii fidedigni. 1253, mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Drie paar horizontale gleuven door de plica. Vroeger vertikaal en horizontaal dubbel geplooid. H: 176 mm. B: 185 mm. H plica: rechts: 20 mm.; links: 18 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 62 - 63, n° 18. Analyse: WAUTERS, V, p. 148. (N.B.: de vermelding bij Wauters, V, p. 687, als zou deze tekst uitgegeven zijn in de B. C. R. H., 3de reeks, t. II, p. 465, berust blijkbaar op een vergissing, daar op de bewuste plaats deze tekst niet terug te vinden is). COENEN, II, p. 206-207, n° 1. 649. | 25 | Datum feria quarta post Reminiscere, anno domini M° CC° L° sexto. De priester Otto, zoon van Gosuinus dictus Genselken, schenkt verscheidene goederen aan het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen, nl.: 5 1/2 bunder en 2 1/2 roeden landbouwgrond van mindere kwaliteit, waarvan 3 bunder gelegen zijn op het gebied van Horpmaal (Horpale) en waarvoor 12 d., Luikse munt, als jaarlijkse cijns moeten betaald worden: 1 1/2 bunder gelegen te Batsheers ( Bertshere ), afkomstig van Robertus, zoon van Ecbertus, ridder van Bertshere; en 1 bunder, 2 1/2 roeden gelegen te Zerkingen (Serkingen), waarvoor jaarlijks 10 d. 1 obool, Luikse munt, betaald worden aan de abdij van Sint-Truiden. Verder de helft van een huis sitam in vico qui dicitur Scottenstrate nabij Sint-Catherina, waarvoor men 4 d. 1 obool, Keulse munt, betaalt aan de abdij van Sint-Truiden. Tenslotte, de helft van een erfenis waarop 3 huizen staan, sita in vico qui dicitur vicus beginarum, waarvoor 6 d., munt van Sint-Truiden, betaald moeten worden aan de abdij van Sint-Truiden en aan Walterus de Lapidea Domo. Getuigen: Huius rei testes sunt: Egidius Miles, Walterus de Lapidea Domo, Oliverus de Merwele et Arnoldus dictus Puer, scabini Sancti Trudonis; Theodericus Lautor, Adam Coquus et Henricus de Joec: mansionarii, et alii quam plures. 1257, 7 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Drie horizontale gleuven door de plica. Horizontaal in drieën geplooid. H: 179 mm. B: 276 mm. H plica: rechts: 19 mm.; links: 17mm.Onuitgegeven: Analyse: WOLTERS, Uilen, p. 79. | 26 | Datum in Milen in die Beati Vincentii martiris, anno domini M°CC°LX° primo. De priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen verklaren dat zij op 13 juli 1249, in het bijzijn van H., schout van de bisschop van Luik te Sint-Truiden, de heren Godescalcus en Choholaus, ridders, Robertus Dives, Robertus Proet, Willemus Camerarius, Jordanus Scoffel: schepenen van Sint-Truiden; van Beatrix, weduwe van Egidius Dives van Sint- Truiden, ter nagedachtenis van haar overleden echtgenoot 2 huizen, gelegen op de markt te Sint-Truiden, ten geschenke gekregen hebben, evenals 2 bijbehorende huizen en hof gelegen tussen Sint-Truiden en Brustem, 4 1/2 bunder groot, die aan de bisschop van Luik 3 d., Luikse munt, opbrachten. 1262, 22 januari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Geel-rode draadjes door twee horizontale gleuven in de plica. Vroeger vertikaal in drieën gevouwen. Horizontaal in tweeën geplooid. H: 171 mm. B: 247 mm. H plica: 27 mm.(1) Buiten plaats en dag van de afgifte verschaft de bulle geen verdere dateringselementen, daar het zegel het rangnummer van de paus verdwenen is. Paus Urbanus IV was echter de enige paus van die naam die rond 6 juli van zijn eerste pontificaatsjaar vanuit Viterbo oorkondde (POTTHAST, o. c., II, p. 1493). Onuitgegeven. Analyse : J. PAQUAY, o.c., p. 122, nr. 249. | 27 | Datum Viterbii, II nonas julii, pontificatus nostri anno primo. (1). Paus Urbanus [IV] (1) bevestigt de bezittingen van de priores en het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen. [1262], 6 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleuven door de plica. Horizontaal dubbel gevouwen; vroeger vertikaal in drieën geplooid. H : 182 mm. B : boven : 217 mm. ; onder : 204 mm. H plica : rechts : 17 mm.; links : 14 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p, 78, COENEN, II, p. 267 - 268, n° 1833. | 28 | Datum feria quarta post Judica, anno domini M° CC° L° X° se-cundo. Jacobus, proost van Sint-Truiden, Egidius Miles, Walterus de Lapidea Domo, Egidius de Serkingem, Willelmus Camerarius en Waltgerus, schepenen van Sint- Truiden oorkonden dat de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen jegens Walterus de Hadelinghem, diens vrouw Berta en hun zoon Willelmus, een erfrente van4 mudden graan per jaar gekocht hebben, betaalbaar te Gingelom. Hiervoor geeft de voornoemde Walterus twee bunder van zijn landbouwgrond, gelegen te Velm in pand, waarvoor per jaar 2 d., munt van Sint-Truiden, betaald wordt als cijns aan hetzelfde klooster.. 1263, 21 maart (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Horizontale gleuf door het midden van de plica. Horizontale gleuf door het midden van de plica. Horizontaal dubbel gevouwen, vroeger vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 141 mm.; links: 138 mm. B: boven: 224 mm.; onder: 227 mm. H plica: rechts: 21 mm.; links: 18 mm.(1) Schorbos te St-Truiden ? Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 63 - 64, n° 19. Analyse: COENEN, II, p. 302, n° 1939. Messager des Sciences historiques, 1852, p. 107. A. WAUTERS, V, p. 381 en 713. | 29 | Datum anno domini M° CC° LXm°sexto, feria secunda post Judica. F(elicitas), vrouw van Perwijs, verpacht voor de duur van achttien jaar aan de priores en het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen 8 bunder land gelegen tussen Scortborch (1) en Mielen. Opsomming vande huurvoorwaarden. 1267, 4 april (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Drie zegels verdwenen. Drie horizontale gleuven door de plica. Vroeger vertikaal en horizontaal in tweeën gevouwen. H: rechts: 113 mm.; links: 114 mm. B: boven: 223 mm.; onder: 221 mm. H plica: rechts: 22 mm.; links: 20 mm.Onuitgegeven: Analyse: WOLTERS, Milen, p. 80. COENEN, II, p. 320, n° 1989. | 30 | Datum anno domini M° CC° LX° nono, feria tertia post Nativitatem Beate Marie Virginis. P., priores van het klooster Val-Duc, van de orde der Dominikanessen, verklaart dat depriores en het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen jegens haar en jegens Otho de Fliderbeke, inwoner van Zoutleeuw, de voogdijschap over 1 1/1 bunder landbouwgrond, gelegen te Velm, afkomstig van proost Wido, hebben gekocht. Getuigen: Godefridus de Hondekine, Henricus de Score: milites, et omnes scabini de Velme.. 1269, 10 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Vier zegels verdwenen. Vier horizontale gleuven door de plica. Horizontaal in vieren gevouwen. Vroeger vertikaal in tweeën geplooid. H: rechts: 324 mm.; links: 322 mm. B: boven: 263 mm.; onder: 264 mm. H plica: rechts: 22 mm.; links: 21 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 64-65, n° 20. Analyse: WAUTERS, V, p. 446. COENEN, II, p. 322, n° 1. 996. B. Afschrift: kopie s. XVII, in Cartularium (B), R. A. H., Kerkelijk Archief, Abdij van St-Truiden, n° 66787, f° 95v°. Uitgave: Ch. PIOT, Cartulaire de l'abbaye de Saint-Trond, dl. I, Brussel 1870, p. 340-342. C. Afschrift: kopie S. XVII, in Cartularium (D), Bibliothèque central de l' Université de Liège, Manuscrits, n° 266. Uitgave: Ch. PIOT, o. c., dl. I, p. 340 - 342. | 31 | Datum anno domini millesimo ducentesimo sexagesimo nono, mense martio in vigilia Beati Gregorii pape. Willelmus, abt van Sint-Truiden, verklaart dat zijn abdij vier jaar voordien aan de priores en het klooster van Sint-Katherina te Nonnemielen de molen te Metsteren ( Mecheren ) die op allodiale grond van de abdij stond, verkocht had, samen met de aanpalende hoeven en grachten, onder bekrachtiging van de schepenen van Sïnt-Truiden, tegen de volgende voorwaarden: de molen werd afgestaan in ruil voor 2 bunder, 15 roeden grond, Loonse maat, die bij een molen van de abdij te Gorsembrul gelegen waren; tevens in ruil van een levering van 27 mudden graan, ieder jaar, afkomstig van de opbrengst van de gekochte molen; en tenslotte, tegen een jaarlijkse rente van 15 s.., Luiks geld. Nu wordt tussen de abdij en het klooster de overeenkomst getroffen dat het klooster de 27 mudden graan afkoopt tegen 135 marcas sterlingorum, decem solidi sterlingorum pro marca. Deze som zal dienen voor de gebiedsuitbreiding van de abdij.. De rente van 5 s., Luiks geld, zal aangewend worden ter nagedachtenis van abt Rodulphus.. Verder heeft het klooster het recht haar advies te geven bij een eventuele aankoop van grond in de nabijheid van Metsteren, nl. de weide te Hart, door de abdij. De abdij heeft het recht het water vanop de oever van de verkochte molen af te leiden ter bevloeiing van haar gronden. 1270, 11 maart (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Horizontale gleuf door de plica. Vroeger horizontaal en vertikaal in tweeën gevouwen. Midden van linkerzijde, symmetrisch ten overstaan van de horizontale vouw, zwaar beschadigd, op 27 mm. van bovenste boord, over een hoogte van 40 mm. en een breedte van 25 mm. H: rechts: 114 mm.; links: 127 mm. B: boven: 184 mm.; onder: 191 mm. H plica: rechts: 16 mm.; links: 12 mm.Uitgave : WOLTERS, Milen, p. 66 - 67, n 21. Analyse: A. WAUTERS, o. c., V, p. 466. COENEN, III, p. 4, n° 2011. | 32 | Datum anno domini M° CC° LXX°, in crastino Beati Nicholai. Johannes, oudste zoon van Arnulf IV, graaf van Loon, verklaart dat hij aan de priores en het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen een stuk grond gelegen in de nabijheid van de curia van de graaf te Minsingen in aalmoes ten geschenke heeft gegeven tegen een erfrente van l d., Vlaamse munt. Deze overdracht werd tevens afgehandeld voor de schepenen van Duras. 1270, 7 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Vroeger horizontaal in tweeën en vertikaal in vieren geplooid. Deel van onderste rechterboord uitgeknipt (H: 22 mm.;Onuitgegeven. Vermelding: J. L. CHARLES, o. c., p. 444. B: 113 mm.) H: rechts: 94 mm.; links: 120 mm. B: boven: 217 mm.; onder: 85 mm. | 33 | Datum anno domini M° CC° LXXmoprimo, feria secunda post festum Beati Martini hyemalis. De schepenen van Sint-Truiden: Johannes dictus Kent, Adam de Sancta Catherina en Libertus oorkonden dat de nonnen Fredindis de Herkenrode, van de orde der Cisterciënsers, en Agnes de Milen, van de orde der Benediktijnen, recht hadden op een jaarrente van 4 mudden graan op een stuk grond gelegen bij Aalst; de eigenaars van deze grond: Janfloria en haar zonen: Walterus, Raso en Jordanus, willen deze grond voor andere doeleinden aanwenden en wijzen de nonnen in ruil 4 mudden graan toe te innen op 1 1/2 bunder land nabij Bornem (Bornehem). 1271, 16 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Twee zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven door de plica. Vroeger horizontaal dubbel gevouwen en vertikaal in drieën. H: rechts: 105 mm.; links: 115 mm. B: boven: 214 mm.; onder: 212 mm. H plica: rechts: 13 mm.; links: 17 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 67 - 68, n° 22. Analyse: WAUTERS, o. c., V, p. 499 (verkeerdelijk gedateerd op 8 mei). COENEN, III, p. 13, n° 2.041. B. Afschrift: kopie X. Xlll. Zie n° 35. | 34 | Datum anno domini M° CC° LXXm°secundo, feria quarta proxima ante Pentecosten. Henricus [van Gelder), bisschop van Luik keurt de schenking goed van 3 Luikse marken, die Walterus de Linden, ridder, als leenrente bezat op de tol te Tongeren, aan de priores en het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen. In naam van beide partijen wordt Rasso, castellanus de Colmont, als voogd over deze schenking aangesteld. Johannes Ruffus, zoon van Walterus, kan deze rente van 3 Luikse marken voor eeuwig aan de bisschop overlaten tegen de som van 30 Luikse marken, wanneer hij het zou willen. Getuigen: Presentibus viris nobilibus: Ar[noldo ] comité Lossense, Henrico de Pytershem, dilectis fidelibus nostris Rassone predicto et Henrico de Colmont eius fratre, Waltero de Linden, Amelio deLessic et Egidio de Muiken: militibus. 1272, 8 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: 1272, 8 juni. - zie n° 34.B. Afschrift: vidimus S. Xlll, verleend door Johannes, investitutus ecclesie de Ricle, vice-decanus concilii Sancti Trudonis. Perkament. Geen spoor van zegel. Vroeger horizontaal in tweeën en vertikaal in drieën gevouwen. H: rechts: 100 mm.; links: 120 mm. B: boven: 182 mm.; links: 164 mm. H plica: rechts: O mm.; links: 8 mm. | 35 | Afschrift van n° 34. 1272, 8 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : perkament. Zegel verdwenen. Onderste boord nagenoeg over de ganse breedte beschadigd en de tekst ten dele onleesbaar. Vroeger horizontaal in tweeën en vertikaal in drieën gevouwen. H : rechts : 76 mm.; links : 86 mm. B : boven : 179 mm.; onder : 176 mm.(a) onleesbaar. Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 80, COENEN, III, p. 20, n° 2.064. | 36 | Datum anno domini M° CC° LXXm° tertio, feria secunda post dominicam [....... ] .(a). De schout en de schepenen van Herk-de-Stad verklaren dat Willelmus dictus de Scackenbruch, diens vrouw Christina, en dochter Katerina, aan het klooster Sint-Katerina te Nonnemielen al hun erfbezittingen hebben overgemaakt ten titel van aalmoes, uitgezonderd het huis gebouwd door Willelmus dictus Papa, gelegen bij de waterloop Herk. 1273, maandag... | 1 stuk | ||||||
Onuitgegeven: Analyse : WOLTERS,... Milen, p. 80. COENEN, III, p. 16, n° 2.050 (Coenen dateerde het dokument verkeerdelijk op 1273). | 37 | Actum et datum anno domini M° CC° LXXmo tertio, mense januario. Ida, priores, en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen verklaren dat Katerina dicta de Emmeren,begijn te Sint-Truiden, aan het voornoemde klooster een tiende, die haar allodiale eigendom was, ten titel van aalmoes heeft geschonken tegen een jaarlijkse rente van 10 1/2 mudde graan; tevens zou ieder jaar drie verjaardagen worden herdacht : nl. haar eigen verjaardag, deze van haar vader Gharimerus en deze van haar moeder Megthildis. A. Origineel : perkament. Vier zegels verdwenen. Vier horizontale gleuven door de plica. Vroeger horizontaal in tweeën en vertikaal in drieën gevouwen. H : rechts : 100 mm.; links : 101 mm. B : boven : 224 mm.; onder : 225 mm. H plica : 13 mm. 1274, januari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zeven zegels verdwenen. Zeven horizontale gleuven door de plica. Vroeger horizontaal in drieën en vertikaal in tweeën geplooid. H: rechts; 131 mm,; links: 132 mm, B: boven: 215 mm.; onder 216 mm. H plica: rechts: 22 mm.; links: 23 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 81. COENEN, III, p. 21, n° 2.067. | 38 | Actum et datum anno domini M° CC° LXX° tertio, sabbato ante dominicam Esto Michi. Meester Johannes de Sancto Trudone, kannunik van O. L. V., te Hoei, Willelmus, deken der Kristenheid van Sint-Truiden, Amicus, koster van de kerk van Sint-Truiden, Oliverus de Merwele, Arnoldus Buc, Willelmus dictus Copey en Walterus de Staplen, schepenen van Sint-Truiden, verklaren dat Katherina de Emmeren, begijn te Sint-Agnes te Sint-Truiden, aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen de helft van een tiende ten geschenke heeft gegeven. Deze helft bezat ze te Veulen ( Fologna ), bij het kasteel van Heers; de andere helft was in handen van de deken van het kapittel van Kortessem. Getuigen: Huius rei testes sunt: Henricus de Mosella monachus Sancti Trudonis, Henricus dictus Raspe, Henricus famulus magistri Johannis predicti, et alii quamplures. 1274, 10 februari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Vier zegels verdwenen. Vier horizontale gleuven door de plica. Vroeger horizontaal dubbel en vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 108 mm.; links: 115 mm. B: boven: 220 mm.; onder: 217 mm. H plica: 19 mm.(1) WOLTERS las verkeerdelijk feria tertia post dominicam. Hierdoor dateerde COENEN de oorkonde op 13 februari. Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 81 (1). COENEN, III, pp. 21 - 22, n° 2. 068. | 39 | Datum anno M° CC° LXX° tertio, feria secunda post dominicam Esto Michi (1). Johannes, proost van de abdij van Sint-Truiden, Oliverus de Merwele, Adam de Sancta Katherina, Willelmus dictus Copey, schepenen van Sint- Truiden, getuigen dat Henricus dictus Ghetere en diens vrouw Magtildis aan de priores en het klooster Sint-Katherina te Nonnemielen hun cijns, hun leen en hun ganse erfenis tam in arido quam in sicco ten geschenke hebben gegeven ten titel van aalmoes. Dit echter op voorwaarde dat ze nog voor de verdere duur van hun leven zouden kunnen genieten van het vruchtgebruik van hun bezittingen. 1274, 12 februari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: opgesteld +-1254: verdwenen.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Mielen, p. 80. COENEN, p. 22, n° 2. 070. B. Bevestiging van het origineel: perkament. Vijf zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven door de plica. Rechterbovenhoek lichtjes beschadigd. Vroeger horizontaal en vertikaal dubbel gevouwen. H: rechts: 125 mm.; links: 132 mm. B: boven: 200 mm.; onder: 207 mm. H plica: rechts: 16 mm.; links: 12 mm. | 40 | Datum anno domini M° CC° LXXmo tertio, feria tertia post dominicam Oculi. Daar het originele dokument verloren is, getuigt Rubinus dictus Proit, schepen van Sint-Truiden, dat ongeveer twintig jaar voordien het klooster te Nonnemielen van hem 3 bunder landbouwgrond, gelegen te Minsingen, had aangekocht tegen een jaarlijkse rente van 3 d., Luikse munt. De schepen zou voor de verdere duur van zijn leven blijven genieten van de helft van het vruchtgebruik van deze grond. Afschrift bekrachtigt door het zegel van de schepenen van Sint-Truiden: Oliverus de Merwele, Adam de Sancta Katerina, Willelmus dictus Copey, en Libertus filius Sare. 1274, 6 maart (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven door de plica. Vroeger horizontaal in vieren en vertikaal dubbel geplooid. H: rechts: 197 mm.; links: 202 mm.(1) WAUTERS, V, p. 538, meent met een verkeerde schrijfwijze te doen te hebben en dat IIII moet gelezen worden i. pl. v. VIII nonas. Uitgegeven: WOLTERS, Milen, p. 68 - 69, n° 23. Analyse: WAUTERS, o. c., V, p. 538. COENEN, III, p. 22 - 23, n° 2. 071. | 41 | Datum et actum VIII nonas (1) aprilis, anno M° CC° LXX quarto. Ar(noldus| dictus Raet, ridder van Gingelom, verklaart dat hij, zijn vrouw en kinderen aan het klooster te Nonnemielen een bunder, 5 roeden, 10 kleine roeden landbouwgrond, gelegen te Gingelom iuxta viam fori, verkocht heeft voor 20 lb.. 8 s.., Leuvense munt, op voorwaarde echter dat iemand onder zijn naaste bloedverwanten binnen een -niet nader vermelde termijn deze grond kon terugkopen. Deze beslissing werd genomen met de goedkeuring van alle pares van het allodium, nl.: Geradus, broer van de oorkonder, Ar(noldus), een bloedverwant van de oorkonder, Wolterus dictus Busse, Ar(noldus] dictus Listeghe, Johannes, zoon van de oorkonder, samen met R. die de investituur heeft over het allodium samen met de voren genoemden. 1275, 30 maart (n.s ), of 2 april (n.s.) ?. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. "zie horizontale gleuven door de plica. Vroeger horizontaal dubbel en vertikaal driedubbel gevouwen. H: rechts: 105 mm.; links: 103 mm. B: boven: 218 mm.; onder: 212 mm. H plica: rechts: 9 mm.; links: 14 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 81. COENEN, III, p. 32, n° 2. 100. | 42 | Datum anno domini M° CC° LXXm° quinto in die Beate Gertrudis Virginis. Johannes, proost van de abdij van Sint-Truiden, de schepenen van Sint-Truiden: Adam de Sancta Katherina en Walterus de Staplen verklaren dat broeder Heinricus, meester van Nonnemielen, 24 roeden land gekocht heeft, gelegen bij Bornem, jegens Jordanus dictus Nalden, inwoner van Sint-Truiden. De proost en de schepenen worden als judex terre aangesteld. 1276, 17 maart (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Vier horizontale gleuven door de plica. Vroeger vertikaal in drieën en horizontaal in tweeën gevouwen. H: 96 mm. B: boven: 202 mm.; onder: 198 mm. H plica: rechts: 20 mm.; links: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 82. COENEN, III, p. 39, n° 2.121. | 43 | Datum anno domini M°CC° LXXm°septimo, in crastino Beati Marchi Ewangelisti. De schepenen van Sint-Truiden: Oliverus de Merwele, Adam de Sancta Katherina, Arnoldus dictus Buch en Libertus dictus Curialis, oorkonden dat de molenaar Wigherus de Merwele en diens echtgenote Elizabeth 22 roeden landbouwgrond, gelegen te Sint-Truiden, op een plaats genaamd Meserenberch, aan de priores en het klooster te Nonnemielen ten geschenke geven. 1277, 26 april . | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Drie afhangende staarten, uitgeknipt uit de rechteronderboord. Vroeger vertikaal dubbel gevouwen. H: rechts: 69 mm.; links: 111 mm. B: boven: 159 mm.; onder: 54 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 82. COENEN, III, p. 41, n° 2. 128. | 44 | Actum anno domini M° CC° LXXm° septimo, in vigiliam Penthecostes. De schepenen van Zoutleeuw; Otto Cambitor en Otto de Colonia oorkonden dat Heinricus dictus de Rode, van Leuven, en diens echtgenote Juliana, 3 bunder landbouwgrond, gelegen bij het kasteel, (apud castel), aan het klooster te Nonnemielen te geschenke gegeven hebben ten titel van aalmoes. 1277, 15 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Onderste rechterzijde afgeknipt. Vroeger vertikaal in vieren gevouwen, horizontaal dubbel geplooid. H: rechts: 89 mm.; links: 102 mm. B: boven: 176 mm.; onder: 53 mm. H afgeknipt stuk: 18 mm. B afgeknipt stuk: 100 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 82. COENEN, III, p. 43, n° 2.134. | 45 | Actum anno domini M° CC° LXX° septimo, in vigliam Beati Johannis Baptiste. De schepenen van Zoutleeuw: Otto Cambitor en Otto de Colonia oorkonden dat het klooster van Nonnemielen de 3 bunder landbouwgrond, gelegen bij het kasteel, die Heinricus de Rode uit Leuven, diens echtgenote Juliana en hun dochter geschonken hadden ten titel van aalmoes (cfr. n° 44), heeft verhuurd aan Otto de Fliderbeke en diens vrouw Reinola, op voorwaarde dat na het overlijden van de huurders de grond zou terugbezorgd worden aan de dochter van de schenker. 1277, 23 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven door de plica. Vroeger vertikaal in drieën gevouwen. Nu horizontaal dubbel geplooid. H: rechts: 143 mm.; links: 146 mm. B : boven : 211 mm.; onder : 210 mm. H plica : rechts : 22 mm.; links : 18 mm. Op 85 mm. van de linkerboord, op 17 mm. van onderste boord een gaatje met H : 6 mm.; B : 10 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 82. COENEN, III, p. 45, n° 2.141. | 46 | Datum anno domini M° CC° LXXm° septimo, sabbato ante Beate Lucie verginis. De proost en schepenen van Sint-Truiden: Johannes, proost van de abdij van Sint-Truiden, Arnoldus dictus Buch, Adam, Libertus en Willelmus Copey, oorkonden dat Heinricus, meester, en het klooster te Nonnemielen jegens Godefridus Braxator dictus Laggart, 2 bunder land gelegen hij de hoeve van Ghiselbertus dictus de Curia, kochten. 1277, 11 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : perkament. Zegels verdwenen. Vier horizontale gleuven door de plica. Vroeger horizontaal dubbel en vertikaal in vieren geplooid. H : rechts : 102 mm.; links : 108 mm. B : boven : 216 mm.; onder : 220 mm. H plica : 18 mm.Onuitgegeven. Vermelding : J.L. Charles, o.c., p. 444. | 47 | Actum anno domini M° CC° LXX° octavo, mense mayo. De schepenen van Sint-Truiden : Libertus filius Zare en Lambertus filius Joete, oorkonden dat Egidius filius Waltgheri jegens Johannes, filius Assule en diens vrouw Hekonden een jaarlijkse rente van 20 s., Leuvense munt, heeft gekocht. Het huis van het echtpaar wordt hierdoor als waarborg gesteld, met de goedkeuring van de eigenaar van het huis, de ridder Leynalus dictus de Pomerio en van de domeinbewoners : Johannes dictus Meus en diens zoon Johannes en weduwe Alena. 1278, mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Onderste rechterhelft uitgeknipt, waarop sporen van twee uitgeknipte staarten. Vroeger vertikaal in vieren gevouwen. H: rechts: 69 mm.; links: 119 mm. B uitgeknipt stuk: 50 mm. B uitgeknipt stuk: 124 mm.(1) Volgens P. SMOLDERS, Het grondbezit van Nonnemielen in de XVe eeuw, Limburg, I, p. 185 : Ecotte onder Gorsem. Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 83. COENEN, III, p. 64, n° 2.202. | 48 | Actum et datum anno domini M° CC° LXXXm°, feria sexta post Purificationem Beate Virginis, De abt van Sint-Truiden, Willelmus, en de schepenen van Sint-Truiden : Arnoldus Buch, Adam, Libertus en Lambertus de Sancto Gangulpho verklaren dat het klooster te Nonnemielen jegens Jordanus de Echout al zijn goederen die hij bij Echout (1) en in de nabijheid daarvan bezit, nl de molen, de weiden, zowel leen- als erfgronden, heeft gekocht. Getuigen: Huius rei testes sunt: Jordanus de Scalcbruc, Renerus filius domine Sare, Johannes de Namen, Johannes Dyabolus, Henricus Ridderken, etiam vassalli nostri Willelmi abbatis memoratis. 1281, 7 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleuven door de plica. Horizontaal in vieren geplooid; vertikaal in tweeën. Horizontale linièring en vertikale kantlijn nog duidelijk zichtbaar. H: rechts: 229 mm.; links: 304 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 83. COENEN, III, p. 83, n° 2.257. | 49 | Datum et actum anno domini M° CC° octogesimo secundo, mense decembri, feria quarta ante Nativitatem Cristi. Willelmus, abt van Sint-Truiden legt een geschil bij dat gerezen was tussen Ida, priores van Nonnemielen, en het klooster van Nonnemielen enerzijds, en de priester Egydius dictus de Cosen, anderzijds, aangaande het gebruik van het huis dat deze laatste aan het klooster had verkocht. Dit huis hoorde voordien toe aan Renerus dictus de Leuwis en is gelegen te Sint-Truiden in de Hammestraat. Getuigen: Willelmus decanus concilii Sancti Trudonis, Henricus de Rikele prepositus nostri monasterii, Arnoldus Buch, Libertus Curialis en Heinricus dictus Laghart, scabini nostri. 1282, 23 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Dubbele horizontale gleuf door ongeveer het midden van de plica. Horizontaal dubbel gevouwen. Vroeger vertikaal in driëen geplooid. H: 168 mm. B: boven: 211 mm.; onder: 230 mm. H plica: rechts: 13 mm.; links: 20 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, pp. 69 - 70, n° 24. Analyse: COENEN, -III, pp. 121 - 122, n° 2. 371. | 50 | Datum, anno domini M° CC0 octogesimo nono, feria quarta ante Divisiorum Apostolorum. Arnulf[v], graaf van Loon, oorkondt dat hij aan het klooster te Nonnemielen 7 1/2 bunder landbouwgrond heeft overgemaakt tegen 10 mudden graan, echter tegen overlevering aan de graaf van hun rente (3 mudden graan) op de helft van een molen geleven te Donk (Dunghen), moeten ze 3 mudden minder leveren. 1289, 13 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: bulle van paus Alexander IV, van 6 mei 1256. Niet voorhanden.Onuitgegeven. B. Vidimus: 1 september 1293. Perkament. Fragment van bruingroene bisschopszegel aan dubbele perkamenten staart, uithangend door dubbele gleuf door de plica. Vroeger vertikaal dubbel gevouwen. Horizontaal in zes geplooid. Nu rechteronderzijde geplooid. H: rechts: 138 mm.; links: 130 mm. B: 362 mm. H plica: rechts: 28 mm.; links: 27 mm. | 51 | Datum Argento, anno domini M° CC° LXXXX° III°, kalendas septembri. Vidimus verleend door Cunradus, bisschop van Toul, van een indulgentieoorkonde verleend door paus Alexander IV. 1293, 1 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Zes dubbele gleuven door de plica. Horizontaal dubbel gevouwen; vertikaal in vieren geplooid. H: rechts: 170 mm.; links: 165 mm. B: boven: 332 mm.; onder: 328 mm. H plica: rechts: 18 mm.; links: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 83. COENEN, III, p. 163, n° 2. 503. | 52 | Datum anno domini M° CC° nonagesimo quinto, feria secunda post octavas Trinitatis. Walterus de Casselaer, proost van de abdij van Sint-Truiden, rechter; Willelmus Singart; Henricus Everbere; Johannes de Sepperen; Godefridus dictus de Halen; Gerardus apothecarius, en Henricus barbitonsor: domeinbewoners van de abdij verklaren dat Katerina, weduwe van Johannes de Diste, een lijfrente gekocht heeft van Lambertus, zoon van Mye, belopende 10 s.., Leuvense munt. Als waarborg hiervoor dienen twee hoeven: de eerste op dat ogenblik bewoond door Arnoldus Grisens, en de tweede door Herdeghen, beide gelegen supra dicum Carnificum. 1295, 6 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Drie horizontale gleuven door de plica. Horizontaal dubbel gevouwen; vertikaal vroeger in vieren geplooid. Sporen van een vertikale kantlijn. H: rechts: 183 mm.; links: 178 mm. B: boven: 237 mm.; onder: 239 mm. H plica: rechts: 17 mm.; links: 12 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 84. COENEN, III, p. 170, n° 2.525. | 53 | Datum anno domini M° CC° nonagesimo quinto, dominica post Purificationem Beate Marie Virginis. Walterus de Casselaer, proost van de abdij van Sint-Truiden, rechter; Adam de Sancta Katerina; Libertus dictus Curialis: schepenen van Sint-Truiden, en Egidius famulus, verklaren dat Egidius, zoon van Waltgherus, jegens Renerus, faber van Heusden een erfrente van 1 vat oliezaad gekocht heeft met als waarborg het huis en hof van Renerus, gelegen te Heusden. 1296, 5 februari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels of plica. Drie vertikale gleuven op- en aan weerszijden van de lengte-as. Rechteronderzijde afgesneden. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 75 mm; links: 90 mm. B: boven: 165 mm; onder: 160 mm.Onuitgegeven. | 54 | Datum anno domini M° CC° nonagesimo sexto in die Purificationis beate Virginis. De prior van Brogne, ondergedelegeerd door de abt, enige aangestelde rechter vanwege de paus, beveelt alle priesters of clerici van het prinsbisdom Luik, die een brief als deze krijgen toegezonden, zonder verwijl, op straf van onmiddellijke suspensie en excommunicatie, diegenen te dagvaarden, wier naam door de bode zal genoemd worden. Op de dag of de dagen, die de bode eveneens zal aanduiden, moeten de gedaagden zich te Brogne verantwoorden voor de priores van Nonnemielen of haar gevolmachtigde. 1297, 2 februari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Vijf paar horizontale gleuven door de plica. Vroeger vertikaal in drieën gevouwen en horizontaal dubbel geplooid. H: 97 mm, B: 241 mm, H plica: rechts: 17 mm.; links: 15 mm.Uitgave: WOLTERS, Milen, p. 71-72, n° 25. Analyse: WAUTERS, VIII, p. 154 (verkeerdelijk gedateerd op 15 januari). COENEN, III, p. 231, n° 2.717. | 55 | Datum anno domini M° CCC° quarto, feria sexta post Epiphaniam Domini. Johannes, pastoor te Wilderen (Vilreal, Vilralt, Vilraalt), Henricus dictus Greve en Theodericus, broers en zonen van de heer Arnoldus Roet, ridder uit Gingelom, verklaren aan hun zuster Sybilia, die in het klooster te Nonnemielen was getreden, het vruchtgebruik van 5 dagwanden grond, gelegen naast de weg naar Borlo te hebben afgestaan voor de duur van haar leven. Na haar dood zal dit vruchtgebruik aan de pitantie van het klooster toekomen. Getuigen: Presenlibus viris discretis: dominis Rigaldo investito de Orsemale et canonico Sancti Servatii Trajectensis, Theoderico capellano de Busco, Gerardo filio quondam Gerardi Armigeri, et Waltero de Gingellom, presbyteris; necnon Henrico Brabantere, Th. Strampar, Henrico Multore, H. filio Elizabethe, Henrico Dullart et pluris aliis. 1305, 8 januari (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Vier paar horizontale gleuven door de plica. Vertikaal en horizontaal dubbel gevouwen. Vroeger vertikaal driedubbel geplooid. H: rechts: 200 mm.; links: 205 mm. B: boven, 379 mm.; onder: 376 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 84 (heeft verkeerdelijk "feria quarta" i. pl. v. "feria secunda" gelezen). COENEN, III, pp. 232-233, n° 2.721 (heeft verkeerdelijk gedateerd op 5 mei 1305). | 56 | Datum anno domini M° CCC° quinto, feria secunda post festum Beatorum Philippi et Jacobi Apostolorum. Nicholaus dictus de Lamen, van het klooster te Nonnemielen, Otto dictus de Staplen, Winricus dictus de Aenrode, Philippus de Aenrode, Philippus de Merwele, Walterus dictus de Columbario en Johannes de Hughenrode, schepenen van Milen, verklaren dat Renerus dictus Comam uit Serhinghem, jegens Renerus dictus de Bornem 5 dagwanden, of zillen, weidegrond heeft gekocht tegen een som geld. Deze grond was gelegen bij het klooster, en hing ervan af, in de richting van Sint-Truiden.. Damianus dictus de Merwele, kanunnik van het H. Kruis te Luik en van de kerk van Kortessem, werd verzekerd zijn jaarlijkse rente van 6 lb. tourn. zwarte, die hij op deze grond bezat, te worden betaald, hetzij van Ren., de Bornem, hetzij van Renerus Comam. Hiervoor gaf Renerus 5 dagwanden weidegrond die hij van het klooster hield als waarborg. Indien na het overlijden van Damianus Renerus de Bornem zijn verplichtingen niet had nagekomen, en Ren. Comam deze grond zou verworven hebben, zou deze grond dan aan deze laatste toekomen mits betaling van een jaarlijkse rente van 1 d., Luikse munt, aan het klooster van Nonnemielen. 1305, 3 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Dubbele horizontale gleuf door de plica. Vroeger horizontaal dubbel gevouwen en vertikaal in drieën geplooid. Weerszijden van de horizontale vouw een scheur van 13 mm., lopende over de rechter vertikale vouw. H: links: 133 mm.; rechts: 125 mm. B: boven: 292 mm.; onder: 289 mm. H plica: links: 18 mm.; rechts: 23 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 84. COENEN, III, pp. 237 - 238, n° 2. 732. | 57 | Datum anno domini M° CCC° quinto, dominica infra octaves Sancti Martini. De priores en het klooster van Nonnemielen verklaren dat Margareta dicta de Stapelstrate 6 roeden landbouwgrond, gelegen bij het klooster achter het hof van Arnoldus Veltman, heeft geschonken aan de pitantie van het klooster tegen een lijfrente van 7 vaten graan. Tevens dienen na haar dood drie missen per jaar te worden opgedragen voor haar zieleheil, dat van haar echtgenoot Arnoldus, en dat van de heer Reinerus. 1305, 14 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel(s) verdwenen. Dubbele horizontale gleuf door midden van de plica. Sporen van vertikale en horizontale linièring. Vertikaal in drieën gevouwen; horizontaal dubbel gevouwen. Vroeger horizontaal in drieën gevouwen. H: rechts: 396 mm.; links: 396 mm. B: boven: 232 mm.; onder: 225 mm. H plica: rechts: 14 mm.; links: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 84 - 85. COENEN, III, p. 242, n° 2. 751. | 58 | Datum anno domini M° CCC° sexto, tertia die post festum Beati Martini Hyemalis. Agnes, priores, en de kloostergemeenschap van Nonnemielen verklaren dat priester Henricus de Lare al zijn bezittingen, waar ze ook gelegen zijn, aan het genoemde klooster heeft overgemaakt, evenals een rente van 3 mudden graan, Tiense maat, die hij bezit op een huis, een domein en op een dagwand landbouwgrond gelegen te Laar. Na de dood van zijn jongste dochter zal deze rente eveneens aan het klooster toekomen. Daarenboven bezit hij nog een wei de te Neerlinter en in Hespen heeft hij aan pacht een jaarlijkse opbrengst van 100 s.. Na zijn dood zullen zijn twee dochters deze som van 100 s. onder mekaar verdelen, waarna deze, na hun dood, zal toekomen aan het klooster. De nonnen verbinden zich te voorzien in het verdere levensonderhoud van de priester. 1306, 14 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Negen horizontale gleuven door de plica. Door de gleuf uiterst links nog een fragment van een dubbele uithangende perkamenten staart. Horizontaal dubbel gevouwen en vertikaal driedubbel geplooid. H: rechts: 248 mm.; links: 257 mm. B: boven 457 mm.; onder: 444 mm. H plica: rechts: 21 mm.; links: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Mylen, p. 85. COENEN, III, n° 2. 854, pp. 275-276. | 59 | Datum anno domini millesimo tricentesimo decimo, in crastino Beati Urbani, pape et martiris. Johannes dictus Geirnoyt, schout, Thibaldus [van Bar], bisschop van Luik, Walterus de Casselaer, proost van de abdij van Sint-Truiden, rechters, en de schepenen van Sint-Truiden: Wernerus dictus Ekele, Johannes dictus de Juliaco, Walterus dictus Blide, en Otto dictus Copey, verklaren dat broeder Willelmus, kloosterling te Nonnemielen, gemachtigd door de priorin, Aleyde de Pepinghem, en door de kloostergemeenschap van Nonnemielen, met de toestemming van de geestelijke Ada en van de abt van Sint-Truiden, aan Gregorius, zoon van Egidius Reinardus, aan zijn vrouw Jutta en hun kinderen, en aan Johannes de Ardinghen, klerk, en diens vrouw Yda dicta Noya, een groot huis met al de bezittingen, gelegen aan de markt te Sïnt-Truiden, nl. het domus de Milen, afstaat tegen een jaarrente van 28 s. gro. tournois, waarvan Gregorius en Jutta 18 s. 8 d. gro. tourn, zullen opbrengen, en Johannes en Yda 9 s. 4 d. gro., tourn., te betalen aan de pitantie van het klooster te Nonnemielen. Dit samen met al de bezittingen mogen niet verder verkocht worden. De helft van 2 bunder en 17 roeden, Loonse maat, landbouwgrond, gelegen te Halmaal, waarvan de andere helft toebehoort aan Egidius, broer van Gregorius, zullen voor Gregorius en Jutta als waarborg dienen (die helft wordt gepacht van Margareta, weduwe van Walterus de Stapele, tegen een cijns van 4 d., Luikse munt). Voor Johannes zullen 13 roeden weidegrond, gelegen bij de molen van Scuaubrucgh, afkomstig van Willelmus de Gotheym, als waarborg dienen. 1310, 26 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven door de plica. Vertikaal dubbel gevouwen (vroeger in drieën geplooid), horizontaal in drieën geplooid. H: rechts: 150 mm.; links: 145 mm. B: boven: 234 mm.; onder: 225 mm. H plica: rechts: 24 mm.; links: 14 mm.Uitgegeven: Messager des sciences historiques, 1855, p. 116. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 85. COENEN, III, n° 2. 888, p. 287 - 288. | 60 | Datum anno domini Mm° CCCm° undecimo, dominica ante Divisionem Apostolorum. De schilder Arnoldus dictus Taelman verklaart een huis en hof, met al de bijbehorende bezittingen, gelegen in de Hoelstraat bij de St- Michielspoortte Leuven te hebben toevertrouwd in de handen van de eigenaar van de grond ten voordele van twee begijnen, Van Stienweghe en Elizabeth dicta de Borneem. Getuigen: Testes: Walterus dictus Criecstien et Everardus dictus de Oppendorp, scabini Lovanienses. 1311, 11 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven door plica. Horizontaal in tweeën geplooid. Vroeger vertikaal in tweeën gevouwen. H: rechts: 165 mm.; links: 164 mm. B: boven: 219 mm.; onder: 218 mm. H plica: rechts: 17 mm.; links: 18 mm. | 61 | Datum anno domini millesimo CCC° duodecimo in vigilia Nativitatis Beati Johannis Baptiste. Depriores en de kloostergemeenschap te Nonnemielen oorkonden dat van 10 mudden graan, Tiense maat, die men jaarlijks aan Henricus de Lare, priester en kapelaan van Nonnemielen, betaalde, 4 mudden graan, maat van Sint-Truiden, aan de pitantie van het klooster zullen toekomen. 5 lb. 10 s., Tiense munt, die deze Hendrik als erfrente bezat in de parochie Laar en in Hespen zullen voor de duur van hun leven aan Yda (junior) en Yda (senior), dochters van Hendrik, toekomen. Indien de jongste eerst sterft zal haar deel aan de pitantie toekomen; indien de oudste het eerst zou overlijden, zal haar deel aan de jongste toekomen, na de dood van deze laatste zal hun beider deel aan de pitantie toekomen. 1312, 23 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Deel van onderste boord uitgeknipt. Vroeger horizontaal in tweeën en vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 100 mm.; links: 110 mm. B: boven: 179 mm.; onder: 58 mm. H uitgeknipt stuk: 10 mm. B uitgeknipt stuk: 120 mm.Onuitgegeven. | 62 | Datum in testimonium veritatis sub sigillo nostro anno domini M° CCC° quartodecimo in vigilia Beatorum Symonis et Jude Apostolorum. Adam-abt van Sint-Truiden, oorkondt dat broeder Henricus, dekaan van Zipingen het vruchtgebruik van +- 14 roeden voor de verdere duur van zijn leven, gelegen op een plaats genaamd Dodenbergh nabij Merwele, afkomstig van de abdij, bestemd voor de pitantie van het klooster te Nonnemielen. 1314, 27 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegels verdwenen. Drie horizontale gleuven doorde plica. Horizontaal in tweeën geplooid. Vertikaal vroeger in vieren gevouwen. Horizontale en vertikale liniëring nog zichtbaar. Rechterdeel van plica over breedte van 62 mm. afgescheurd; de scheur loopt schuins door tot aan uiterste vroegere linker vertikale vouw ter hoogte van 28 mm. van de onderste boord. H: rechts: 171 mm.; links: 158 mm. B: boven: 298 mm.; onder: 300 mm. H plica: rechts: O mm.; links: 11 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 85 - 86. COENEN, IV, p. 38, n° 3.111. | 63 | Datum feria sexta post festum Beate Lucie, anno domini M°CCC° decimo nono. Henricus dictus der Wilde, onderschout te Gingelom, en aldaar rechter van de graaf van Loon; Libertus, pastoor van de kerk van Gingelom; Theodericus, zoon van wijlen heer Arnoldus de Ginghelem, ridder; Willelmus de Niel; Arnoldus Gutsen; Balduwinus dictus Bellen, zoon van wijlen Daniël Braxator, en Symon dictus der Lu, en andere leenhouders, oorkonden dat broeder Willelmus, magister van het klooster te Nonnemielen, voor de pitantie van die instelling jegens Johannes en Gerardus de Lintre, broers, een stuk grond had gekocht, gelegen te Gingelom, waarvan een deel: 27 grote roeden en 11 1/2 kleine roeden groot, gelegen in de valle naar Landen toe, tussen de landerijen van Attenhoven en de landerijen van heer Johannes de Montenaken en de landerijen van de Sint-Bemardus-abdij; het tweede stuk grond meet 14 grote roeden en 12 1/ 2 kleine roeden en is gelegen bij de weg naar Wezeren, bij de boom genaamd Wilic en bij de landerijen van Johannes de Montenaken en van Willelmus de Sancto Trudone dictus de Vuissoven. 1319, 14 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Geen plica. Horizontale schuine gleuf door linkerbenedenhoek. Horizontaal in tweeën gevouwen; vroeger vertikaal in vieren geplooid. H: rechts: 154 mm.; links: 162 mm. H: boven: 244 mm.; onder: 234 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 86. COENEN, IV, p. 44, nr. 3. 126. | 64 | Datum in vigilia Beatorum Symonis et Jude Apostolorum, anno domini M° CCC° vicesimo. Egidius, meier voor Johannes dictus Ekele, te Gorsen Hermannus van der Hunen; Thomas Braxator de Gurseme; Arnoldus dictus Smersnidere en Johannes dictus Gilis Braxator de Sancto Trudone, domeinbewoners, oorkonden dat broeder Willelmus, magister van het klooster te Nonnemielen jegens Johannes, zoon van wijlen Theodericus dictus Sceepers van Gorsem, ten behoeve van de pitantie van vermeld klooster een rente van 6 d. grote tournois, munt van de koning van Frankrijk, per jaar had gekocht met als waarborg het huis van Johannes gelegen bij Gorsem in de richting van de Schuurhovenmolen. 1320, 27 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: perkament. Zegel verdwenen. Uit onderste rechterhelft stuk uitgeknipt met H: 8 mm. en B: 116 mm. Dokument vroeger vertikaal in tweeën gevouwen. H: rechts: 66 mm.; links: 72 mm. B: boven: 182 mm.; onder 65 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 86. COENEN, IV, p. 50, n° 3. 144. | 65 | Datum anno domini Mmo CCC m°vicesimo primo, sabbato ante Trinitatem. De priores en het klooster te Nonnemielen verklaren dat Theodericus de Heelne, kanunnik te Tongeren, een mud graan aan de pitantie van het klooster ten titel van aalmoes ten geschenke heeft gegeven. De schenker zal echter voor de duur van zijn leven blijven genieten van deze rente. 1321, 13 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel verdwenen. Plica gedeeltelijk weggesneden. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in acht delen gevouwen. H: rechts: 167; links: 170 mm. B: 340 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 86. COENEN, IV, p. 66, nr. 3. 192. | 66 | Anno incarnationis dominice millesimo tricentesimo vicesimo secunda feria tertia post festi beati Martini Hyemalis. De meier en de gezworenen van het allodiaal hof van Loon verklaren dat Fastrardus van Pepinghen aan de pitantie van Nonnemielen 25 grote roeden van zijn allodiale grond heeft verkocht, gelegen te Pepingen bij de molen van Theodorus de Herke. 1322, 15 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: op perkament. Plica met kloosterzegel verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 118 mm. B: 325 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 87. COENEN, IV, p. 102, nr. 3303. | 67 | Actum anno Domini M° CCCmo vicesimo quinto feria secunda post festum beati Huberti confessoris. Elisabeth de Printhagen en het gehele klooster van Mielen verklaren van de gezusters Jutta en Aleydis van Widdinghen, 2 bunders akkergrond ontvangen te hebben, gelegen tussen Ruilingen en Widdingen, cijnsplichtig aan de proost van St. -Truiden met een penning Sint-Truidens, jaarlijks, in ruil voor een jaarlijkse rente van een halve mud koren, en het vruchtgebruik, zolang de beide zusters leven. 1325, 4 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: op perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal en vertikaal in drieën geplooid. H: 275 mm, B: 255 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 87. COENEN, IV, p. 116, nr. 3. 348. | 68 | Anno nativitatis Domini millesimo trecentesimo vicesimo septimo indictione undecima mensis novembris quintadecima die. Notaris Arnoldus de Bomershoven getuigt dat Katherina de Lovanio, religieuze te Mielen, met haar momber Hermannus de Gorseme, gekocht heeft van Christina, begijn te Sint-Truiden en dochter van wijlen Wilhelmus van Duras; 16 1/2 grote Loonse roeden, allodiale grond, afhangend van het allodiaal hof van Halle, gelegen tussen Score en Asbroek. Getuigen: Renerus de Borlo, meier; Johannes de Asbruc; Johannes Tombolre; Egidius de Halle; Danyel Neel, zoon van wijlen Henricus Freyson; Theodoricus Auderbursson, laten van het allodiaal hof van Halle. 1327, 15 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel verdwenen. Twee gaatjes door het midden van de plica. Sporen van vertikale en horizontale liniëring. Horizontaal dubbel geplooid, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: rechts: 173 mm; links: 178 mm. B: boven: 256 mm; onder: 250 mm. H plica: 52 mm.Onuitgegeven. Analyse: COENEN, IV, p. 332, nr. 3997. J. PAQUAY, p. 122, nr. 251. | 69 | Datum Avinione Xlll kal. decembris pontificatus nostri anno duodecimo. Paus Johannes Xll doet een beroep op de proost van Sint-Geertrui te Leuven om als bemiddelaar op te treden tussen het klooster van Nonnemielen en een zekere Theodoricus Roselert, in verband met een twist om bezittingen. 1327, 19 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegels verdwenen. Twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal en vertikaal dubbel geplooid. H: rechts: 104 mm; links: 115 mm. B: boven: 198 mm; onder: 200 mm. H plica: 12 mm.Onuitgegeven. | 70 | Anno domini millesimo lil vicesimo octavo feria Petri et Pauli apostolorum. Johannes Parghamenarius, clericus, draagt een rente van een aam wijn op de wijngaard van Johannes de Borne, gelegen bij Wilsele, op ten voordele van Katherina, dochter van wijlen Tyloy de Brule, religieuze in het klooster van Mielen. Getuigen: Symon Godevardi en Ludovicus ex Lyminghe Junior, schepenen van Leuven. 1328, 2 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de proost verdwenen uit dubbele horizontale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 118 mm; links: 116 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 87. COENEN, IV, p. 132, nr. 3. 400. | 71 | Anno domini millesimo CCC° vicesimo octavo dominica qua cantatur invocavit. De proost en de laten van het Sint-Truidens proosthof te Dypenpule, oorkonden dat Arnoldus de Elsbruc erkent aan het konvent van Mielen een rente schuldig te zijn van 2 oude groten Toernoois, op zijn weide, geheten Cusele, gelegen bij Melcebeke. Proost en meier: Johannes de Printhagen. Laten: Everardus de Plateau; Walterus, zoon van wijlen Everardus de Platea; Johannes de Dypenpule; Johannes de Hovert; Johannes en Walterus, zonen van Johannes de Dypenpule. 1329, 12 maart (n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan andere oorkonde gehecht. Zegels verdwenen uit twee dubbele horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 160 mm. B: 257 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 88. COENEN, IV, p. 138, nr. 3.414. | 72 | Datum anno domini millesimo trecentesimo vicesimo nono feria sexta post divisionem apostolorum. Elisabeth de Printhagen en het konvent van Mielen verklaren dat Theodorocus, geheten Thyloy Utenbruke, zijn gade Katherina en hun kinderen: Johannes, proost van Sint-Geertrui te Leuven; Margareta, begijn, en Katherina, kloosterlinge en celleraria te Mielen, een erfrente van 10 mudden graan schepen voor de fundatie van een eeuwigdurend jaargetijde. 1329, 21 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: op perkament. Twee schepenzegels verdwenen uit horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 110 mm.; Links: 116 mm. B: boven: 222 mm.; onder: 226 mm. H plica: 12 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 88. | 73 | Datum anno domini M° CCC° tricesimo feria sexta proxima ante festum beatorum Symonis et Jude apostolorum. Elisabeth de Borneem, inclusa, schenkt de helft van een kluis, gelegen bij de kerk van St. -Michael, in de richting van de Hoelstraat, te Leuven, aan Beatrix de Haren. Deze geeft het levenslang vruchtgebruik aan voorgenoemde Elisabeth en aan Katharina de Lapidea. Getuigen: Wilhelmus de Rode en Gosuinus de Calstris, schepenen van Leuven. 1330, 27 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : Perkament. Handmerk van de notaris. Uit drie horizontale gleuven in de plica ontbreken de zegels. Horizontaal en vertikaal in vieren geplooid. H : 375 mm. B : 250 mm. H plica : 25 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 88. | 74 | Anno nativitatis eiusdem (domini) millesimo trecentesimo tricesimo primo indictione quarta decima nona die mensis julii. Notaris Arnoldus de Bomershoven getuigt dat Johannes de Hozemont met toestemming van zijn moeder Katherina en zijn zuster Margareta een erfcijns van 4 kapuinen en 2 oude groten toernoois schenkt aan Katherina de Lovanio, celleraria te Mielen, voor de pitantie van hetzelfde klooster. Getuigen: Johannes de Printhagen, proost van St.-Truiden; Reynerus Letwerc en Walterus de Repen, schepenen van St.-Truiden; Walterus de Zepperen; Arnoldus Petri en Johannes de Rennio, laten van het klooster van Nonnemielen. 1331, 19 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegels verdwenen uit twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: rechts: 60 mm; links: 57 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 88 - 89. | 75 | Datum anno domini M° CCC° tricesimo primo dominica cantate. Beatrix de Haren draagt de helft van een huis, gelegen bij de kerk van Sint-Michiel, in de richting van de Hoelstraat te Leuven, met de erfelijke rechten en alles wat er bij behoort, over aan Gerardus de Rivo van Kortenaken. Getuigen: Symon Godevardi en Godefridus de Dormale, schepenen van Leuven. 1331, 28 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van het allodiaal hof verdwenen uit dubbele horizontale gleuf door het midden van de plica. Horizontaal in drieën, vertikaal in vieren gevouwen. H: rechts: 192 mm; links: 205 mm. B: boven: 277 mm; onder: 282 mm. H plica: 24 mm.Onuitgegeven. | 76 | Datum anno domini millesimo trecentesimo tricesimo secundo quintadecima die mensis junii. De meier en de zeven gezworenen van het allodiaal hof van Loon oorkonden dat Katherina, kloosterlinge te Mielen, dochter van wijlen Fastrardus de Pepinghen, ridder, zuster van Aleydis, het volgende getuigt: Haar vader had 14 grote roeden land, gelegen bij de molen te Mechelen, bij Pepingen, verkocht aan heer Johannes de Sancto Trudone, geheten de Leodio alias Gallicus. Aleydis, haar zuster had voor het allodiaal hof het recht van vernadering ingeroepen, het goed teruggekocht en verkocht aan haar, Katherina. Vervolgens droeg zij het op, met behulp van Willelmus Mathie, haar momber, in handen van Walterus Peper, voogd van de pitantie, ten voordele van het werk der zelfde pitancie. 1332, 15 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Drie horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: 205 mm. B: boven: 245; onder: 242 mm. H plica 15 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 10. COENEN, IV, p. 176, nr. 3531. | 77 | Datum anno domini millesimo trecentesimo tricesimo secundo octava die mensis julii. De proost en en laten van het proosthof te Sint-Truiden oorkonden dat Egidius, zoon van Agnes de Curia met toestemming van zijn vrouw Elisabeth, aan Elisabeth, aan Elisabeth de Printhagen, priores en Katherina de Lovanio, celleraria te Mielen, een jaarlijkse erfrente schenkt van 10 oude groten Toernoois, op een halve bunder weidegrond, gelegen te Metsteren, bij de weide van Arnoldus Ruffecus. Als voogd van het klooster treedt Walterus Peper op. Getuigen: Raso de Printhagen, ridder en Willelmus de Bushoven, schepen van St.-Truiden. Proost en meier: Johannes de Printhagen. Laten: Gerardus Crudere; Jacobus Moerken; Thilimannus Catte; Walterus de Curia; Reynerus de Alken, laarzenmaker. 1332, 8 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegels verdwenen. Twee horizontale gleuven links en rechts in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 165 mm. B: 335 mm; H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 90. COENEN, IV, p. 229, nr. 3684. | 78 | Datum anno domini millesimo tricentesimo tricesimo secundo vicesima sexta die mensis julii. De meier en de laten van het hospitaal te Sint-Truiden oorkonden dat Johannes de Gorseme, geheten der Vette, aan broeder Lambertus, voorganger van Mielen en tevens zijn broer, met toestemming van zijn echtgenote Katherina, een jaarlijkse erfrente heeft geschonken van 8 oude groten Toernoois, die hij bezat op huis en hof van Johannes Gherste, gelegen te Sint-Truiden tussen het huis en hof van Johannes Gherste, gelegen te Sint-Truiden tussen het huis van Adam Telders en Nycolaas Gherste. Getuigen: Lambertus dictus Scultetus en Waltgherus de Sancta Katherina, schepenen van St. -Truiden. Meier: Johannes de Rumale.. Laten: Arnoldus de Kerchem; Arnoldus Lamberti, Lambertus de Kelsbeke; Johannes Gherste. 1332, 26 juli. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie van een transfix. Perkament. Twee schepenzegels verdwenen uit horizontale gleuven in de plica. Horizontaal in vieren, vertikaal in drieën geplooid. H: 227 mm; B: boven: 287 mm; onder: 277 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 89. COENEN, IV, p. 209, nr. 3629. | 79 | Datum per copiam anno domini M° CCC° tricesimo quarto quinta die mensis junii. Lambertus Scoutiten en Waltgherus de Sancta Katherina, schepenen van Sïnt-Truiden, oorkonden dat op 4 mei 1334 voor de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van dezelfde stad, Walterus Moer en zijn zoon Hendrik, aan Henricus der Verlame een huis met toebehoren verkocht hebben voor 8 s. en zes oude groten Toernoois per jaar, waarvan de helft levenslang toekomt aan Walter Moer en na diens dood aan zijn zoon, en de andere helft naar de pitantie van Mielen gaat. Schout van Prins-Biscchop Adolf van der Marck: Henricus ante Portam. Schepenen: Renerus Letwerc; Walterus de Repe; Willelmus Riddere; Lambertus Scourite; Arnoldus Greve; Petrus Wisseler. 1334, 5 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren gevouwen. H: 135 mm: B: 325 mm; H plica 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 89. COENEN, IV, p. 228, nr. 3683. | 80 | Datum anno nativitatis domini millesimo CCC° tricesimo sexto die secunda julii. Katherina de Printhagen en het gehele klooster van Mielen oorkonden dat Katherina de Lovanio, celleraria van hetzelfde klooster, met het geld en de goede-ren, haar door vrienden gegeven, voor het klooster 7 zillen akkergrond heeft verworven, gelegen te Meershege. In ruil daarvoor zal het klooster levenslang aan Katherina en aan Maria en Katherina, dochters van Balduinus de Houtheule uit Leuven, eveneens kloosterlingen te Mielen, jaarlijks 4 1/2 mudden graan toekennen. 1336. 2 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal in vieren, vertikaal dubbel geplooid. H: 360 mm. B: boven: 245 mm; onder 233 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 90. COENEN, IV, p. 243, nr. 3723. | 81 | Anno nativitatis domini millesimo CCC° tricentesimo septimo indictione quinta, mensis julii die penultima. Notaris Arnoldus de Bomershoven getuigt dat Theodoricus, wolscheerder te Sint-Truiden, in aanwezigheid van de meier en de laten van het cijnshof te Heusden aan Katherina de Lovania, celleraria en pitanciaria van Mielen, vertegenwoordigd door Johannes de Peelc, een jaarlijkse erfrente verkocht heeft van een mud koren op 14 roeden grond te Velm. Getuigen: Arnoldus de Nyel; Johannes, rector van de kerk te Guvelingen; Johannes de Runkelen Senior; Henricus Lutslach. Cijnshof: Meier: Gerardus de Beringhen. Laten; Otto Neve van Aelst; Henricus Harenwouters van St.-Truiden; Willelmus de Tsinghen; Lambertus de Bruke van Velm. 1337, 30 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van Willem van Koninksem en fragmenten van zegel van Willem van Buussoven aan dubbele perkamenten staart door horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: rechts: 178 mm; links: 185 mm. B: boven: 225 mm; onder: 222 mm. H plica: rechts 12 mm; links 15 mm.Onuitgegeven. | 82 | Datum anno nativitatis domini millesimo CCC mo tricesimo octavo decima octava die mensis junii. De meier en de laten van het cijnshof van Elisabeth de Printhagen, priores van Nonnemielen, oorkonden dat Oliverus Canhusin de Parchevalius, zoon van Conrardus de Rotariis, Lombard, een huis met toebehoren gekocht heeft, gelegen te Sint-Truiden, bij de Cloeppempoort; huis dat Parchevalius op zijn beurt gekocht had van Willelmus Slippe de Novisdomibus (Nieuwenhuizen)..Bekrachtigd en bezegeld door Willelmus de Buussoven en Willelmus de Kunincsem, schepenen van St.-Truiden. Meier: Walterus Duefhues. Laten: Willelmus de Buussoven; Willelmus de Kunincsem; Arnoldus de Kerkim; Arnoldus Kruke. 1338, 18 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Drie horizontale gleuven in deplica. Horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 175 mm; links: 172 mm. B: boven: 296 mm; onder 291 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 90. COENEN, IV, p. 268, nr. 3795. | 83 | Datum anno a nativitate domini millesimo CCCmo tricesimo octavo mensis novembris die quinta. De meier en de laten van het proosthof te Sint-Truiden oorkonden dat Raso de Printhagen ridder en zijn gemalin Jutta, door bemiddeling van Johannes de Peelc, voorganger, aan Katherina de Lovanio, meesteres van dekellerije en de pitantie, 32 grote roeden land verkocht hebben, gelegen op het Kelsbruc, hij het land van het klooster Terbeek en de goederen van Arnoldus de Woude. Bekrachtigd en bezegeld door Johannes de Mirle, proost van Sïnt-Truiden en Lambertus Scoutyte en Waltgherus de Sancta Katherina, schepenen van dezelfde stad. Meier: Hermannus Nepos. Laten: Arnoldus Petri de Sancto Johanne; Nycholaus de Alken, kleersnijder; Amicus, geheten Vrint, barbier; Lambertus de Campo, brouwer. 1338, 5 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: 152 mm; B: 218 mm; H plica 14 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 90. COENEN, IV, p. 273, nr. 3808. | 84 | Datum anno anativitate domini millesimo tricentesimo tricesimonono mensis marcii die decimanona. Elisabeth de Printhagen en het gehele konvent van Mielen getuigen dat Katherina de Lovanio 32 grote roeden land, gelegen te Kelsbruc hij het goed van het konvent Terbeek en dat van Arnoldus de Woude, die zij gekocht had van ridder Raso de Printhagen, aan het klooster en de pitantie schenkt, op voorwaarde, dat zij en haar nichten Katherina en Maria levenslang het vruchtgebruik ervan mogen genieten. 1339, 19 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Drie horizontale gleuven in de plica. Vroeger horizontaal in drieën en vertikaal in vieren gevouwen. Perkament beschadigd, gaten in midden, en rechts boven en onder. H: rechts: 210 mm; links: 224 mm. B: 330 mm. H plica: rechts: 26 mm; links: 24 mm.Onuitgegeven. | 85 | Datum et declaratum anno a nativitate domini Millesimo trecentesimo.... gesimo penultima die mensis aprilis. De meier en de laten van het proosthof te Sint-Truiden oorkonden dat Johannes Ade en zijn echtgenote Natula aan Damina de Goethem, pitanciaria, en Woltgherus de Sancta Katherina, voogd van het klooster van Nonnemielen, een jaarlijkse erfcijns verkocht hebben van 5 oude groten Toernoois, op een huis, gelegen te Sïnt-Truiden op de markt, tussen de bezittingen van wijlen Egidius de Roest en die van Natula Hessels. Bezegeld door Renerus de Leeuwis in Brabantia (Zoutleeuw) en Walterus de Repe, schepen van St.-Truiden. Meier: Godefridus de Es. Laten, tevens schepenen van St. -Truiden: Walterus de Repe, Hermannus (Nepos).. Laten: Gheymarus de Speculo; Eustacius de Nisem; Johannes Zabel; Conrardus Silken en Willelmus, neven. 1340, 29 april. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie van 10 januari 1357. Perkament. Horizontaal en vertikaal in vieren gevouwen. H: rechts: 310 mm; links: 315 mm. B: boven: 295 mm; onder: 285 mm. H. plica: rechts: 25 mm; links: 17 mm.Onuitgegeven. | 86 | Sub anno anativitate domini M° CCC° XLlll indictione undecima mensis octobris die vicesimaseptima scilicet in vigilia beatorum Symonis et Jude apostolorum. Testament van Willem van Duras, opgemaakt voor notaris Johannes de Sancto Trudone. Verdeling van goederen enz. onder zijn echtgenote Ida [van Ordingen] en zijn drie zonen, Johannes, Arnoldus, Willelmus. Legaten voor jaargetijden aan de parochiekerk te Wilderen, de kapelaan van Duras, en 3 ponden zwarten Toernoois en 30 oude groten aan de pitancie van Nonnemielen. Legaten ten aan Margareta Ridders, moeder van zijn onwettig kind, en aan Isabella, dochter van Metta Nicholai, eveneens zijn onwettig kind; aan Eistacius de Duras, zijn oom; aan Mathyas, Walterus en Johannes, schrijnwerker, zijn dienaren. Getuigen: Henricus, rector van de kerk te Budingen, Jacobus Scemmelpenninc. Voogden over zijn kinderen: Arnoldus de Vivariis; Franco Proijt; Gerardus de Berle, ridders; Arnoldus de Score, krijgsman. 1343, 27 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zeven delen geplooid. H: rechts: 220 mm; links: 227 mm. B: boven: 410 mm; onder: 418 mm. H plica: 22 mm.Onuitgegeven. | 87 | Datum anno nativitatis domini M° tricentesimo quadragesimosexto sabbato post oculi videlicet vicesimaquinta die mensis martii. Heer Raso de Printhagen koopt 25 roeden akkergrond, leenrechtelijk van hem afhankelijk, van Arnoldus Louc van Kortessem, en verkoopt ze aan Johannes de Pelce, monnik te Mielen voor 1 1/2 mud rogge per jaar, met behoud van zijn feodale rechten. Getuigen: Johannes de Lumerdinghen; Johannes de Scoenwinckele; Renerus Lovere; Johannes de Winckenrode, ridder; Otto de Curtessem en Henricus zijn broer; Nicholaus de Fabrica; Johannes geheten Megghelinam; Hugo, bakker te Kortessem. 1346, 25 maart. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie van 15 december 1381. Perkament. Plica afgescheurd. Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren geplooid. H: rechts: 182 mm; links: 165 mm. B: boven: 278 mm; onder: 274 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 91. | 88 | Datum sub sigillo nostro anno a nativitate domini M° CCC° quadragesimo sexto mensis septembris die vicesima. Elisabeth de Printhagen, priores en het hele konvent van Mielen verklaren in erfpacht uitgegeven te hebben 14 grote roeden akkerland, gelegen te Gingelom op de plaats genaamd Ophem, aan Johannes Wilde van Gingelom voor 7 vaten graan, St. -Truiden maat per jaar. 1346, 20 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Vier horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zes delen geplooid. H: 115 mm. B: boven: 297 mm; onder: 300 mm. H plica: rechts: 12 mm; links 15 mm.Onuitgegeven. | 89 | Datum anno a nativitate domini millesimo trecentesimo octavo mensis julii die sexta. De meier en de laten van het allodiaal hof van Wezeren oorkonden dat Jacobus de Mes aan Gerardus Huiveir van Wamais en zijn echtgenote Aleide ongeveer een bunder akkergrond verkocht heeft, zijnde 124 van 4 stukken grond, gelegen te Wezeren, aan de weg van Wezeren naar Niel. Meier: Johannes Gilcoy van Houtem. Laten: Adam de Palude, priester; Petrus de Motta van Walsbets; Johannes de Palanen; Johannes Vosken; Gerardus Mette van Walsbets. 1348, 6 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Plica afgesneden. Vertikaal in vieren gevouwen. H: rechts: 82 mm; links: 93 mm. B: boven: 287 mm; onder 283 mm.Onuitgegeven. | 90 | Datum vicecimatertia die mensis maij anno a nativitate domini millesimo CCC° quadragesimonono. Notaris Anselmus de Ysier, gezworen clericus van Hoei getuigt dat Bartholomeus de Sancto Vitto afziet van alle aanspraken op 2 bunders akkergrond, uit de erfenis van zijn vrouw Maria, dochter van wijlen Cono de Sancto Vitto, en Agnes, diens vrouw, die gezegde Cono geschonken had aan het klooster van Nonnemielen, waar zijn dochter Yda kloosterlinge was.. 1349, 23 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven in de plica. Horizontale dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 105 mm; links: 118 mm. B: 277 mm; H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 91. | 91 | Vicesimasecunda die mensis januarii anno a nativitate domini millesimo CCC° quinquagesimo. Katherina de Fontaines, abdis, en heel de kloostergemeenschap van vallis beatae Mariae prope Hoyensis (Val-Notre-Dame, Hoei) zien af van hun aanspraken op 2 bunders land, uit de erfenis van hun medezuster Eufenna, dochter van wijlen Cono de Saint Vis en diens echtgenote Agnes, ten voordele van Bartholomeus de Saint Vis, vermits gezegde Cono deze 2 bunders afgestaan had aan het klooster van Nonnemielen, ten voordele van Yda, kloosterzuster aldaar en dochter van Cono en Agnes. 1350, 22 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Drie dubbele horizontale gleuven in de plica. Horizontaal en vertikaal in drieën geplooid. H: 202 mm; B: 282 mm; H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 91. | 92 | Datum anno a nativitate domini m° CCC° quinquagesimo in die beati Martini Hyemalis. De meier en de laten van het proosthof te St. -Truiden oorkonden dat Agnes de Dufhus, begijn, aan Elisabeth de Muiken, kloosterlinge, en broeder Johannes de Pelc, voorganger van het klooster van Nonnemielen, ten voordele van het altaar van Johannes Baptista te Mielen, in erfcijns geschonken heeft, 12 oude esterlingen die haar jaarlijks toekwamen op het huis van Adam Telders, en 9 oude groten met een esterling, die haar toekwamen op het huis van Yvan de Mettecoven, gelegen nabij Vissegat. Bekrachtigd door de proost en twee schepenen van St. -Truiden. Proost: Johannes de Merle. Meier: Henricus de Hautijn. Laat en schepen: Otto de Sparnay. Schepen: Walterus de Gorsem. Laten: Andreas der Nonnen van Stratem (Aalter, bij St.-Truiden), Arnoldus Severijn; Johannes van der Borch van Stratem; Arnoldus Sirken; Willelmus Coman; Reynerus de Alken; Johannes de Porta van Stratem. 1350, 15 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken uit twee dubbele horizontale gleuven in de plica. Perkament beschadigd. Horizontaal en vertikaal in drieën geplooid. H: 152 mm; B: 235 mm; H plica: 23 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 91-92. | 93 | Datum anno a nativitate domini M° CCC° quinquagesimo primo mensis may die quarta. De schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Damina de Gothem, keldermeesteresse, van Willelmus Bredeken, schepen te Mielen en zijn echtgenote Katherina de Dufhus, een erfcijns van een mud koren ontvangen heeft, die Katherina de Landrijs, kloosterlinge te Mielen, had gekocht van Walterus de Dufhus, vader van bovenvernoemde Katherina. Schepenen: Wautgherus Smoers; Lambertus Scultetus; Walterus de Palude; Herbordus Seat; Philippus de Merwele; Henricus de Palude, zoon van wijlen Johannes de Palude. 1351, 4 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van het allodiaal hof ontbreekt. Dubbele horizontale gleuf in de plica. Horizontaal en vertikaal in drieën gevouwen. H: 175 mm. B: boven: 252 mm; onder: 248 mm. H plica: rechts: 24 mm; links: 27 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 92. | 94 | Datum anno a nativitate domini millesimo CCC° LVl to mensis may die penultima. De meier en de zeven gezworenen van het allodiaal hof te Loon oorkonden dat Johannes de Curia van Schalkhoven, als man en momber van Margaretha de Pepinghen aan Johannes Barbitonsor, voogd van de pitantie van Nonnemielen, opdraagt: 21 grote roeden te Egoven; 25 grote roeden nabij hetzelfde stuk, waarop het klooster van Mielen een erfrente heeft van een mud koren, die levenslang toekomt aan Aleydis de Pepingen en na haar dood bestemd is tot eeuwigdurend jaargetijde voor Walterus de Pepinghen; en een stuk grond, gelegen in dezelfde gemeente, waarop het klooster van Mielen eveneens een erfrente van een mud trekt, die na dedood van Aleydis zal besteed worden tot eeuwigdurend jaargetijde van haar broer Fastrardus, op voorwaarde dat Johannes de Curia erfelijk de twee laatstgenoemde stukken mag bewerken. 1356, 20 mei. | 1 stuk | ||||||
A. ORIGINEEL: Perkament. Zegels van het allodiaal hof en van Herman de Eldris verdwenen uit horizontale gleuven in de plica. Horizontaal en vertikaal in vieren geplooid. H: 201 mm; B: 291 mm; H plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 92. | 95 | Datum anno a nativitate domini M° CCC0 L septimo mensis octobris die decimasepta. De meier en de zeven gezworenen van het allodiaal hof van Loon konden dat Hermannus de Eldris door bemiddeling van Johannes Barbitonsor, voogd van Nonnemielen, aan de pitancie 4 Sint-Truidense mudden jaarlijks betaalt op gehypotekeerde gronden te Loon, Hombroec (bij Hoeselt), op de Herinxebergh bij Loon en te Kuttekoven. 1357, 16 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven in de plica. Perkament beschadigd. Horizontaal en vertikaal in vieren geplooid. H: 272 mm; B: boven: 252 mm; onder: 258 mm. H plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 92. | 96 | Datum anno dominice nativitatis trecentesimo quinquagesimo octavo mensis februarii die quarta. De meier aangesteld door de pastoor van Mettekoven en de laten van het prins-bisschoppelijk cijnshof te Sint-Truiden oorkonden dat Petrus Ackerman, poorter van Sint-Truiden, aan Johannes de Hoyo, kloosterling in de abdij van deze stad een jaarlijkse erfrente verkocht heeft van een mud graan op een huis gelegen tussen de Judenstrate en de Zistrate. Na zijn overlijden zal de rente toekomen aan Maria de Hoyo, religieuze te Mielen, en na haar dood aan de pitantie van dit klooster voor het opdragen van een jaargetijde. Bekrachtigd door Otto Ridders en Arnoldus de Dike, schepenen van Sint-Truiden. Pastoor: Johannes Ekele. Meier: Wernerus Magnus, dictus Ekele. Laten: Otto, zoon van wijlen Wilhelmus de Sparney; Thilmannus de Ghenc; Henricus Bukaro; Arnoldus Zijrken. 1358, 4 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in acht delen geplooid. H: rechts: 172 mm; links: 168 mm. B: boven: 222 mm; onder: 214 mm. H plica: 24 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 92. | 97 | Datum anno nativitatis domini M° trecentesimo quinquagesimo octavo mensis junii die decimaquinta. Hermannus de Uden en Otto Militis (Ridders), schepenen van Sïnt-Truiden, doen kond dat Arnoldus Coghelhouuft en Sophia, weduwe van Servaes Wuythuuft aan Elisabeth de Muiken, religieuze te Mielen, ten voordele van het Sint-Jansaltaar, een jaarlijkse erfrente verkocht hebben van 2 gouden Florentijnse obolen, op een huis met toebehoren, gelegen in de parochie van het H. Graf, in de Tquerstrate bij het goed van Lambertus de Stapele, dictus de Minsswinghen en van Johannes Borssijrs, onder de jurisdiktie van het hof Vurgoet. 1358, 15 juni. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie op perkament, zie 98 c. | 98 /A | Anno nativitatis dominice millesimo trecentesimo octavo indictione undecima mensis septembris die vicesima tertia. Notaris Theodoricus de Havert, sekretaris van de Prins-Bisschop geeft akte van een tussenkomend vonnis van Engelbert de la Marck: er is een geschil gerezen tussen abt Robertus [de Craenwinc] van Sint-Truiden, met het stadsbestuur aan zijn zijde, en priores Maria [de Brus ] van Nonnemielen, met betrekking tot de jurisdiktie over een doodslag, gepleegd door Johannes Amelii op Egidius Opdbrouke, bij de oude molen, aan de brug naar Mielen. Om klaarheid te brengen in deze netelige kwestie, belast de Prins-Bisschop kanunnik Elbertus de Bettincourt met een onderzoek en schort hij zijn uitspraak op, tot hij over meer gegevens zal beschikken. Opgesteld in het huis van Renerus de Goure, proost van Sint-Dyonisius te Luik. Getuigen: Helmia de Molane en Rasso de Langdris, kanunniken; Engelbert de Marka, heer van Loverval; Willem, kastelein van Montenaken en heer van Einderveld, Godefridus Pincart, heer van Tongrenelles, ridders. 1358, 23 september. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie op perkament. Zie 98 c. | 98 /B | Anno domini millesimo trecentesimo quinquagesimo octavo indictione undecima, die septadecima mensis octobris. De abt, schepenen en raad van Sint-Truiden verklaren akkoord te gaan met de beslissing van de Prins-Bisschop en zullen zich aan zijn uitspraak te onderwerpen. Schepenen: Hermannus de Uden; Walterus de Gorssem; Mathias Voertgaet; Egidius de Speculo; Philippus de Marvelle; Otto Spernay; Walterus de Repen; Cristianus van der Biest; Arnoldus van den Dike; Johannes de Truydlinghen; Eustacius de Halmale. Raadsleden: Gerardus de Gorssum; Adam de Evemale; Gheymarus Herenhughe; Magnus Warnerus; Nicolaus Herbollen; Henricus Goetan; Lambertus Sculteti, geheten met de baard; Arnouldus Timmerman; Amelius delle Schut; Otto van Eyke. 1358, 17 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel. Zegel van de Prins-Bisschop verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Horizontale gleuf in de plica. Horizontaal in drieën, vertikaal in vijf delen geplooid. H: rechts: 227 mm; links: 230 mm. B: boven: 455 mm; onder: 451 mm. H plica: rechts: 14 mm; links: 12 mm.Onuitgegeven. | 98 /C | Engelbert de la Marck laat de voorgaande akten noteren door notaris Georgius de Catena, en bezegelt ze in aanwezigheid van een reeks getuigen. Getuigen: Renerus de Goure; Zegher, kloosterling te St. -Truiden; Hermannus de Adene, deken van St. Truiden; Jacobus de Langdris, kanunnik van Sint-Jan te Luik; Warnus Pege, kanunnik van Sint-Monegondis te Chimay; Engelbertus de Marka, heer van Loverval, oom van de Prins-Bisschop; Willelmus Oist, schepen van Luik; Borchardus de Kukelse, kamerheer; Willelmus Hanegreve, schenker; Hermannus Wisselere; Arnoldus Greve, schout van Sïnt-Truiden; Godescalcus de Beepe; Eustacius de Halmale. 1358, 17 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal en vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 266 mm; links: 269 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 93. | 98 | Anno a nativitate eiusdem [domini ] millesimo quinquagesimonono indictione duodecima mens is novembris die nona. Notaris Renerus Cubendere van Sint-Truiden getuigt dat Gerardus de Ghorseme aan Nicholaos de Hoenshoven, optredend in naam van het klooster van Nonnemielen, 10 mudden graan verkocht heeft op 15 roeden akkerland, gelegen te Gingelom op de Nirincebergh, waarvan de gezusters Maria en Jhehanna de Hoyo het vruchtgebruik genoten. Getuigen: Robertus de Reckelinghen, schout; Ghiselbertus, zoon van Arnoldus de Score; Gerardus de Beringhen; Johannes zoon van Johannes Caudenberch; Libertus de Ricle, priester; Otto de Sperney; Arnoldus de Woude; Walterus Moech. 1359, 9 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Zegels ontbreken uit twee horizontale gleuven in de plica. Vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 87 mm; links: 90 mm. B: 263 mm; H: plica: 16 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 94. | 99 | Datum anno a nativitate domini M° CCC° sexagesimo mensi junii die octava. Maria de Brus, priores, en het hele konvent van Mielen oorkonden dat van de 5 gouden Florentijnse gulden, gekocht van Johannes Ade, burger van Sint- Truiden, ten voordele van de pitantie, er 3 bestemd zijn voor het Sint-Jansaltaar. 1360, 8 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel verdwenen. Rechteronderzijde afgesneden. Horizontaal en vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 212 mm; links: 230 mm. B: boven: 262 mm; onder: 260 mm.Onuitgegeven. | 100 | Datum anno a nativitate domini millesimo CCC° sexagesimo quarto in die Beati Stephani Prothomartiris. De deken van Sint-Jan te Luik doet, als gevolg van een bulle van paus Urbanus V, gegeven te Avignon op 13 juni 1363, een oproep tot alle geestelijke en wereldlijke naburen van Nonnemielen, om de goederen te restitueren, die van het klooster wederrechtelijke werden ontvreemd. 1363, 26 december (n s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal in vieren, vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 352 mm; links: 267 mm. B: boven: 242 mm; onder 245 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 93. | 101 | Anno a nativitate eiusdem (domini) millesimo tricentesimo sexagesimo quarto indictione secunda mensis martii die duodecima. Notaris Laurentius Bertout getuigt dat Hermannus de Ricle als voogd van dekellerij van Nonnemielen een erfrente van 19 d. Luiks heeft gekocht van de Minderbroeders van Sint-Truiden, met verscheidene kloostergebouwen als pand. Getuigen: Henricus de Stockem, meier; Franco de Mettecoven; Waltgherus de Sancta Katherina; Otto de Eyke; Henricus Warnerus; Egidius de Reckelingen; Johannes de Pascuis. 1364, 12 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel verdwenen. Oorspronkelijk als transfix aan andere oorkonde gehecht. H: rechts: 65 mm; links: 80 mm.Onuitgegeven. | 102 | Datum anno domini M° CCC° LX quarto aprilis die XVa. Egidius Meestermans, pastoor te Horpmaal, verdedigt bij de deken van Sint-Jan te Luik "enige afgevaardigde rechter van de H. Stoel", naar aanleiding van diens oproep tot restitutie van wederrechtelijk in bezit genomen goederen van Nonnemielen, de belangen van Maria en Henricus Museners. 1364, 15 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 117 mm; links: 121 mm. B: boven: 249 mm; onder: 251 mm. H: plica: 11 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 93. | 103 | Datum anno a nativitate domini M° trecentesimo sexagesimo quarta mensis octobris in crastino Luce Ewangelestae. Johannes de Vesten, gardiaan, Symon de Pariis en het gehele klooster van de Minderbroeders van Sint- Truiden, sluiten een overeenkomst met Maria de Brues, priores, Maria de Hoyo, celleraria, Damnia de Ghothem, pitanciaria, en het konvent van Mielen, om een einde te stellen aan de onenigheid over de vereffening van een jaarlijkse erfcijns van een vat koren en 19 d. Luiks, die aan de kellerij moesten bestaald worden. 1364, 19 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren gevouwen. H: rechts: 195 mm; links: 179 mm. B: boven: 295 mm; onder: 290 mm.Onuitgegeven. | 104 | Anno a nativitate eiusdem domini millesimo trecentesimo sep-tuagesimo mensis octobris die penultima. Notaris Mathias de Men (?) van Montenaken verklaart dat Johannes en Renerus, zonen van Johannes Groetjohans, zich niet schuldig gemaakt hebben aan usurpatie van goederen, toebehorend aan Nonnemielen, maar dat ze degelijke eigendomstitels bezitten. Getuigen: Johannes de Buste van Houtem en Johannes Caudenbergh, clerici. 1370, 30 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Vier horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel en vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 217 mm; links: 222 mm. B: boven: 280 mm; onder: 270 mm. H plica: 30 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 94. | 105 | Datum anno nativitatis domini millesimo CCC° LXX tertio mensis aprilis die XV. De meier en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat vrouwe Beatrix afstand doet van het vruchtgebruik op 23 oude groten en 3 kapuinen ten voordele van haar zoon Theodoricus de Caenvelt. Deze heeft ze verkocht met toestemming van Katherina zijn echtgenote, aan Oliverus de Merwele, geheten de Scautbroeck, clericus. Deze cijns bestond uit: 8 oude groten en 2 kapuinen, die Christina Boghelers verkocht op huis en hof, gelegen te Merwele; 8 oude groten, die Henricus Guetmans verkocht op huis en hof; 4 oude groten, die Gerardus, geheten de Lenen, verkocht op huis en hof, gelegen naast Guetmans; 3 oude groten en een kapuin, die Hermannus de Bercht verkocht op 3 grote roeden, gelegen bij Roede. Hiervan droeg Oliverus de Merwele 3 oude groten en een kapuin op aan Maria de Bruys, priores van Nonnemielen. Meier: Herbordus Moleman. Schepenen: Henricus, zoon van Johannes ex palude, Wilhelmus Bredeken; Henricus Werneri; Willelmus Doelman. 1373, 15 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel. Zie 107 B. | 106 | Anno videlicet incarnationis dominice millesimo tricentesimo LXX octavo indictione prima, mensis aprilis die vicesima tercia. Notaris Martinus de Welins geeft akte van een verzoeningspoging, ondernomen door Jacobus de Langdris en Matthias Pottem, kanunniken van de H. Kruiskerk te Luik om een einde te stellen aan een geschil tussen het Klooster van Orienten enerzijds en het klooster van Mielen en van Terbeek anderzijds, over een erfenislegaat: Wijlen Walterus Probus (Proijt), in leven schepen van St.-Truiden, had aan Orienten geld nagelaten dat als volgt diende verdeeld: 20 s. Leuvens aan Mielen voor een jaargetijde voor schenker en zijn echtgenote, evenveel aan het konvent van Terbeek voor hetzelfde. De 20 s. Leuvens moesten uitbetaald tegen 20 oude groten en een goudstuk. Mielen en Beek vragen nu dat het klooster van Orienten zou voortgaan hun uit te betalen tegen 26 oude groten Toernoois en 2 oude esterlingen. Nicolaus de Zipinghen, procurator van Orienten, kan hierop niet ingaan. Opgemaakt in het huis van Walterus de Repen, geheten de Stella, op de markt te Sint-Truiden, met als getuigen: Gerardus Crudere, priester, Walterus de Repen en Cloiskunus de Puchey, dienaar van Jacobus de Langdris. 1378, 23 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Samen met de vorige in één akte opgenomen. Horizontaal en vertikaal dubbel geplooid. H: 465 mm; B: 380 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 94. | 107 | Anno predicto die vero vicesimaquarta mensis aprilis. Notaris Martinus de Welins verklaart dat de volgende dag Katherina, priores en het hele konvent van Mielen voor hem verschenen, en aan hun eis niets wilden wijzigen. Nicolaus de Zijpinghen komt overeen voortaan 26 zilveren oude groten Toernoois en 2 oude esterlingen te betalen. Getuigen: Johannes de Straten, priester; Walterus de Oerle. 1378, 24 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vier zegels ontbreken uit horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in zes delen geplooid. H: rechts: 87 mm; links: 90 mm. B: 252 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 94. | 108 | Anno nativitatis Christi millesimo CCC° LXXX primo mensis junii die decima octava. De testamentuitvoerders van Johannes de Biest, geheten de Kelen, verklaren van het konvent van Mielen 32 kleine gouden florijnen ontvangen te hebben, die het nog schuldig was aan de overledene. Uitvoerders: Libertus de Rosuten, deken van de Sint-Bartholomeuskerk te Luik; Adam de Eyke, priester; Henricus de Brustem; Johannes de Stapele. 1381, 18 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit drie horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 125 mm. B: 292 mm. H plica: rechts 21 mm; links 27 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 95. | 109 | Datum anno a nativitate Christi millesimo CCC° LXXX sexto mensis februarii die quartadecima. De schepenen van Sint-Truiden oorkonden dat Theodoricus de Oraenwijt, brouwer, aan Henricus de Busco voor de pitantie van Nonnemielen een gulden jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op zijn huis, gelegen in de Zoutstraat, tussen de huizen van Renerus Jordens en Ghiselbertus Vorenoyen, onder het cijnshof Vurgoet. Schepenen: Christianus de Byst; Johannes de Nusia, geheten de Nyel; Adam de Rummale. 1386, 14 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zes delen gevouwen. H: 155 mm. B: 250 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 95. | 110 | Anno a nativitate Christi CCCmo LXXX sexto mensis maii, die vicesimatertia. De meier en de laten van het cijnshof dat prinsbisschop Arnoldus [van Hoorn] te Sint-Truiden bezit, getuigen op aanvraag van Johannes de Volmolen, dat Henricus Dol en zijn echtgenote aan Maria de Hoyo, religieuze te Mielen een jaarlijkse erfrente van een gulden verkocht hebben op huis en hof, met alle toebehoren, groot 8 grote roeden, gelegen te Sint-Truiden, extra-muros, aan de Sijtstrate, tussen het huis van Johannes Sprouten en Johannes de Milen. Meier: Gerardus de Fonte. Laten en schepenen: Christianus de Byst; Adam de Rummale. Laten: Henricus Werneri; Christianus de Byst Junior; Egidius de Enghelinghen; Johannes Sproute; Thomas Wisseler. 1386, 23 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Mandament op perkament. Zegel verdwenen. Hennepen koord in lus door twee gaatjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: 190 mm. B: 296 mm. H plica: 50 mm.Onuitgegeven. | 111 | Datum Luce in mensis Julii pontificatus nostri Anno Decimo. Urbanus VI beveelt aan de deken van Sint-Martinus te Luik ervoor te zorgen dat van alle bezittingen, rechten, jurisdiktie enz. van het klooster van Nonnemielen en van allen die er zijn ingetreden, rechtsgeldige eigendomstitels zouden opgesteld worden. Dan moet hij zorgen dat iedereen, die goederen van de abdij in zijn bezit heeft, zonder de vereiste bewijsstukken, restitutie doet aan het klooster. 1387, 5 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Mandament op perkament. Hennepen lus door twee gaatjes in de plica. Pauselijk zegel verdwenen. Horizontaal vroeger in vieren, vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 146 mm; links: 150 mm. B: 237 mm. H plica: 30 mm.Onuitgegeven. | 112 | Datum Rome apud Sanctum Petrum V Kal. May pontificatus nostri anno secundo. Paus Urbanus IX beveelt aan de abt van Brogne ervoor te zorgen dat de goederen, onwettig ontvreemd aan Nonnemielen, ten spoedigste zullen gerestitueerd worden. 1391, 27 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleuven in de plica. Vroeger horizontaal en vertikaal in vieren geplooid. H. 212 mm. B: 250 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. | 113 | Datum anno a nativitate domini M° CCCmo XC primo mensis junii die XIX. De meier en de laten van het dorp en het allodiaal hof van Wezeren oorkonden dat Jullinus de Mes en zijn echtgenote, na de dood van Jacobus de Mes, zijn wettige broeder, als naaste erfgenamen aan Arnoldus Greve, kopend voor en in naam van de pitantie van Nonnemielen, vier stukken grond verkocht hebben le: 1 bunder akkergrond aan de weg van Wezeren naar Niel; 2de: 11 grote roeden, gelegen te Rinsboes; 3de: 19 grote roeden aan de weg van Wezeren naar Sint-Truiden; 4de: 13 grote roeden hij Baertomme. Meier: Franco de Cortiis. Laten: Walterus Le Houger; Nicholaus a Palaven; Gerardus Zanden; Lambertus de Mere Junior; Oliverus Zanders. 1391, 19 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Twee horizontale gleuven in de plica. Vroeger horizontaal in drieën, vertikaal in zes delen gevouwen. H: rechts: 112 mm; links: 110 mm. B: 312 mm. H plica. 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 95. | 114 | Datum anno a nativitate Christi M° CCC° nonagesimotertio mensis junii die decima octava. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Renerus de Hasselt en zijn echtgenote Beatrix aan Katherina, de weduwe van Henricus de Alken, een jaarlijkse erfcijns van een gulden verkocht hebben op huis en hof, gelegen te Sint-Truiden, extra-muros, in de parochie van Sint-Jan, toebehorend aan Johannes, zoon van wijlen Renerus Baeths. Proost: Lambertus de Aelst. Meier: Godefridus de Os. Laten-schepenen: Arnoldus Greve en Wilhelmus de Coninxhem. Laten: Walterus de Fonte, priester; Johannes Moleman; Johannes Mathie van Zepperen; Johannes Mey; Thomas Wisseler; Johannes Caligator van Hasselt. 1393, 18 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Zes horizontale gleuven in de plica. Horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zes delen geplooid. H: 122 mm. B: boven: 314 mm; onder: 312 mm. H: plica: 14 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p, 95 - 96, | 115 | Datum anno a nativitate Christi millesimo trecentesimo nonagesimo quarto mensis Augusti die vicesimaquinta. De schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Petrus de Hubertinge, poorter van Sint-Truiden, met toestemming van Odilie zijn echtgenote, aan Johannes de Stapele, voogd van de kerkfabriek van O. -L. -Vrouw, een bijkomende jaarlijkse erfrente verkocht heeft van 3 gulden, om een som van 10 gulden te vervolledigen. Deze 3 gulden kwamen Petrus toe op het huis van Walter Bernoyen, verver, gelegen te Rummen. Schepenen: Arnoldus Greve, inwoner van Mielen; Herbordus Werneri; Johannes de Schore; Bollo de Cortijs; Lambertus Mercolf; Johannes de Volmolen. 1394, 25 augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Twee zegels verdwenen uit horizontale gleuven in de plica. Horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 136 mm; B: 210 mm; H plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 96. | 116 | Inden iaer ons heren M° CCC° XCIX achtien daghe in oecht maent. Willem van Coninxhem en Robiert van Staple, schepenen van Sint-Truiden, oorkonden dat Art der Greve, wenne van de priores van Mielen aan Jan Scuermeyere, lakenmaker, zijn huis, gelegen in de Helle, tussen het goed van wijlen Bleskens en Jan Scheffeners, en langs achter rakend aan het goed van de vrouwe Piccairs. verkocht heeft voor f. 2 erfelijk, waarvan Jan Scuermeyere reeds f. 1 had afgelost. 1399, 18 augustus. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie, afgeleverd door notaris Henricus Liberti. Bovengedeelte en linker ondergedeelte ontbreken. Geen zegel. Horizontale gleuf in de plica. Vroeger horizontaal en vertikaal in tweeën geplooid. H: rechts: 125 mm; links: 102 mm.B: boven: 287 mm; onder: 270 mm.Analyse: WOLTERS, Milen, p. 96. | 117 | Int iaer ons heren geboorten XIllIC. De meier en de laten van (onleesbaar) oorkonden dat Willemem Men aan het konvent van Mielen 15 grote roeden land verkocht heeft, gelegen te Brustem,bij het Aelsterbroeck, tussen het land van het klooster van Sinte Lucia en dat van de erfgenamen van Bartholomeeus van Werwel. Bekrachtigd door de Prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sïnt-Truiden. Schout: Aert vanden Bossche. Schepenen: Henrick int Scep; Reyner van Bommershoven; Bartholomees Geraerts; Filips Copy. 1400,. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal in vieren, vertikaal dubbel geplooid.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 96. | 118 | Inden jare vander gheboerten des selfs ons heren doen men screeff dusentich vierhonderich ende drie inder elfden indictien in die maent van aprille te vijfden daghe. Notaris Thomas Ridders, de meier en de laten van het cijnshof van Willem Van Duras te Budingen, oorkonden dat Willem vanden Barmaire, wapendrager, aan Jan Bienhouwers, optredend in naam van de kosterije van Nonnemielen, 9 vaten rogge jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op een bunder beemd of eusels, gelegen bij het goed van de vrouwe vanden Haechdorne en dat van jonker Willem van Duras. Meier: Geerd, zoon van Jan, bastaard van Duras. Laten: Willem Godijns; Art vanden Lare, wen te Minsinghen; Lambrecht vanden Bossche; Willem vanden Stucke; Willem Stas; Art vanden Lare. Getuigen: Jan der Smet van Sint-Truiden en Jan Bagart, zoon van zijn dochter; Art Royman; Marten Gilots en Jan zijn broer. 1403, 5 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 164 mm. B: 291 mm H plica: rechts: 17 mm; links: 22 mm.Onuitgegeven. | 119 | Datum Leodii anno dominice nativitatis millesimo quadringetesimo quarto mensis junii die nona. De officiaal te Luik meldt dat in de moordzaak door Georgius Spirinc van Gingelom bedreven op de persoon van Walterus Blije, priester, de seculiere rechtspraak toekomt aan Nonnemielen, vermits de misdaad begaan is op het gebied, behorende tot de immuniteit van het klooster en de parochie van Nonnemielen. 1404, 9 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal in vieren, vertikaal in tweeën geplooid. H: rechts: 295 mm; links: 287 mm. B: boven: 270 mm; onder: 268 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 97. | 120 | Inden jare ons heren dusent vierhondert ende viere in julio des twelfde daechs. Notaris Johannes Gaderman van Sint-Truiden getuigt dat op 6 mei 1403 voor meier en laten van het cijnshof van jonker Willem van Duras te Duras, Marie van Leeuwe, religieuze te Mielen, van Lambrecht van Hilloten, wonend in tfenne, een jaarlijkse erfrente kocht van 4 oude groten op een zille grond te Duras in de Haenrode, met de voorzijde tegen de dries. Getuigen: Arnoldus Gaderman, klerk; Jan der Gastweerde; Jan Gelots. Meier: Gheert vanden Natebampde alias Biscar. Laten: Jan Mercolf, priester; Willem Godijns, wenne van Duras; Arts van Loere, wenne van Minsinghen; Lambrecht vanden Bossche; Jan Popelen. 1404, 12 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleuven in de plica; horizontaal en vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: 137 mm. B: 235 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 97. | 121 | Inden jare Xllll° ende vive inde meye des XXVlll daechs. De meier en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Odine van Pothem aan Willem vanden Barmaren 10 vaten koren heeft opgedragen, de helft van 20 vaten, die haar jaarlijks toekwamen op het goed ten Dufhuse, op vijf zillen land met een zille euselen, een huis en alle toebehoren. Deze 10 vaten koren werden door Willem en zijn vrouw Katherien verder verkocht aan Robijn van den Bogarde. Meier: Jan Bachuys. Schepenen: Jan van Schore; Art Greve; Lambrecht Bollis; Jan vander Volmoelen. 1405, 28 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal in drieën geplooid. H: 145 mm. B: boven: 275 mm; onder: 270 mm. H plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p- 97. | 122 | Inden jare Xllll° ende sesse Xll dage in julio. Aleyt van Borlo, abdis en het ganse konvent van Terbeek doen kond dat zij in manieren van wisselinghen aan Henric van Beringen van Sint-Truiden een mudde erfelijk verlenen in ruil voor 12 roeden bos, gelegen voor het bos van het klooster te Natenbampde bij Stippelrode die zij nodig hadden als doorgang voor het vervoer van hun hout naar het klooster. 1406, 12 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegels niet meer aanwezig. Vier horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in zes delen geplooid. H: rechts: 130 mm; links: 135 mm. B: boven: 281 mm; onder: 279 mm. H plica: rechts: 30 mm; links: 28 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 98. | 123 | Gegeven inden jaren ons heren XIllI° ende neghene in merte XXIdaghe. De meier en de laten van het cijnshof dat Henrick Beckener van Diest te Sint-Truiden bezit, oorkonden dat Johannes van Gingelom aan juffrouw Mabilie van Streel, religieuze te Mielen, handelend in naam van de priores, Agnees van Cleermont, 2 bunders, 8 grote - en 5 korte roeden, gelegen op de Doden berch verkocht heeft. Bekrachtigd door de schepenen van Sint-Truiden. Meier: Johannes Gaderman, "meester in arten". Laten: Willem van Stapele, schepen van Sint-Truiden; Johannes Gruter; Mattheeus Tsraets; Willem Brune; Ghilis van Budenhoven. Schepenen: Willem van Straten; Dangel van Zerkingen; Jan Bolle van Cortijs; Willem van Stapele. 140,. 21 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Zegel van Jan Bachuys uit horizontale gleuf in de plica verdwenen. Horizontaal in vieren, vertikaal in drieën geplooid.H: rechts: 272 mm; links: 284 mm. B: boven: 255 mm; onder: 259 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 98. | 124 | Inden jare ons heren duysent vierhondert ende IX op den eersten dach van aprille. Notaris Willem Zomer, met de meier en de laten van het cijnshof van joffrouw Lijsbeth Tgreven te Runkeren, getuigt, dat Jan Mercol, priester, aan de pitantie van Nonnemielen, met Jan Bachuys als voogd, 4 cijnsgulden jaarlijkse erfrente verkocht heeft op huis en hof en 1/2 bunder beemd, gelegen te Runkeren. Meier: Willem vanden Leene; Laten: Hermc Peine alias vanden Haechdorne; Willem van Leuwe; Willem Selijns; Jan Selijns; Jan Witmuys. 1409, 1 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit 3 horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in 3 geplooid. H: 143 mm. B: 305 mm. H plica: 27 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 98. | 125 | Gegeven inden jare ons heren duysent vierhondert ende neghene in septembri twee daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Arnt Brant aan Katline van Muysen een cijnsgulden jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op een hof van 1/2 bunder, gelegen bij de molen te Merwele, die haar levenslang zal toekomen, en die na haar dood zal gaan naar de pitantie te Nonnemielen, waar zij religieuze is. Bezegeld door de proost en de schepenen van Sint-Truiden. Meier: Clement Leenis.. Laten: Willem van Stapele, schepen. Arnt van Milen, wen te Mielen; meester Jan Gaderman; Jan Metteman; Henric van Mosmale; Henric vander Borch. Proost: Reyner van Craenwijc. Schepenen: Robert en Willem van Stapele. 1409, 2 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de schepenbank verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Vroeger horizontaal dubbel, vertikaal in vieren gevouwen. H: 240 mm. B: 295 mm. H plica: 23 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 99. | 126 | Inden jare ons heren doe men screeff duysent vierhondertich ende dertiene inde merte des yerste daechs. De rentmeester en de schepenen van het cijnshof dat de kanunniken van Borgloon houden de Budenhoven, oorkonden dat Willem van Lien aan het konvent van Mielen, met als voogd Jan van Weys, alias Bachuys, verleend heeft een weg over zijn land te trekken, om haver en hooi van een beemd, gelegen te Lare, tussen het klooster van Orienten en Rummen, te kunnen vervoeren. Dit, nadat de andere eigenaren van aanpalende percelen geweigerd hadden, en de weg, die Jan Ghilis wilde geven, te slecht en te smal was. Rentmeester (kemenere): Ghisebrecht van Hiesteert. Schepenen: Willem Swennen alias Godijns; Willem vanden Schelve; Henric Godijns; Art vanden Lare, wenne te Minsinghen. Leengenoten: Jan Ghilis; Peter Schats; Willem vanden Liene; Willem van de Schelve; Gheert Crudder. 1413, 1 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. 11 horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in 6 delen geplooid. H: 212 mm. B: boven: 347 mm; onder: 350 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. | 127 | Gegheven inden jare Xllll ° ende sestiene in sprokille achtien daghe. De meier en de schepenen van ridder Jan van Donghelberghe, heer van Langvelt en van jonker Willem van Horion, heer van Liecke (Oleye); oorkonden dat Paulus van Assvan Sint-Truiden, als man en momber van Margareta Symoens, dochter van van Aicim, in het bezit gesteld is van haar deel van de erfenis, namelijk een huis met een beemd, gelegen voor de molen, en nog een andere beemd, gelegen voor de molen, en nog een andere beemd te Liecke. Na de gicht heeft Paulus dit goed in erfpacht uitgegeven aan Johannes van Wittelic, brouwer, voor 17 mudden spelt, Sint-Truidense of Luikse maat jaarlijks. Meier: Jan van Geldenaken. Schepenen: Jan Willems; Jan van Langvelt van Werme; Michiel van Aicim; Amilis van Liecke; Art van Langvelt; Lowijs Henrix soen van Aicim. 1416, 18 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Vijf dubbele en twee enkelvoudige horizontale gleuven in de plica. H: rechts: 195 mm; links: 191 mm. B: 287 mm. H plica: 30 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 99. | 128 | Inden jare ons heren dusent vierhondert ende neghentiene des XI daechs in novembri. Schout en schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Katherina, wettige dochter van Jan Arts van Bautershoven (Boutershoven- Ordingen), weduwe van Wouter Vander Kelen, aan haar zwager Lambrecht Vander Kelen, priester, een erfrente verkocht heeft, met als onderpand het hele Vander Kelengoed. Schout: Willem van Stapele. Schepenen: Robeert van Stapele; Jan vander Volmoelen; Jan Weys anders Bachuys; Johannes Abertijns. 1419, 11 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. 13 horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren gevouwen. H: rechts: 150 mm; links: 152 mm. B: boven: 308 mm; onder: 300 mm. H: plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 99. | 129 | Inden jare ons heren geboerte duysent vierhondert ende twintich op alre heylighen avont. De schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden oorkonden dat op 16 oktober voor Robeert en Willem van Stapel verschenen zijn: Katherine van Uffelen, pitantiemeesteres van Nonnemielen en Robijn vander Velde, wenne te Beek, die beiden een cijns bezitten op een huis met toebehoren in de Zautstrate. waarbij Robijn toestond dat haar erfcijns van een gulden voorrang zou hebben op de zijne. Dit herriep hij echter, toen de schepenen wilden zegelen. Daarop daagde Katherine hem voor de schepenbank waaraan hij geen gevolg heeft gegeven. Schout: Lambrecht van Werfengeys. Schepenen: Willem van Straten; Robeert van Stapele; Raes van Craenwijc; Willem van Stapele; Arnt Warniers; Henric Tiegheldeckere; Johan van Scuroven; Adam van Halmale; Philips van Merwele; Arnt Greve; Robeert vanden Roechoute; Willem van Coninxhem. 1420, 31 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Vier horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 168 mm. B: 252 mm. H plica: 12 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen. p. 1. 00. | 130 | Ghegheven inde jare der gheborten ons heren doen men screeff M° CCCC en XXI in loeymaent des Vl daechs. De schout en de schepenen van Gorsem getuigen dat Marie van Leuwe, religieuze te Mielen, recht heeft op een jaarlijkse erfrente van 18 oude groten, te betalen door Willem Mielis en zijn nakomelingen, op zijn huis met toebehoren, gelegen te Gorsem bij de Cottinxsteghe, ten voordele van het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar te Mielen. Schout: Merten Doelen. Schepenen: Amielis vande Lare alias vander Beecht; Johan van Weys alias Bachuys; Henric van Gorssemeroel; Johan Loywijcs; Robijn vande Velde; Herman Everarts; Willem Feylart. 1421, 6 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal in vieren, vertikaal dubbel geplooid. H: 230 mm. B: boven: 315 mm; onder: 305 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 109 - 110. | 131 | Inden jare der gheboerten ons heren doen men nierscreef duysent vierhondert ende eenentwintich des eenentwintichste daechs in loymaent.Notaris Lambertus de Hughenrode getuigt dat de meier en de schepenen van Duras aan Marie van Leuwe, religieuze te Mielen, bevestiging verlenen van een erfcijns van een gulden jaarlijks, die zij op 7 augustus 1418 gekocht had van Weynen vander Linden en Margriet Scnijders, zijn tante, op den hoff vanden Broeke, gelegen te Duras. Deze gulden erfden zij na de dood van Johan en Henrick Scnijders, broers van Margriet en ooms van Weynen. Opgemaakt voor het huis van Kathrien van Musen, vice-priores. Getuigen: Jan Mercolf, priester; Jan vanden Duyfhuse, wenne te Scorsbosch. Meier: Ardt van Minswinghen. Schepenen: Willem vanden Schelve; Wijnant vander Bermeren. Willem vander Stucken; Willem van Leeuwe. 1421, 21 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel verdwenen. Horizontale gleuf in de plica. Horizontaal en vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 180 mm; links: 176 mm. B: boven: 310 mm; onder: 315 mm. H plica.: rechts: 23 mm; links: 30 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 100. | 132 | Inden jare der gheborten ons heren doemen screef M CCC ende XXI in loemaent des XXII daechs. De meier en de schepenen in de bank van het kapittel van Loon te Boedenhoven konden dat Ardt vande Laere, wenne te Minsinghen, 12 roeden land verkocht heeft aan Kathrine van Musen, onder-priores van Mielen en Aleyt van Gheldoerp, pitantiemeesteresse, gelegen te Boedenhoven, bij de Hougherbeke. De helft van de rente zal levenslang toekomen aan Kathrine van Musen, de andere helft zal verdeeld worden onder de pitantie en de kellerij. Meier: Willem vanden Schelve. Laten: Henric Godijns van Wilderen; Wijnant vanden Bermeren; Art vanden Loere; Johan vanden Stocken, wenne van Orienten; Willem van Leuwe. 1421, 22 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 100 mm. B: boven: 233 mm; onder; 240 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 101. | 133 | Inden jare ons heren dusent vierhondert ende enentwintoch deertoch daghe inden merte. De meier en de schepenen van Attenhoven oorkonden dat Katherine van Musen 15 roeden bos, geheten Mechghelgoet, gelegen te Nieuwerkerken, bij de grond van het klooster van Mielen, heeft gekocht van Leys Hillen. 1421, 30 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal en vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: 162 mm. B: 261 mm. H plica: 26 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 101. | 134 | Inden jare Xllll ende XXllll op maendach voer Egidii in julio. Lambrecht, zoon van wijlen Lambrecht van Stapele en de laten van zijn cijnshof, gelegen te Sïnt-Truiden, oorkonden dat Jan Mullers, alias Peesteert vanden Roede, aan Philips van Merwel, schepen van Sint-Truiden, een jaarlijkse erfrente heeft verkocht van een mudde koren op 1/2 bunder eusels, gelegen ten Roede. Bekrachtigd door de schepenen van Sint-Truiden.. Laten: Stas van Nysem; Jan Mertens; vleeshouwer, zoon van Poelman en Goyvaert Smeets; Theus Liebrecht vanden Roede. Schepenen: Raes van Craenwijc; Dyeric Graten. 1424, juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel. Perkament. Zegels van de twee meiers verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 187 mm. B: 301 mm. H plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse WOLTERS, Milen, p. 101. | 135 | Gegeven int jaer ons heren duysent vierhondert ende vijfentwintich in die maent van meye VII. daechs. De meier van het cijnshof dat de erfgenamen van Mercolf en Zelijns gezamenlijk houden te Runkelen, de meier van het cijnshof dat de abt van de abdij van Park bezit in hetzelfde dorp, en de laten van de beide cijnshoven, oorkonden dat Dyeric Marscalc, natuurlijke zoon van wijlen Dierick Marscalc, rector van de dorpskapel te Grazen, aan Marie Marscalx van Zoutleeuw, religieuze te Mielen en wettige zuster van de overleden rector, en dus tante van de verkoper, voor het O.-L.-Vrouwaltaar een erfcijns verkocht heeft van een gulden jaarlijks, tegen 8 schellingen en 3 groten de gulden, op huis en hof van Wouter Vellparts, gelegen te Runkelen, bij de kapel. Meiers: Mercolf- en Zelijnshof: Amielis vanden Lare. Parkhof: Willem vanden Scelve. Laten van beide hoven: Jan Zelijns. Wouter Velparts; Jan van Leeuwe; Henric Beeckman. Laat van Mercolf hof: Claes Tgioer. 1425, 7 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren geplooid. H: rechts: 128 mm; links: 126 mm. B: boven: 341 mm; onder: 343 mm. H plica: 16 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 102. | 136 | Inden jare ons here gheboerte duysent vierhondert ende sessentwintich in aprille twee daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Jan Nierquart aan Katherine van Musen en Katherine vanden Uffele, religieuzen te Nonnemielen, een jaarlijkse erfcijns verkocht heeft van 2 cijnsgulden op een beemd, gelegen te Metsteren, vroeger toebehorend aan wijlen Henrick van Repe. Bezegeld en bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: Proost: Reyner van Brede. Meier: Wouter vande Molen. Laten: Ghisebrecht Abertijns; Henrick Alart; Johan vande Duyfhuyse; Vrancke Spruten; Johannes Verysabelen; Jan Liebrechts; Herman Keystere. Schepenbank: Abt: Johannes van Beest. Schout: Lambrecht van Werfengeys. Schepenen: Raes van Craenwijc; Art Warniers; Art Greve; Dieric Grutere. 1426, 2 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 171 mm. B: 220 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 101-102, | 137 | Inden jare duysent CCCC ende sessentwintich XVII dage in octobris. Willem van Schore, deken van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Sint-Truiden en de laten van zijn cijnshof getuigen dat Willem Mobben, op 17 december 1423, uit de erfenis van zijn vader Art en zijn moeder, een erfcijns van f. 3, die hij bezat op het huis van Art Kyliaens, verdeelde onder de Minderbroeders en het klooster van Nonnemielen. Juffrouw Marie van Leuwe ontving een gulden voor het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van Nonnemielen en Philips van Merwele, schepenen van Sint-Truiden de twee overige gulden voor het Minderbroederklooster. Bezegeld door Art Warniers en Dieric Grutere, schepenen van Sint-Truiden. Laten: Kerstiaen van Heysselt; Henric Alart; Willem Ghistens; Jan Mesmekere. 1426, 17 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. In de plica drie horizontale gleufjes waaruit de schepenzegels verdwenen zijn. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 210 mm; links: 205 mm. B: boven: 247 mm; onder: 250 mm. H plica: rechts: 10 mm; links: 12 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 102. | 138 | Gegeven int jaer ons heren duysent vierhondert ende sevenentwintich in decembri X dage. De meier en de laten van het prinsbisschoppelijk cijnshof te Sint-Truiden, oorkonden dat Mechtelt van Nulant, kellersse van Nonnemielen, aan Geert van Entbroeck voor 50 lutslage jaarlijks een hoeve in erfpacht heeft gegeven, die eertijds toebehoorde aan Robeert van Stapel, schepen van Sint-Truiden, en gelegen is ter Linden, bij de stad. Voor de meier en de laten van het cijnshof der kellerije te Sinte-Katline-Buiten-de-Muren heeft Geert als onderpand een gulden jaarlijks en erfelijk gesteld, op zijn huis, gelegen naast de bedoelde hoeve. Bezegeld door Ard Warniers, Arde Greve en Gielis van Horne, schepenen van Sint-Truiden. Prinsbisschoppelijk cijnshof: Meier: Ard van Houthem. Laten: Ard Warniers; Ard Greve, Gielis van Home; Dangel vander Borch; Jannes Sprute; Gheert Geerarts. Cijnshof kellerije: Meier: Warniers. Laten; de bovenvermelde Greve, Sprutee en Geerarts en Jannes vanden Engelbampde. 1427, 10 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven in de plica. Vroeger horizontaal dubbel en vertikaal in drieën geplooid. H: 150 mm. B: 258 mm. H plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 102. | 139 | Inden jare der gheboerten ons heren dusent vierhondert ende neghenentwintich des sessentwintichste daechs in de maent van novembre. Art Smeyers, wonende te Gingelom, verklaart voor de meier en de laten van het cijnshof van Nonnemielen te Cameric, dat hij van Mabilien van Streels, priores van Mielen, in erfpacht heeft genomen, 1/ 2 bunder land, gelegen te Gingelom, voor 10 vaten rogge jaarlijks, waarvoor hij als onderpand een vat rogge heeft gezet op 3 grote roeden, gelegen bij dat Borkeluken. Meier: Ghilijs van Vleytinghen. Laten: Johan Willems; Art Smeyers. 1429, 26 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Schepenzegels verdwenen uit vijf horizontale gleuven in de plica. Vroeger horizontaal en vertikaal in vier delen geplooid. Inkt verbleekt. H: 460 mm. B: boven: 495 mm; onder: 505 mm. H plica: 12 mm.Onuitgegeven. | 140 | Inden jaere der geboerten ons heren dusent vierhondert ende tweendertich inder teenster indictien in sprockille des achtienste daechs. Notaris Arnoldus Hane van Sint-Truiden geeft akte van een nieuwe pachtovereenkomst tussen Mabilie van Streels priores van Nonnemielen en Joris vanden Laere, zoon van Ard, die wenne was te Minsingen. Het pachthof wordt opnieuw voor een tijd van 12 jaren verhuurd voor 100 vaten rogge jaarlijks en een hele reeks andere verplichtingen in speciën en in natura. Getuigen: Lambrecht van Werfengeys, schout van de abt; Art Warniers; Ghielis van Horne; Dieric Grutere; Jan Abertijns, schepenen van Sint-Truiden. 1432, 18 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Beschadigd: plica en stuk van de rechterzijde afgesneden, waardoor rechtergedeelte met de namen van de bezegelaars onleesbaar. H: rechts: 220 mm; links: 210 mm. B: boven: 125 mm; onder: 120 mm.Onuitgegeven. | 141 | Int jair der gheboirte ons heren XIllI° ende drijendeertich in in apprillis XXIII daghe. Lauwerijs Baeckhove, meier in zijn eigen cijnshof te Sint-Truiden en zijn eigen genoten oorkonden dat Hendrick Zillen een zekere erfcijns heeft opgedragen ten voordele van de kosterij van Nonnemielen. Bekrachtigd door de Prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. 1433, 23 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vier horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 155 mm; links: 150 mm, B: 240 mm, H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 103. | 142 | Int jair ons heren XIIII° ende drijendertich in mey. Lambrecht van Stapele, meier, en de laten van zijn eigen cijnshof te Sint-Truiden, konden dat Jan Peextert aan Herman van Metthecoven 1/2 bunder eusels verkocht heeft, gelegen ten Roede, dat boven de grondcijns belast was met een mudde rogge erfelijk, ten voordele van genoemde Herman van Metthecoven. Bezegeld door Jan Abertijns en Stas van Nijsem, schepenen van Sint-Truiden. Laten: Jan Abertijns; Henrick Uten Broeke; Henric Vos; Henric Alaert. 1433, Mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels of plica. Gekartelde onderrand door afsnijden van de plica. Inkt sterk verbleekt. Nu horizontaal en vertikaal in vieren gevouwen. H: rechts: 150 mm; links: 147 mm. B: boven: 256 mm; onder: 252 mm.Onuitgegeven. | 143 | Inden jare ons heren dusent vierhondert ende vierendertich in sprockille XVII daghe. De meier en de laten van het cijnshof dat de abdij van Park bezit te Runkelen oorkonden dat Baudewijn Weden zijn ongelijk erkent en belooft aan Mabilie van Streels, priores van Nonnemielen, weer jaarlijks een erfrente te betalen van 4 kapuinen en 3 oude groten, waarvoor zijn huis, gelegen te Duras, op het Haenrode, als onderpand dienst doet. Meier: Jan van den Natenbampde. Laten: Willem van de Lare; Henric Godijns van Duras; Jan Salijs; Henric Salijns; Henric Begarts; Wouter Velpart; Jan Witmuys; Jan Beceman. 1434, 17 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel; Perkament. Zegels verdwenen, Vijf horizontale gleufjes in de plica, Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid, H: 166 mm, B; boven : 279 mm; onder: 272 mm, H plica; 18 mm,Onuitgegeven. | 144 | Inden jare dusent vierhondert ende vierendertich in meye twee dage. De schout en de schepenen van de heerlijkheid Duras oorkonden dat Jan Smeets, priester, en Daniël vander Borgh, gemachtigden van vrouwe Mabilie van Streels, priores van Mielen, Henric Godijns van Wilderen en zijn vrouw Mabilie Evers in gebreke verklaren voor de betaling van een erfpacht van 2 mudden koren, Sint-Truidense maat, staande op twee halve bunders land, waarvan de ene uitgaf opt Roet en de andere op de Wilrestrate. De schepenbank verklaart Henric Godijns en Mabilie Evers vervallen van hun rechten op voorgenoemde land, te voordele van Mabilie van Streels. Schout: van de heerlijkheid: Jan van Duras; van de bank: Weyn vander Linden. Schepenen: Willem vanden Lare, alias van Minsinghen; Boudewijn Weden; Willem vanden Natenbampde; Claes Tgroer; Jan Loewis van Gorsemme, 1434, 2 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament, Zegels verdwenen. Zes horizontale gleufjes in de plica, met doorgesneden dubbele perkamenten staart door tweede van links, Horzontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid, H: rechts: 147 mm; links: 153 mm, B: boven: 278 mm; onder: 268 mm, H plica; rechts; 23 mm; links: 19 mm.Onuitgegeven, Analyse: WOLTERS, Milen, p, 104, | 145 | Inden jare ons heren gheboerte doen men scref dusent vierhondert ende XXXIIIItich des XVI, daechs in die maent van decembris. De meier en de laten van het hof van Gingelom oorkonden dat Peter Tilmans, zoon van Willem, aan Marie van Leuwe, voor het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van Mielen, 5 vaten koren, Sint-Truidense maat jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op 7 grote roeden land, gelegen in het dal, naast de weg naar Attenhoven. Meier; Jan Louwix van Brustem. Laten: Ghert Tuteler den Alde; Goetscalc Robeerts; Jan Willems; Claes Reyners; Peter Visschers. 1434, 16 decembe. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van het proosthof verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 198 mm; links; 191 mm. B: boven: 255 mm; onder: 253 mm. H plica: rechts: 4 mm; links: 8 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 104. | 146 | Gedaen ende gesciet in den jare ons heren geborden duen men screef dusent vierhondert ende sesse en dertich en die maent van januarien des vertoende daechs. De meier en de schepenen van het Sint-Truidense proosthof te Borlo oorkonden dat Willem Lodduen uit een erfpacht van 2 mudden koren, die hij bezat op 2 stukken grond te Buvingen, Berlo en Montenaken, een mud koren opgedragen heeft voor het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van Nonnemielen in handen van Jan Albertijns, rector van het konvent. Proost van Sint-Truiden: Jan van Beest. Meier: Baudewijn vanden Kerckhove. Schepenen: Laurens vande Kerckhove; Johannes Bauwijns; Paulus Pervenen; Henric Ulrix; Art Tilmans; Jacob Puttheys; Art Veylarts. 1436, 14 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf zegels verdwenen uit horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H : 147 mm. B : 314 mm. H plica : 16 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 104. | 147 | Int jaer der gheboirten ons heren J. Chr. duysent vierhondert ende sessendertich in decembri eenentwintich dage. De meier en de laten van het cijnshof vanden Cruce te Sint-Truiden, toebehorend aan Claes Pruymen, oorkonden dat joffrouw Yde Kervers, begijn in het Sint-Agnetenbegijnhof te Sint-Truiden, uit de erfenis van haar ouders een erfrente van haar ouders een erfrente van 8 oude groten, die dezen bezaten op een huis en hof te Zerkingen, heeft overgedragen aan Henrick Aelbrecht. Deze overdracht wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en 4 schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: Meier: Henrick Hoefnaghel. Laten: Wouter Uyt den Broecke; Henrick Alaert; Lauwerijs Baeckhoven; Wouter vander Moeien; Govaert Ackerman; Willem vander Masen. Schepenbank: Schout: Willem van Scoenbeeck. Schepenen: Henrick int Scep; Art Greve; Gielis van Hoerne; Stas van Nyssem. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie. Perkament. Naar alle waarschijnlijkheid uit cartularium gesneden. Later als kaft gebruikt, zoals te zien is aan de insnijdingen aan weerszijden van de plooi, door door de breedte -as van het bewaarde blad. H: rechts: 251 mm; links: 261 mm. B: boven: 222 mm; onder: 218 mm.Onuitgegeven. | 147 /BIS | Kopie van een bekrachtiging van pauselijke voorrechten aan de kongregatie van Bursfeld. 1436. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels van de abt en het konvent verdwenen uit de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zessen geplooid. H: 92 mm. B: 335 mm. H plica: 35 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 104. | 148 | Gegeven inden jare der geboirten ons heren duesent vierhondert ende sevenendertich des twellefste daechs in julio. Johan van Beesde, abt van Sint-Truiden, oorkondt dat zijn abdij, om een einde te stellen aan de onenigheid tussen hem en Mabilie van Streels, priores van Mielen, jaarlijks en erfelijk 2 mudden rogge zal betalen aan het konvent van Mielen, op voorwaarde dat laatstgenoemd klooster zijn tiendeaanspraken zal verzaken op de goederen van Sint-Truiden, die onder de jurisdictie van Nonnemielen liggen. 1437, 12 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zeven zegels verdwenen uit horizontale gleuven in de plica. Horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 234 mm; links: 241 mm. B: boven: 282 mm; onder: 278 mm. H plica: rechts: 21 mm; links: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 105. | 149 | Inden iaere der gheboerten ons heren duysent vierhondert ende XXXVIII inder maent van januaris des sesde daechs. De meier en de laten van het cijnshof dat de vrouwe van Colum bezit te Duras oorkonden dat Otto Comans, priester, en Willem Greven, als ghemechtichde voorghangers van Mabilie van Streels, priores, de bekrachtiging hebben gevraagd van een rente van 4 oude groten op een zille weide, gelegen bij de dries, tegenover de Haenroden kouter, grenzend aan het land van Willem Ghedijns en Lambrecht van de Bossche en hun erfgenamen. Na getuigenis van de gherf luden, hebben meier en laten de erfrente bekrachtigd. Meier: Willem vanden Natenbeemde. Laten: Jan vanden Natenbeemde; Jorijs van Lare; Jan van Duras; Claes Tyser; Henric Godijns; Henric Bogarts; Weynen vander Linden; Willem van Minsinghen. Cherf luden: de broeders Willem Hilloten, wonende te Sint-Truiden, Hendrik Hilloten, wonende te Winde; Lambrecht Cole en Mathijs Speken, als mombers en echtgenoten van Aleydis en Kerstine Hilloten, wettige zusters van de eerstgenoemden; Jan Hilloten en zijn zuster en Jan Woeste als ghesuster kinder Willems ende sijnre broeder. 1438, 6 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vier horizontale gleufjes in de plica. Zegels verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 170 mm: links: 174 mm. B: boven: 210 mm; onder: 212 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 105. | 150 | In den jare ons heren dusent CCCC ende XXXVIII XV daghe in die maent van decembri. De meier en de schepenen van het cijnshof van Sint-Jan uit Luik te Gingelom oorkonden dat joffrouw Marie van Schoor een jaarlijkse erfrente van 11 vaten koren, die zij trok op een bunder akkerland te Gingelom, gelegen op de Nyelschebergh, langs de weg naar Wezeren, heeft opgedragen ten voordele van de pitantie van Nonnemielen. Meier: Wouter Tuteler. Laten: Ghert Tuteler der Auwe; Toelen Colcast; Ghert Tuteler der Jonghe; Jan Scellens. 1438, 15 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf zegels verdwenen uit horizontale gleuven in de plica. Horizontaal in tweeën, vertikaal vroeger in vieren geplooid.H: rechts: 190 mm; links: 192 mm.B: boven: 272 mm; onder: 279 mm. H plica: rechts: 12 mm; links: 14 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 105. | 151 | Int jair ons heren Xllll° ende negenendertich in sprockille XVII daghe. Meier, schepenen en laten van het proosthof van Nonnemielen oorkonden dat Katline, wettige dochter vanwijlen Robijnvan Scuerhoven een huis met toebehoren, gelegen te Metsteren, heeft overgedragen aan Merten Mertens. Deze staat, met dit huis als onderpand, een jaarlijkse erfrente af aan de pitantie van Nonnemielen. Schout: Daengel vander Borch. Schepenen: Art Waerniers; Ghisebrecht Abertijns; Ghielis van Hoerne; Dierick Gruyters. Laten: Jan van Heze; Art Stas. 1439, 17 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel; Perkament. Vijf zegels verdwenen uit horizontale gleufjes in de plica. Oorspronkelijk als transfix aan een andere oorkonde gehecht. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 136 mm; links: 133 mm. B: 305 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 106. | 152 | Ghegheven int jair der gheboirten ons heeren Jhesu Christi duysent vierhondert ende neghenendertich in aprill sess daghe. De schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden oorkonden dat joffrouw Margriet Meeus alias vande Berghe, non in het klooster van Nonnemielen, in ruil voor een zekere som geld, van Goyvaert van joeck, erfgenaam en zoon van Henrick van Beringhen, een erfelijke rente vaneen mud koren heeft verkregen, die zij schenkt aan het klooster van Nonnemielen, om kaarsen te branden voor het Heilig Sakrament. Schout: Lambrecht van Werfengeys. Schepenen: Art Waerniers; Henrick int Scep; Stas van Nyssem; jan Cruyere. 1439, 6 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf zegels verdwenen uit de plica; Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: rechts: 143 mm: links: 140 mm. B: boven: 255 mm. H; plica: 12 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 106, | 153 | Int jair der gheboirten ons heeren Christi duysent vierhondert ende neghenenderttich in meye XXII daghe. Schout en schepenen van het cijnshof van Nonnemielen verklaren dat Lambrecht vander Kelen, priester, een jaarlijkse erfrente van een mud rogge verkocht heeft aan Willem vander Kempenen. Schout: Daengel vander Borch. Schepenen: Art Waerniers; Ghielis van Hoerne; Ghisebrecht Abertijsn; Lambrecht van Staple. 1439, 22 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel:. Perkament. Twee zegels verdwenen uit de plica. Vroeger horizontaal dubbel en vertikaal in drieën geplooid. H: 133 mm. B: boven: 212 mm; onder: 210 mm. H plica: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 106. | 154 | Inden iaere der gheboirten ons heeren dusent vier hondert ende neghen ende dertich twelf daghe in die maent van Junio. De schepenen van het Brabants hertogelijk hof te Landen, oorkonden dat Giell van Wanghe, van Walshoutem in de handen van de Landense rentmeester Tiasterman de jonge, een erfelijke jaarrente heeft opgedragen van een mud tarwe, die hij verkocht aan Otten Coman van Aelst, priester, ten voordele van de pitantie van Nonnemielen. Als pand geldt anderhalve bunder akkerland, gelegen te Walshoutem, langs de weg van Waelhove, ghaende ten dooden man wert. 1439, 12 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit de plica. Horizontaal dubbel, vroeger vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 240 mm; links: 256 mm. B: 315 mm. H plica: rechts 19 mm; midden; 29 mm, links: 18 mm.Onuitgegeven. | 155 | Lan de grasce delle nativiteit nostre Singuer Jhesu Crist mille quatrecens et XXXIX en mois de septembre le deyrière jours. De meier en de schepenen van Houten le Vesque (Walshoutem) oorkonden dat Johannes Ghiert van Boekhout 11 roeden land verkocht heeft aan de pitantie van Nonnemielen. 1439, 30 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zes zegels verdwenen uit horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 230 mm. B: 256 mm. H plica: 7 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 106. | 156 | Int jaer ons heren XIIII ende XXXIX in die maent van november XV daghe. Meier en schepenen van het cijnshof van Sint-Jan van Luik te Gingelom oorkonden dat Jan Hilwaren 1/2 mudde rogge in jaarlijkse erfpacht verkocht heeft aan Otte Comans, priester, ten voordele van de gasterien van Nonnemielen, op 6 grote roeden akkerland, behorend tot het erfgoed van Jacob Liebens en en gelegen te Gingelom. Meier: Wouter Tutelere. Schepenen: Ghert Tutelere der Aude; Ghert Gheerts; Gheeert Tutelere der Jonghe; Jan Willems; Godschalk Robeerts; Jan Schellens. 1439, 15 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel. Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: 165 mm. B: boven: 248 mm; onder: 243 mm. H plica: 8 mm.Onuitgegeven: Analyse: WOLTERS, Milen, p. 107. | 157 | 1440, 12 mei. - Int jair ons heren duysent vierhondert ende viertich inden mey Xll daghe. Schout en schepenen van de bank te Nonnemielen getuigen dat Mathijs vander Kelen, priester, verkocht heeft aan Willem vander Kempenen, in jaarlijkse erfcijns, 4 grijpen, degrijpe gerekend voor 20 boddreghere, koers van Sint-Truiden, en 1 1/2 mud rogge. Als onderpand geldt het erfgoed vanderKelen, met toebehoren, gelegen in de parochie van Merwele. Schout: Daengel vander Borch. Schepenen: Art Wareniers; Dierick Gruyter; Ghisebrecht Abertijns; Jan Cruyere; Lambrecht van Staple. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegels verdwenen. Vijf dubbele horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zes delen geplooid. H: rechts: 194 mm; links: 188 mm. B: boven: 400 mm: onder: 395 mm. H plica: rechts: 32 mm; links: 29 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 108. | 158 | 1440, 6 juni. - Inden jare na dy gheboerte onss heren Jhesu Christi dusent vierhondert ende viertich des sesden daechs der maent van junio off niffelmaent. Demeier van Godscalk Robeerts en de schepenen van het hof van Andennen, alias van Dalem, oorkonden dat Art Smeiers van Gingelom in erfelijke jaarpacht aan Kathrien van Musen, religieuze te Mielen, een mud koren verkocht heeft, op 1/2 bunder akkerland, gelegen te Gingelom, bij het land van de priores van Mielen, aan de straat van Niel naar Sint-Truiden. Meier: Scellen, Jyn Scellenszoon. Schepenen: Godscalk Robeerts, Jan Scellens; Ghert Gherts; Peter Tutelers, alias Smeyers. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegels verdwenen. Vijf horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: rechts: 202 mm; links: 198 mm. B: boven: 244 mm; onder: 241 mm. H plica: 16 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 107. | 159 | Int jair der gheboirten ons heeren duysent vierhondert ende viertich in junio XI daghe. De meier en de laten van het cijnshof van het Sint-Truidense gasthuis, oorkonden dat Jan Bollen van Kadelingen een mud rogge in erfpacht verkocht heeft aan Otto Comans, ten voordeel van pitantie van Nonnemielen. Als pand stelt hij 9 roeden land, Velmscher maten, gelegen te Velm, aan de Tongerse straat. Bekrachtigd door de schout en de schepenen van Sint- Truiden. Meier: Adaem Abertijns. Laten: Ghisebrecht Abertijns, schepen, van Sint-Truiden; Wouter Uyt den Broeke; Ghielis Hoets; Henric Waerniers; Henric Maerscalx. Schout van de abt: Lambrecht van Werfengeys. Schepenen: Art Waerniers; Ghielis van Hoeme; Dieric Gruyter; Ghisebrecht Abertijns. 1440, 11 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Stadszegel van Brussel ontbreekt. Horizontale plooi door plica, in het midden van de akte. Vroeger horizontaal in drieën en vertikaal dubbel gevouwen. H: rechts: 144 mm; links: 150 mm. B: boven: 300 mm; onder: 302 mm. H plica: 32 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 108. | 160 | Gegeven int jaer onss heren dusent vierhondert ende veertich opten achtiensten dach der maent juli. Burgemeesters, schepenen en raad van Brussel, bevestigen dat Wouter van Straten, zoon van wijlen Willem van Straten, aan zijn neef Willem, zoon van zijn vaders broer, al zijn rechten verkocht heeft op twee huizen, gelegen te Sint-Truiden in de Schuerhovestrate, naast het goed van Gheert Gerard en het klooster van de predikheren. 1440, 18 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf horizontale gleufjes in de plica. Zegels verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: rechts: 265 mm; links: 254 mm. B: boven: 319 mm; onder: 311 mm. H plica: rechts: 11 mm; links: 5 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 108. | 161 | Int jaer ons heren Xllll ende XL in die maent van julio des ses ende twintichtste daechs. De meier en de laten van het hof van Andennen, anders geheten van Dalem te Gingelom, oorkonden dat Reyner Rausschart van Rijkel 21 grote roeden en 2 korte heeft overgedragen aan Willem van Steyvorde, echtgenoot van zijn dochter Katherine. Willem verkocht dit land, verdeeld over 6 stukken, gedeeltelijk grenzend aan het klooster en de pitantie van Mielen, dadelijk verder aan de priores van Nonnemielen, door bemiddeling van heer Otto Coman. Meier: Ghielis van Elderen. Schepenen: Gheert Tutelere der Auwe; Godschalc Robeerts; Jan Schellens; Peter Tutelere. 1440, 26 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Twee schepenzegels verdwenen. Twee horizontale gleuven door de plica. Horizontaal dubbel en vertikaal in vieren gevouwen. H: links: 216 mm.; rechts: 212 mm. B: onderaan: 266 mm.; bovenaan: 279 mm. H plica: links: 20 mm.; rechts: 6 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 108. | 162 | In den jare ons Heren Xlllc ende XLl in den loymaent XXVlll daghe. Wouter van der Molen, rechter van heer Reyners van Brede, proost van het klooster van Sint-Truiden in het cijnshof aldaar, Eyelman Peecstert, Jan van der Ransbeke, Jannes Finsen, Ardt Stas, laten van hetzelfde cijnshof, verklaren dat de jonkvrouwe Katherina van Muysen, kloosterlinge te Nonnemielen, aan Ghielis Reyners een beemd te Metseren in erfpacht heeft gegeven, gelegen op de heerlijkheid van Sint-Truiden, palende aan de gronden van Jannes Gherven, uit Mielen-boven-Aalst, en van Jan van Fleymale. De pachtsom bedraagt 1 rijnsgulden betaalbaar in twee termijnen. Na de dood van Katherina van Muysen en van haar twee aangeduide erfgenamen, de nonnen jonkvrouwe Katherina van Tille en Azielien van Tille, zal deze pacht betaald worden aan het klooster te Nonnemielen. Bekrachtigd door schepenen van Sint-Truiden: Jan Cruyders en Vrancke Amyelis van Lachy. 1441, 28 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Acht zegels verdwenen uit horizontale gleuven in de plica. Horizontaal en vertikaal in tweeën geplooid. Vertikaal vroeger in zes delen gevouwen. H: rechts: 245 mm; links: 250 mm. B: boven: 364 mm; onder: 360 mm. H plica: rechts: 9 mm; links: 14 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 109 - 110. | 163 | Inden jare der gheboirten ons heeren duysent-vierhondert ende eenenvertich des seven ende twintichststen daichs in April. De schout en de schepenen van Sint-Truiden, meier en laten van het proosthof en van het cijnshof van Henric Voss gichten ende gueden op 22 juli 1440 Willem en Jenneken van Straten, kinderen van wijlen Willem de Jonge van Straten, in het bezit van twee, zwaar met erfcijnzen belaste huizen in de Schuurhovenstraat, nadat hun oom, Lybrecht Wouters, en hun tante, Janne van Straten, verklaard hebben daarop geen rechten te laten gelden. Zij verkopen de twee huizen aan het klooster van Nonnemielen, en zijn hun zuster Margriet, religieuze in hetzelfde konvent, een jaarlijkse erfcijns schuldig van twee mudden rogge. Op dezelfde datum, 27 april 1441, verzocht ook Wouter van Straten om gegicht te worden in zijn deel van de erfenis, dat hem toekomt na de dood van zijn vader en moeder. Schout van de Prins-Bisschop: Jan van Hamele. Proosthof: proost: Reyner van Brede. Meier: Wouter vander Molen. Schepenen en laten: Henric Tiegeldecker; Gielis van Hoerne; Kerstiaen van Heysselt; Ghisebrecht Abertijns; Jan Cruyer; Herman van Mettecoven. Laten: Aert Cuyper; Jan van Hese. Henric Voss-hof: meier: Henric Voss. Laten: meier: Henric Voss. 1441, 27 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van het allodiaal hof verdwenen uit uitgerafelde scheur in de plica. Horizontaal en vertikaal in vieren geplooid. H: 310 mm. B: 410 mm; H plica: 18 mm.Onuitgegeven. | 164 | Lan de gransce milhe quatre cens et quaranteung de moys de decembre le chinaueme jour. Voor de meier en de gezworenen van het allodiaal hof van Chiese Dieu, gelegen tussen Sainte Marie en Saint Lambert te Luik, verheft Giele de Wandre, zoon van wijlen Thieu de Wandre 44 roeden en 1/2 bunder, gelegen te Walshoutem, en draagt ze over aan het konvent van Mielen, door bemiddeling van priester Rotte Comans, kapelaan te Nonnemielen. Meier: Giele de Mouns. Schepenen: Johan de Pawoy; Lambert de Byboy, schepenen van Luik; Gilkan de Wihouque; Franchois de Wandre; Giele de Huy; Balduwin de Wives; Johan le Coekin; Lambert Custin; Johan de Salmon; Pierre de Kemexhe; Lambert de Liewoy. 1441, 5 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zes zegels verdwenen uit horizontale gleufjes in de plica. Horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 151 mm. B: 350 mm; H plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 109. | 165 | Inden jare der geboirte ons heren dusent vierhondert tweenviertich in september V dage. De schout en de schepenen van Gorsem oorkonden dat Filips Brieder, alias der Gruyter, als momber van zijn vrouw Foelen van Coninxhem, alias Voer Tgaet, al zijn rechten op 14 roeden grond, gelegen in het Gorsemveld, tegenover het klooster van Mielen, heeft overgedragen aan Willem Squaden, wettige zoon van zijn vrouw uit haar eerste huwelijk. Kathrien van Coninxhem, religieuze te Nonnemielen heeft afgezien van al haar rechten op de 14 roeden, waarop Willem Squaden, in naam van zijn dochter Foelen Squaden, eveneens religieuze te Nonnemielen, dit klooster een erfelijke cijns betaalt van 2 mudden rogge. Schout: Henric met den Erve. Schepenen: Henric Int Tscep, tevens schepen van Sint-Truiden; Willem vanden Natenbampde; Jorijs vande Laer, wenne te Minsinghen; Lambrecht Bollis; Willem Veylart. 1442, 5 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Zeven dubbele horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 205 mm; links: 201 mm. B: boven: 262 mm; onder: 271 mm. H plica: rechts: 26 mm; links: 30 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 109. | 166 | Ghescreven inden jare na die gheborte ons heeren Jhesu Christi dusent vierhondert ende drienviertich en dy hoymaent des seventwintichtste daechs. De meier en de schepenen van het cijnshof te Gingelom, toebehorend aan het kapittel van Sint-Jan te Luik, oorkonden dat Peter Tuteler in handen van Otto Comans, 2 mudden koren in erfcijns verkocht heeft aan het klooster van Nonnemielen, op 12 roeden akkerland, gelegen bij het land van het klooster van Orienten. Meier: Jan Brants. Schepenen: Ghert Tuteler der Alde; Godschalck Robeerts; Jan Wilhems; Jan Scellens; Peter Vischer; Ghert Gheerts der Alde; Ghert Tuteler der Jonghe. 1443, 27 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Kloosterzegel verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Linkerhelft van de plica afgescheurd. Rechterhelft genaaid. Horizontaal dubbel gevouwen, vroeger horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: 138 mm. B: 221 mm; H plica: 41 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 109. | 167 | Int jaer ons heren Xllllc ende XLIll in decembre IX daghe. Mabilie van Streels, priores, en het ganse konvent van mielen oorkonden dat Margriet Spruten, pitantiemeesteres, een erfrente van 1/2 mud rogge gekocht heeft, die na haar dood zal overgaan naar haar zuster Lijsbeth, vrouw van Peter Smeets, in de vorm van 2 vaten rogge. Na de dood van beiden, zal het geld gebruikt worden voor het lezen van een jaargetijde. 1443, 9 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels van Jan Ouen en Raes van Werfengeys zijn verdwenen uit twee horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zes delen gevouwen. H: rechts; 184 mm; links: 189 mm. B: boven: 321 mm; onder: 318 mm. H plica: 8 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 109 - 110. | 168 | Int jaer ons heren XllIIc ende XLIlll in die russelmaent XXI daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof te Pepieels, oorkonden dat zij Ardt en Carpijn, wettige kinderen van wijlen Ameilies van Muysen, wonende te Liec (Oleye), in het bezit hebben gesteld van 10 vaten rogge, die zij erfelijk ontvingen op 12 grote roeden land, gelegen aan de beek van Rukkelingen naar Pepieels en tegenwoordig toebehorend aan Willem Mussche. Op getuigenis van Marie en Margarete, zusters van de bovengenoemden, en van Jan vanden Cruce, als man en momboor van zijn vrouw Marie, werden van de 10 vaten rogge, een mud en 2 vaten overgedragen aan Otto Comans, optredend in naam van Catherine van Muysen, religieuze in het klooster van Nonnemielen, tante van de bovengenoemden, aan wie ze reeds verkocht waren. Proost: Henric van Coenesem. Meier: Joannes Ouen. Laten: Raes van Werfengeys; Raef Busscops; Jan Marien; Ghielis Mombors; Willem Reyneres; Kerstiaen der Mullere van Pepieels; Willem van Mussche. 1444, 21 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit zes horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: 220 mm. B: 265 mm. H plica: 13 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 110. | 169 | Int jaer ons heren XIIIIc ende XL V in die oexstmaent des vijfde daechs. De meier en de schepenen van het cijnshof dat de vrouwe van Andennen bezit te Gingelom, oorkonden dat Peter Tutelere aan Otto Comans, priester, een erfcijns verkocht heeft van 2 mudden rogge, op 16 roeden land, gelegen opten lewer wech, ten behoeve van het klooster van Nonnemielen. Daar de roeden niet voldoende werden geacht als onderpand, voegde Peter Tutelere nog 1/2 mud rogge erbij, die hij erfelijk bezat op een beemd, gelegen bij de bron en ressorterend onder het cijnshof van Sint-Jan te Gingelom. Meiers: van het cijnshof: Liebrecht Gruyters, anders van Houtem. van de vrouwe van Andennen: Godschalc Robeerts. Schepenen: Godschalc Robeerts; Jan Schellens; Jan Willems; Gielis Jans; Peter Visschere. 1445, 5 augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de schepenbank verdwenen uit horizontaal gleufje in de plica. Vroeger horizontaal in vieren, vertikaal in drieën geplooid. H: 90 mm. B: 225 mm. H plica: 14 mm.Onuitgegeven. | 170 | Inden jare ons heren dusent vierhondert ende sesenviertich seventhien daighe in die loymaent. De meier en de schepenen van Attenhoven oorkonden dat Art Ballen van Montenaken aan het klooster van Mielen 13 grote roeden land verkocht heeft, liggende int gravelse, bij het land van de priores van Mielen en dat van de capelrie, van Luik. 1446, 17 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf horizontale gleufjes in de plica. Zegels verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: rechts: 186 mm; links: 191 mm. B: boven: 288 mm; onder: 286 mm. H plica: rechts: 14 mm; links: 12 mm.Onuitgegeven. | 171 | Int jair ons heren XIIIIc ende seven en viertich in merte seven daghe. De prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden oorkonden dat Lambrecht Pexstert van de vrouwe van Mielen twee huizen gekocht heeft, naast elkaar gelegen in en bij de Scuerhovenstrate, en de straat, die naar de Nu porten loopt, waarvoor hij het klooster van Mielen jaarlijks en erfelijk 3 mudden rogge schuldig blijft. Bij de verkoop treden Lambrechts broeder, Jan, en zijn vader Tielman Pexstert op als borgen. Schout: Arnt vanden Bossche. Schepenen: Dyerick Gruytere; Reyner van Bommershoven; Flips Copy; Liebrecht Gruytere. 1447, 7 maart. | 1 stuk | ||||||
H: 220 mm. B: 253 mm. H plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 110. | 172 | Gegeven inden jaeren der gheboirten ons liefs heren Jhesu Christi doemen screef duysent vierhondert achtende veirtich des twintichste daichs van loymaent. De schout en de schepenen van Nonnemielen bekrachtigen het recht van de kellerije van dit klooster op een erfcijns van een mud koren, op een huis en hof, gelegen bij de EngeIbamt. dat vroeger behoorde aan Henrick vander Haenborch en nu aan Aert Vleminx. Schout: Dangil vander Borch. Schepenen: Dyeric Gruytere; jan Cruyere; Herman van Mettencove; Bartolomeeus Geraerts; Reyner van Bommershoven. Getuigen: Aert Vleminx, zijn vrouw Hillen vander Haenborch en Margriet vander Haenborch, zuster van zijn vrouw. 1448, 20 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: 206 mm. B: boven: 306 mm; onder: 311 mm. H plica: rechts: 20 mm; links: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 110. | 173 | Int jair ons heeren Christi duysent vierhondert ende achtenviertich in julio VII daghe. De meier en de laten van de Sint-Truidense cijnshoven van Herman van Mettecoven en Lambrecht van Staple, oorkonden dat Herman van Mettecoven aan Robijn Beelen anderhalve bunder verkocht heeft, ten dele akkerland en ten dele eussel en 1/2 bunder eussel, beide stukken grond liggende op de "Rode", op Slinckersroet, voor 2 mudden rogge jaarlijks en erfelijk. Bekrachttigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Meier van de twee cijnshoven: Jan van Halbeke. Laten hof van Mettecoven: Henrick Alaert; Tielman Pextert de Langhe; Jan Claes vander Biest; Willem vander Kempenen. Laten van Herman van Staple: Alaert en Pextert bovengenoemd; Claes Reyners, Willem Haenborchs; Art Peters. Schout van de abt: Daengel van Hamele. Schepenen van Sint-Truiden: Henrick int Scep; Lambrecht van Entbroeck; Dyerick Gruytere; Reyner van Bommershoven. 1448, 7 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit vijf horizontale gleuven in de plica, resten van perkamenten staarten door de twee linker gleuven. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. Beschadigd boven en onder langs de lengteas. H: rechts: 153 mm; links: 148 mm. B: boven: 255 mm; onder: 264 mm. H plica: rechts: 22 mm; links: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 133. | 173 /BIS | Inden jaer der gheburten ons leyfs heren Jhesu Christi domen screef dusent vijrhondert ende neghen enveyrtich des twede daechs in luemaent. De meier en de laten van het Hof vander Motten te Walsbets konden dat Abraen Berwouts, wonende te Hoegaarden aan de pitantie van Nonnemielen een zille akkergrond heeft verkocht, gelegen te Weseren, op de kouter, bij de weg, die van Wezeren naar Gingelom loopt. Meier: Henric van Raetshoven. Laten: Jan Verhoeven; Jan Neeten; Gheert Cole; Wijerart van Beetzee. 1449, 2 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Vijf dubbele horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: rechts: 161 mm; links; 169 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 111. | 174 | Ind jaer der gheboirten ons liefs heren Jhesu Christi doemen screef M CCCC ende XLIX des XV daechs in februario. De meier en de laten van ridder Hendrick van Eigen, op zijn cijnshof te Gingelom, oorkonden dat Beatrijs Scellens, weduwe vanGoetscalc Roberts, afziet van haar recht op vruchtgebruik op 8 roeden akkerland, gelegen op de kouter van Gingelom, ten voordele van Peter Smeyers, echtgenoot van haar dochter, die de 8 roeden opdraagt aan het O. L. V. -Vrouwaltaar van Nonnemielen. Meier: Peter Vischer. Laten: Ghelis van Eigen; Liebrecht Toelen; Lauwerijs Peters; Marten Spruten. 1449, 15 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleufjes in de plica, door het tweede van rechts, resten van een dubbele perkamenten zegelstaart. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 157 mm. B: boven: 244 mm; onder: 240 mm. H plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 111. | 175 | Ind jare ons heeren XIIIlc ende L dis deerde daechs in die merte. De schout en de schepenen van de prinsbisschoppelijke bank te Duras, oorkonden dat Robijn van de Velde 11 roeden beemd, gelegen aan de beek, met het hoofdeind grenzend aan de monlenstrate, verkocht heeft, in de handen van Jan Roelens, momber van het klooster van Nonnemielen, aan Mechtelt van Noulant, priores van dit klooster. Schout: Henrick metten Erve. Schepenen: Willem van Minsinghen, anders vanden Lare vanden Weden; Joris van Minsinghen, anders vanden Lare; Willem Hillaten; Jan van Heysselt; Henric van Beckevoert. 1450, 3 maart. | 1 stuk | ||||||
176/A - 176/E | Inden jaire der gheboirten des selfs ons heren duysent vierhondert eenenvijftich inder vierthiender indictien des achtten daechs der maent van mey te neghen uren voir middach. Notaris Gerardus Hamell de Lewis van Sint-Truidengeeft opsomming van een reeks overeenkomsten inzake kenneptienden tussen het klooster van Nonnemielen en diverse inwoners van de heerlijkheid Grazen: 1451, 8 mei. | ||||||||
B. Kopie. Zie 176 E. | 176 /A | Jan Roelants, priester, joffrouw Johanne van Straten en juffrouw Gheertruyt vander Borch, meesteressen van het klooster van Nonnemielen, eisen in naam van Marie Pollaerts, priores van Jan van Heylenam en Goert van Thienen, de tienden op het kennepzaad, dat zij in de heerlijkheid Grazen gewonnen hebben. Dezen beloven voortaan een oude grote per vat. Opgemaakt te Sint-Truiden, "neven die broethalle". Getuigen: Herman van Mettecoven; Bertholomeeus Geraerts; Herman Hijsbeens; Nijs Backhuys. 8 mei 1451:. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie. Zie 176 E. | 176 /B | Jan Beckere uit Grazen, die eveneens de kenneptiende schuldig gebleven was, belooft voortaan te betalen. Opgemaakt in de abdij van Sint-Truiden. Getuigen: Kerstiaen Alaert; Nijs Backhuys; Henrick Tumbeke. 13 mei. 8 u in de voormiddag. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie. Zie 176 E. | 176 /C | Jan Mommoirs uit Grazen, gedaagd voor dezelfde kwestie, belooft te betalen. Opgemaakt te Sint-Truiden, in het Vleeshuis. Getuigen: Jan Megghelere, Henrick Hazen, Willeken Poelman, zoon van Lambrecht Poelman; Art Honich. 3 juni, omtrent middag. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie. Zie 176 E. | 176 /D | Henric Bottelgier uit Grazen, gedaagd wegens hetzelfde verzuim, belooft voortaan te betalen. Opgemaakt in het huis van de notaris, te Sint-Truiden aan de markt. Getuigen: Reyner Hillewaeren en Peter Smeets. 12 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Samen met de vorige akten op één perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal en vertikaal vroeger in achten geplooid. H: 460 mm. B: boven: 468 mm; onder: 475 mm.Onuitgegeven. | 176 /E | Gielis Urecolven uit Grazen, wordt eveneens gedaagd om de achterstallige kenneptienden te voldoen. Opgemaakt in het huis van de notaris. Getuigen: Jan Snijdere Weedere en Peter Jacobs alias Puttere. 16 juli, omstreeks primetijd. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Vijf horizontale gleufjes in de plica. Was volgens de tekst oorspronkelijk als transfix gehecht aan een andere akte. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: recht: 170 mm; links: 173 mm. B: boven: 300 mm; onder: 297 mm. H plica: 19 mm.Onuitgegeven. | 177 | Int jair ons heren Xllllc eenenvijftich in mey acht daghe. Johannes vanden Steynenhuyse, meier in den hof van Merwele, toebehorend aan Herman van Mettecoven, Henrick Maerscalx, Willem vanden Kempenen; Tielman Pexstert de Lange en Robijn Beelen, laten; Lambrecht van Staple, meier in zijn eigen hof, Bertholomeeus Geraerts; Daengel van Missen; Thaye van Ordinghen en Tielman Pexsterst, bovengenoemd; eigengenoten, beide cijnshoven gesitueerd te Sint-Truiden, oorkonden dat Herman van Mettecoven in de handen van heer Jan Roelants, 2 mudden rogge erfelijk heeft opgedragen ten voordele van het klooster van Nonnemielen. Bekrachtigd en bezegeld door Art vanden Bossche, prinsbisschoppelijke schout van Sint-Truiden, en door Dyerick Gruyter; Reyner van Bommershoven; Jan Cruyere en Bertholomeeus Geraerts schepenen van dezelfde stad. 1451, 8 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleufjes in de plica. H: rechts: 167 mm; links: 172 mm. B: 282 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 111. | 178 | Ghegeven int jaer ons heeren Xllllc ende een en vijftich in augusto des deerde daechs. De meier van jonker Willem van Ordingen en de schepenen van Gingelom, oorkonden zij Willem van Waelhoven, schepen van Sint-Truiden in het bezit hebben gesteld van 11 roeden land, gelegen te Gingelom, die door Willem daarna werden overgedragen aan Jan Ruelens, priester, ten voordele van het konvent van Mielen. Meier: Jannes vanden Steynenhuyse. Schepenen: Jan Schellens; Jacob vanden Rode; Ghielis Jans; Gheert Gheerts. 1451, 3 augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale, meestal beschadigde gleuven in de plica. Horizontaal in vieren, vertikaal in tweeën geplooid. Vroeger vertikaal eveens in vieren gevouwen. H: rechts: 475 mm; links: 470 mm. B: 450 mm. H. plica: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 112. | 179 | Int jair der gheboirten ons heren Christi duysent vierhondert eenenvijftich In novembri des XX daichs. De schout van priores Marie Pollaert en de schepenen van de bank te Nonnemielen, oorkonden dat de priores aan Nijs vanden Schelve, alias Backhuys, het pachthof van Rummen verhuurd heeft voor 12 jaren, met huizen, landerijen en cijnzen, tegen een aantal pacht verplichtingen in speciën en natura in geld: 31 gulden per jaar, de gulden gerekend voor 12 boddreghere, de boddreghere voor 8, 5 lichte groten. in natura: jaarlijks 47 mudden rogge, 41 mudden gersten en 3 vaten raepsaet. Verder o. a. met 4 paarden elk jaar 2 voeder kolen halen te Luik, waarvoor Nonnemielen de laadkosten zal betalen; op vastenavond 100 eieren leveren, met Pasen 600 - en van Pasen tot aan de feestdag van Maria Magdalena, 100 eieren per week. Daarbij dient Nijs Backhuys elk jaar 27 ganzen te leveren, en naar behoefte van het klooster ganzen te zetten en minstens 3 weken lang te mesten en dan geplukt aan het klooster te leveren. Schout: Bertholomeeus Geraerts. Schepenen: Reyner van Bommershoven; Jan Cruyere; Herman van Mettecoven; Daengel van Hamele; Flips Copij. Borgen voor de pachter: Henric van Beckevoort; Jan van Mosmale; Willem Moens; Wouter Kempenere. 1451, 20 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit horizontale gleuf in de plica; horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 158 mm. B: 252 mm. H plica: rechts: 26 mm; links: 21 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 113. | 180 | In jare ons heren doemen screeff duysent vierhondert ende drijenvifftich in sporkel tweentwintich dage. De meier en de schepenen van Herk-de-Stad oorkonden dat zij in de persoon van Rogier Lichtenborch, voorganger van Nonnemielen, het klooster in rechte hersteld hebben op het land, in bezit genomen door Jan Affelissen en Lutzen Vreven. Meier: Heynric Custers. Schepenen: Jannes Custers; Jannes Mertens; Willem Custers; Jan van Halbeec; Gielis Nijs; Wouter Wilsens; Aert Creyten. 1453, 22 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleufjes in de plica. Plica naar binnen geplooid. Vroeger horizontaal in zessen gevonden H: 137 mm; B: 338 mm. H: plica: 25 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 112. | 181 | Gegeven inden jare der gheboirten ons heeren Jhesu Christi duysent vierhondert drijenvijftich in April des sestheenste daichs. De schout van jonker Daem van Guigoven en de schepenen van de bank van Gorsem, oorkonden dat Willem 's Greve als bruidschat aan zijn dochter Katherine, echtgenote van Matheeus vander Eyken, alias Liebrechs der Jonghe, 9 1/2 roede beemd schenkt en 22 roeden lants, gelegen bij het land van Willem van Stapel. Beide stukken grond zijn gelegen te Gorsem. Schout: Willem Becker. Schepenen: Henric metten Erve; Henric int Scep; Lambrecht Bollis; Joris vanden Lare, Wenne te Minsinghen; Wouter vander Molen; Bauwijn Weede; Henric van Gorssenmaroel. 1453, 16 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Gemeentezegel verdwenen. Vroeger horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: rechts: 100 mm; links: 102 mm. B: boven: 178 mm; onder: 175 mm. H plica; 13 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 112. | 182 | Inden jaere ons heren dusent vier hondert ende drienvijftich vier daghe in die rosselmaent. De meier en de schepenen van Attenhoven oorkonden dat Katherine van Lare, alias vande Bonne, begijn te Sint-Truiden, 11 grote roeden scoulants gelegen int collee heeft opgedragen in de handen van Rogier van Liechtenborch der Bastaert, ten voordele van het Sint-Jansaltaar in de kerk van Nonnemielen. 1453, 4 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de schepenbank uit de plica verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 171 mm; links: 172 mm. B: 270 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 113. | 183 | 1453, 8 november. - Gheschiedt int jaer ons heren geboerte Jhesu Cristi doen men screeff dusent vierhondert ende drijenvijftoch in novembri acht daghe. De schout en de schepenen van de beide heren van Brustem oorkonden dat Willem, gezegd Fijen aan Johan Ruelens, voorganger van het klooster van Nonnemielen, een bunder weimersland verkocht heeft, gelegen in het Ruckelvelt te Brustem. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan andere oorkonde gehecht. Zegels verdwenen. Acht dubbele horizontale gleuven in de plica met de naam van de zegelaar erboven. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: 215 mm; B: 258 mm; H plica: 35 mm.Onuitgegeven. Analyse, WOLTERS, Milen, p. 113. | 184 | Fait et donneit lan mille quattre cens et chinquante quattre le vinteysme jours de mois de marches. De meier en de schepenen van Oleye oorkonden dat Jan van Osse, burger van Sint-Truiden, aan Wilhem delle Fontene en Johan, zijn broer, optredend voor en in naam van Johan en Ydelet, kinderen van wijlen Robijert delle Fontene, in leven apoteker te Luik, een erfrente van 12 mudden spelt heeft opgedragen. Meier: Ornald Doley. Schepenen: Libijert de Gro, wonend te Lantremenque (Lantremange) Connar de Hartaingue; Johan Odar van Blarey; Baduwin de Lonchamp; Symon Lowy van Hartenge; Wilhem Noiel van Bethincourt; Close Moes van Oleye. 1454, 20 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zes delen geplooid. H: 180 mm. B: 520 mm. H plica: 30 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 113. | 185 | L'an delle nativiteit nostre signeur Jhesucris t milhe quatrecens et chincquante quatre le dyesyeme jour de may. De meier en de gezworenen van het allodiaal hof van Chies Dieu (Chaise-Dieu) te Luik, konden dat Yenkin Dinha van Walshoutem verschillende erfrenten overgedragen heeft aan Wouter Tutulaer van Montengnis le Tiexhe (Montenaken), op gronden gelegen te Walshoutem, waarin Otto Coemans, priester, op 24 mei daaropvolgend gegicht werd ten voordele van de pitancie van Nonnemielen. 1454, 10 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan andere akte gehecht. Zegels verdwenen. Acht dubbele horizontale gleuven in de plica met daarboven de namen van de ondertekenaars. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 215 mm. B: 355 mm. H plica: 33 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 113 - 114. | 186 | Fait et donneit lan mille quattre eens et chinquante chinque en mois de marche quinzième jour. De meier en de schepenen van Oleye oorkonden dat Johan Puchey van Boekhout momber van Kathilin de Tis, religieuze te Mielen, de rechten heeft doen erkennen, die het klooster bezit op een rente van 12 mudden spelt, door Johan van Osse van Sint-Truiden overgedragen aan Wilhem delle Fontene en zijn broer Johan, ten voordele van Johan en Ydelet, kinderen van wijlen Robert delle Fontene, apoteker en burger van Luik. Meier: Ornald Doley. Schepenen: Lybyert de Gro van Lantremange, Connar de Hairtaingue; Johans Odar van Bleret; Baduwin de Lonchamp; Symon Lu wij van Hartenge; Close Moes van Oleye; Wilhem Noye van Betincourt. 1455, 15 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal in drieën, vertikaal in tweeën gevouwen. H: 577 mm. B: boven: 510 mm; onder: 495 mm.Onuitgegeven. | 187 | Inden jare der gheboirten ons heren duysent vierhondert ses en vijftich inder vierder indictien... des sesde daechs in maert. Notaris Otto Comansoorkondt dat Marie Pollaert, priores van Nonnemielen aan Ardt Nijs van Gingelom verpacht heeft voor twaalf jaren, de winning, hof Van Camerrick, groot 66 bunders, 11 grote- en 6, 5 kleine roeden, tegen dezelfde voorwaarden en verplichtingen als zijn voorganger, zoals door enige oude joffrouwen wordt bevestigd. Getuigen: Ghielis Reyners; Roeben van Nere; Henrick vander Meren; Daneel vanden Wijeweghen. 1456, 6 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Acht horizontale gleufjes in de plica. Door eerste links, aan dubbele perkamenten staart, het zegel van Henrick metten Erve, in groen was, randschrift beschadigd, wapenschild leesbaar. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 219 mm. B: boven: 282 mm; onder: 272 mm. H plica: 13 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 114. | 188 | Inden jare dusent virhondert achtende vijftich in descempbry sessetien daghe. De meier en laten van het laathof dat te Duras toebehoort aan de vrouwe van Coelym, oorkonden dat Andrijs Keemerlinck, priester, als gevolmachtigde van het godshuis van Nonnemielen, met zijn lekemomber Baudewijn Weden, van Kristiaen Alarts de achterstallige betaling geëist heeft van een erfrente van 1/2 vat raapzaad en 1/ 2 mud koren op het goed den Vierijc, gelegen te Duras. Meier: Henrick metten Erve. Laten: Jorijs vanden Lare, wenne te Minsingen; Jan van Hesscelt; Henrick van Beckevort; Wijnant vanden Lare; Jan van Meewen; Jan Bogaerts. 1458, 16 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zes dubbele horizontale plooien in de plica, waaruit de zegels verdwenen zijn. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 171 mm; links: 168 mm. B: boven: 258 mm; onder: 252 mm. H plica: rechts: 35 mm; links: 28 mm.Uitgegeven: WOLTERS, Milen, p. 73, nr. 27. | 189 | Int jaer onss heeren duysent vierhondert LIX XXX dage der maent van November. De schout en de schepenen van de bank van Nonnemielen getuigen dat Stasse Stas, anders gezegd vande Beeck, voorzijn paanhuis Het Gulden Hoet gelegen binnen de heerlijkheid Mielen, belooft te betalen aan Marie van Hoelene, priores, 6 quarten bier op elk brouwsel. Schout: Bertholomeeus Geraerts. Schepenen: Jan Cruyers; Aert vanden Bossche; Philips Copis; Deniel van Hamel; Johannes Geersten. 1459, 30 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Zeven horizontale gleufjes in de plica: hieraan transfix van 10 april 1468 (zie nr. 192). Horizontaal en vertikaal dubbel geplooid. H: rechts: 232 mm; links: 245 mm. B: boven: 297 mm; onder: 294 mm. H plica: 26 mm.Onuitgegeven. | 190 | Inden jare der saligher gheborten ons liefs heren doen men screef duysent vierhondert ende tweensestich inder maent van April des vierentwintochsten daechs na hoechmistijt. Notaris Johannes Snijders bevestigt het sluiten van een huwelijkskontrakt, opgemaakt door Jan Menten van Gingelom en de weduwe van Tilman Penxsten, voor hun kinderen Ardt Menten en Oguruen. Getuigen: Peter Snijders van Gingelom; Gilis van Cameric; Zacharias, priester, wonende te Velm. 1462, 24 april. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie. Zegels, plica noch handmerk van de notaris. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: rechts: 190 mm; links: 185 mm. B: 340 mm.Onuitgegeven. | 191 | Inden jare ons heren duysent vierhondert ende vierentsestich in die maent van decembri des neghentienste daechs tussen twee of drie uren na middach. Op getuigenis van Metten Vastrarts, Wouter van Beverle, Lambrecht Veylarts, gezworen timmerlieden te Sint-Truiden en Jan Vrancken, de landmeter, maakt notaris Henricus Liberti een overeenkomst op betreffende landtwist tussen de priores van Mielen en haar en Jan Menten, langs de ene zijde en Jan van Mosnile langs de andere zijde, welke laatste optreedt voor Willem van Stapele de Jonge, toen Tweeëntwintigman voor Sint-Truiden. Als getuigen treden op: Henrick metten Erve; Jannes Ghersten, Conrart Sanders ende meer andere. 1464, 19 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Als transfix gehecht aan nr. 190. Zeven dubbele horizontale gleufjes in de plica. Zegels verdwenen. Horizontaal en vertikaal in tweeën geplooid. H: 150 mm. B: 211 mm. H plica: 25 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 114 - 115. | 192 | Inden jare der saligher geboorten ons heren Jhesu Christi doemen screef duysent vierhondert ende achtensestoch des tiende daegs in April. De meieren de schepenen van Gingelom bevestigen op getuigenis van notaris Jan Snijers, kapelaan te Gingelom, Peter Tueteler alias Smeyers en Ghielis van Camerick, de huwelijksvoorwaarden van Art Minten. Meier: Peter Smeyers alias Tueteler. Schepenen: Wouter Snyers; Henrick van Esche; Art Smeyers; Art Tienarts; Jan Toelen; Reyner Hollants. 1468, 10 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf horizontale dubbele gleufjes in de plica. Zegels verdwenen. Vroeger vertikaal in vieren geplooid. H: rechts: 81 mm; links: 92 mm. B: boven: 212 mm; onder: 220 mm. H plica: rechts: 12 mm; links: 15 mm.Onuitgegeven. | 193 | Gegeven inden jare ons heren Jhesu Cristi dusent vierhondert LXVIIl desviertienste daechs in Aprille. De meier en de laten van het laathof van Elderen te Gingelom oorkonden dat Willem Artielmans aan de kosterij van Nonnemielen 1/ 2 mud koren in erfpacht schenkt op zijn goed te Gingelom. Meier: Tielman Smaers. Laten: Peter Tuteler; Art Smeiers; Gheert Gheerts; Arnout Cristels. 1468, 14 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf horizontale gleufjes in de plica. Zegels verdwenen. Vroeger horizontaal dubbel- en vertikaal in vieren geplooid. H: 115 mm. B: 250 mm. H plica: 12 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 115. | 194 | 1471, 12 april - Ghegeven inden jare der geboerten ons heren Jhesu Christi duysent vierhondert endeenentseventich in april twelf daghe. De meier en de laten van het laathof dat te Metsteren toebehoort aan de vrouwe van Mielen, verklaren dat Joes vander Kempenen aan Jorijs Bogharts 16 grote roeden land verkocht heeft in de buurt van de "Houtstrate" bij Sint-Truiden. Deze akte werd bekrachtigd te Sint-Truiden door de prins-bisschoppelijke schout en de schepenen. Laathof: Meier: Coenraet Zanders. Laten: Stas Stas; Wouter Tyrions; Cristiaen Sleghers; Leys vanden Haexdoren. Schepenbank: Schout: Aert vanden Bosche. Schepenen: Jan van Sprolant; Bertholomeus Gerarts; Willem Royderborch; Steven vander pijpen. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie: Perkament. Rechterhelft met tekst beschadigd. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zes delen geplooid. H: 205 mm. B: 360 mm.Onuitgegeven. | 195 | Fait aliege le XXIX jour doctobre lan mil quatrecens soixante et unze. Kopie van een akkoord voor de prinsbisschoppelijke Grote Raad tussen Nonnemielen en Terbeek over de waterloop de beek. 1471, 29 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel; Perkament. Vijf horizontale gleufjes in de plica, waaruit de zegels verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 140 mm. B: 210 mm. H plica: 12 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 115. | 196 | Ghegeven inden jare der gheboorten ons heren Jhesu Christi duysent vierhondert ende enentseventich in november den lesten dach. De schout en de schepenen van de priores van Nonnemielen verklaren dat Willem Riveaan Jan vanden Wijere een jaarlijkse erfrente van een mud koren verkocht heeft op een bunder grond, gelegen in Nonnemielen, bij het goed van Sint-Truiden. Priores: Katherine van Schoenbeeck. Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Jan Cruyere; Aert vanden Bosche; Flips Copij; Jan Menten. 1471, 30 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan oorkonde van dezelfde datum. Zegels verdwenen uit vijf horizontale gleufjes in de plica. Bovenaan horizontaal omgeplooid, vroeger horizontaal dubbel en vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 135 mm; links: 142 mm. B: boven: 224 mm; onder: 218 mm. H plica: rechts: 6 mm; midden: 10 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 115. | 197 | 1472, 8 juni. - Ghegeven inden jare der saligher gheboerten ons heren Jhesu Christi duysent vierhondert ende tweentseventich in junio acht daghe. De schout en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Jannes Ghilsen verkocht heeft aan Jan van Lieck, optredend in naam van Katherine van Schoenbeeck, priores van Nonnemielen, 10 vaten koren in erfpacht op een beemd, huis en hof, met toebehoren, gelegen te Mielen, op die strate die gheet vanden boernendries ten Creyenbosch. Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Aert vanden Bossche; Flips Copij; Jan Menten; Willem van Lammijs. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zes horizontale gleuven in de plica. Zegels verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger eveneens dubbel gevouwen. H: rechts: 169 mm; links: 164 mm. B: boven: 261 mm; onder: 258 mm. H plica: rechts: 12 mm; links: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 115. | 198 | Dese dijnghen sijn ghescijet ende worden gedaen inden jare ons lijefs heren Jhesu Christi donmen screef dusent CCCC ende LXXlll inder mert XVlll dachts. De meier en de schepenen van de heerlijkheid Waelhoven oorkonden dat Conraet Zaenders een erfelijke cijns van 1/2 Rijnsgulden of 2 vaten koren, geldende op het goed van Jan van Hadelingen, gelegen meteen zijde aan de weg van Velm naar Walhoven, heeft opgedragen ten voordele van Marie Poellens, religieuze te Nonnemielen. Meier: Ghisebrecht van Mijssnil. Schepenen: Reyner vander Poelle; Jander vander Meyden; Jan van Hadelingen; Jan Gadermans; Peter Vlemix. 1473, 18 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan andere oorkonde. Vijf horizontale gleuven in de plica. Zegels verdwenen. Akte in twee stukken gesneden op 54 mm van de oorspronkelijke onderzijde. H: 220 mm. B: 325 mm. H plica: 14 mm.Onuitgegeven. | 199 | Geschiet int jair der geboirten ons heeren Jhesu Christi duysent vierhondert drijentseventich inder maent van mertte des twintichsten daechs. De meier en de laten van de Sint-Truidense cijnshoven van de gilde van de H. Geest en van Coeninxhem alias Vor Tgaet, oorkonden dat Katlijne van Schoenbeeck, priores van Nonnemielen aan Eva Haex, kosteres, erfelijk heeft opgedragen, om een dagelijkse mis te funderen voor haar ouders: - 10 gouden Peters, die zij jaarlijks genoot in de munt te Sint-Truiden, gelegen in de Schuurovenstraat. - 15, 5 mudden spelt, op een huis te Lieck. - 3 bunders akkerland, te Sint-Truiden, gelegen op het cijnshof der Clerics capelle. Uit de opbrengst van dit laatste zijn jaarlijks 2 mudden rogge bestemd voor de religieuzen, dat betekent 1/2 vat rogge voor elke joffrouw, "alst convent vol were", terwijl 2 andere mudden rogge als lijfrente gaan naar Margriet Raymekers, vroegere dienstmaagd van de priores. Gilde van de H. Geest: meier: Wouter Nijs. Laten: Jan Cuypers; Flips en Henric Copij, gebroeders; Jan van Fleymale. Hof van Coninxhem: Meier Jan Alarts, priester. Laten: Henric Copij; Wouter Nijs; Bauwen Zuerinx; Jan Alarts; Claes Moesmans, kanghietere. 1473, 20 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Linkerhelft van de plica afgescheurd in de vouw. Zeven zegels verdwenen. In de plica vier horizontale gleufjes. Sporen van nog drie gleuven in de vouw. Inkt zeer sterk verbleekt. Horizontaal dubbel gevouwen. Vroeger horizontaal dubbel, vertikaal in vieren geplooid. H: 230 mm. B: 315 mm.Onuitgegeven. | 200 | Int jair der gheboirten ons heren Jhesu Christi duysent vierhondert drijentsventich inder maent van Octobris des vierten daichs. De schout en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat voor hen verschenen Katherine van Schoenbeecke, priores, en Eva Haex, kosteres, met de bedoeling erfelijk een dagelijkse leesmis te funderen voor de ouders van de eerstgenoemde. Hiervoor besteedt zij erfelijk: - 10 gouden Peters, die zij jaarlijks genoot in de munt te Sint-Truiden, gelegen in de Schuuroverstraat. - 15, 5 mudden spelt, jaarlijks op een huis te Lieck. - 3 bunders akkerland, gelegen te Sint-Truiden, op het cijnshof der Clerics capelle. Schout: Coenraet Sanders. Schepenen: Flips Copij; Joeris vander Lare alias van Mynsinghen der Alde; Art vanden Bossche: Willem van Lamijns; Pauwels Mensen; Jan Menten. 1473, 4 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Acht horizontale gleufjes in de plica. Onderaan omgeplooid. Vroeger horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: 155 mm. B: 290 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 116. | 201 | Dit geschiede inden jare ons heren Jhesu Christi duysent vierhondert vierentseventich des vertienste daechs in februario. De meier en de schepenen van het hooggerechtshof te Gingelom oorkonden dat Peter Tuteler 6 roeden grond, gelegen aan de Baerlostraat, die hij met Catherijn van Scoenbeeck en Eva Haex, pitantiemeesteressen had verwisseld tegen 5 roeden land op de Mercderstraat, opdraagt ten voordele van de pitantie van Nonnemielen. Meier: Vranck Spruiten. Schepenen: Peter Tuteler; Wouter Sniders; Arnt Smeyers; Jan Tolen; Arnt Tienarts, Rener Hollants; Peter Michiels. 1474, 14 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de Loonse bank verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Horizontaal in tweeën, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 210 mm. B: 250 mm. H plica: 25 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 116. | 202 | Int jaer ons liefs heren duysent vierhondert ende vijfenseventich in sprockille neghen daghe. De meier en de laten van het laathof te Bommershoven oorkonden dat Willem Meyers als erfgenaam van zijn broeder Leys Smeyers zijn recht van vernadering inroept op 6 roeden beemd, door priores Maria Pollaerts van Hoelen, indertijd van zijn broer gekocht. Dit wordt hem verleend na voorlegging van bewijsstukken door Coenraet Alexanders, alias van Crieckenbeeck, zaakwaarnemer van de priores. Daarop verkoopt Willem Meyers aan Nonnemielen een erfrente van 1 Rg. te betalen in 20 st. Bourgondisch, op een stuk beemd, gelegen bij dat kuyck broeck. Deze akte is bezegeld door de schepenen van de Loonse bank. Meier: Jannes van Bomhershoven alias Ghersten. Laten: Otto Otten; Gheert vander Masen, anders van Waelhoerne; Gielis Mollers; Aert Tswinnen; Wouter vanden Stucken. Loonse schepenen: Gheret van Waelhoerne; Nijs vanden Schelve; Jan van Bost; Otte Otten; Leenart Scats; Willem van Lammijs; Kerstiaen vanden Lare. 1475, 9 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Acht horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: 256 mm. B: 228 mm. H plica: 14 mm.Onuitgegeven. | 203 | Inden jair ons heren Jhesu Christi dusent vierhondert vijffentseventoch des neghentesinte daechs in iunic. De meier en de laten van het hooggerecht te Gingelom erkennen de rechten die Jan Boyen, zaakwaarnemer van Nonnemielen laat gelden op 2 mudden koren en 2 stukken land, gelegen achter den wijnhof te Camerijck, het ene 12, het andere 14 roeden groot. Meier: Vranck Spruten. Schepenen: Peter Tutelers; Wouter Snijders; Ardt Smeiers; Jan Toelen; Ardt Tienarts; Peter Michiels; Wilhelm vander Assch natuurlijk. 1475, 19 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleufjes in de plica, waarvan het derde en zevende uitgescheurd zijn. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zessen geplooid. H: 162 mm. B: 326 mm. H plica: 8 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 116. | 204 | Inden jare ons heren dusent vierhondert vijfentseventoch in septembri des eentwintochste daechs. De meier en de schepenen van het hof van Andennen te Gingelom oorkonden dat Anna van Hamell, vrouwe van Boxmeer, Spalbeek enz., met haar momber Tilman Smeyers om bekrachtiging verzoekt van haar rechten op 1/2 mud koren, geldend op een zille grond, gelegen aan de Attenhovense weg, bij de bezittingen van Heyn en Ard Conkus. Dit graan, dat bestemd is om onder de zusters van het klooster verdeeld te worden op de jaargetijdendag van Gheret van Scoenbeeck, zijn vrouw en twee kinderen; - ouders, broer en zuster van priores Catherina van Schoenbeeck - werd aangenomen door Ardt Visschers. Meier: Peter Tutelers. Schepenen: Ardt Smeyers; Ardt Tienarts; Ardt Visschers; Librecht venden Roede; Rener Hollands; Jan Tutelers. 1475, 21 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan andere akte gehecht. Acht horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal in tweeën, vroeger horizontaal en vertikaal in drieën gevouwen. H: 145 mm. B: 215 mm. H plica: 13 mm.Onuitgegeven. | 205 | Inden jare ons heren Jhesu Christi dusent vierhondert vijfentseventich. De meier en de schepenen van het cijnshof dat te Gingelom toebehoort aan de priores van Andennen, doen kond dat Peter Tutelers 4 roeden land; als onderpand voor 2 mudden koren, geldend op 16 roeden grond, heeft opgedragen in de handen van Jan Boyen, rentmeester van Nonnemielen. Meier: Peter Tutelers. Schepenen: Ardt Smeiers; Ardt Tienarts; Ardt Visschers; Librecht vanden Roede; Rener Hollants; Jan Tutelers. 1475,. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegels verdwenen. Acht horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: 167 mm. B: 250 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 117. | 206 | Ghegeven inden jare der gheboerten ons heren Jhesu Christi, doen men screef duysent vierhondert ende sessentseventich in julio sevenentwintich daghe. De schout en de schepenen van de priores van Mielen oorkonden dat Stas Stas 2 Rg. jaarlijks en erfelijk verkocht heeft aan Ozielie van Tylle, religieuze te Mielen, tegen 20 st. lopende koers de gulden, op een huis, panhuis met ketel en kuipen, hof en toebehoren, gelegen te Mielen, belast met een auwen swertte grondcijns aan de vrouwe van Mielen, met 1 1/2 Rg. aan Willem Greven en 2 vaten koren aan de erfgenamen van Jan van Ghelmen. De 24 g. werden door Ozielie van Tylle overgedragen aan Eva Haex ten voordele van de pitantie, voor het zieleheil van Katherine van Tylle, tante van Ozielie. Schout: Coenraet Zanders, alias van Criekenbeeck. Schepenen: Aert vanden Bossche; Flips Copis; Jan Menten; Pouwels Mensen; Rygaut van Staple; Willem van Lammijs; Jorijs vanden Lare. 1476, 27 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. H: 200 mm. B: 310 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 117. | 207 | Fait lan de grace delle nat. nre. Sing. Jhu. Crist mille quattre cens et L XXVll et moys de julle XXI jours. De meier en de schepenen van Walshoutem oorkonden dat Johanne, weduwe van Gisebert de Cortis, Johan de Ragget, man van haar dochter Alit; Libert Wilhem, Gertrud, Jannon en Christine, wettige kinderen van wijlen Gisebert, afstand doen van hun rechten op 1/2 bunder en 7 grote roeden land, gelegen te Walshoutem, in cortiseas de Brouck in chaucee de Bram Bram (Brabant?); ten voordele van het klooster van Mielen, in handen van Johan Boyen, voorganger van dit klooster. 1477, 21 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Acht horizontale gleufjes in de plica. Perkament licht beschadigd. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: rechts: 221 mm; links: 226 mm. B: boven: 224 mm; onder: 220 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 117. | 208 | Ghegeven inden jare der gheboerten ons heren doen men screef duysent vierhondert ende sevenentseventich in november acht daghe. De schout en de schepenen van ridder Raes van Guigoven in zijn schepenbank en heerlijkheid van Gorsem oorkonden dat Henrick de Zalighe door bemiddeling van Coenraet Zanders alias van Criekenbeeck, van het konvent van Mielen de watermolen ten Eeckhout. met alle toebehoren, en daarbij een beemd, in de nabijheid gelegen, heeft bekomen in ruil voor 45 grote roeden land bij het goed van de pastoor van Gorsem, en 16 grote roeden met 15 korte roeden, gelegen opden Eselspat, bij de bezittingen van Pauwels Mensen. Schout: Pouwels Mensen. Schepenen: Wouter vanden Leene. Jan Menten; Jan van Hamme; Gervaes Scats; Lambrecht van Stapele; Jorijs vanden Lare; Jan vander Panbrugghen. 1477, 8 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: 165 mm. B: boven: 235 mm; onder 230 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 117. | 209 | Gegeven int jaer der geborten Christi duysent vierhondert achtenseventich in. De meier en de laten van het cijnshof van Wesemale te Sint-Truiden oorkonden dat Claes Tielens vanden Roye, drie jaar vroeger aan wijlen Willem vander Kempenen de Alde een jaarlijkse erfcijns van een mud koren verkocht heeft op ongeveer 17 roeden eussels, gelegen ten Rode. bij de bezittingen van de abt van Sïnt-Truiden. Op verzoek van Claes Zebouts, momber van zijn vrouw, optredend in de naam vanzijn mede-erfgenamen, wettige kinderen van Willem vander Kempenen, wordt deze akte nu bekrachtigd en bezegeld door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Hof van Wesemale: Meier: Reyner Oliviers. Laten: Roeben Tsgroets; Mathews van Gutsenhoeven; Henrick Zebouts; Henrick van Hoye. Schepenbank: Schout: Art vanden Bossche. Schepenen: Jan van Sprolatten; Flips Copi; Art Vos; Robrecht van Hinnensdale. 1478,. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel. Perkament. Door vijf horizontale gleuven in de plica, dubbele perkamenten staarten, zegelfragmenten in groene was en zegel van Willem Roderbosch en Henrick Zelichs. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 172 mm. B: boven: 266 mm; onder: 260 mm. H plica; rechts: 9 mm; links: 11 mm.Onuitgegeven. | 210 | Gegheven int jaer ons heren Jhesu Christi XIlllc neghentseventich inder maent van merte des sevenentwintichste daichs. De meier en de laten van het cijnshof van de kellerij van Nonnemielen te Sint-Truiden oorkonden dat Gheert Warniers van Liebrecht Bouten, wegens het in gebreke blijven bij het betalen van een jaarlijkse erfcijns van 2 Rg., zijn rechten op een hof met toebehoren eist, gelegen buiten de Stapelporte op de weg naar HaImaal. Deze akte werd voorgelegd aan en bezegeld door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof van de kellerij: Meier: Conraet Zanders. Laten: Philips Copij; Rygaut van Stapele; Pauwels Meenzen; Jan Menten, wen te Mielen; Jan Vrijman; Johannes van Beesde. Schepenbank: Schout: Willem Roderbosch; Schepenen: Philips Copij; Henrick Zelichs; Rygaut van Stapele; Vasterart van Verssen. 1479, 27 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels. Zeven horizontale gleufjes in de plica, waarboven de namen van de zegelaars. Gaten in perkament en in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zessen geplooid. H: 185 mm. B: boven: 462 mm; onder: 444 mm. H plica: 28 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 118. | 211 | Gheschiet inden jare ons lieffs heren Jhese Christi doen men screeff dusent vierhondert neghen ende tseventich in die maent van octobre den eelffden dach. De schout en de schepenen van de bank van Liek oorkonden dat Rigault van Tille; als man en voogd van Oude van Boellen, aan Jan Boyen, optredend in naam van Katherine van Schoenbeeck, priores van Nonnemielen, 5 mudden spelt jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op 30 roeden land, aan de weg van Liek naar Rukkelingen. Schout: Ghilis Cleynen; Schepenen: Jaquennen vander Novilhen; Jan van Lycke; Jan Claes; Gerijt der Vleeshouwer; Gerard vander Tomben; Sander van Worme. 1479, 11 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleuven in de plica. Horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel geplooid. H: 150 mm. B: 250 mm. H plica 25 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 118. | 212 | Ghegeven inden jare der saligher gheboerten ons Jhesu Christi doen men screef duysent vierhondert ende tachentich in appril sessentwintich daghe. De meier en de laten van het cijnshof te Metsteren, toebehorend aan het klooster van Nonnemielen, oorkonden dat Willem van Hasselt aan Jan Stas jaarlijks en erfelijk 3 grijpen, lopende koers van Sint-Truiden, schuldig is op huis en hof, met toebehoren, gelegen te Metsteren. Van deze 3 grijpen moet Willem binnen dezes jaren er 2 1/2 afkopen tegen 20 Rg. Deze overeenkomst werd bezegeld door de schout en de schepenen van de bank van Nonnemielen. Laathof; Meier: Coenraet Zanders. Laten: Jan Menten, wen en schepen te Mielen; Aert der Raemekere; Henrick van Hasselt; Jan Cole. Schepenbank: Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Jan Menten; Pauwels Mensen; Jan van Hamme; Jacob Ruysgart. 1480, 26 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 172 mm. B: 251 mm. H plica: 13 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 118. | 213 | Geschiet intiaer der geborten ons liefs heren Jhesu Christi doemen screeff duysent vierhondert tachentich inder maent van november des thiende daigs. De meier en de laten van het cijnshof van Henrick van Herkenraide te Sint-Truiden bevestigen het recht van Nonnemielen, door Conrart Sanders opgeëist wegens het in gebreke blijven van cijnsbetalingen, op een hoefken, eigendom van Beate Wagemans, en gelegen tussen haar bakhuis en de steegnaast de hof van de Derde Orde. Deze akte werd bezegeld door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: Meier: Jannes Gilsen. Laten: Laureis Tsgroets; Mathews van Gutsenhoeven; Laureis van Horne; Jannes van Biest. Schepenbank: Schout: Art vanden Bossche. Schepenen: Flips Copij; Rigoult van Stapele; Art Vos; Willem vander Kempenen. 1480, 10 november. | 1 stuk | ||||||
Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 118-119. | 214 | Ghegheven ende verlient int jaer van enentachtentich des veertijende dachte van meert. De meier en de laten van het cijnshof van Guylick, gelegen in de heerlijkheid Hoepertingen en toebehorend aan Jan van Alst en Henrick van Meersnyel, oorkonden dat bovengenoemde Jan en Hendrik afzien van hun rechten op een paardskeure. die gehecht was aan een pand, toebehorend aan het godshuis Nonnemielen. Meier: Dieric Stas. Laten: Jan Biestervelt; Maes Coelen; Gherid Borhelijnc; Dieric Stas; Herman Bertholeyns; Ghert Obrechts; Jannes van Fleymael. A. Origineel: Perkament. Geen zegels. Vijf horizontale gleuven in de plica. Vroeger horizontaal dubbel en vertikaal in vieren gevouwen. H: 132 mm. B: 255 mm. H plica 28 mm. 1481, 14 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Acht horizontale gleufjes in de plica. Hori-zontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: rechts: 163 mm; links: 160 mm. B: boven: 302 mm; onder: 296 mm. H plica: rechts: 25 mm: links: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 119. | 215 | Ghegeven inden jare der saligher gheboerten Jhesu Christi doen men screef duysent vierhondert ende enentachtentich in oext maent dertheen daghe. De schout en de schepenen van de bank van Nonnemielen oorkonden dat zij Anthonis, Katherine, Cristine en Barbara; kinderen van Jan vanden Wyer gegicht hebben in een bunder land, gelegen te Nonnemielen. Deze bunder werd door Anthonis verkocht aan Ozielie van Tylle die Auwe, ten voordele van de kosterij van Nonnemielen. Hiervoor moest Anthonis afstand doen van zijn kindsgedeelte op deze bunder, waarna hij en zijn vader beloofden dat de drie meisjes hetzelfde zouden doen bij hun meerderjarigheid. Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Aert vanden Bossche; Flips Copij; Jan Menten; Pouwels Mensen; Rykaut van Stapele; Jan van Hamme; Jacob Ruysgaert. 1481, 13 augustus. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Horizon-tale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 243 mm. B: 390 mm. H plica: 45 mm. | 216 | Sour lan de gransce mille quattrecens quattrevings et ung de mois de septembre le vinte quattrieme jour. De meier en de schepenen van Herstal oorkonden dat op 4 mei 1481 Johan de Chayne, le machon (metselaar), 3 bunders en 2 roeden gelegen in le grand Foxhalle en een bunder gelegen in "le petit Foxhalle", heeft opgedragen aan Rigaul de Thys, schepen van Herstal. Meier: Willemine de Dalem. Schepenen: Johan delle Boverie; Johan en Pollen van Waroux; Willemine Martral van Boicbaix; Willemme Russelet; Gerarde Sclachin. 1481, 24 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Acht horizontale gleufjes in de plica. Zegel van Lambert van Stapele. Horizontaal dubbel, vroeger horizontaal en vertikaal in vieren gevouwen. H: 182 mm. B: 235 mm. H plica: 28 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 119. | 217 | Ghegeven inden jare der gheboerten ons heren doen men screef duysent vierhondert ende tweentachtentich in loemanet vijf daghe. De schout en de schepenen van ridder Raes van Guigoven in zijn heerlijkheid Gorsem, oorkonden dat Jannes Ghilsen een jaarlijkse erfcijns van 1/2 mud koren verkocht heeft aan Coenraet Zanders, gevolmachtigde van Marie Pollens van Hoelen, religieuze te Mielen, geldend op een huis en hof met toebehoren, gelegen te Gorsem bij de straat naar Duras. Schout: Pouwels Mensen. Schepenen: Wouter vanden Leene; Jan Menten; Jan van Hamme; Lambrecht van Stapele; Jan vander Panbrugghe; Jan Bollis; Coenraet Zanders. 1482, 5 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Kloosterzegel verdwenen uit de plica. Horizontaal dubbel, vroeger vertikaal in vieren gevouwen. H: 158 mm. B: 237 mm. H plica: 21 mm.Uitgegeven: WOLTERS, Milen, p. 74, nr. 28. | 218 | Inden jare ons heren doen men screef duysent vierhondert ende drijentachtentich in julio acht daghe. Katherine van Schoenbeeck, priores en het konvent van Nonnemielen, oorkonden dat zij omwille van de lasten veroorzaakt door de oorlog tussen Maximiliaan van Oostenrijk en Luik, aan Margriet Raymekers een jaarlijkse erfcijns van 3 1/2 mudden koren verkocht hebben op een stuk land, geheten Mielevelt, gelegen tussen Sint-Truiden en Gorsem. Koopster bestemt deze cijns voor de kosterij van Mielen om missen te lezen en te verdelen onder de armen. Ondertekenaars zijn de priores en de oudste joffrouwen: Eva Haex; Marie Pollens; Ozielie van Tylle; Johanna Squaden; Catherine Roesmont; Gheertrut Hesbeens. 1483, 8 juli. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie - Perkament. Geen plica of zegels. Horizontaal dubbel vertikaal vroeger eveeens dubbel geplooid. Scheuren in de linker bovenzijde en in het müdendeel van het perkament. H: 160 mm. B: 295 mm.Onuitgegeven. | 219 | Le VIe jour du mois de febirier lan XIIIIc LXXX et cincq. Conrart Sanders vraagt in naam van het klooster van Nonnemielen aan Jehan de Cortenbach, luitenant (bij de leenzaal van Kuringen) de verheffing van een erfrente van 3 Luikse marken op de tol van Tongeren, die het klooster toekomt volgens een oorkonde van 1272. feria quarta ante Pentecostes. (1272, 8 juni). Getuigen: Rigalo de Stapel; Jehan Gilson; Johan Dordingen; Conrad Sanders en verscheidene anderen. 1485, 6 februari. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 210 mm. B: 470 mm. H plica: 25 mm.Onuitgegeven. | 220 | Sour lan de graesce mil quattrecens quattrevingts et syes de moix de jenvier le vingt quattreyme jour. De meier en de schepenen van Herstal oorkonden dat hun kollega Johan Gulardin op 17 februari 1485 een erfrente van 2 vaten spelt heeft opgedragen ten voordele van Rigaul de This, schepen te Luik en te Herstal. Meier: Johan le Poulain van Waroux; Johan delle Boverie; Willemme Martral van Boubaix; Johan Gulardin van Herstal. 1486, 24 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: rechts: 150 mm; links: 153 mm. B: boven: 259 mm; onder: 248 mm. 11 plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 119. | 221 | Ghegheven inden jare der gheboerten ons heren doemen screef duysent vierhondert ende sevenentachtentich in december dertich daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens cijnshof, geheten "Hoff van Merwele", toebehorend aan de erfgenamen van Herman van Mettecoven, oorkonden dat Clemente van Mettecoven aan Peter van Hamme anderhalve bunder land, gelegen omtrent den Roye op Stinckersroet, verkocht heeft tegen 5 grijpen en 5 st. als lijfrente, die na haar dood zullen gaan naar het klooster van Nonnemielen. Hof van merwele: Meier: Dierick van Ordinghen. Laten en Schepenen: Roebeert vanden Roekout; Henrich van Lechi; Jannes Ghilsen; Laat: Jannes Wiemen. Schepenbank: Schout: Jan Ghisbrechs, schout van abt Anthoenis van Berghe. Schepenen: Rijkout van Stapel; Robeert van de Roekout; Henrick van Lechi; Jannes Ghilsen. 1486, 30 december (n. s. ). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf horizontale gleufjes in de plica, zegelfragmenten van zegel van Anthoenis vanden Lare aan dubbele perkamenten staart. Vroeger horizontaal in drieën, vertikaal in vieren geplooid. H: 150 mm. B: boven: 260 mm; onder: 248 mm. H plica: 12 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 120. | 222 | Gegheven inden jare der ghebuerten ons heren doen men screef duysent vierhondert ende achtentachtentich in sprockille sestheen daghe. De meier en de laten van het laathof te Metsteren, toebehorend aan de priores van Nonnemielen oorkonden dat Katherine van Schoenbeeck een hof met toebehoren liggend te Zypinghen, in erfcijns heeft gegeven voor 28 st., koers van Sint-Truiden, jaarlijks, aan Katherine vanden Bosche. Deze overdracht werd bezegeld door de schout en de schepenen van de bank van Nonnemielen. Laathof: Meier: Coenraet Zanders. Laten: Jan Menten; Aert der Raemeker; Stas Stas; Jan der Slachmoler; Jacob Zanders; Schepenbank: Schout: Zanders. Schepenen: Menten, bovenvermeld; Jan van Hamme; Anthoenis vanden Lare; Henrick Zelims. 1488, 16 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels. Acht horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: rechts: 177 mm; links; 172 mm. B: boven: 275 mm; onder: 268 mm. H plica: 39 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 120. | 223 | Gegeven int jaer der geboerten Jeshu Christi duysent vierhondert negenentachtentich en decembris des vijfde daigs. De meier en de laten van het cijnshof van proost Gowart vander Borch te Sint-Truiden, oorkonden dat broeder Art Kellere, pater van Sint-Jeronymusdal een huis en hof met toebehoren, gelegen te Sint-Truiden opten Borchgracht geruild heeft met Henrick van Lechi tegen 2 bunders akkerland, gelegen inden gulden boedern, 6 roeden akkerland, gelegen tussen Zepperen en Ordingen, en 6 vaten koren erfelijk. Deze ruil werd bezegeld door de proost, de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: Meier: Dierick Vasterarts alias van Ordingen. Laten: Pouwels Abertijns; Jan Ghisebrechts; Jannes van Reick; Robeert vanden Rouckout; Carle Oebrechts; Jannes vanden Steynenhuis; Laureis van Horne; Jannes Wyemen; Franciscus Zurinx. Schepenbank: Proost: Gowart vander Borch. Schout: Jan Ghisebrechts. Schepenen: Rigault van Stapele; Jannes van Reich; Robeert vanden Rouchout; Carle Oebrechs. 1489, 5 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels. Vijf horizontale gleufjes in de plica, waarboven de namen van de zegelaars. Horizontaal dubbel, vroeger vertikaal in vieren gevouwen. H: 150 mm. B: 280 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 120. | 224 | Ghegeven inde jare der heylighe ende saligher gheboerten ons heren Jhesu Christi doen men screef duysent vierhondert ende neghentich in junio sessentwintich daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens laathof, toebehorend aan het kapittel van de O.-L. Vrouwkerk, geheten der vijf altaer hoff, oorkonden dat jonker Lauwereys van Hamele aan Coenraet Zanders, voorganger van Katherina van Schoenbeeck, priores van Nonnemielen, een beemd verkocht heeft, gelegen bij de molen te Metsteren, aan de Molenbeek. Deze verkoop werd bekrachtigd door de schout van abt Anthoenis van Berghe en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier: Aert Greven. Laten: Henrick Moenen; Jan van Hamme; Aert van Rummen; Jan Pulinx; Willem Corduaens. Schepenbank: Schout: Jan Ghijsbrechts. Schepenen: Rykaut van Stapele; Henrick van Lechij; Willem Zeylinx; Jan Copijs; zoon van Henrick Copijs. 1490, 26 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: 160 mm. B: 208 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 121. | 225 | Dit geciede int jaer ons heren dusent vierhondert endeeen en neghentich des achtentwintochtsten dach van meye. De meier en de schepenen van het prinsbisschoppelijk laathof te Muizen oorkonden dat Coenraet Zanders, in naam van het klooster van Nonnemielen de verheffing verzoekt, na de dood van joffrouw Christine Cruyders, in leven religieuze te Mielen, van 12 roeden land, gelegen aan de weg naar Aalst, die haar toekwamen na de dood van haar vader Jan Cruyders, gestorven in het jaar van deze akte. Meier: Jan van Loen alias van Cuttekoven. Schepenen: Stas Robijns; Ghert van Bruxhen; Art van Elderen; Lembrecht van Stapel; Reyner van Hercke; Symon Wanten. 1491, 28 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H : rechts : 190 mm; links ; 197 mm. B : 260 mm. H plica : 21 mm. | 226 | Inden jare ons heren Jhesu Christi dusent vierhondert twe intnegentich in octobri. De meier en de laten van het hof van Nyssem te Gingelom oorkonden dat beslag werd gelegd op het pandgoed van Lambrecht Smeets, gelegen te Gingelom aan de Kiezelstraat. Na oproepen van de schuldeisers, en overdracht van de zaak aan het hoechgerichte van Gingelom, kreeg Peter Nijs, zaakwaarnemer voor de priores van Nonnemielen erkenning van de rechten van het klooster op dit pand. Meier: Henrick Smeyers. Laten: Stheven Bogaerts; Jan Stas; Jan Danels; Henric Vorstermans. 1492, oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Negen horizontale gleufjes in de plica, waarvan het tweede en derde links uitgescheurd zijn. Perkament beschadigd en onleesbaar rond de horizontale middenplooi. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën gevouwen.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 121. | 227 | Ghegeven inden jare der saligher ghebuerte ons heer Jhesu Chris te doen men screef duysent vierhondert ende drijenneghentich in mert vijfentwintich daghe. De schout en de schepenen van de bank van Nonnemielen oorkonden dat Jan Leenarts van Jacob Cole, gevolmachtigde voor depriores van Nonnemielen, een stuk land gepacht heeft, gelegen bij Sint-Truiden, bij de Enghelbampt, voor 5 Rg. jaarlijks en een grondcijns van 4 oude groten en 4 Kapuinen. Schout: Coenraet Zanders; Schepenen: Jan Menten; Rijkaut van Stapele; Jan van Hamme; Henrick van Lechij; Anthoenis vande Lare, wenne te Minsinghen; Flips Copijs; Willem Pelsers. 1493, 25 maart. | 1 stuk | ||||||
Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 121. | 228 | Inden jare ons heren geboerte duysent vierhondert sevenendenegentich des tweendetwintichste daechs der maent decembris. Henrick vander Heyden, pater van het klooster van Zepperen en minister-generaal van de Derde Orde, ratificeert de grondwisseling tussen het konvent opden Steynart te Sint-Truiden en Henrick van Lechy alias Amelijs, schepen van dezelfde stad. Hij bevestigt ook dat Henrick 2 bunders en 6 roeden heeft teruggekocht, met alle verplichtingen, die erop rusten. A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan een andere oorkonde bevestigd. Drie horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: 128 mm. B: 279 mm. H plica: 15 mm. 1497, 22 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels meer. Zes horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal en horizontaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 248 mm: links: 255 mm. B: 255 mm. H plica: 30 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 122. | 229 | Int jaer der geborten ons Heren Jhesu Christi doemen screeff duysent vierhondert achtennegentich inder mey des sevende daigs. De meier en de laten van de Sint-Truidense laathoven van de Heilige Geest en van Coeninxhem, oorkonden dat Ozielie van Tille, priores van Nonnemielen, Katherine van Home, en Eva Haex, ten behoeve van de kosterij, de munt, gelegen in de Scuerhovenstraet, met haar toebehoren en 10 gouden Peters, die de kosterij daarop jaarlijks deed gelden geruild hebben voor twee stukken land respektievelijk 16 en 15 roeden groot, gelegen op de Dooden Berch, en een Rijnsgulden jaarlijks, op een goed, gelegen te Nieuwenhuizen. Bezegeld door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. H. Geesthof: Meier: Machiel Tsgroets. Laten: Jan van Reick; Robeert vanden Rouschout; Jannes Wyemen; Henrick Bloemen, bakker. Hof van Coeninxhem: Meier: Kerstiaen Alarts. Laten: Jan van Reick; Robeert vanden Rouchout; Vasterart van Verssen; Jannes Weymen. Schepenbank: Schout: Jan Ghisebrechts. Schepenen: Jan van Reick; Robeert vanden Rouchout; Carle van Goten; Jan Bollis. 1498, 7 mei,. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels; Vijf horizontale gleuven in de plica. Oorspronkelijk als transfix aan een andere oorkonde gehecht. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 165 mm. B: 270 mm. H plica: 30 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 122. | 230 | Int jaer der saliger geborten ons liefs heeren Jhesu Christi doemen screeff duysent vierhondert achtennegentich in mey vierthien dage. Op verzoek van Jan Int Scep hebben schout en schepenen van Sint-Truiden den noetbauwe van de munt geïnspecteerd en het gebouw met toebehoren in zeer vervallen staat bevonden. Schout van de prinsbisschop: Everart van Haren. Schepenen: Jan van Reick; Willem Zelichs: Jan Copi; zoon van Willem; Jan Copi, zoon van Henrick. 1498, 14 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Acht gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. Zwaar beschadigd en gedeeltelijk onleesbaar langsheen de rechter vertikale plooi. H. ? 155 mm. B: 236 mm. H plica: 12 mm.Onuigegeven | 231 | Inden jare der saligher gheboerten ons heren Jhesu Crhiste doen men screef duysent vierhondert ende achtenneghentich in junio derteen daghe. De schout van priores Ozielie van Tylle en de schepenen van de bank van Nonnemielen doen uitspraak in een geschil tussen Willem van Ordingen en vier gesworen moelensleghers van Sint-Truiden, in verband met een resbalc. Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Rijkaut van Stapele, Jan van Hamme; Henrick van Lechy; Anthoenis vanden Lare, wenne te Minsinghen; Flips Copijs; Willem Pelsers; Jannes Menten. Moelensleghers: .....wenberchs; Aert Noetens; Pauwels Zeeghers; Willem vander Eyken. 1498, 13 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 165 mm. B: boven: 222 mm: onder: 215 mm. H plica: 19 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 122. | 232 | Int jaer XIIIIc achtennegentich in septembri elff dage. De meier en de schepenen van het Sint-Truidense proosthof te Staden oorkonden dat Merten Loësen heeft opgedragen in de handen van Coenraet Zanders, 3 cijnsgulden, die de pitantie van Nonnemielen van oudsher reeds bezat op zijn hofstede, gelegen te Halmaal bij de Molenbeek, tegenover de Molen. Bezegeld door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: proost: Arde vanden Huys. Meier: Jannes Custers. Schepenen: Rigoult van Stapel; Geert Warniers; Jan Ghisebrechts; Carle Oebrechts. Schepenbank: Schout: Jan Ghisebrechts. 1498, 11 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels van Coenraet Zanders en van Lechy. Zegelfragmenten van van Stapel en Menten, in linnen zakjes aan dubbele perkamenten staart door fleufjes in de plica. Perkament vergaan en gedeeltelijk onleesbaar aan de rechterzijde en onderaan. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 150mm. B: 272. H plica: 12 mm.Onuitgegeven. | 233 | Ghegeven inden jare der saligher gheboerten ons heren Jhesu Christi doen men screef duysent vierhondert ende achtenneghentich in october twee. De schout van Ozielie van Tylle en de schepenen der bank van Nonnemielen, oorkonden dat Jan Smeyers aan Jannes Menten een jaarlijkse erfcijns heeft verkocht van een mud koren op 3 bunders land, bij Sint-Truiden, tussen het bos dat aan de Prins-Bisschop toebehoort en dat van Coenraet Zanders. Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Rykaut van Stapel; Jan van Hamme; Henrick van Lechy; Anthoenis vanden Lare; Flyps Copys; Willem Pelsers; Jannes Menten, te Mielen. 1498, 2 oktober. | 1 stuk | ||||||
Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: rechts: 177 mm; links: 167 mm. B, boven: 322 mm: onder: 310 mm. H plica: rechts: 12 mm links: 5 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 122-123. | 234 | Gegeven ind jaer der saligher gheboerten Jhesu Christi doen men screef duysent vijf hondert in octobri sesse daghe. De schout en de schepenen van Mielen oorkonden dat Ozielie van Tylle, priores, met toestemming van haar konvent een bunder en 18 grote roeden grond in erfpacht heeft uitgegeven aan Wouter Tyrions, tegen 17 vaten koren jaarlijks en een grondcijns van 2 oude groten en een kapuin per bunder. Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Rijkaut van Stapele: Jan van Hamme; Henrick van Lechy; Anthoe nis vanden Lare, wen te Minsinghen; Fflips Copys; Willem Pelsers; Jannes Menten, wen te Mielen. 1500, 6 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Acht horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: 215 mm. B: 255 mm. H plica: rechts: 25 mm; links: 14 mm.Onuitgegeven. | 235 | Ghegeven ind jaer der saligher gheboerte ons heren Jhesu Christi doen men screef duysent vijfhondert ende twe in Sprockille vijf daghe. De schout en de schepenen van Mielen oorkonden dat Ozielie van Tylle, priores, aan Leys van Riekdel heeft uitgegeven in erfpacht 4 1/2 bunder en 3 grote roeden grond, gelegen te Mielen, voor 17 vaten koren per bunder en 2 groten met 2 kapuinen als grondcijns. Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Rykaut van Stapele; Jan van Hamme; Henrick van Lechy; Anthoenis vanden Lare; Flips Copys; Willem Pelsers; Jannes Menten, wenne te Mielen. 1502, 5 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament; Als transfix gehecht aan devorige oorkonde. H: 87 mm. B: 137 mm. H plica: 7 mm.Onuitgegeven. | 236 | Ghegeven ind jaer ons heren doen screef XVc ende twee in sorickille vijf daghe. Jannes Menten en Louwerijs Richdel getuigen voor de schout en de schepenen van Mielen, dat de 4 1/ 2 bunders, door Ozielie van Tylle aan Richdel verpacht, volgens de bevindingen van de landmeter, grenzen aan de grond van de priores, beneden den wingart. 1502, 5 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen, zes horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 185 mm; links: 182 mm. B: boven: 235 mm; onder: 232 mm. H plica: rechts: 20 mm; links ?: 18 ??.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Mielen, p. 123. | 237 | Ghegeven inden jare der saligher gheboerten ons heren jhesu Christi doen men screef dussent vijff hondert ende twee in mert. De schout en de schepenen van jonker Raes van Guigoven in zijn bank te Gorsem, oorkonden dat Ghielis Cole van Coenraet Zanders, als zaakwaarnemer van Nonnemielen, een beemd en een stuk land in erfpacht heeft genomen tegen jaarlijkse betaling van de grondcijns en 6 Rg. ten voordele van de pitantie en de kosterij van Nonnemielen. Schout: Augustijn Gherinx. Schepenen: Coenraet Zanders; Anthoenis vanden Lare; Henrick Laduens; Jannes Menten, wen te Mielen; Henrick Winckele alias van Kalsbeeck. 1502, Maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleufjes in de plica. Zeven horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren gevouwen. H: 140 mm. B: 260 mm. H plica: 9 mm.Onuitgegeven. | 238 | Ghegeven inden jare der gheboerten ons heren doen men screef duysent vijf hondert ende twee in appril sdsteen daghe. De schout en de schepenen van jonker Raes van Guigoven in zijn bank te Gorsem, oorkonden dat Mathijs Vos van Coenraet Zanders, als gevolmachtigde van priores Ozielie van Tylle, in erfpacht genomen heeft een beemd, gelegen in Gorsem, bij het goed van Jonker Willem van Horion van Ordingen, voor anderhalve Rijnsgulden, lopende koers van Sint-Truiden, jaarlijks. Schout: Augustijn Gherinx. Schepenen: Coenraet Zanders; Anthoenis vanden Lare; Jannes vanden Leene; Henrick Laduens; Jannes Menten, wen te Mielen; Henrick Winckelen, alias van Kalsbeeck. 1502, 16 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Volgens de opschriften boven de horizontale gleufjes in de plica, zijn de zegels verdwenen van Coenraet Zanders; Rykaut van Stapele', Jan van Hamme; Henrick van Lechy; Anthoenis vanden Lare; Flips Copijs; Willem Pelsers en Jannes Menten. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieëngeplooid. H: rechts: 150 mm; links: 155 mm. B: boven: 224 mm; onder: 215 mm. H plica: rechts: 16 mm; links: 13 mm.Onuitgegeven. | 239 | Ghegeven inden jare der saligher gheboerten ons Heren Jhesu Christi doen men screef duysent vijf hondert ende twee in julio sesteen daghe. De schout en de schepenen van priores Ozielie van Tylle in haar bank en heerlijkheid van Mielen, oorkonden dat Jan Stas van Coenraet Zanders een bos ontvangen heeft, waarvan de kosterij van Mielen jaarlijks 3 vaten koren trekt als pacht. Jan Stas heeft de 3 vaten koren opgedragen in handen van de schepenbank, met het bos als onderpand. Schout: Coenraet Zanders.Schepenen, niet met name genoemd. 1502, 16 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel verdwenen. Twee gaatjes in midden van de plica. Gedrukte aflaatbrief. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 155 mm. B: 240 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. | 240 | Die octavo mensis septembris Anno Domini M CCCCC secundo. Bisschop Raymundus, apostolisch legaat, verleent een aflaatbrief aan Oda de Fecht, religieuse te Nonnemielen. 1502, 8 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleufjes in de plica met fragmenten van zegelstaarten. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: rechts: 165 mm; links: 157 mm. B: 247 mm. H plica: 14 mm.Onuitgegeven. | 241 | Int jaer der saligher geborten ons liefs heeren Jhesu Christi vijf-tien hondert ende vijff inden mey des elfde daigs. De meier en de laten van het cijnshof van de kellerij van Nonnemielen te Sint-Truiden, oorkonden dat Lambrecht van Sint Jans der Jonge, in ruil voor een som van 21 Rg., aan Gowart Pickarts een erfrente verkocht heeft van 1 Rg. 20 St. de gulden, lopende koers van Sint-Truiden, op zijn huis met toebehoren, gelegen te Sint-Truiden in de Cloppenstrate, bij de stadsvesten. Deze overdracht wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier: Jan Menten der Alde. Laten: Henrick van Lexhi; meester Henrick van Herckenraede; Mercielis van Holzete; Jan Menten der Jonge; Carle Strune. Schepenbank: Schout: Pouwels Abertijns; Schepenen: Henrick van Lexhi; Jan Copi; Mercielis van Holete; Jan van Mettecoven. 1505, 11 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Negen horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: rechts: 215 mm; links: 225 mm. B: boven: 410 mm; onder: 405 mm. H plica: rechts: 28 mm; links: 34 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 123. | 242 | Inden jare der saligher gheboorten ons lieffs heren Jhesu Christi doemen screeff XVc ende elff in julio opden XXII sten dach. De schout en de schepenen van Alken bekrachtigen op verzoek van Mambrecht van Schoenbick, in naam van Katrijne van Hoerne, abdis van Nonnemielen, een oorkonde van 19 juni 1508: Francis Bruninck alias van Nerom staat het vruchtgebruik op bepaalde bezittingen te Alken af aan zijn kinderen Francisken, Willem, Wouter en de onmondige Merlien, die het op hun beurt overdragen aan het klooster van Mielen, dat erin gegicht wordt door bemiddeling van Gheert Scosertii, op 15 februari 1509. Schout: Johan Hilma. Schepenen: Willem Mobben; Willem Persoens; Jan Jorijs; Jaspaert vander Lijnden; Gherijt vanden Hove; Jannes vanden Hove. 1511, 22 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit acht horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. Geëndosseerd: akte van schout en schepenen van Gingelom van 9 juli 1548 over dezelfde erfcijns. H: rechts: 182 mm; links: 188 mm. B: boven: 310 mm: onder: 302 mm. H plica: 35 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 124. | 243 | Ghescheyt ende gedaen inden jare der salyger geboertten ons liefs heeren Jhesu Christi doemen screeff duysent viefhondert ende vierthien inde maent den vierthiensten daege. De schout en de schepenen van Wezeren oorkonden dat Wouter Tuteleer, inwoner van Gingelom, voor 20 goudgulden, de gulden gerekend voor 28 st. aan Pieter Nijs, de wen van Camerijck, als gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen een jaarlijkse erfrente van een mud haert corn (tarwe of rogge), heeft opgedragen, op 13 grote roeden akkerland, op de Toemme kouter, bij de weg van Walsbets naar Baertommen. Schout: Willem van Baerle. Schepenen: Bauwen Laddoens; Aert Dangels; Jan Baex; Henrick Lambrechts; Mathijs Mottha; Henrick Boesmans; Andries Laddoens. Schepenen: Bauwen Laddoens; Aert Dangels; Jan Baex; Henrick Lambrechts; Mathijs Mottha; Henrick Boesmans; Andries Laddoens. 1514, 14 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: 162 mm. B: 250 mm. H plica: 25 mm.Onuitgegeven. Analayse: WOLTERS, Milen, p. 124. | 244 | Gescheit int jaer ons liefs heren Jhesu Christi vijfthien hondert ende vierthien inden apriel des sesde dachs. De meier - eigenaar en de eigengenoten van het Sint-Truidense hof Uttebroke oorkonden dat Aert Conis aan Jan Minten, wen te Nonnemielen, 6 Hoornse postulatusgulden, of hun tegenwaarde in andere munt, in jaarlijkse erfcijns verkocht heeft op zijn huis met schuren, stallen en toebehoren, gelegen te Sint-Truiden, in de straat, die van de Sautstrate naar Stoelborch loopt. Dit wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier en eigenaar: Gheert Waerniers. Laten: Crispijn van Mielen, Aert Severijns; Willem vander Velde; Fransus Zuerincks. Schepenbank: Sch out: Joes van Voerssen. Schepenen: Menten van Artun; Jannes van Mettecoven; Henrick van Jueck; Willem Ladduyns; 1514, 6 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Beschadiging in linker benedenhoek en rechts onder, waardoor gedeelten van de plica en gedeelte vande dateringsformule verdwenen is. H : 149 mm. B : 250 mm. H plica : 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 124. | 245 | Gescheit int jair ons liefs heren Jhesu Christi vijfthienhondert en vierthien in augusto des vierthiende dachs. De waarnemende meier en de laten van het prinsbisschoppelijke laathof te Sint-Truiden oorkonden dat Aert Conis aan de pitantie van Nonnemielen in erfcijns verkocht heeft, 20 oude groten, en 4 kapuinen, die hij jaarlijks ontving op een 1/ 2 bunder hof met boebehoren, gelegen buiten de muren van Sint-Truiden, te Schuurhoven, niet ver van de Juedenstrate. Als pand stelt hij een hof met goebehoren, liggend buiten de muren, bij de straat, die naar Brustem loopt. Deze akte wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier: Jannes vanden Steynenhuyse; waarnemend meier: Jan Bogaets. Laten: Gheert Waerniers; Henrick Ladduyns; Jan vander Creefte; Efransus Zuerincks. Schepenbank: Schout: Joes van Voerssen. Schepenen: Merten van Artum; Jannes van Mettecoven; Henrick van Jueck; Willem Ladduyns. 1514, 14 augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleufjes in de plica. Beschadigingen in de linker helft, op de horizontale middenplooi, waardoor enkele lijnen tekst onleesbaar. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 166 mm. B: boven: 258 mm; onder; 265 mm. 11 plica: rechts: 25; links: 22 mm.Onuitgegeven. | 246 | Inden jare onss heren dusent vijfhondert ende vijftheene en aprille thien daghe. De schout en de schepenen van de priores van Nonnemielen oorkonden dat Jan Menten met toelating van de Prins-Bisschop overgegaan is tot het inmanen van alle boeten en achterstallige cijnsen, verschuldigd op goederen van de abdij. In dit kader werden Barbara Keinens, echtgenote van Goevaert Hertten, en Katherine Keinens, haar zuster door de schepenen gemaand at dij de 6 Rg. jaarlijkse erfcijns, door hun vader wijlen Jan Keinens op zijn goederen gesteld, zouden betalen, waartoe zij zich in minnelijke schikking akkoord verklaarden. Priores: Katherine van Hoerne. Schout: Jan Menten. Schepenen: Anthonis vanden Lare; Augustijn Gerinx; Willem Ladduyns; Jan van den Creefte; Willem van Stapele; Jannes vanden Leene; Jannes Copi. 1515, 9 augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Notarisoorkonde. Handmerk en gedeelte van de plica weggesneden. Zegels verdwenen. Nog zes dubbele horizontale gleufjes zichtbaar. Horizontaal in vieren. vertikaal dubbel geplooid. H: 440 mm. B: 540 mm. H plica: 32 mm.Onuitgegeven. | 247 | Inden jaere der gheboirten ons heren duysent vijfhondert ende vijfteen in der derden indictien in ooxt maent des neghensten dachs. Henricus Liberti, keizerlijk notaris, getuigt dat Katherine van Horne, priores van Nonnemielen in tegenwoordigheid van haar konvent, aan Thonis van Minsinghen, alias vanden Lare, wen te Minsingen bij Gorsem, de juist genoemde winning opnieuw verhuurd heeft voor 12 jaar, tegen betaling van 100 mudden rogge per jaar, f. 40 jaarlijks, de gulden tegen 12 boddregher, de boddregher tegen 8 groten en 2 muten. Voor de winning, die naar recente kontrole van de landmeter 43 bunder, 1 1/2 grote- en 5 kleine roeden bevat, moeten nog een aantal bijkomende stortingen en diensten bewezen worden, zoals betaling van een mud erwten per jaar enz. Getuigen en zegelaars: Jannes Menten; meester Marten van Arthem; Augustijn Gherinx, schout te Gorsem; Willem Ladduyns; Thonis vanden Lare; Jannes vanden Leen; Jan vanden Creeft. 1515, 9 augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Zegels verdwenen uit de plica. Inkt zeer sterk verbleekt, alleen leesbaar onder ultra-violet licht. Oorkonde ernstig beschadigd: in de hoogte doormidden gesneden, er ontbreekt een stuk. H: 450 mm. H plica: 39 mm.Onuitgegeven. | 248 | Inden jaer der saligher gheboerten ons heren duysent vijffhondert Voor notaris en schepenen gaat Katherine van Horne, priores van Nonnemielen, vergezeld van haar konvent, een pachtovereenkomst aan met Peter Nijs, wen te Camericke, aangaande een nieuwe taust van twaalf jaar. Nog leesbare getuigen: Jan Menten; Meester Marten van Arthem; Jan vande Creeft. 1516, 24 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal in drieën, vertikaal dubbel gevouwen. H: 235 mm. B.: 265 mm. H plica: rechts: 18; links; 27 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 124. | 249 | Inden jaere der saligher gheboerten desselfs ons heren dusent vijfhondert sestien der vierder indictien des lesten daechs der maent septembro. Voor notaris Walterus de Puteo erkent Jan vanden Creefte alias vanden Bossche, man en momber van Katherine Zelichs, dochter van wijlen Willem Zeligchs, wonende te Sint-Truiden, dat de voorouders van Willem de watermolen aanden Neeckout in handen gekregen hadden door ruiling, met de verplichting de beek te vegen en op hun kosten de plaats, geheten die holchten stichele schoon te houden. Jan vanden Creefte herneemt deze verplichting, maar daar het uitbaggeren sinds jaren niet meer is gebeurd en dus veel zal kosten, hoeft hij voor deze ene keer alleen 6 Rg. bij te dragen. Getuigen: Jan Mijnten, schout en wen te Mielen; Anthoenis vanden Lare, wen te Minsingen; meester Jan Putzeys, provisor van het hof van Luik. 1516, 30 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit dubbele horizontale gleuf in de plica; Horizontaal in drieën, vroeger horizontaal in zessen, vertikaal in drieën geplooid. H: 465 mm. B: 325 mm. H plica: 37 mm.Onuitgegeven. | 250 | Fait et donneit sour lan de grasse del saint Nativiteit nostre Sing. jhesu Crist, lan XV cens et XVI en moye doctobre le premyr jour. De meier en de schepenen van Walshoutem oorkonden dat Henry Boullez, gezegd de Cortys aan Anthoinne de Larre, handelend in naam van de priores Kathelin de Horrnez, een erfrente van 9 mudden Sint-Truidense maatopdraagt, op gronden gelegen te Walshoutem: o. a. 1/2 bunder, 2 roeden en 1 zille, gelegen op Cortiseal de Broucke en 23 grote en 4 korte roeden, op Hogbrucke, bij de grond van Johans Robens. 1516. 1 oktober. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie, afgeleverd op gezag van Johan de Bearewar, schepen van Luik, op 14 februari. Perkament. Geen zegels of plica. Horizontaal in drieën, vertikaal in vieren gevouwen. H. 390 mm. B: 510 mm.Onuitgegeven. | 251 | Lan quinzecens et diexsept le quatuorseme jour de jenvier. De schepenen van Luik doen uitspraak in een twist tussen de abdis van Nonnemielen en Henric Smeyers van Gingelom over 6 roeden grond, gelegen aan de Meerstraet van Montenaken naar Sint-Truiden, die Smeyers verkocht had aan Marcilies Menten. 1517, 14 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Zes horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: 139 mm. B: 268 mm. H plica: 19 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 125. | 252 | Anno vijftienhondert ende negentiene den tweentwintichsten dach van Meye, anno vors. De schout en de schepenen van Binderveld getuigen dat Magdalena vander Molen aan Jan Menten, gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen, 2 Rg. jaarlijks in erfcijns geeft, te betalen na haar dood, en 1/2 Rg. In lijfrente, beide op haar hof met toebehoren, gelegen tussen Rummen en Binderveld. Schout: Willem van Lamijns. Schepenen: Jannes Menten; Henrick vanden Stucken; Henrick Smeets; Michiel vander Borch; Jan Maes; Bartheleus Otten. 1519, 11 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes dubbele horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 198 mm; links: 188 mm. B: boven: 308 mm.; onder: 306 mm. H plica: 27 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 125. | 253 | Inden jaere Jesu Christi dusent vijfhondert ende twintoch des drijentwintochtsten daechs juli. De meier en laten van het cijnshof van Korsworm te Gingelom, oorkonden dat Laureys Moiarts, voor 21 mudden koren aan Anthonys vanden Lare alias Minsinghen, gemachtigde van het klooster van Nonnemielen, een mud koren in erfpacht geeft, op zijn huis en hof met toebehoren. Meier: Wouter Tuteleers. Laten: Machyel Muls; Roeien Coepen; Nijs Bogart; Sebastian Beckers.1520, 23 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Tien horizontale gleufjes in de plica. Vroeger horizontaal cm vertikaal dubbel geplooid. H: rechts: 123 mm; links: 119 mm. B: boven: 198 mm; onder: 194 mm. H plica: rechts: 24 Mm; links: 22 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 124. | 254 | Inno vijfthien hondert ende vier ende twintich vierthien daghe junii. De schout en de schepenen van de heerlijkheid Binderveld oorkonden dat Peter van Herkenroye, poorter van Sint-Truiden, aan Willem Greyfven, eveneens poorter van deze stad, 28 roeden grond heeft verkocht, liggend te Halle, voor 90 Rg. Schout: Jan van Lamijns. Schepenen: Henrick vanden Stucken; Henrick Smeets; Jan Maes; Bertelmeeus Otten; Wouter vanden Stucken; Loywijck Everarts. 1524, 14 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel. Perkament. Zegels verdwenen uit zeven horizontale gleufjes in de plica. Horizontale in twee delen geplooid. H: 220 mm. B: 268 mm. H plica: 30 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 126. | 255 | Ghesciet int jaer ons heren Jhesu Christi doemen screff duesent vijffhondert vijffentwintich inder maent van decembri dertich daghen. De meier en de laten van het Sint-Truidens cijnshof Spruten hoff oorkonden dat Marie Cleynjans aan Cloes Piels, priester een erfcijns verjocht heeft van 37 1/2 st., zijnde de helft van 3 Rg., die zij trok, als erfenis van haar broer, wijlen Gielis Cleynjans op: huis en hof van Willem Winckelers alias van Kelsbeeck, de bezittingen van Roes Uten Broeke natuerlick; van Aert Huveners; Cloes Putseys en Balthazar Provener, bij elkaar liggend aan de. sh.. renstraete en de Goetstraete. Bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Sprutenhof: Meier: Gheert van Houthem. Laten: Roes Uten Broeke; Goeris Smeets; Gielis van Herkenroede; Vranck van Lechy. Schepenbank: Schout: Thomas van Weseren. Schepenen: Merten van Artum; Willem van Baelen; Goeris Smeets; Ghielis van Herkenroe. 1524, 30 december ( n.s.). | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Vijf horizontale gleuven in de plica; Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren gevouwen. H: 151 mm. B: 312 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 125. | 256 | Inden jaere der saligher geborten ons heren Jhesu Christi doenmen scref duysent vijfhondert ende vijfentwintich den achtinden dach van mey. De meier cm de laten van het cijnshof van joffrouw Sarbels te Runkelen, oorkonden dat Jorijs van Niel en zijn vrouw aan Joseph vanden Steenweghe, als voorganger van de priores van Nonnemielen, een erfcijns van 1 Rijnsgulden verkocht hebben, voor de som van 20 Rg., op hun huis met toebehoren te Runkelen. Meier: Willem van Cranebroeck. Laten: Olevier Stiers, schout van Duras; Wouter Lenaert; Henric Loken; Jorijs Wijssers. 1525, 18 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament, zegels verdwenen. Acht horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen. H: rechts: 145 mm; links: 150 mm. B: 254 mm. H. plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Mielen, p. 126. | 257 | Inden jare ons heren dusent vijffhondert sesentwintich in junio vier daghe.De schout en de schepenen van Mielen oorkonden dat zij uitspraak hebben gedaan in een geschil tussen Katherine van Hoerne, priores van Nonnemielen en jonker Jan van Duras, alias van Ordingen, over een waterkering. De gezworen meesters van Sint-Truiden: Hubrecht Goevaerts; Liebracht...; Peter Cremers en Jan vanden Lochtenhoeve hebben daartoe de sluistocht in het midden van de bedding gemeten met een pegel en hun bevindingen aan de schepenen medegedeeld, die besluiten dat Katherine van Hoerne de sluisvloer mag herstellen of betimmeren, zolang zij zorgt voor het handhaven van het water op de vastgestelde pegel. Schout: Jan Menten. Schepenen: Augustijn Gherinx; Jan vanden Creefte; Jan vanden Leene; Meester Merten van Arthum; Gielis van Herckenroede; Willem van Baerlen; Art Menten. 1526, 4 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal in drieën, vertikaal in tweeën geplooid. Alleen leesbaar onder ultra-violet licht. H rechts: 325 mm. links: 328 mm. B: 375 mm.Onuitgegeven. | 258 | Anno a nativitate domini millesimo quingentesimo vicesimo indictione decima quinta mensis vero februarii die duedecima. In tegenwoordigheid van notaris Johannes Macquet vanBincke en andere getuigen, leggen de geprofeste zusters van Nonnemielen de voorwaarden vast om een nieuwe abdis te kiezen na de dood van Katherina van Horne. Zusters: Gertrudis van Linden, subpriorissa; Catherina Pollart; Oda van Vecht; Catherina van Tiel; Anna Costers; Maria van de Weyer sive de Vivario; Maria van Herckenroede; costeresse; Maria van Herckenroede, schoolmcestresse. Elisabeth van Eyck; Catherina Daens dicta derde priorinne; Francisca Bruninx, cantrix; Catherina Vrancken; Daunna de Boiz, magistro infirmarie; Catherina Coecloers; Catherina van Rijkel; Luna Wijnant; Anna Uyten Broeck; Yda Menten; Catherina van Bruggen; Waltera Clotz. Getuigen: Nicolaas Pijls, dekaan van de O. -L. - Vrouwkerk te Sint-Truiden; Johannes Menten, schout; Raso Uyt den Broeck. 1527, 12 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit acht horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. Beschadigd op de eerste linker lengteplooi in boven en benedenhoek. H: 142 mm. B: 240 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 126. | 259 | Inden jare onss heeren dusent vijfhondert ende achtentwintoch den eersten dach in novembri. De schout en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Heylwich Vastrarts afziet van het vruchtgebruik op 1/2 bunder bos, gelegen te Mielen, ten voordele van haar konderen Eylken Vasstrarts, echtgenote van Art Ceel en Lijsbeth Vastrarts, huisvrouw van Joris Grevers, die de halve bunder verkocht hebben aan Joseph vanden Steenwege, gemachtigde van Marie vande Wijere, priores van Mielen, voor 37 Rg., koers van Sint-Truiden. Schout: Jan Menten. Schepenen: Augustijn Gherinx; Giielis van Herckenroede; Meester Merten van Artum; Willem van Stapele; Jheronimus Gherinx; Art Menten; Jannes Rausscarts. 1528, 1 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vijf dubbele horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 163 mm: links: 170 mm. B: 282 mm. H plica: rechts: 30 mm; links: 26 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 126 - 127. | 260 | Gheschiet int jaer ons liefs heren Jhesu Cristi duysent vijffhondert ende achtentwintich in decembri den vijffden dach. De waarnemende meier en de laten van het Sint-Truidens laathof dat toebehoort aan het klooster Terbeek, oorkonden dat Margriet Bastijns een kapuin erfelijk op haar huis en hof, gelegen te Zipinghen heeft opgedragen aan Joseph vanden Steenweghe, als gevolmachtigde van de priores van Nonnemielen. Deze akte werd bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Abdis van Ter Beek: Nycol de Paeye. Rentmeester: Jan van Heelen, priester. Meier: Jannes Boegaerts. Laten: Aerdt Toelen; Jan Struven; Goevaert van Hertten; Jan Riecksteels. Schepenbank: Schout: Thomas van Wesere. Schepenen: Meester Maerten van Arthum; Jan van Mettecoven; Ghielis van Herckenroede; Jannes Menten. 1528, 5 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 1 25 mm. B; 240 mm. H plica: 12 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 127. | 261 | Inden jaere onss heeren duysent vijfhondert ende negentwintich in Martio acht daghe. De meier en de schepenen van het laathof dat Ridder Willem van Coelhem bezit te Runkelen, oorkonden dat Art Stiers aan Joseph vanden Steenweeghen, proviseur van Marie vanden Wyere, priores van Nonnemielen, een jaarlijkse erfrente van een Rijnsgulden verkocht heeft op huis en hof te Haenrode, bij de "Heeren straet", toebehorend aan Henrick vanden Lare. Meier: Olivier Stiers. Laten: Augustijn Gherinx; Peter Winckelers anders van Kelsbeeck; Adam van Verssen; Jan Vollen; Govaert Stiers; Peter Pijks. 1529, 8 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit dubbele horizontale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. Op de rugzijde akte met dezelfde datering: Lucia Wijnans staat me toestamming van haar moeder de vermelde beemd ten eeuwige dag af aan Nonnemielen, om na haar dood jaargetijden te lezen. H: rechts: 165 mm; links: 171 mm. B: 300 mm. H. Plica: 45 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 127. | 262 | Inden jaere onss heeren duysent vijffhondert negenentwintich den achden daghe in Aprili. De schepenen van de Loonsebuitenbank van Lummen, die vonnist voor landsvrouwe Myrgriet van Ronchi, bevestigen dat op 11 oktober 1525 Lisbeth van Steyvoirt, weduwe van Jan Wijnand, met haar voogd Wouter vanden Berghe, afstand deed van het vruchtgebruik op een beemd, gelegen te Schulen, geheten den Oiyendonck bampt ten voordele van haar dochter, Lucie, religieuze te Nonnemielen. Hierna werd Joseph vanden Steeweghe gegicht in de genoemde beemd in de naam van Lucie en ten voordele van het konvent van Nonnemielen. Schepenen: Peter Neeven; Lenaert van Gelmen; Henrick Gooyens; Herman Borghelins; Willem Thijs; Jan van Niedercosen. 1529, 8 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven dubbele horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zes delen geplooid. 11: 171 mm. B: 323 mm. H plica: 24 mm.Onuitgegeven. | 263 | Gescheit inde gedaen int jaer ons liefs heren duysent vijfhondert neghenentwinticht in novembri XVlll daghe. De schout en de schepenen van de bank te Zepperen, toebehorend aan de deken van Sint-Servaas te Maastricht, oorkonden dat Lucas Santermans een gouden gulden erfelijk op 1 1/2 bunder en 5 roeden grond, gelegen op die Stuyckt en op 1/2 bunder en een hof van 5 roeden op het Stertim velt opdraagt aan Walterus Vandenputte, die ze op zijn beurt overdraagt aan meester Jan Puytzeyts, optredend in de naam van het klooster van Nonnemielen. Schout: Herman van Wijlrade. Schepenen: Lambrecht Neiven, Jan Marien; Willem Aengenheyde; Cloes der Zelige; Gielis van Schoen; Meerten Bolgrij. 1529, 18 november. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Acht horizontale gleuven in de plica. Vroeger vertikaal in achten geplooid.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 127. | 264 | Inden jare der zaliger geboerten ons heeren Jhesu Crhisti alsmen screeff duisent vijfhondert ende dertich in aprili sess dagen. De schout en de schepenen van Mielen oorkonden dat Jacob Coele der Auwe een goudgulden in jaarlijkse erfcijns verkocht heeft aan Marie vanden Wijere, priores van Nonnemielen op huis en hof, gelegen op de"Bornendries". Schout: Jan Menten. Schepenen: Augustijn Gherinx; Ghielis van Herckenroede; meester Marten van Arthum; Willem van Stapele; Jheronimus Gherinx; Art Menten; Jannes Rauscarts. 1530, 6 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Horizontaal en vertikaal in vieren gevouwen. H: rechts: 540 mm; links: 520 mm. B: boven: 560 mm; onder: 535 mm.Onuitgegeven. | 265 | Notariële akte van Anthonius Jacobus de Itten. Onleesbaar. Inkt verbleekt. 1531, april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan een andere oorkonde gehecht. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vroeger vertikaal dubbel en horizontaal in vieren gevouwen. H: 205 mm. B: 288 mm. H plica: 38 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Miten, p. 128. | 266 | Int jaer ons heren dusent vijfhondert enendertich inder maent van decembri vijff dage. De meier - bezitter en de laten van het Sint-Truidens cijnshof Sprueten Hoff, oorkonden dat Cloes Pijels, priester, de helft van 3 Rg. en 15 st. jaarlijks, en 30 Rg. kontant, ruilt met Joseph vanden Steeweghe, gemachtigde van Marie vanden Wijer, priores van Nonnemielen, tegen 4 Rg. erfelijk, die wijlen Karstijne van Biest, alias Cruyers, religieuse te Mielen, jaarlijks liet gelden op een huis met hof, gelegen te Sint-Truiden, in de Hamelstraete, tussen het huis van Agnese van Horion en dat van Willem Kakelaerts. Bekrachtigd door de schout van het abt en de schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: eigenaar en meier: Gherdt van Houthem. Laten: Jheroninimus Gherinx; Walterus vanden Putte; meester Jan Putseys; Jan Wenne. Schepenbank: Schout: Gerdt Warnijers. Schepenen: meester Merten van Artum; meester Jheronimus Gherinx; Ghielis van Herkenroede; Jan Menten. 1531, 5 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes dubbele horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieëe geplooid. H: rechts: 152 mm; links: 160 mm. B: boven: 293 mm; onder: 296 mm. H plica: rechts: 26 mm; links: 22 mm.Onuitgegeven. | 267 | Gheschiet indt jaer ons liefs heren Jhesu Chisti duysent fijffhondert ende drijendertich in junio den sevenden dach. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Everart Bastijns aan zijn zwager Merten van Putsys 6 st. erfelijk heeft opgedragen, gehecht aan zijn huis en hof, gelegen op de Bornendries, met als reengenoten Merten van Putseys en Thewus van Putseys, dit omdat Bastijns bij de verdeling van de erfenis meer heeft ontvangen dan zijn zwager. Daarop heeft Merten van Putseys deze 6 st. verkocht aan Joseph vanden Steenweghe. Deze dubbele overdracht werd bezegeld door de proost, de plaatsvervangende prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: proost: Ruth Vrancken. Meier: Jan Vrancken. Laten: Willem Alaerts; Jannes Houmes; Jan Stiermans; Jannes Poelmans. Schepenbank: Schout: Liebrecht van Heyre; vervanger: Jannes JUN...; Schepenen: meester Merten van Arthum; Willem van Stapel; Ghielis van Herckenroede; Jannes Rausscharts. 1533, 7 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven in de plica. Vroeger horizontaal dubbel, en vertikaal in drieën geplooid. H: 155 mm. B: 280 mm. H plica: 28 mm.Onuitgegeven. Analyse. WOLTERS, Milen, p. 128. | 268 | Int jaer ons heeren duysent vijfhondert ende vijffendertich den negentiensten dach in mert. De meier en de laten van het kommandeurshof van Bernissem te Schelf-Heide, oorkonden dat Jan Snyers, wonende op de Rauysbeeck aan Henrick Buckinx, inwoner van Sint-Truiden, een jaarlijks erfrente van 2 Rg. verkocht heeft op een huis te Scelve, toebehorende aan Liebrecht vander Suyten, voor een som van 40 Rg., koers van Sint-Truiden. Meier: Reyner Hollans. Kommandeur: Gerard van Strijthagen. Laten: Bartels Otten; Jannes van Laurens; Gielis vanden Laer; Jan Weghen. 1535, 19 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven dubbele horizontale gleuven in de plica. Horizontaal in drieën, vertikaal in vieren gevouwen. H: rechts: 212 mm; links: 205 mm. B: boven: 350 mm; onder: 322 mm. H plica: 45 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 128-129. | 269 | Inden jare dusent vijfhondert ende vijfendertich den achden dach der maent vande mey. De schout en de schepenen van Guigoven bevestigen dat Johanna van Diest, weduwe van jonker Willem van Hoern, op 25 juni 1522 van Barttel Bonarts een mud rogge erfelijk heeft ontvangen op zijn huis en hof, gelegen te Guigoven aan de ghemeyn straet. Op 17 maart 1525 heeft jonker Jacob van Duffel, meier te Leuven, tweede echtgenoot van Johanna van Diest, dit mud rogge geschonken aan Michiel Wessens van Kortessem, die optrad in naam van het klooster van Nonnemielen. Schout: Sebastiaen Copmans. Schepenen: Lambrecht Conen; Herman Vreven; Michiel Wessens; Moes Berden; Willem Motmaans; Wouter Moers. 1535, 8 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleuven in de plica. Horizontaal en vertikaal dubbel gevouwen. H: 176 mm. B: 236 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 129. | 270 | Int jaer duesent vijfhondert sessendertich inder maent aprilis acht daghe. De meier en de laten van het proosthof te Sint-Truiden oorkonden dat Mertten van Putzeys aan Joseph vande Steeweghe voor 17 Rg., de Hornsgulden gerekend voor 18 st. en de Brabantse stuiver voor 1 1/2 st. een kwijtrente verkocht heeft van een Rijnsgulden op zijn huis en hof met toebehoren, gelegen op de Bornendries, grenzend aan weerszijden aan Everard Bastijns en Marie van Scoenbeeck. Dit werd bekrachtigd door de proost, Rutcherus Vrancken, de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: meier: Jan Vrancken. Laten: Balduwijn Zuerinx; Gherdt van Houthem; Herman van Hennensdaele; Reyner Brans. Schepenbank: schout: Gherdt Warnijers. Schepenen: meester Mertten van Arthum; Adreaan van Geet; Bauduwijn Zuerinx; Jannes Rausscharts. 1536, 8 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix gehecht aaneen andere oorkonde. Schepenzegel verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vroeger vertikaal eveneens dubbel geplooid. H: rechts: 139; links: 132. B: 178. H plica: 16 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 129. | 271 | Int jaire der zaligher geboirten Jhesu Christi doe men screeff duysent vijfhondert ende negenendertich opden XXVll dach februarii. De schout en de schepenen van de Luikse bank te Rummen bevestigen dat jonker Herman van Horion, stadhouder en drossaard van het land van Loon, op 17 oktober 1538 een erfrente van 30 st. op een laatgoed, toebehorend aan Baltus van Dalenbrouck, gelegen te Rummen, heeft opgedragen aan Marie vande Wijer, abdis van Nonnemielen, door bemiddeling van Joseph vanden Steenwege, gevolmachtigde van het klooster. Schout: Aert Muglairts. Schepenen: Odto Odten; Peertseffail van Horion; Jacob Liebairts; Willem van Horion; Petrus Joes; Willem Pouwels; Airt Cluteneers. 1530, 17 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zes delen geplooid. H: 140 mm. B: 372 mm. H plica: 32 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 129. | 272 | Int jaer ons heren Jhesu Christi Doemen screeff duesent vijffhondert ende vertich inder maent septembri XVlll daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Joes van Stapel 6 grote - en 6 kleine roeden land, gelegen achter den bos van Durass, tussen het goed van Jan van Heelen en dat van Jan Kakelarts verkocht heeft aan Gherdt vander Moeien, Peterszoon, voor 32 Rg., brabants gelts. Dit werd bekrachtigd door de proost, de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: Proost: Rutcherus Vrancken. Meier: Reyner Brans. Laten: Peter vander Moeien; Liebrecht van Heer; Jannes Rausscarts; Thomas van Alken; Jan van Miesschen; Machiel Brans. Schepenbank: Schout: Liebrecht van Heer. Schepenen: Adriaen van Gheet; Willem van Stapel; Baltus van Wezeren; Jannes Raussaarts. 1540, 18 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit zeven horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vroeger vertikaal in drieën geplooid. H: 185 mm. B: boven: 282 mm; onder: 277 mm. & plica: 8 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 130. | 273 | Gesciet int jaer ons heren duysent vijfhondert ende enenvertich den sesentwintichsten dach van februario. De meier en de schepenen van het laathof dat ridder Willem van Coelhem, heer van Duras enz. bezit op het kerkhof te Runkelen, oorkonden dat Art vanden Daufhuyse met toestemming van Berbe van Horten, zijn echtgenote, voor 60 Rg., Sint-Truidens geld aan Joseph vanden Steenwege een jaarlijkse erfrente verkocht heeft van 4 Rg. op een bunder land, gelegen te Runkeren aan die wech die van Runckeren loept nae den ossen wech, tussen het goed van Joris Vischers en Jan vander Hofstaet. Meier: Willem van Coelhem. Laten: Peter Winculers; Adam van Verssen; Jan Vollen; Peter Menten; Jan van Cuelen; Gherit van Houthum. 1541, 26 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel verdwenen uit ingescheurde horuzontale gleuf. Geen plica. H: 181 mm. B: boven: 333 mm; onder: 342 mm. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren gevouwen.Onuitgegeven. | 274 | Datum anno a nativitate domini millesimo quincentesimo quadragesimo tertio mensis aprilis die decimanona. De officiaal van Luik doet uitspraak in een geschil over een grondbetwisting tussen Mathias Motmans en de priores van Mielen. 1543, 19 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de schepenbank verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 215 mm; links: 205 mm. B: boven: 250 mm; onder: 259 mm. H plica: rechts: 28 mm; links: 31 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 130. | 275 | Int jair ons heren Jesu Christi doemen screef duysent vijffhondert ende drijenvertoch den twintochsten dach der maent van Junio. De meier en de laten van het cijnshof dat het kapittel van Sint-Odulphus (Borgloon) bezit te Booienhoven oorkonden dat Gielis vander Hoeven aan Katherine Dans, abdis van Nonnemielen, voor 100 Rg. Br., te betalen in twee termijnen, aan Hendrick vander Eycken, gevolmachtigde van het klooster, een boomgaard verkocht heeft te Laer onder Rummen. Meier: Ameli s Commers. Laten: Peter van Hellensfort; Peter van Kelsbeeck; Jan Vollen; Willem van Coelhem Natuurlick; Gielis Marien; Gheert Wiers. 1543, 20 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan een oorkonde gehecht. Zegels verwenen. In het meest linkse van de vier dubbele horizontale gleuven, nog resten van perkamenten staart aanwezig. Handtekening van Arnold Conckus. Horizontaal dubbel geplooid. H: 193 mm. B: boven: 291 mm; onder: 286 mm. H plica: 23 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 130. | 276 | Geschiet ende gedaen inden jaere ons heeren Jesu Christi doemen screeff duysent vijffhondert vierenveertich opden neeghenthiensten dach der maendt januari nae stijll van Ludych. De meier en de laten van het hof van Cameryck te Gingelom, toebehorend aan Nonnemielen, konden dat Joseph Vereist, inwoner van (Nieuwenrode in Brabant, voor 60 Rg. Br. een jaarlijkse erfcijns van twee mudden koren verkocht heeft aan Marten Muntten van Gingelom, op een graeshoeff te Gingelom. Meier: Jan Nijs. Laten: Jan der Heere; Aerdt Conckus; Claes Begarts. 1544, 19 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Was oorspronkelijk met de vorige akte aan een derde perkament gehecht als transfix. Eveneens handtekening van Arnold Conckus. H: 205 mm. B: boven: 285 mm; onder: 282 mm. H plica: 25 mm.Onuitgegeven. | 277 | Dezelfden oorkonden dat Joseph Vereist voor twee mudden koren aan Marten Muntten een "graeshoeff" verkocht heeft, liggende de Gingelkm "int convent". 1544, 19 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. Op de rugzijde akte van 4 juni 1588. H: 158 mm. B: 258 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 130 - 131. | 278 | Gesciet int jaer ons liefs heeren Jesu Christi doemen screeff duysent vijffhondert ende vierenvertoch den vierden dach vander maent februarii. De meier en de schepenen van het cijnshof dat ridder Willem vanOyenbruggen alias Coelhem bezit op het kerkhof van Runkelen, genaamd den hof van Coelhem, oorkonden dat Jan en Art Strauven, gebroeders, aan Jozef vanden Steenweghe, als gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen voor 28 Rg. Br., een zille akkergrond verkocht hebben, gelegen opt panis Veldeken. Meier: Willem van Oyenbruggen alias Coelhem Naturlijck. Schepenen: Peter Winculers alias van Kelsbeeck; Adam van Verssen; Jan Vollen; Peter Menten; Jan van Cuelen; Gherit van Houthum. 1544, 4 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel verdwenen. Horizontale gleuf in het midden van de. plica. Horizontaal in tweeën, vertikaal in drieën geplooid. H: 165 mm. B: 190 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. | 279 | Inden jaire ons heeren doemen screeff duysent vijffhondert ende vierenvertich in ffebruario achtien daghe. De meier en de schepenen van Attehoven oorkonden dat Willem Brueselere voor 30 Rg. Br. aan Peter Moddairts, optredend in naam van Geertruyt Moddairts van Gingelom, een kwijtrente verkocht heeft van 2 Rg. Br. op 1/2 zille grond op de Velmse Berg; op 3 roeden, gelegen boven die Wielchens en op 1/2 bunder, gelegen inden Nederlanschewech. 1544, 18 februari. I. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de schepenbank verdwenen uit dubbele horizontale gleuf in het midden van de plica. Horizontaal en vertikaal in drieën geplooid. H: 170 mm. B: 277 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 131. | 280 | Gegeven int jaer onss heeren Jhesu Christi doemen schreeff duysent vijffhondert ende vierenviertich den XXllll dach van merte. De schout en de schepenen van de buitenbank te Herk-de-Stad oorkonden dat de meier en de laten van het Herkse hof van Waenroye bevestigen dat op 2 april 1543 Jan Pelsers aan Katherina Dans, abdis van Nonnemielen, 2 g. Br. kwijtrente heeft opgedragen; daarbij droegen Henrick Oliviers, Peter Oliviers, Aert van Neerhem met zijn vrouw Marie Oliviers, Aert Timmermans, Loeyck Tsmoldersmet zijn vrouw, elk een Rijnsgulden Br. op, tezamen 7 Rg., op het pand van Meuwes Dreyers: een huis en hof met toebehoren, gelegen bij de Wuylbeech, dat toebehoord heeft aan Dionijs Pelsers; en op een ander stuk grond, geheten dat Cofferen; en daarbij op een beemd, gelegen op de Keysers heyde. Meuwis Dreyers mag altijd de rente kwijten met een Rijnsgulden per jaar, de gulden tegen 20 Rg. Br., en volle cijns. Schepenbank: schout: Peter Joes. Schepenen: Merten Goeyvaerts; Peter Otten; meester Jan van Gelhmen; Henrick Ruebens; Pauwels vander Moeien. Hof van Waenroye: meter: Peertsefaelc van Horion. 1544, 24 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleufjes in de plica. Horizontaal in drieën, vertikaal dubbel geplooid. H: rechts: 171 mm; links: 164 mm. B: boven: 287 mm; onder: 278 mm. H plica: rechts: 22 mm; links: 27 mm.Ongitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 116. | 281 | Gheschiet int iaer nae der zaliger geborten onss heren Jeesu Christi doemen screeff duysent vijffhondert ses ende viertich opden XII dach ianuarii. De schout en de schepenen van Grazen oorkonden dat Art Mathijs, schepen, voor 100 Rg. Br., aan Johanne en Elisabeth van Honsbrock, gezusters, en beiden religieuzen te Nonnemielen, een jaarlijkse erfcijns verkocht heeft van 5 Rg. op huis en hof met toebehoren, gelegen te Orsmael onder Grazen. Dit goed, dat buiten de grondcijns belast is met 2 Rg. Br. erfelijk aan de heer van Duras en 6 vaten koren erfelijk, werd overgedragen alspand aan Jacob Bosmans, in naam der zusters. Schout: Gielis Marien. Schepenen: Jacob Liebaerts; Art Mathijs; Willem van Horion; Robijn vanden Velde; Jacob Bosmans en Herman van Hymomys. 1546, 12 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de schepenbank ontbreekt in horizontale gleuf in de plica; Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: 140 mm. B: 185 mm. H plica: 13 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 132. | 282 | Inden jare ons heren doemen screeff duysent vijff hondert ende ses senvertich inden mert eenentwintich daghe. De meier en de schepenen van Attenhove oorkonden dat Lambrecht Wouters, Vaes Peters, Henrick Peters der Alde, Henrick Peters der Jonge en Henrick Hooghen, als mombers van de kinderen van Henrick Peters, verwekt bij Cristina Wouters aan Geertruyt Moddaerts een erfelijke kwijtrente verkocht hebben van 30 st. Br. per jaar, de gulden te kwijten met 24 Rg. Br. en volledige jaarpacht, op twee delen van een graeshove, gelegen in de Kiesstraat. 1546, 21 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegelfragmenten in rode en groene was aan perkamenten staarten door vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. Achterzijde: akte van hetzelfde cijnshof van 6 september 1574, waarin Anna Kempenere verklaart dat de bovengeschreven rente volledig gekweten is door Herman van Mettecoven. H: 230 mm. B: 255 mm. II plica: 25 mm.Onuitgegeven. | 283 | Inden jaere ons heeren Jhesu Christi geboirten duysent vijffhondert ende seven ende veertich den twee ende twintichsten dach van merte. De meier en de laten van het cijnshof van Nonnemielen te Sint-Truiden oorkonden dat Gieles van Schoore voor 54 Rg., lopende koers van Sint-Truiden, aan Anna Kempeners, begijn, vertegenwoordigd door Hieronimus Thayen, een kwijtrente heeft verkocht van 3 Rg. op een bunder land, gelegen achter de kerk van Merwele. Bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: Meier: Jan Menten. Laten: Balduwijn Zuerinc; Thielman Joerdens; Jannes Rausscarts; Kaerle Bollus. Schepenbank: Schout: Godgaff van Alsteren, anders van Hamel. Schepenen: Wilhem van Stapel; Balduwijn Zuerinx; Thielman Joerdens; Jannes Rausscarts. 1547, 22 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van deschepenbank ontbreekt in dubbele horizontale gleuf in de plica. H: 140 mm. B: 287 mm. H plica: 32 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 132- 133. | 284 | Gegeven int jaere vander zaliger geboirten Jhesu Christi doemen Screeff duesent vijffhondert ende sevenenvertich opden vijfthiensten dach septembris. De schout en de schepenen van de Luikse bank te Rummen oorkonden dat op 15 april 1546 Gielis Marien, meier van Herairts Hoff, gelegen te Rummen, met zijn laten voor de bank is komen getuigen dat op die datum Jan Prijs en Karle Beckers, voor 42 Rg. Br., aan Johanne en Elisabeth van Hoensbroeck, beiden religieuzen te Nonnemielen, elk 21 st. Br. erfelijk opgedragen hebben, die zij lieten gelden op een huis en hof met toebehoren, eigendom van Marten van Mele, gelegen te Rummen; met daarbij 1/2 st. als godspenning. In naam van de beide zusters trad Jacob Bosmans op, wen te Rummen. Schout: Jannes Everarts. Schepenen: Willem van Horion; Peter Joes; Willem Pauwels; Gielis Smeets; Marten vanden Wijer; Jan Bruyssen; Claes Walt.1547, 15 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de schepenbank verdwenen uit dubbele horizontale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vroeger vertikaal in drieën geplooid. H: 148 mm. B: 260 mm. H plica: 16 mm.Onuitgegeven. | 285 | Gegeven int jaer nader zaliger geboirten Jhesu Christi doemen screeff XVc XLVII opden XV sten dach septembris. Dezelfden oorkonden dat Gielis Marien, meier in Herairts Hoff, met zijn laten voor de bank is komen getuigen dat op 28 januari 1546 Jacob Bosmans 41 st. erfelijk, die hij geldende had op huis en hof van Jacob van Mile, gelegen bij Rummen, voor 42 Rg. Br. verkocht heeft aan Johanna en Elysabeth van Hoensbroeck, religieuzen te Mielen. Op dezelfde dag heeft Steyven Gruten 21 st., geldende op hetzelfde pand, verkocht aan de beide zusters voor 21 Rg. Br., waarbij Jacob Bosmans optrad in hun naam. 1547, 15 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de schepenbank verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 150 mm. B: 210 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 133. | 286 | Int jaer naeder zaliger geboerten Jhesu Christi doemen screeff duesent vijffhondert ende zevenenvertich opden vijffthiensten dach septembris. Dezelfden verklaren dat op 12 november 1545 Loyick Smolders, bijgestaan door Gielis Smeets, zijn momber, voor 10 Rg. Br. aan het klooster van Nonnemielen 1 1/2 bunder grond verkocht, gelegen op het Brunen velt te Biesemen, onder Rummen, en 1/2 bunder beemd, eveneens te Biesemen. 1547, 15 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de abdis en het konvent ontbreken in twee horizontale gleuven in de plica. Horizontaal en vertikaal in drieën gevouwen. H: 190 mm. B: 295 mm. H plica: 21 mm.Uitgegeven: WOLTERS, Milen, p. 76, nr; 29. | 287 | Gesciet ende ghedaen in onsen goedshuyse voers. inden jair der zaligher geboerten ons heeren, duysent vijfhondert neghen ende viertich na stijls hoefs van Luyck der maent februari des derde daechs. Catherina Courtzoye en het konvent van Nonnemielen verlenen aan een dochter van jonker Jan Juncis, baljuw vande kannuken van Sint-Lambrecht te Luik, het brood om als medezuster in het klooster te treden, met voorrang op alle andere kandidaten. Getuigen: Ida Minten, priores; Maria van Herckenroede die Alde; Maria van Herckenroede die Jonghe; Elisabeth van Eyck; Dimpna de Boys; Katherina van Rijckel; Lucia Wijnants; Anna Uten Broeck; Katherina Verbrugge; Anna vanden Putte; Jehanne Tchoufs; Anna Printhagen; Katherina Colen; Mechtelt Gielkens; Katherina van Horion; Heylwida vanden Putte; Ida van Herckenroede; Leonora van Cranevelt; Maria vanden Wijer; Elisabeth vanMombeeck; Maria van Hinnensdael; Pontiana de Bieulieu; Jehanna van Hoensbroeck; Elisabeth van Hoensbroeck; Maria Rovre; Maria Gielkens. 1549, 3 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit deplica. Was oorspronkelijk als transfix verbonden met andere akte. Horizontaal in tweeën, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: 130 mm. B: 154 mm. H plica: 15 mm.Onuitgegeven. | 288 | Inden jare ons heren doemen screff dusyent vijffhondert ende neghenenveertich deniersten dach julii. De meier en de schepenen van Attenhoven oorkonden dat Cornelis Moddairts van Gingelom aan het klooster van Nonnemielen een kwijtrente van 30 st. Br. verkocht heeft, waarin Jannes Dillen in naam van het klooster gegicht is. 1549, 1 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel ontbreekt. Oorspronkelijk als transfix gehecht aan een andere akte. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: 122 mm. B: 157 mm. H plica: 11 mm.Onuitgegeven. | 289 | Inden jare ons heren doemen screff duysent vijffhondert ende neghenenvertich den iersten dach julii. Dezelfde oorkonden dat dezelfde Cornelis Moddairts aan het klooster van Nonnemielen eveneens een kwijtrente verkocht heeft van 2 Rg. Br., door Jannes Dillen in ontvangst genomen, in naam van het klooster. 1549, 1 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zeven horizontale gleuven in de plica. Horizontaal in drieën, vertikaal dubbel geplooid. H: rechts: 169 mm; links: 159 mm. B: 286 mm. H plica: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 134. | 290 | Seschiet Anno XVc ende vijftich opden lesten dach decembri. De schout en de schepenen van Grazen getuigen dat Johannes Dillen, rentmeester van Nonnemielen, op voorlegging van een transfix van Katherina Courtyoye, abdis, aan Jan vanden Roye 1/2 bunder, gekocht van Henrijck vander Eycken, en gelegen te Grazen, aan de ts Herenstraet, verpacht heeft voor 3 Karolusgulden jaarlijks, de gulden voor 20 st. Br., met een Karolusgulden als onderpand. Schout: Gielis Marien. Schepenen: Art Mathijs; Willem Pauwels; Robijn vanden Velde; Jacob Bosmans; Herman van Heymomyz; Jan vanden Roye; Mylen Toeten. 1549, 31 december (n.s.). | 1 stuk | ||||||
Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. QER. | 291 | Int jaer ons heeren vijffthienhondert een en vijftich den tweeden dach aprilis. De plaatsvervangende meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Marie, weduwe van Vrancken van Lechij afziet van het vruchtgebruik van een huis met hof achter het kerkhof van het Heilig Graf, ten voordele van haar kinderen: Hendrick; meester Jan; Vranck van Lechij, gebroeders en Henrick Scroyts der Jonghe, echtgenoot van Marie van Lechij, zuster van de eerstgenoemden. Hierop heeft Vranck van Lechij dat huis met toebehoren gekocht voor 525 Rg. Br. Bekrachtigd door de proost, de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: Proost: Rutgerus Vrancken. Meier: Herman Putmans. Laten: Claes Zeelis; Aert Capruyns; Karle Bollen; Jan van kellensvert; Jan vanden Linde; Everart van Mettecoven; Joes vander Borcht; Cornelis Colen; Bernaert vander Borcht; Wouter Everaerts. Schepenbank: Schout: Jan van Riest. Schepenen: Jannes Rausscaerts; Thielman Jordens; Jan van Herck; alias Clingermans; Jan Zuerinx Wilhemszoon. H: 174 mm. B: 338 mm. H plica: 25 mm. 1551, 2 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Negen horizontale gleuven in de plica; Beschadigingen langsheen de lengte-as; middendeel van de plica verdwenen. Horizontaal en vertikaal dubbel geplooid. H: rechts: 198 mm; links: 202 mm. B: 610 mm. H plica: 78 mm.Onuitgegeven. | 292 | Sur lan de grace de la Saincte nativite.... Jhesu Crist mil chincquecens et chincquante ung le vingte troixieme jour de moix de decembre. De meier en de schepenen van Luik oorkonden dat Phelippe..., burgemeester van Pont d'Amercoeur, aan Renard Radon, die optreedt in naam van het klooster van Nonnemielen, zijn huis en hof opdraagt, gelegen te Chock - Outre-Meuse te Luik, in ruil voor een jaarlijkse erfcijns van f. 8. Br. 1551, 23 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk asl transfix aan een andere oorkonde gehecht. Zes horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 145 mm. B: 282 mm. H plica: 26 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 134 - 135. | 293 | Indt jair onss heeren Christi Jesu doemen screef duysent vijffhondert ende drije ende vijfftich de neghensten daichs der maendt septembris. De schout en de schepenen van de heerlijkheid Binderveld, toebehorend aan jonker Jan Copis, oorkonden dat Emerentiana Vuyten Broek, moeder van Emerentiana, religieuze te Nonnemielen, met als momber Vranck vanden Hove, aan Jan Dillen, optredend in naam van het klooster, een stuk akkerland heeft opgedragen, gespecifieerd in een akte, waaraan deze als transfix was gehecht. Schout: Jan van Lamijns. Schepenen: Anthonis vande Laer; Geert Menten; Goris van Stapel; Mathijs Thijs; Jacob Bosmans; Claes Walt. 1553, 9 september. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van de schepenbank verdwenen uit horizontale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drie ën geplooid. H: 178 mm. B: 257 mm. H plica: 24 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 135. | 294 | Gegeven int jaer naeder saligher geboerten Jhesu Christi doemen screef vijfthien hondert vier ende vijftich den twellfden dach julii. De schout en de schepenen van Rummen oorkonden dat Mateuws Hoeveners op 3 maart 1552 zijn huis en hof; gelegen te Blakenborch onder Rummen aan het klooster van Nonnemielen heeft opgedragen als pand en bijpand voor een kwijtrente van 3 Karolusgulden jaarlijks, in ruil voor 30 goudgulden, hem door het klooster betaald. Schout: Jannes Everarts. Schepenen: Willem Pouwels; Maerten vanden Wijer; Jan Bruyschen; Claes Walt; Ghielis Marien; Frans van Horion. 1554, 12 juli. | 1 stuk | ||||||
Onuitgegeven. | 295 | Inden jaere nader zaligher geboerten desselfs ons heeren duysent vijffhondert vijffende vijfftich den vierden daech der maent van meert. Notariële akte van Judocus vanden Venne. Inkt zeer sterk verbleekt. Handmerk van de notaris. Horizontaal en vertikaal in vieren gevouwen. H: 380 mm. B: boven: 480 mm; onder: 490 mm. 1555, 4 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels niet meer aanwezig. Zeven horizontale gleuven in de plica. Vroeger horizontaal in drieën, vertikaal in vieren geplooid. H: 192 mm. B: 195 mm. H plica; rechts: 25 mm; links: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 135. | 296 | Gheschiet int jaer ons heeren Jesu Christi doemen screeft dusent vijfhondert ende sessenvijftijcht opden sevensten dacht januarii. De schout en de schepenen Grazen oorkonden dat Daeneel Kempeners en zijn vrouw Margriet van Hollant aan Katerhina Courtyoye, priores van Nonnemielen, een kwijtrente verkocht hebben van 3 4g. Br. op huis en hof, gelegen te Grazen op Beckersseynde, voor 48 Rg. Br. hem uitbetaald door zuster Margriet Pyra, religieuze te Mielen. Schout: Gielis Marien. Schepenen: Robijn vanden Velde; Jacop Bosmans; Herman van Heymomez; Mielen Toten; Jan Daenels; Henrick Mielen. 1556, 7 januari. | 1 stuk | ||||||
B. Afschrift: Perkament. Handtekening van de notaris. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 180 mm; links: 184 mm. B: boven: 430 mm; onder: 415 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 128-129. | 297 | Inden jaer ons heeren duysent vijffhondert ende sevenende vijfftich. Johannes Verwuest, notaris bij de Hoge Raad van Mechelen, bevestigt dat Kathijn van Herckenrode, echtgenote van Mathijs van Beversluys, volgens de bepalingen van het huwelijkskontrakt, tussen hen beiden gesloten op 14 mei 1541, voor Lodewich Lodewichs, vicecurier vande collegiale Sint-Sulpiciuskerk te Diest, aan Nonnemielen 24 g. jaarlijks schenkt, uit de 23, die zij jaarlijks trekt op het huis den Ingel, gelegen op de Grote Markt te Diest, tussen Het Gulden Hooft en Den Pelgrom, voor een eeuwigdurend jaargetijde voor haar zieleheil en dat vanhaar eerste echtgenoot Peeter van Schindermael. Getuigen: Sebastiaen Bruyns; Jan Bruyns. 1557,. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Handmerk van de notaris. Geschrift verbleekt. Horizontaal en vertikaal dubbel gevouwen. H: 180 mm. B: 214 mm.Onuitgegeven. | 298 | Anna a nativitate eiusdem domini millesimo auincentesimo octavo indictione prima mensis Augusti die decima sexta. Notaris Henricus Nollens verklaart dat Margaretha, dochter van Johannes de Geel, inwoner van Nonnemielen, een erfelijk legaat van een oude grote jaarlijks schenkt aan het kerkfabriek van de Sint-Lambertuskerk te Luik, en 4 vaten rogge, maat van Sint-Truiden, eveneens jaarlijks en erfelijk aan het klooster van Nonnemielen, voor een jaargetijde ter harer intentie. Getuigen: Otto de Hoorn; Johannes de Kermpt. 1558, 16 augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegelfragmenten aan vijf perkamenten staarten door de plica. Horizontaal en vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: 275 mm. B: 380 mm. H plica: 45 mm. | 299 | Inden jaere ons heeren duysent vijffhondert ende negenende vijfftich den sessendetwintichsten dach der maent mey. De meier en de laten van het cijnshof van Nonnemielen te Sint-Truiden oorkonden dat Michiel van Schoire als momber van zijn echtgenote Katherina Massa, een beemd, gelegen te Guvelingen in erfcijns uitgegeven heeft aan Jan Menten Janszoon, voor 16 Rg. 10 st. jaarlijks. Dit geld heeft hij daarna opgedragen aan Jannes Rauscharts, voor een niet nader bepaalde som, hem door Rauscharts overhandigd. Meier: Michiel vanden Momme. Laten en schepenen: Adriaen van Ghete; Joes van Houtehm; Jan Menten Ardtszoon; Adam van Alcken. Laten: Jan Telders, prinsbisschoppelijke schout te Sint-Truiden; Henrick van Joeck. 1559, 26 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel; Perkament. Zegel van vander Steeghen aan perkamenten staart door dubbele gleuf in de plica. Horizontaal in tweeën, vertikaal vroeger in drieën gevouwen. H: rechts: 135 mm; links: 142 mm. B: 330 mm. H plica: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 136. | 300 | Geschiet ende gedaen int jaere ons heeren doemen screeff duysent vijffhondert ende sestich opden XXIIII dach ffebruarii. De schout en de schepenen van Niel-bij-Sint-Truiden oorkonden dat Jan Cauwenberchs voor f. 80 Br. aan Jan Dillen, rentmeester van het klooster van Nonnemielen, een kwijtrente van 2 mudden koren verkocht heeft, het mud gerekend voor f. 41, op huis en hof, gelegen te Gingelom. Schout: Raes Massae. Schepenen: Peter Cuypers; Victor vander Steeghen; Dyonijes Tijlmans; Aert van Hinnesdael; Aert van Roest; Marten Tutelers. 1560, 24 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels niet meer aanwezig. Acht horizontale gleufjes in de plica. Vroeger horizontaal en vertikaal in drieën geplooid. H: rechts: 273 mm; links: 278 mm. B: boven: 261 mm; onder: 266 mm. H plica: rechts: 18 mm; links: 15 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 136. | 301 | Geschiet inden jaere naeder saliger geboerten ons heeren Jhesu Christi doemen screeff duysent vijffhondert vier ende zestich des achsten daechs der manet octobris. De meier en de laten van het cijnshof van het klooster Terbeek in Sint-Truiden, genaamd hoff van Zypingen, oorkonden dat Jan Witmis, echtgenoot van Anna van Ophem, voor 4 Rg. 15 st. Br., aan Joris van Niel een wenhof met boomgaard, gelegen te Zijpingen, in erfpacht uitgeeft; waarvoor voorgenoemde Joris f. 2 Br. erfelijk als pand dient te stellen. Dit werd bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: Meier: Jan Putzeys. Laten: Jan Telders; Willem van Wezeren; Ruelen Reyers; Crispiaen Telders. Schepenbank: Schout: Jan van Roest. Schepenen: Adriaen van Gheet; Joes vanden Venne; Jan Zuyrinx; Jan Menten. 1564, 8 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Was oorspronkelijk als transfix aan een andere oorkonde gehecht Zeven horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H: rechts: 195 mm; links: 187 mm. B: boven: 307 mm; onder: 304 mm. H plica: rechts: 20 mm; links: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. QEZ. | 302 | Geschiet inden jaere naeder saeliger geboerten ons heeren Jhesu Christi doemen schreeff XV ° vier ende tsestich in decembri twee daegen. Dezelfden oorkonden dat dezelfde Jan Witmis met zijn echtgenote Anna van Ophem aan Jan Dillen, wonende te Munster Mielen en optredend in naam van Anna Vuyten Broeck en Ermptruyt vanden Rij vieren, voor f. 80 Br. een erfcijns verkocht heeft van f. 3: 15 Br. Dit werd bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Hof van Zypingen: Meier: meester Jan Putzeys. Laten: Jan Telders, Joes vanden Ven; Jan Zuyrinx; Lambrecht Hellespiegel; Jan vander Pauwen; Jannes vanden Spiegele. Schepenbank: Schout: Jan van Roest. Schepenen: Joes vanden Venne; Jan Zuyrinx; Lambrecht Hellenspiegel; Jannes vanden Spiegele. 1564, 2 december. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Zeven horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren geplooid. H: 211 mm. B: boven: 344; onder: 335 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. | 303 | Inden jaer na der saliger gheboerten ons heren Jesu Crhisti screef duysent vijfhondert ende vijfensestich voerstij inden mey des achte daechs. De schout en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Willem Auwaters op 3 april 1565 afstand deed van het vruchtgebruik op de helft van huis en hof, gelegen op de Bornedries, ten voordele van zijn schoonzoon Joeris Hollants. Daarop hebben beiden het hele huis verpacht aan Peter Bertus voor 16 Rg. 10 st. erfelijk. Schout: Jan Dillen. Abdis: Catherina Courtyoye. Schepenen: Henrijck Minten; meester Joest vanden Vecoven; Goeris van Stapel; Michiel vanden Waus; Willem van Oyenbrugghe; Gielis Huesdiyns. 1565, 8 mei. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Vijf horizontale gleuven in de plica. Was oorspronkelijk als transfix gehecht aan andere oorkonde. Horizontaal dubbel geplooid. H: rechts: 176 mm; links: 180 mm. B: boven: 326 mm; onder: 335 mm. H plica: rechts: 24 mm; links: 22 mm.Onuitgegeven. | 304 | Ghesciet inden jaere naeder saeligher gheboerten ons lieffs heeren Jhesu Cristi doemen screeff duyysent vijffhondert seven ende tzestich des elfsten daechs der maent aprilis. De meier en de laten van het cijnshof van de abdis van Nonnemielen te Sint-Truiden oorkonden dat meester Aert Cemgermans, burger van Sint-Truiden, voor f. 35.10 Br. per jaar zijn huis De Eenhoren, gelegen op de markt, in erfpacht geeft aan Thomas vanden Borch. Bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Meier: Machiel vanden Ways. Laten: Jan Telderts; meester Joris de Prato; Jan Tackoen; Crispiaen Telderts. Schout: Aert Menten. Schepenen: Adriaen van Gheet; Jan Zuyrincxts; Lambrecht Helspiegels; Jan vanden Spiegell. 1567, 11 april. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels meer aanwezig. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vijf delen geplooid. H: 230 mm: B: 405 mm. H plica: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 136-137. | 305 | Inden jaere nae der saligher gheboerten ons heeren Jhesu Christi alsmen screeff duysent vijff hondert tweentzeventich in junio den neghensten dach. De meier en de laten van het cijnshof de abdis van Herkenrode te Sint- Truiden, oorkonden dat Merten Huybrechts, momber van Merten en Cristijne Hubrechts, natuurlijke kinderen van Catherine van Rijckel, aan Jan Maesmans, in naam van het klooster van Nonnemielen een huis met toebehoren verpacht heeft, gelegen bij het H. Graf, tussen het goed van Vrancken van Lechij, de erfgenamen van Jan Schoermans en Liebrecht van Ruelen, voor 30 Rg. erfelijk en jaarlijks, waarvan voor Kerstmis de helft moet afgelost worden tegen f. 20 per gulden erfcijns. Bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: Meier: meester Gielis van Loen. Laten: Joest vanden Venne Aerdt Menten; Leo Buntincx; Loyck Rennaerts. Stad: schout: Aerdt Menten; Schepenen: Joest Vandenvenne; Jan Zurincs; Leo Buntincx; Jan vanden Putte. 1572, 9 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegels verdwenen. Middendeel van de plica afgescheurd. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieëm gevouwen. H: 96 mm. B: 357 mm. H plica: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 137. | 306 | Int jaere ons heeren Jesu Christ doemen screeff duysent vijffhondert vijff ende tseventich den vijffden dach der maent ffebruarii. De meier en de schepenen van het hof van Coelhem, dat te Runkelen op het kerkhof toebehoort aan de erfgenamen van jonker Joris van Oyenbruggen, heer van Duras, porkonden dat Symon van Schoere van Zepperen, uit een partij van 18 roeden, 9 roeden beemd, gelegen in het Elsbroeck, opdraagt aan Christoffel Peeters, optredend in naam van Nonnemielen, ter aflossing van zekere hypotecaire lasten op zijn bezittingen. Meier: Wijlhem van Oyenbrugghe. Schepenen: Gielis Menten; Adam van Verssen; Lambrecht van Thienen; Juliaen vander Walemoelen; Jan vanden Spiegell; Dierick vanden Eynde. 1575, 5 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Helft van het schoutszegel in bruine was bewaard aan dubbele perkamenten staart. Andere zegels verdwenen uit vier gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren gevouwen. H: 115 mm. B: 450 mm. H plica: 32 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 137. | 307 | Int iaere ons heeren Jesu Christi donmen schreeff duysent vijffhondert ende vijff entseventich den derden dach der maent octobris. De schout en de schepenen van Gorsem oorkonden dat Gregorijs van Heer, als echtgenoot van Mardalena van Herckenroede, aan Jan Dillen, die optreedt in naam van Nonnemielen, 3 roeden akkerland heeft verkocht, die deel uitmaken van een lot van 12 roeden, gelegen in het Gorssumvelt, waarvan de overige 9 door de vrouwe van Duras van Gregorijs waren gekocht voor 37 Rg. Br. Schout: Goris van Stapel. Schepenen: Gielis Menten; Jeronimus van Jueck; Jan vanden Spiegell; Juliaen vander Walemoelen; Jacop Schevernels; Jan Ghijs. 1575, 3 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Vijf dubbele horizontale gleuven in de plica. Vertikaal in drieën gevruwen. H: rechts: 127 mm; links: 131 mm. B: boven: 268 mm; onder: 262 mm. H plica: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 137-138: | 308 | Gheschiedt den tweeden dach Augusti anno vijffthien hondert ende vierentachtentich. De schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden, tevens laten van het hof Vuergoet oorkonden dat Anna van Horion, weduwe van Leo Buntincx, in leven schepenen van Sint-Truiden, aan Claes van Ertrijck een erfrente heeft opgedragen van f. 5, 14 st. Br., op een huis, gelegen op de Weerdijck te Sint-Truiden. Schout: Jan vander Blocauerijen. Schepenen: Philips vander Blocquerijen; Jan Tsgroets; Henrick Sgroots; Robert van Jueck. 1584, 2 augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels ontbreken. Zeven horizontale gleuven in de plica. Aan de rechterkant, in de lengte een stuk afgesneden. Perkament zeer vervuild en moeilijk leesbaar. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in vieren geplooid. H: rechts: 195; links: 203 mm. B: boven: 278 mm; onder: 275 mm H plica: 11 mm.Onuitgegeven. | 309 | Inden jaere naeder zaliger geboerten ons heeren Jesu Cristi alsme... vijffhondert ses ende tachtentich elff daeghen in januario. De schout ende schepenen van Maria Rouveroy, abdis van Nonnemielen, oorkonden dat Marten Losen, burger van Sint-Truiden, 5 bunders land, gelegen op de Bornendries in erfpacht uitgeeft aan Marten Ruelen. 1586, 11 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Zes horizontale gleuven in de plica. Later door zuster Agnes Sohey als boekomslag gebruikt. H: 200 mm. B: 3330 mm. H plica: 11 mm.Onuitgegeven. | 310 | Inden jaer ons heeren alsmen schreef duysent vijffhondert tachtentich ende seven twintich daeghen in Junio. De schout en de schepenen van het cijnshof van Maria Rouveroye, abdis van Nonnemielen, oorkonden dat Jan van Alken, erfgenaam van Paulus Nickmans aan Steven Grieten, gevolmachtigde van de abt van Sint-Truiden, een huis en hof met toebehoren, gelegen op de Engelbampt, verkocht heeft voor f. 422 Br. 1587, 20 juni. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in zessen geplooid. H : 190 mm. B : 400 mm. H plica : 12 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 138. | 311 | Int jaer ons heeren alsmen screeff duysent vijfhondert negentich acht den negentiens ten Augusti. De schout en de schepenen van Gingelom oorkonden dat Marie Bormans, dochter van Laureys Bormans, afstand doet van al haar rechten op een boomgaard, waarop eertijds een huis stond, dat behoorde aan Wilhem Schellens, het geheel gelegen in de Crieckelstraet, ten voordele van haar neef Peter Santermans, die dezelfde boomgaard in erfpacht uitgeeft aan Henrick Lambrechts der Jonghe, voor f. 8, 5 st. in twee termijnen. Schout : Jan Tutelers. Schepenen : Henrick Lambrechts; Ardt Nijs; Nicolaas van Dormael; Lambrecht Princen; Jan Proeveners; meester Dionijs Tilmans. 1598, 19 augustus. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan een andere oorkonde gehecht. Geen zegels bewaard. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. H : 152 mm. B : 291 mm. H plica : 20 mm.Onuitgegeven. Analyse : WOLTERS, Milen, p. 138. | 312 | Opden iersten mert anno 1599. Dezelfden bevestigen dat Peter de Casa Bona als man en momber van Marie Bormans, dochter van Laureys Bormans, op 14 december 1598 van Henrick Lambrechts de Jonghe f. 110 Br. ontvangen heeft ter aflossing van f. 8 die dezelfde met haar neef Peter Santermans geldende had op een boomgaard. Daarna dragen de echtelingen aan Peter Santermans f. 4 op, die hen jaarlijks toekomen uit 12 roeden land, gelegen in de Cleyn Molestraet, toebehorende aan de weduwe van Paul Peters; en uit 1/2 bunder, gelegen boven die Heye, nu gepacht door TiIman Robijns. 1599, 1 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorkonde ernstig beschadigd: plica en onderste gedeelte verdwenen; scheur langs vertikale middenas. Inkt sterk verbleekt. H: rechts: 138 mm; links: 132 mm. B: 300 mm.Onuitgegeven. | 313 | De schout en de schepenen van Kozen oorkonden dat Merten Cortuwels met zijn vrouw Cathrijn aan Catherine Courtijoije abdus van Nonnemielen een kwijtrente van 12 Rg. Br. verkocht heeft op huis en hof en op al zijn bezittingen te Kozen. Schout: Jan Dillen. Schepenen: Lambrecht Quatperts; Laureys Ziels; Aert Motmans; Joes Tgroets; Willem Walt. [voor 1579 ]. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen uit vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal vroeger in drieën geplooid. Rugzijde: akte van 11 jan. 1639: Peeter Gofferije lost 2 gulden af van de bovenvermelde rente. H: 150 mm. B: 220 mm. H plica: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 138. | 314 | Ghesciet inden jaere der saligher gheboirten ons lieffs heeren Jhesu Christi alsmen screeff duysent sesshondert ende eene den thienden dach der maent Octobris. De prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint- Truiden oorkonden dat Jan vande Putt een rente van f. 6.15st. Br. jaarlijks opdraagt aan Reynder Thijes, die optreedt in naam van Agnes Sohey, religieuze te Mielen. Schout: Jan Herotten. Schepenen: Willem Tayen; Willem Pickaerts; Jan Tsgroots; Robeert van Jueck. 1601. 10 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Oorspronkelijk als transfix aan een andere akte gehecht. Zegels verdwenen. Vijf dubbele horizontale gleuven in de plica. Vertikaal in drieën gevouwen. H: 130 mm. B: 250 mm. H plica: 16 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 138 - 139. | 315 | Aldus gheschiet opden drijentwintichsten dach der maent februarij anno sesthienhondert ende seven. Dezelfden, optredend als laten van het Sint-Truidense cijns hof Vuergort hoff, oorkonden dat Pouls Hiegaerts, gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen, een rente afgelost heeft van f. 5. 14 st. Br. op huis en hof, toebehorend aan het klooster, gelegen te Sint-Truiden op de Wierdijeck, die jaarlijks moesten betaald worden aan Claes van Ertrijck, waarbij hij voor schrijfgeld f. 3. 8 st. en voor gichtgeld 28 st. heeft betaald. Schout: Raphaël van Dormael. Schepenen: meester lambrecht van Stapel; Christiaen vanden Eelbampt; Herman van Mettecoven; Jan van Meldert. 1607, 23 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Schepenzegel verdwenen uit dubbele horizontale gleuf in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 155 mm. B: 276 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 139. | 316 | Geschiet ende gedaen den XVe dach der maent martii anno XVIC ende acht. De meier en de laten van het Sinte Marien-cijnshof te Rummen oorkonden dat Daniël vande Venne, man en momber van Anna vanden Venne, een beemd, gelegen in dije Laerhemde, verkocht heeft aan Claes Moers, voor fl. 75 Br. Getuigen: de schout en de schepenen van Rummen. Schout: Matheus Bollis en Thomas Berden. Schepenen: Huybrecht Walscharts; Jacob Mynen; Gilis Winters; Oriaen Yen. 1608, 15 maart. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 175 mm. B: 287 mm. H plica: 17 mm.Onuitgegeven. | 317 | Int jaer ons heeren XVIc ende sestien den sessden dach der maendt februarii. De prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden bevestigen dat Pauls Hijgaerts, gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen, op 12 mei 1615 voor de schepenen van Mielen, volgens een akte op zegel, aan Renier Crofs 1/ 2 bunder land verkocht heeft, gedeeltelijk bloeck, gedeeltelijk weide, voor f. 12. 10 st. roede. Renier heeft een derde van de som ineens afbetaald, de rest als erfrente gezet op dit stuk land, namelijk f. 43 st. Br. per jaar. Schout: Raphaël van Dormael. Schepenen: Jan Sgroets; Henrick Schroots; Robiert van Jueck; Nicolas vanden Creefft. 1606, 6 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Geen zegels meer aanwezig. Vijf gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 172 mm. B: 246 mm. H plica: 20 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 139. | 318 | Int jaer ons heeren XVIc ende sesthien des vierentwintichsten dach der maendt octobris. Dezelfden bevestigen dat Paul Hijgaerts, gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen, eveens op 12 mei 1615 voor de schepenen van Mielen aan Jan van Valckenborch 10 1/2 roeden land verkocht heeft, gelegen te Mielen, op de Alckerwech, achter het goed van Rener Crops, tegen f. 7. 10 st. erfelijk, waarbij echter 1/3 van het kapitaal meteen betaald is. Schout: Raphaël van Dormael. Schepenen: Henrick Schroets; Loick de Baille; Robiert van Jueck; Ghilis Vaes. 1616, 24 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven in de plica; Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 110 mm. B: 335 mm. & plica: 18 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 140. | 319 | Int jaer ons heeren XVIc ende seventhien den eenentwintichsten dach der maendt januarii. Dezelfden oorkonden dat dezelfde Pauls Hijgaerts, gemachtigde van het konvent van Mielen, op 12 juli 1615 aan Renier Cortauts 8 roeden grond verkocht heeft te Roye voor f. 100 Br., waarvan f. 33. 6 st. en 16 s. dadelijk betaald werden en de rest omgezet werd in een jaarlijkse rente van f. 3. 6 st. en 18 s. Schout: Raphaël van Dormael. Schepenen: Jan Sgroets; Henrick Schroots; Robiert van Jueck; Nicolas vanden Creefft. 1617, 21 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H: 190 mm. B: 260 mm. H plica: 19 mm.Onuitgegeven. Analyse: WOLTERS, Milen, p. 140. | 320 | Int jaer ons heeren XVIc ende seventhien den eenentwintichsten dach der maendt januarii. Dezelfden getuigen dat Pauls Hijgaerts op 12 juli 1615 aan Renier Corthauts nog 24 roeden verkocht heeft, gelegen te Roye, voor f. 350, waarvan f. 116. 13 st. en 8 s. dadelijk werden betaald, de rest omgezet in een rente van f. 11. 13 st. en 11. s. jaarlijks. 1617, 21 januari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zegel van Vander Motten en Jan Wanten; 4 zegelfragmenten aan perkamenten staart door dubbele horizontale gleuf in de plica. Een zegel verdwenen. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën gevouwen. H: 124 mm. B: boven: 237 mm; onder: 230 mm. H plica: rechts: 12 mm; links: 16 mm.Onuitgegeven. | 321 | Int jaer doemen schreeff duysent seshondert ende negenthien den vierthiensten dach der maent julii. De schout en de schepenen van Cecilia Raven, abdis van Nonnemielen, oorkonden dat Paulus Minnepiets aan zijn broer Marten Minnepoets de helft van een bloeck, gelegen te Metsteren heeft verkocht voor een som van f. 55. Schout: Lambrecht vander Motten. Schepenen: Nicolaes Bollis; Meester Jeroenimus Gerinx; Jan Schoepen; Jan Wanten; Paulus Higaerts; Jan Leuraerts. 1619, 14 juli. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel : Perkament. Zegels verdwenen. Vijf horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in drieën geplooid. H : rechts : 182 mm; links : 187 mm. B : boven : 350 mm; onder : 344 mm. H plica : 30 mm.Onuitgege ven. | 322 | Int jaer XVIc eenentwintich dennegensten dach der maent februarii. De schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden oorkonden dat voor hen verschenen zijn: 1e) Jerom vanden Hoifve in zijn eigen naam en als gevolmachtigde voor Hendrick vanden Hoifve, keizerlijk kapitein, zoals bewezen wordt uit een akte van 10 augustus 1620, opgemaakt voor Willem Averwijs; 2e) Juffrouw Marie vanden Hoifve, in eigen naam en als plaatsvervangster voor Christoffel vanden Venne, meier te Halen, man en momber van Johanna vanden Hoifve, naar verluid is in een akte van 27 mei 1620, gepasseerd voor Jan Menten, kommissaris te Sint-Truiden; 3e) Andries van Vucht, als man van Marie Bolgrey en als voogd van haar kinderen, bij haar verwekt door Christiaen van Belbampt, in leven schepen van deze stad. Als erfgenamen van wijlen Franck van Lechij hebben zij aan Cecilia Raven abdis van Nonnemielen, en aan haar konvent een huis met hof, boomgaard stallen, schuren en alle toebehoren, gelegen te Sint-Truiden achter de H. Grafkerk, verkocht voor f. 3250 Br., op voorwaarde dat de erfgenamen het goed vrijmaken van alle lasten die erop drukken. Schout : Willem Princen. Schepenen : Jan Sgroets; Robiert van Jueck; Loick de Baille; Gaspair van Heusch. 1621, 9 februari. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Twee zegels verdwenen uit dubbele horizontale gleuven in de plica. Horizontaal dubbel, vertikaal in vieren geplooid. H; 180 mm. B: 345 mm. H plica: 51 mm.Onuitgegeven. | 323 | Donné ce premier d'octobre anno 1636. De kanunniken van Sint Jacob te Luik en de religieuzen van Nonnemielen hernieuwen een overeenkomst tot wederzijdse missen en gebeden voor hun respektievelijke overledenen. 1636, 1 oktober. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie: Perkament. Geen zegels. Inkt zeer verbleekt. Aan de linkerzijde ontbreekt ca. 1 cm. H: 220 mm. B: 280 mm.Onuitgegeven. | 324 | Op heeden den 30sten januarii 1638. Op verzoek van Ulrick Bormans bekrachtigen de schout en de schepenen van Velm een notarisoorkonde van 7 maart 1637, waarbij Marten Uttenbroeck erkent van zijn zwager Ulrick Bormans f. 500 Br. in pattacons ontvangen te hebben, waarvoor hij hem een kwijtrente in ruil geeft van f. 30 Br. per jaar, met al zijn goederen als pand. 1638, 30 januari. | 1 stuk | ||||||
B. Kopie: Perkament. In twee delen gescheurd, beschadigd en moeilijk leesbaar. H: 170 mm. B: 240 mm.Onuitgegeven. | 325 | Op heden den 29 october 1640. Lambrecht Casen, meier, en Houbrecht Ponaerts, laat van het cijnshof van Nonnemielen, oorkonden dat Peter Rubens aan Lambrecht Scoepen, in ruil voor een zekere som, een jaarrente opdraagt van f. 31, op 15 roeden akkerland gelegen op de Cleynen Bree acker. 1640, 29 oktober. | 1 stuk | ||||||
A. Origineel: Perkament. Zes horizontale gleuven in de plica, waaruit de schepenzegels verdwenen zijn. Horizontaal in drieën, vertikaal dubbel geplooid. H: rechts: 247 mm; links: 252 mm. B: boven: 292 mm. H plica: rechts: 22 mm; links: 16 mm.Analyse: WOLTERS, Milen, p. 140. Onuitgegeven. | 326 | Inden iare XVIc neghen en sestich den achsten dach der maent junii. De schout en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Eerwaarde Heer Gerard van Herck, gevolmachtigd door Marie van Ypelaer, abdis van Mielen, aan Jan Smeets, alias Hesemans, 8 roeden land, gelegen op de Borndries. in erfpacht geeft voor 4 kapuinen jaarlijks. Schout: Mattheus a Speculo. Schepenen: Jan Govaerts; Jan Hiegaerts; Symon Renarts; Christiaen. 1669, 8 juni. | 1 stuk |