Inventaris van het archief van het Kantoor der Successierechten Gent Zuid. Overbrenging 2017 (1859-1976)

Archive

Name: REG Gent Successie Zuid 2017

Period: 1859-1976

Inventoried scope: 4,5 linear meters

Archive repository: State archives in Ghent

Heading : Finance

Inventory

Authors: Matthys, Thibaut — Staelens, Caroline

Year of publication: 2019

Code of the inventory: F65

...

Archiefvormer

Naam

Kantoor der successierechten van Gent Zuid (1922 - 1944)
Rechtsopvolger:

Registratiekantoor Gent 1 (2015-heden)
Vijfde Registratiekantoor Gent 1 (2014)
Vierde registratiekantoor Gent 1 (2014)
Eerste registratiekantoor Gent 1 (2014)
Zesde kantoor der registratie van Gent (1969 - 2014)
Derde kantoor der registratie van Gent (1969 - 1977)
Tweede kantoor der registratie van Gent (1969 - 2014)
Eerste kantoor der registratie van Gent (1969 - 2014)
Derde kantoor der burgerlijke akten en successierechten van Gent (1944 - 1969)
Tweede kantoor der burgerlijke akten en successierechten van Gent (1944 - 1969)
Eerste kantoor der burgerlijke akten en successierechten van Gent (1944 - 1969)
Rechtsvoorganger:

Kantoor der successierechten van Gent (1903 - 1922)
Kantoor der registratie en domeinen van Gent (1796 - 1903)

Geschiedenis

Het kantoor der successierechten van Gent Zuid werd in 1922 opgericht en was samen met het kantoor der successierechten van Gent Noord de rechtstreekse opvolger van het kantoor der successierechten van Gent. Het kantoor was tot 1944 verantwoordelijk voor de successierechten van een deel van de stad Gent. Daarna werd het kantoor afgeschaft en werden de bevoegdheden herverdeeld onder de nieuw opgerichte kantoren der burgerlijke akten en successierechten te Gent.

Bevoegdheden en activiteiten

Het kantoor der successierechten van Gent Zuid was vóór 1944 bevoegd voor de inning van de successierechten. (1) Sinds 1944 is het kantoor der successierechten van Gent Zuid afgeschaft en opgevolgd door de kantoren der burgerlijke akten en successierechten van Gent.

Organisatie

Het organogram van een registratiekantoor is doorgaans zeer eenvoudig met een ontvanger aan het hoofd en een aantal klerken of assistenten. De ruimere historische-institutionele context en de evolutie van de ressorten waarbinnen registratiekantoren functioneren zijn echter heel wat complexer en worden in dit onderdeel nader toegelicht.
De historisch-institutionele context begint in de 18de eeuw. De registratiekantoren worden voor het eerst vermeld in het besluit van 15 februari 1796 (26 Pluviôse jaar IV). Dit besluit regelt de inrichting van de hypotheekbewaringen aan de hand van het ressort van de registratiekantoren. In deze periode hangen de registratiekantoren af van de 'Regie van registratierechten en het nationale domein' (Régie de l'enregistrement et du domaine national). Deze centrale Regie vormt het hoofdbestuur voor de diverse gewestelijke directies. De gewestelijke directeur verblijft steeds in de hoofdplaats van het departement. De registratiekantoren zijn rekenschap verschuldigd aan deze gewestelijke directies. De ont-vanger is de centrale figuur in het registratiekantoor. Hij staat in voor de formaliteitsverplichtingen.
Het systeem van registratie- en zegelrechten blijft voorlopig behouden na de val van Napoleon. Vervolgens wordt bij organiek besluit op 12 augustus 1814 onder meer het 'administratieve departement financiën' (département de l'administration des finances) onder leiding van een commissaris-generaal ingericht, de respectieve voorlopers van het Ministerie en de Minister van Financiën. De Administratie van de Registratie & (Nationale) Domeinen wordt hierin ondergebracht.
Wegens de groeiende financiële problemen richt Willem I in 1822 het Amortisatiesyndicaat op, dat buiten de controle van het parlement om wordt ingezet voor allerhande uitgaven en onder meer gefinancierd wordt door opbrengsten van de verkoop van domeinen. De Administratie van de Domeinen van de staat wordt afgesplitst en in dit syndicaat ondergebracht. Ondertussen blijven in de buitendiensten de ontvangers op post. De voornaamste verandering is de invoering van het uniform successierecht, waardoor voor grote centra gespecialiseerde buitendiensten kunnen worden ingericht.
De impact van de Belgische revolutie op de administratie en op het belastingstelsel is aanvankelijk beperkt. De belangrijkste maatregelen van de nieuwe machthebbers zijn de afschaffing van het fel bekritiseerde Amortisatiesyndicaat en de toewijzing van het beheer van de domeinen aan de commissaris-generaal voor Financiën. De oprichting van een Belgisch Ministerie van Financiën luidt evenwel een nieuwe organisatie in vanaf 1 april 1831. De dienst der registratie wordt samengevoegd met de dienst der domeinen en wordt als Administratie der registratie en domeinen een aparte entiteit onder het Ministerie, en dit tot 1970. Met de invoering van de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW), wordt de administratie omgevormd tot administratie van de BTW, registratie en domeinen.
Vanaf 1997 worden de diverse diensten hervormd. De opzet is om één administratie te creëren voor alle patrimoniale diensten, namelijk de administratie van het kadaster, registratie en domeinen (AKRED). Die wordt opgericht in 1998 als opvolger van de administratie van de BTW, Registratie en Domeinen. (2) Het koninklijk besluit van 1998 werd evenwel op 13 november 2002 door de Raad van State vernietigd, (3) waardoor in 2003 een nieuw koninklijk besluit uitgevaardigd moet worden om de continuïteit te verzekeren. (4)
Naar aanleiding van de algemene Copernicus-hervorming wordt in 2000 de Coperfin-hervorming gelanceerd, die voor de nieuwe Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën (5) een indeling in drie algemene administraties voorziet, waaronder één voor Patrimoniumdocumentatie. Een koninklijk besluit van 31 maart 2003 regelt de overgang van het Ministerie van Financiën naar de nieuwe Federale Overheidsdienst Financiën. (6) De ervaring leert echter dat een grote hergroepering van verschillende diensten met zeer verschillende bevoegdheden problemen veroorzaakt. In plaats daarvan valt de keuze op een evenwichtigere herverdeling van de entiteiten, zowel op het vlak van hun grootte als hun bevoegdheden. Vandaar dat met het koninklijk besluit van 3 december 2009 (7) gekozen wordt voor de oprichting van zes algemene administraties, waaronder een Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD). Horizontale, (beleids)ondersteunende taken worden voor de hele FOD ondergebracht in verschillende stafdiensten. Op de reorganisatie van de ondergeschikte registratiekantoren is het evenwel wachten op het koninklijk besluit van 20 maart 2014. (8) Met de uitvoering van de zesde staatshervorming in 2015 zijn er registratiekantoren actief op twee niveaus: op Vlaams en op federaal niveau. De federale kantoren blijven afhangen van de AAPD.
Het ambtsgebied of 'ressort' van het kantoor der successierechten van Gent Zuid heeft diverse wijzigingen ondergaan. Van 1903 tot 1922 was het kantoor der successierechten van Gent als enige kantoor bevoegd voor het innen van de successierechten en van de rechten van overgang bij overlijden voor de stad Gent. In 1922 veranderde deze situatie. Vanaf 1 februari 1922 werd het kantoor der successierechten van Gent opgesplitst in twee kantoren, namelijk in een kantoor der successierechten van Gent Noord en in een kantoor der successierechten van Gent Zuid. Het kantoor der successierechten van Gent Noord had de bevoegdheid over de inning van successierechten van kadastrale wijken A, F, G, J, K van de stad Gent. Het kantoor der successierechten van Gent Zuid had de bevoegdheid over de inning van successierechten van kadastrale wijken B, C, D, E, H, I en L van de stad Gent.
De oprichting van Groot-Gent in 1942 is aanvankelijk zonder grote gevolgen voor de structuur van de kantoren. Twee jaar later in 1944 gebeurde er echter wel een ingrijpende verandering voor de kantoren te Gent. De bestaande structuur en inrichting in kantoren verantwoordelijk voor registratierecht en kantoren verantwoordelijk voor successierecht werd afgeschaft en er vond een herverdeling plaats van de bevoegdheden en ambtsgebieden. Het kantoor der successierechten van Gent Zuid werd, naast het kantoor der successierechten van Gent Noord en het kantoor der successierechten van Gent Omgeving afgeschaft en zijn bevoegdheden werden verdeeld onder de hervormde en nieuwe kantoren der burgerlijke akten en successierechten.

Archief

Verwerving

Voorliggende inventaris ontsluit het archief dat werd overgebracht op 18 augustus 2017 in het kader van het project 'SATURN' van het Rijksarchief.

Inhoud

Het archief van het kantoor der successierechten van Gent Zuid heeft betrekking op de streek rond Gent, grotendeels samenvallend met het ambtsgebied van het gerechtelijk kanton Gent (cf. supra).
Het archief omvat formaliteitsregisters (reeks 5, 6, 6bis), documentatieregisters (reeks 44, 47, 54) en andere registers (reeks 32, 187). Het formaliteits- en ontvangstregister inzake openbare burgerlijke akten (reeks 5) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden akten, verleden voor openbare functionarissen zoals notarissen, secretarissen van kerkfabrieken, burgemeesters of gouverneurs. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten (reeks 6) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden onderhandse akten, dit zijn de akten die zijn opgemaakt tussen privépersonen zonder tussenkomst van een openbare instantie. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten waarvan een afschrift of een dubbel bij het kantoor moet worden ingediend (reeks 6bis) bevat een verwijzing naar het dubbel of afschrift van een onderhandse akte die bij het kantoor is ingediend bij registratie.
Bij de documentatieregisters (registratierechten) is voornamelijk het grondregister (reeks 44) van belang. Dit document is gebaseerd op de kadastrale legger en biedt een overzicht van de eigendomstitels en hun mutaties doorheen de tijd. De reeks loopt van het primitief kadaster ca. 1838 tot ca. 1968/1970. Het register van de indiening van aangiften van nalatenschap (reeks 47) wordt dagelijks aangevuld met ingediende aangiften. De tafel van de sterfgevallen (reeks 54) wordt jaarlijks aangevuld. Hierin worden de overledenen jaar per jaar geordend op de eerste letter van de familienaam.
Onder de categorie 'andere registers' vallen onder meer de aangiften van nalatenschap (reeks 187). Deze banden omvatten de aangiften van nalatenschap zoals die zijn ingediend door de erfgenamen en bewerkt door het kantoor. Ze zijn jaarlijks ingebonden. De legger van de lichamelijke goederen (reeks 32) bevat alle te verkopen of te verhuren roerende en onroerende goederen die toebehoren aan de staat en die beheerd worden door de dienst van de Domeinen.

Selecties en vernietigingen

Selecties en vernietigingen zijn gebaseerd op de Instructie Materieel (33/2003) en haar voorgangers.

Toekomstige aangroei/aanvullingen

Dit archief is niet afgesloten. Op termijn zullen recentere archiefdocumenten naar het Rijksarchief worden overgebracht.

Ordening

Het archief bestaat uit een beperkt aantal reeksen die meestal chronologisch geordend zijn. De datering van het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5), het register van de onderhandse akten (reeks 6), het register van de onderhandse akten waarvoor een afschrift of duplicaat ten kantore moet worden ingediend (reeks 6bis), de legger van de verenigingen zonder winstoogmerk (reeks 30) en het register van de indiening van erfenisaangiften (reeks 47) gebeurt op basis van de eerste en laatste registratie of inschrijving.
De erfenisaangiften zijn per jaar ingebonden. De stukken bij de reeks 6bis zijn beschreven zoals ze zijn aangetroffen in het kantoor. De stukken zijn binnen elk archiefbestanddeel opnieuw in de goede volgorde geplaatst om opzoekingen te vergemakkelijken. Het primaire ordeningscriterium voor de tafels van de overlijdens (reeks 54) is chronologisch. Elk register is daarna alfabetisch ingedeeld op basis van de familienaam van de overledene.
De grondregisters worden beschreven per gemeente, waarna de uiterste artikelnummers vermeld worden in de desbetreffende beschrijving. (9) Een datering wordt uitsluitend op koepelniveau gegeven. Een individuele datering van elk deel biedt weinig meerwaarde voor de gebruiker. De reeks gaat immers uit van een perceel- en artikelsgewijze benadering.

Voorwaarden voor de raadpleging

Archiefbestanddelen ouder dan 100 jaar zijn vrij raadpleegbaar.
Voor een afschrift of uittreksel van registraties jonger dan 100 jaar, dient de gebruiker de toestemming te vragen aan de ontvanger van het registratiekantoor en aan de vrederechter van het kanton waarin het registratiekantoor zetelt. Indien de gebruiker een betrokken partij of rechthebbende is, heeft hij of zij voor een uittreksel of afschrift de toestemming nodig van de ontvanger van het registratiekantoor waarvan het archief afkomstig is. (10)
Voor erfenisaangiften gelden dezelfde voorwaarden. Voor een afschrift van of uittreksel uit erfenisaangiften die jonger zijn dan 100 jaar, heeft men de toestemming nodig van de vrederechter indien de gebruiker geen betrokkene in rechtstreekse naam, erfgenaam of rechthebbende is. Is dit wel het geval, dan heeft de betrokkene de toestemming nodig van de ontvanger der successierechten. (11)

Voorwaarden voor de reproductie

Voor de reproductie van archiefstukken gelden de regels van toepassing binnen het Rijksarchief.

Toegangen

Er zijn verschillende nadere toegangen in de vorm van alfabetische tafels en repertoria: deze maken gerichte opzoekingen mogelijk, maar worden niet altijd in dit bestand bewaard. Voor meer informatie, zie IV.D.

Aanwijzingen voor het gebruik

Algemene aanwijzingen

In eerste instantie worden archieven van registratiekantoren vaak geraadpleegd door de recht- en bewijszoekende burger. De beschrijving van notariële en onderhandse akten, de verplichting vanaf 1921 om dubbels of afschriften van bepaalde soorten onderhandse akten te deponeren bij het kantoren en de indiening van aangiften van nalatenschap dragen bij tot de handhaving van de rechtszekerheid.
De registratieformaliteit biedt een zekerheid in de zoektocht naar de eigendomsgeschiedenis van een stuk land, een huis,.... In tegenstelling tot hypotheekarchieven, die enkel overdrachten tussen levenden betreffen, worden ook overgangen van onroerende goederen bij overlijden opgenomen in de archieven van registratiekantoren. De raadpleging van de tafels (overgebracht bij een eerdere overbrenging) en het algemeen repertorium van de eigenaars (reeks 50, bevindt zich momenteel nog bij de administratie) geven een snel en overzichtelijk beeld van welke personen betrokken zijn bij welke transacties. Verder kunnen deze archieven ook gebruikt worden voor lokale geschiedenis en genealogie. Vooral de erfenisaangiften vormen een heel rijke bron. Toch moet er kritisch mee worden omgesprongen: enkel personen met een zekere levensstandaard laten een spoor na in de reeks 187.

Concrete richtlijnen voor opzoekingen

Registratierecht

Belangrijk binnen het registratierecht zijn de formaliteitsregisters van reeks 5, 6 en 6bis. Deze worden, naargelang van de periode, door andere registers ontsloten.
Voor de eerste periode (12) (1796-1859) zijn vooral de afgeschafte reeksen (A.R.) 1 en 2 van belang. De tafel van de verkrijgers (A.R. 1) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Vanaf 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze tafel naar de tafel van de verkopers (A.R. 2). Deze afgeschafte reeks verwijst op haar beurt naar de formaliteitsregisters. Vanaf 1 januari 1828 is er sprake van een nieuw model. Vanaf dan worden ook verdelingen mee opgenomen in deze registers. Naast verwijzingen naar de reeks 5 en 6 wordt in deze registers ook verwezen naar de erfenisaangiften (reeks 187) indien er sprake is van een overgang van onroerend goed. Zie hiervoor het deel over 'Successierecht'. (13)
De tafel van de verkopers (A.R. 2) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Van 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze toegang naar de reeks 5 (waarbij de naam van de notaris mee wordt opgenomen), 6 (er wordt duidelijk gemaakt dat het om een onderhandse akte gaat via de vermelding 's.s.p.') en 187 (het nummer van de aangifte zal in desbetreffend geval worden meegegeven) indien er een overgang van onroerend goed is. Vanaf 1 januari 1828 wordt de tafel omgevormd en worden ook de verdelingen mee opgenomen. Voortaan verwijst A.R. 2 niet langer naar de formaliteitsregisters, maar naar A.R. 1.
Andere, minder belangrijke, toegangen zijn de tafel van de pacht- en huurcontracten (A.R. 3), de tafel van de huwelijkscontracten (A.R. 4) en de tafel van de geregistreerde en ongeregistreerde testamenten, schenkingen en andere eventuele beschikkingen (A.R. 6).
In de tweede periode (14) (1860-1901 (1925)) is het repertorium der eigenaars (reeks 50) dé toegang op de reeksen 5 en 6. Er wordt tevens verwezen naar erfenisaangiften in de mate dat ze een overgang van onroerend goed veroorzaken. In de reeks 50 worden eigenaars in de regel chronologisch opgesomd met een overzicht van de geregistreerde akten en eventueel erfenisaangiften. In de reeks 5 vindt men tevens een verwijzing naar het desbetreffende artikel in het repertorium.
Reeks 50 wordt alfabetisch ontsloten door de algemene tafel van het repertorium van de eigenaars (reeks 52). De reeks 52 ontsluit tevens het algemeen repertorium van de schuldeisers (reeks 51). Dit repertorium van de schuldeisers bevat de namen van de schuldeisers met hun domicilie, de data van de desbetreffende akten, de inschrijvingsdatum op het hypotheekkantoor, het hypotheekkantoor in kwestie, de bemiddelende notaris of de rechtbank, het bedrag van de schuldvordering, de duur van de transactie, de eventuele doorhalingen en onderbrekingen met alle informatie en verwijzingen naar de akten en inschrijvingen.
De reeksen 50 en 52 zijn formeel afgeschaft in 1901 na de introductie van de losse rekeningen. In tegenstelling tot de formele afschaffing blijven de kantoren deze doorgaans nog gebruiken. In 1925 verplicht een omzendbrief de losse rekening, waarna de reeksen 50 en 52 uitdoven. Het repertorium van de eigenaars wordt slechts af en toe nog aangevuld voor personen met talrijke notities, voor appartementsgebouwen, enz.. De reeks 51 wordt definitief afgeschaft in 1966.
In de derde periode (15) (vanaf 1901/1925) is er nog slechts één toegang: de losse rekening (reeks 58). Het betreft een fichesysteem dat naast de gegevens over de titularis van de rekening, gegevens bevat over de onroerende goederen waarop die titularis rechten (gehad) heeft. Ze is ingevoerd door de omzendbrief van 15 mei 1901 (nr. 1348). Het duurt tot 1925 vooraleer ze verplicht als enige toegang geldt. Deze toegang toont alle aankopen, verkopen en schenkingen van onroerende goederen, alsook de registratie van huwelijks- en leningscontracten, akten betreffende (onder)verhuring van in België gelegen goederen, enz.. Op de achterzijde wordt de informatie genoteerd die voorheen in de reeks 51 terug te vinden is. In de losse rekening wordt tevens de informatie opgenomen die voordien in de registers met de in het buitenland gelegen eigendommen (reeks 45) werd genoteerd.
In reeks 60 (register van de vreemdelingen) worden alle personen ingeschreven die hun woonplaats buiten België hebben, maar die onroerend goed bezitten binnen het ambtsgebied van het kantoor. De losse rekening verwijst naar deze reeks 60 indien van toepassing.
Eén documentatieregister loopt over de hele periode 1837-1970: het grondregister (reeks 44). Het vormt de kadastrale documentatie van het registratiekantoor en is gebaseerd op de kadastrale legger. In principe is er sprake van een één op één relatie: de artikels komen overeen, ze bevatten min of meer dezelfde informatie, maar zijn geen dubbels. In het grondregister zal men bijvoorbeeld een verwijzing vinden naar het type akte en de registratiedatum of datum van verlijden van de akte die de mutatie veroorzaakt. Deze data vindt men niet terug in de kadastrale legger zelf (reeks 212). Op basis van die data kan dan in de formaliteitsregisters gezocht worden welke akte de mutatie heeft veroorzaakt. Omgekeerd vindt men even vaak de referentie: de akte in de reeks 5 zal in de marge vaak een verwijzing bevatten naar het grondregister.

Successierecht

Het formaliteitsdocument bij uitstek voor het successierecht is de aangifte van nalatenschap (reeks 187). Bij een sterfgeval wordt een boedelinventaris van de overledene opgesteld. Deze inventaris dient als basis voor de heffing van het successierecht. Tot 1818 wordt een registratierecht geheven op de successies. Vanaf 1818 gaat het om een successierecht. Tot en met 1817 worden de aangiftes geregistreerd in het zgn. 'register van aangiften van nalatenschap'. De originele aangifte wordt soms mee opgenomen bij de overschrijving. Vanaf 1818 wordt de aangifte, die is ingediend op losse bladen, overgeschreven in het 'register van overschrijving van de memories van aangifte' (reeks 3 succ.). Na 1820 dooft dit register uit. De registratie gebeurt sindsdien op de minuten van de aangiften zelf. De aangiften krijgen een nummer in volgorde van indiening op het kantoor.
De documentatieregisters (16) zijn beperkt tot een viertal reeksen voor de hele periode vanaf 1796. Eerst en vooral wordt een zogenaamde tafel van overlijdens (TVO) bijgehouden (reeks 54), een chronologische tafel die elke twee à drie jaar vernieuwd wordt. Men vindt er, in alfabetische volgorde, de naam van de overledene, plaats van overlijden, datum van overlijden, nummer van de successieaangifte, enz.
Daarnaast is er ook een chronologische toegang. Het register van indiening van aangifte (reeks 47) schrijft de aangiftes chronologisch in. Voor wie de datum van de aangifte kent, is dit een relatief eenvoudige toegang.
Tot slot bieden ook de A.R. 1, 2 en het repertorium van de eigenaars (zie 'registratierecht') een directe toegang op de erfenisaangiften, voor zover er sprake is van een overgang van onroerend goed. De losse rekeningen, in voege vanaf 1901/1925, vermelden de sterfdatum van een persoon. In de wetenschap dat een aangifte binnen een bepaalde termijn moet worden ingediend, kan men zo ook de erfenisaangifte achterhalen.

Andere

Het reeds vermelde grondregister (reeks 44) is gebaseerd op de kadastrale legger (reeks 212 bij het kadaster). Elk artikel stelt een eigendomstitel voor met een eigenaar en is toegankelijk via een aantal reeksen (zowel kadastraal als niet-kadastraal). Kadastraal zijn de reeksen 208 en 209 van belang. De reeks 208 ontsluit de 'primitieve' toestand, dit wil zeggen de toestand zoals die bij de eerste opmaak van het kadaster gekend is. De reeks 209 ontsluit de mutaties die hierna gebeurd zijn. Beide linken percelen aan kadastrale artikels. In de reeks 208 wordt bovendien ook de eigenaar van elk perceel genoemd.
Bij het archief van de registratie kan men concordantielijsten op basis van de reeks 208 aantreffen. (17) Een losse rekening biedt tevens een link met het grondregister. Verder is voor sommige kantoren een kadastrale atlas van Popp bewaard.

Bestaan en bewaarplaats van originelen

Bij het registratiekantoor wordt een notariële akte geregistreerd in het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5). Vervolgens brengt de ambtenaar een stempel aan op de minuut. Het origineel wordt bewaard in het archief van de notaris voor wie de akte verleden is.
Het register van de openbare burgerlijke akten bevat ook registraties van akten verleden voor politiecommissarissen, burgemeesters, enz.. In principe moet men de originele akte bij deze personen of instellingen terugvinden, hoewel vaak blijkt dat deze verloren zijn gegaan.
Hetzelfde geldt voor onderhandse akten die in de reeks 6 zijn ingeschreven. Het origineel is in principe terug te vinden bij één of beide partijen die overgaan tot de registratie van deze akte. Het gebeurt echter dat het origineel bewaard wordt tussen de stukken bij de reeks 6bis.
Registratiekantoren zijn lang verplicht geweest om een zogenaamde opgave 219 op te maken. Deze opgave diende om de administratie van het kadaster in kennis te stellen van akten die aanleiding gaven tot een kadastrale mutatie. De opgave werd meestal trimestrieel opgestuurd naar het kadaster, waar men dan ook het origineel bewaarde. Intussen zijn deze formulieren vervangen door digitale applicaties.

Documenten met verwante inhoud

Rechtsvoorgangers van het kantoor der successierechten van Gent Zuid hebben in het verleden reeds andere archiefbestanden overgebracht naar het Rijksarchief. Deze kunnen met behulp van de volgende toegangen geraadpleegd worden:
- HAECK T. en VANDAELE D., Inventarissen van de archieven van het Kantoor der Burgerlijke Akten en het Kantoor der Successierechten van Gent (1796-1940), het Eerste (1903-1925), het Tweede (1929-1939), het Derde Kantoor der Burgerlijke Akten van Gent (1808-1938), de Kantoren der Successierechten van Gent Noord (1936-1944), Gent Zuid (1936-1946) en Gent Omgeving (1818-1944), het Eerste (1903-1976), het Tweede (1929-1972), het Derde (1936-1969), het Vierde (1936-1969), het Vijfde (1808-1869), het Zesde (1924-1970), het Zevende (1943-1964) en het Tiende Kantoor der Registratie van Gent (1888-1918), het Ontvangkantoor der Domeinen van Gent (1830-1977) en de Kantoren der Registratie van Lochristie (1861-1969) en Merelbeke (1809-1968) en hun rechtsvoorgangers,Brussel, 2007.
- Plaatsingslijst van het archief van het Tweede Kantoor der Burgerlijke Akten van Gent. Overdracht 2004 (1929-1944).

- Plaatsingslijst van het archief van het Derde Kantoor der Burgerlijke Akten van Gent en zijn rechtsvoorgangers. Overdracht 2004 (1900-1943).

- Plaatsingslijst van het archief van het Vierde Kantoor der Burgerlijke Akten van Gent. Overdracht 2004 (1929-1944).

- Plaatsingslijst van het archief van het Eerste Kantoor der Registratie van Gent. Overdracht 2004 (1941-1973).

- Plaatsingslijst van het archief van het Derde Kantoor der Registratie van Gent. Overdracht 2004 (1943-1953).

- Plaatsingslijst van het archief van het Zesde Kantoor der Registratie van Gent. Overdracht 2004 (1941-1977).

- Plaatsingslijst van het archief van het Ontvangkantoor der Domeinen van Gent en zijn rechtsvoorgangers. Overdracht 2004 (1922-1974).

- Plaatsingslijst van het archief van het Kantoor der Successierechten van Gent. Overdracht 2004 (1901-1921).

- Plaatsingslijst van het archief van het Kantoor der Successierechten van Gent Zuid. Overdracht 2004 (1922-1925).

- Plaatsingslijst van het archief van het Kantoor der Successierechten van Gent Noord. Overdracht 2004 (1922-1925).

- Plaatsingslijst van het archief van het Eerste Kantoor der Registratie van Gent. Losse rekeningen. 2012.

- Plaatsingslijst van het archief van het Tweede Kantoor der Registratie van Gent. Losse rekeningen. 2012.

- Plaatsingslijst van het archief van het Vierde Kantoor der Registratie van Gent. Losse rekeningen. 2012.

- Plaatsingslijst van het archief van het Vijfde Kantoor der Registratie van Gent. Losse rekeningen. 2012.

- Plaatsingslijst van het archief van het Zesde Kantoor der Registratie van Gent. Losse rekeningen. 2012.

- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Eerste Kantoor der Registratie van Gent (1838-1993). Overbrenging 2017(ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Tweede Kantoor der Registratie van Gent (1837-1989). Overbrenging 2017(ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Derde Kantoor der Registratie van Gent (1929-1976). Overbrenging 2017 (ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Vierde Kantoor der Registratie van Gent (1818-1989). Overbrenging 2017 (ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Vijfde Kantoor der Registratie van Gent (1838-1988). Overbrenging 2017 (ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Zesde Kantoor der Registratie van Gent (1837-1988). Overbrenging 2017 (ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Zevende Kantoor der Registratie van Gent (1937-1977). Overbrenging 2017 (ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Achtste Kantoor der Registratie van Gent (1959-1976). Overbrenging 2017 (ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Negende Kantoor der Registratie van Gent (1959-[1990]). Overbrenging 2017 (ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Kantoor der Successierechten van Gent (1859-[1976]). Overbrenging 2017 (ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Kantoor der Successierechten van Gent Noord (1859-1942). Overbrenging 2017 (ter perse).
- STAELENS C. en MATTHYS T., Inventaris van het archief van het Kantoor der Successierechten van Gent Omgeving (1859-[1976]). Overbrenging 2017 (ter perse).
Bij het kantoor der hypotheken wordt voorts een kopie van een notariële minuut overgeschreven in het register van de overschrijvingen (reeks 72). Het grondregister (reeks 44) is gebaseerd op de kadastrale legger. Deze vindt men in het archief van het kadaster.
Tot slot kunnen documenten van de centrale diensten en de gewestelijke directies van het Ministerie en de FOD Financiën eveneens betrekking hebben op het registratiekantoor van Gent.

Bibliografie

BONCQUET W., De administratie der registratie en domeinen en haar archief, Handzame, 1971.
DE REU P., De geschiedenis van de Algemene Administratie van de Patrimonium-documentatie. Organisatie, bevoegdheden, ambtsgebieden, archiefvorming (1796-2006), Miscellanea Archivistica Studia 198, Brussel, 2011.
DE REU P., Zoekwijzer: Kopen en Verkopen van vastgoed (1795 tot heden), Zoekwijzers 38, Brussel, 2012.
VRIELINCK S., De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, 3 dln., Leuven, 2000.

Beschrijvingsbeheer

De inventaris is in november 2018 opgemaakt door Caroline Staelens en Thibaut Matthys conform de interne richtlijnen van het Rijksarchief. Het archief is in augustus 2018 verpakt en geëtiketteerd door Thibaut Matthys. Télécharger l'inventaire publié- Download de gepubliceerde inventaris

Bijlagen

Bijlagen

 1Deel 2. Art. 1-379.1 deel
 2Deel 2 speciaal. Art. 1-47.1 deel
 3Deel 3. Art. 1-340.1 deel
 4Deel 4. Art. 1-322.1 deel
 5Deel 5. Art. 1-351.1 deel
 6Deel 6. Art. 1-334.1 deel
 7Deel 7. Art. 1-541.1 deel
 8Deel 8. Art. 1-540.1 deel
 9Deel 9. Art. 1-550.1 deel
 10Deel 10. Art. 1-528.1 deel
 11Deel 11. Art. 1-558.1 deel
 12Deel 12. Art. 1-548.1 deel
 13Deel 13. Art. 1-564.1 deel
 14Deel 14. Art. 1-557.1 deel
 15Deel 15. Art. 1-505.1 deel
 16Deel 16. Art. 1-556.1 deel
 17Deel 17. Art. 1-371.1 deel
 18Deel 18. Art. 1-372.1 deel
 19Deel 19. Art. 1-362.1 deel
 20Deel 20. Art. 1-354.1 deel
 21Deel 22. Art. 1-350.1 deel
 22Deel 23. Art. 1-360.1 deel
 23Deel 24. Art. 1-588.1 deel
 24Deel 25. Art. 1-495.1 deel
 25Deel 26. Art. 1-379.1 deel