Inventaris van het archief van het Eerste Registratiekantoor van Sint-Niklaas. Overbrenging 2015, 1837-1986

Archive

Name: REG Sint-Niklaas 1 2015

Period: 1837-1986

Inventoried scope: 16,08 linear meters

Archive repository: State archives in Ghent

Heading : Finance

Inventory

Authors: Lannoy, Pieterjan — van Gorp, Quinten

Year of publication: 2016

Code of the inventory: F14

...

Archiefvormer

Naam

Eerste kantoor der registratie van Sint-Niklaas (1976-2014)
Rechtsopvolgers:

Eerste registratiekantoor Sint-Niklaas (2014)
Registratiekantoor Dendermonde 2 (2015-heden)
Rechtsvoorgangers:

Kantoor der registratie en domeinen van Hamme (1808-1969)
Kantoor der registratie van Hamme (1969-1976)

Geschiedenis

Het kantoor der registratie en domeinen van Hamme, de rechtsvoorganger van het eerste kantoor, is opgericht in 1808. Het Ministerieel Besluit van 10 februari 1969 verkort de benaming van het kantoor tot 'kantoor der registratie'. (1) In 1976 beslist men het kantoor te herdopen tot 'eerste registratiekantoor van Sint-Niklaas'. Het kantoor wordt in 2014 omgevormd tot het 'vijfde registratiekantoor Sint-Niklaas' met enerzijds een ingeperkt takenpakket en anderzijds een ruimer ambtsgebied. (2) Dit kantoor wordt op zijn beurt met ingang van 1 januari 2015 afgeschaft en opgevolgd door het 'registratiekantoor Dendermonde 2' als gevolg van de regionalisering van bepaalde registratie- en successierechten waardoor één enkel registratiekantoor voor het ambtsgebied Dendermonde 2 volstaat. (3)

Bevoegdheden en activiteiten

Het kantoor van Hamme was vóór 1975/1976 bevoegd voor: 1. de registratie en inning van het registratierecht van notariële akten, van onderhandse akten, van akten van gerechtsdeurwaarders, van gerechtelijke akten, van administratieve akten en van sommige mondelinge overeenkomsten; 2. de inning van de griffierechten; 3. de inning van de successierechten; 4. de inning van de jaarlijkse taks op het vermogen van de vzw's; 5. de invordering van de boeten en gerechtskosten; 6. de invordering van de rechten en kosten inzake gerechtelijke bijstand en kosteloze rechtspleging; 7. het beheer van de nationale domeingoederen; 8. de inschrijving van het landbouwvoorrecht; 9. de mededeling van bepaalde gegevens aan andere overheidsdiensten, bijvoorbeeld de wijzigingen in verband met de eigendom van onroerende goederen aan de administratie van het kadaster of de protesten van de geaccepteerde wisselbrieven en orderbriefjes aan de rechtbanken van koophandel. (4) Sinds 1976 is het eerste kantoor der registratie van Sint-Niklaas enkel nog bevoegd voor de registratie en inning van het registratierecht (punt 1), de inning van de griffierechten (punt 2), de inning van de successierechten (punt 3), de inning van de taks op de vzw's (punt 4) en de mededeling van bepaalde gegevens aan andere overheidsdiensten (punt 9).

Organisatie

(5)Het organogram van een registratiekantoor is doorgaans zeer eenvoudig met een ontvanger aan het hoofd en een aantal klerken of assistenten. De ruimere historisch-institutionele context en de evolutie van de ressorten waarbinnen registratiekantoren functioneren zijn echter heel wat complexer en worden in dit onderdeel nader toegelicht.
De historisch-institutionele context begint in de 18de eeuw. De registratiekantoren worden voor het eerst vermeld in het besluit van 15 februari 1796 (26 Pluviôse jaar IV). Dit besluit regelt de inrichting van de hypotheekbewaringen aan de hand van het ressort van de registratiekantoren. In deze periode hangen de registratiekantoren af van de 'Regie van registratierechten en het nationale domein' (Régie de l'enregistrement et du domaine national). Deze centrale Regie vormt het hoofdbestuur voor de diverse gewestelijke directies. De gewestelijk directeur verblijft steeds in de hoofdplaats van het departement. De registratiekantoren zijn rekenschap verschuldigd aan deze gewestelijke directies. De ont-vanger is de centrale figuur in het registratiekantoor. Hij staat in voor de formaliteitsverplichtingen.
Het systeem van registratie- en zegelrechten blijft voorlopig behouden na de val van Napoleon. Vervolgens richt een organiek besluit op 12 augustus 1814 onder meer het 'administratieve departement financiën' (département de l'administration des finances) onder leiding van een commissaris-generaal in, de respectieve voorlopers van het Ministerie en de Minister van Financiën. De Administratie van de Registratie & (Nationale) Domeinen wordt hierin ondergebracht.
Wegens de groeiende financiële problemen richt Willem I in 1822 het Amortisatiesyndicaat op, dat buiten de controle van het parlement om wordt ingezet voor allerhande uitgaven en onder meer gefinancierd wordt door opbrengsten van de verkoop van domeinen. Het bestuur splitst de Administratie van de Domeinen van de staat af en brengt ze onder in dit syndicaat. Ondertussen blijven in de buitendiensten de ontvangers op post. De voornaamste verandering is de invoering van het uniform successierecht, waardoor voor grote centra gespecialiseerde buitendiensten kunnen worden ingericht.
De impact van de Belgische revolutie op de administratie en op het belastingstelsel is aanvankelijk beperkt. De belangrijkste maatregelen van de nieuwe machthebbers zijn de afschaffing van het fel bekritiseerde Amortisatiesyndicaat en de toewijzing van het beheer van de domeinen aan de commissaris-generaal voor Financiën. De oprichting van een Belgisch Ministerie van Financiën luidt evenwel een nieuwe organisatie in vanaf 1 april 1831. De dienst der registratie gaat samen met de dienst der domeinen en is als Administratie der registratie en domeinen een aparte entiteit onder het Ministerie, en dit tot 1970. Met de invoering van de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW), wordt de administratie omgevormd tot administratie van de BTW, registratie en domeinen.
Vanaf 1997 worden de diverse diensten hervormd. De opzet is om één administratie te creëren voor alle patrimoniale diensten, namelijk de administratie van het kadaster, registratie en domeinen (AKRED). Die volgt in 1998 de administratie van de BTW, Registratie en Domeinen op. (6) Het koninklijk besluit van 1998 is evenwel op 13 november 2002 door de Raad van State vernietigd, (7) waardoor men in 2003 een nieuw koninklijk besluit moet uitvaardigen om de continuïteit te verzekeren. (8)
Naar aanleiding van de algemene Copernicus-hervorming lanceert men in 2000 de Coperfin-hervorming, die voor de nieuwe Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën (9) een indeling in drie algemene administraties voorziet, waaronder één voor Patrimoniumdocumentatie. Een koninklijk besluit van 31 maart 2003 regelt de overgang van het Ministerie van Financiën naar de nieuwe Federale Overheidsdienst Financiën. (10) De ervaring leert echter dat een grote hergroepering van verschillende diensten met zeer verschillende bevoegdheden problemen veroorzaakt. In plaats daarvan valt de keuze op een evenwichtigere herverdeling van de entiteiten, zowel op het vlak van hun grootte als hun bevoegdheden. Vandaar dat met het koninklijk besluit van 3 december 2009 (11) gekozen wordt voor de oprichting van zes algemene administraties, waaronder een Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD). Horizontale, (beleids)ondersteunende taken worden voor de hele FOD ondergebracht in verschillende stafdiensten. Op de reorganisatie van de ondergeschikte registratiekantoren is het evenwel wachten op het koninklijk besluit van 20 maart 2014. (12) Met de uitvoering van de zesde staatshervorming in 2015 zijn er registratiekantoren actief op twee niveaus: op Vlaams en op federaal niveau. De federale kantoren blijven afhangen van de AAPD.
Het ambtsgebied of 'ressort' van het kantoor Hamme, later eerste kantoor van Sint-Niklaas, heeft diverse wijzigingen ondergaan. In 1808 neemt het kantoor van Hamme de taak over van het kantoor van Lokeren en Sint-Niklaas voor de gemeenten van het gerechtelijk kanton Hamme met de (prefusie)gemeenten Elversele, Hamme, Moerzeke en Waasmunster en de gemeenten van het gerechtelijk kanton Temse met de (prefusie)gemeenten Bazel, Haasdonk, Kruibeke, Rupelmonde, Steendorp (zelfstandig vanaf 1881, afgescheiden van Bazel), Temse en Tielrode. In 1942 worden de gemeenten van het gerechtelijk kanton Temse onttrokken aan het kantoor van Hamme en bij het nieuw opgerichte kantoor van Temse gevoegd. Deze twee kantoren voegt men opnieuw samen in 1976 als het 'eerste kantoor der registratie van Sint-Niklaas'. Na de gemeentefusies van 1977 bestaat het ambtsgebied van het kantoor uit de fusiegemeenten Hamme (Hamme, Moerzeke), Temse (Temse, Elversele, Steendorp en Tielrode) en Waasmunster.

Archief

Voorliggende inventaris ontsluit de overbrenging van 26 februari 2015 in het kader van het project 'archief Financiën' van het Rijksarchief.

Inhoud

Het archief van het kantoor der registratie van Hamme, later eerste registratiekantoor van Sint-Niklaas heeft betrekking op de streek rond Hamme en Temse, grotendeels samenvallend met het ambtsgebied van de gerechtelijk kantons Hamme en Temse (cf. supra).
Het archief omvat formaliteitsregisters (reeks 5, 6, 6bis), documentatieregisters (reeks 44, 47, 54) en andere registers (reeks 32, 187). Het formaliteits- en ontvangstregister inzake openbare burgerlijke akten (reeks 5) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden akten, verleden voor openbare functionarissen zoals notarissen, secretarissen van kerkfabrieken, burgemeesters of gouverneurs. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten (reeks 6) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden onderhandse akten, dit zijn de akten die zijn opgemaakt tussen privépersonen zonder tussenkomst van een openbare instantie. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten waarvan een afschrift of een dubbel bij het kantoor moet worden ingediend (reeks 6bis) bevat een verwijzing naar het dubbel of afschrift van een onderhandse akte die bij het kantoor is ingediend bij registratie.
Bij de documentatieregisters (registratierechten) zijn voornamelijk het grondregister (reeks 44) en het repertorium van de eigenaars (reeks 50) belangrijk. De reeks 44 is gebaseerd op de kadastrale legger en biedt een overzicht van de eigendomstitels en hun mutaties doorheen de tijd. De reeks loopt van het primitief kadaster ca. 1838 tot ca. 1968/1970. De reeks 50 ontsluit de reeksen 5, 6 en 6bis en deels de reeks 187. In de regel worden de eigenaars chronologisch gerepertorieerd. De registers bieden een overzicht van de verrichtingen met betrekking tot onroerende goederen binnen het ambtsgebied van het kantoor. Daarnaast worden ook alle persoonlijke akten van personen die in het ambtsgebied van het kantoor wonen opgenomen.
Het register van de indiening van aangiften van nalatenschap (reeks 47) wordt dagelijks aangevuld met ingediende aangiften. De tafel van de sterfgevallen (reeks 54) wordt jaarlijks aangevuld. Hierin worden de overledenen jaar per jaar geordend op de eerste letter van de familienaam. Tot slot biedt de reeks 60 een overzicht van de buitenlanders die bezittingen hebben binnen het ambtsgebied.
Onder de categorie 'andere registers' vallen onder meer de aangiften van nalatenschap (reeks 187). Deze banden omvatten de aangiften van nalatenschap zoals die zijn ingediend door de erfgenamen en bewerkt door het kantoor. Ze zijn jaarlijks ingebonden. De legger van de erfloze of onbeheerde nalatenschappen (reeks 35) biedt een overzicht van eventuele nalatenschappen zonder erfgenamen en de fiscale bewerkingen hierop, onderzoek naar het vermogen, enz..

Selecties en vernietigingen

Selecties en vernietigingen zijn gebaseerd op de Instructie Materieel (33/2003) en haar voorgangers.

Toekomstige aangroei/aanvullingen

Dit archief is niet afgesloten. Op termijn zullen recentere archiefdocumenten naar het Rijksarchief worden overgebracht.

Ordening

Het archief bestaat uit een beperkt aantal reeksen die meestal chronologisch geordend zijn. De datering van het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5), het register van de onderhandse akten (reeks 6), het register van de onderhandse akten waarvoor een afschrift of duplicaat ten kantore moet worden ingediend (reeks 6bis) en het register van de indiening van erfenisaangiften (reeks 47) gebeurt op basis van de eerste en laatste registratie of inschrijving.
De erfenisaangiften zijn per jaar ingebonden. De stukken bij de reeks 6bis zijn beschreven zoals ze zijn aangetroffen in het kantoor. De stukken zijn binnen elk archiefbestanddeel opnieuw in de goede volgorde geplaatst om opzoekingen te vergemakkelijken. Het primaire ordeningscriterium voor de tafels van de overlijdens (reeks 54) is chronologisch. Elk register is daarna alfabetisch ingedeeld op basis van de familienaam van de overledene.
Het repertorium (reeks 50) wordt beschreven aan de hand van het aantal artikels. De beschrijving van de tafels op reeks 50 (reeks 52) bestaat uit de vermelde lemma's. De grondregisters worden beschreven per gemeente, waarna de uiterste artikelnummers vermeld worden in de desbetreffende beschrijving. (13) Een datering wordt uitsluitend op koepelniveau gegeven. Een individuele datering van elk deel biedt weinig meerwaarde voor de gebruiker. De reeks gaat immers uit van een perceel- en artikelsgewijze benadering.

Voorwaarden voor de raadpleging

Archiefbestanddelen ouder dan 100 jaar zijn vrij raadpleegbaar.
Voor een afschrift of uittreksel van registraties jonger dan 100 jaar, dient de gebruiker de toe-stemming te vragen aan de ontvanger van het registratiekantoor en aan de vrederechter van het kanton waarin het registratiekantoor zetelt. Indien de gebruiker een betrokken partij of rechthebbende is, heeft hij of zij voor een uittreksel of afschrift de toestemming nodig van de ontvanger van het registratiekantoor waarvan het archief afkomstig is. (14)
Voor erfenisaangiften gelden dezelfde voorwaarden. Voor een afschrift van of uittreksel uit erfenisaangiften die jonger zijn dan 100 jaar, heeft men de toestemming nodig van de vrederechter indien de gebruiker geen betrokkene in rechtstreekse naam, erfgenaam of rechthebbende is. Is dit wel het geval, dan heeft de betrokkene de toestemming nodig van de ontvanger der successierechten. (15)

Voorwaarden voor de reproductie

Voor de reproductie van archiefstukken gelden de regels van toepassing binnen het Rijks-archief.

Toegangen

Er zijn verschillende nadere toegangen in de vorm van alfabetische tafels en repertoria: deze maken gerichte opzoekingen mogelijk, maar worden niet altijd in dit bestand bewaard. Voor meer informatie, zie IV.D.

Aanwijzingen voor het gebruik

Algemene aanwijzingen

In eerste instantie worden archieven van registratiekantoren vaak geraadpleegd door de recht- en bewijszoekende burger. De beschrijving van notariële en onderhandse akten, de verplichting vanaf 1921 om dubbels of afschriften van bepaalde soorten onderhandse akten te deponeren bij het kantoren en de indiening van aangiften van nalatenschap dragen bij tot de handhaving van de rechtszekerheid.
De registratieformaliteit biedt een zekerheid in de zoektocht naar de eigendomsgeschiedenis van een stuk land, een huis,.... In tegenstelling tot hypotheekarchieven, die enkel overdrachten tussen levenden betreffen, worden ook overgangen van onroerende goederen bij overlijden opgenomen in de archieven van registratiekantoren. De raadpleging van de tafels (overgebracht bij een eerdere overbrenging) en het algemeen repertorium van de eigenaars (reeks 50, bevindt zich momenteel nog bij de administratie) geven een snel en overzichtelijk beeld van welke personen betrokken zijn bij welke transacties. Verder kunnen deze archieven ook gebruikt worden voor lokale geschiedenis en genealogie. Vooral de erfenisaangiften vormen een heel rijke bron. Toch moet er kritisch mee worden omgesprongen: enkel personen met een zekere levensstandaard laten een spoor na in de reeks 187.

Concrete richtlijnen voor opzoekingen

Registratierecht

Belangrijk binnen het registratierecht zijn de formaliteitsregisters van reeks 5, 6 en 6bis. Deze worden, naargelang van de periode, door andere registers ontsloten.
Voor de eerste periode (16) (1796-1859) zijn vooral de afgeschafte reeksen (A.R.) 1 en 2 van belang. De tafel van de verkrijgers (A.R. 1) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Vanaf 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze tafel naar de tafel van de verkopers (A.R. 2). Deze afgeschafte reeks verwijst op haar beurt naar de formaliteitsregisters. Vanaf 1 januari 1828 is er sprake van een nieuw model. Vanaf dan worden ook verdelingen mee opgenomen in deze registers. Naast verwijzingen naar de reeks 5 en 6 wordt in deze registers ook verwezen naar de erfenisaangiften (reeks 187) indien er sprake is van een overgang van onroerend goed. Zie hiervoor het deel over 'Successierecht'. (17)
De tafel van de verkopers (A.R. 2) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Van 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze toegang naar de reeks 5 (waarbij de naam van de notaris mee wordt opgenomen), 6 (er wordt duidelijk gemaakt dat het om een onderhandse akte gaat via de vermelding 's.s.p.') en 187 (het nummer van de aangifte zal in desbetreffend geval worden meegegeven) indien er een overgang van onroerend goed is. Vanaf 1 januari 1828 wordt de tafel omgevormd en worden ook de verdelingen mee opgenomen. Voortaan verwijst A.R. 2 niet langer naar de formaliteitsregisters, maar naar A.R. 1.
Andere, minder belangrijke, toegangen zijn de tafel van de pacht- en huurcontracten (A.R. 3), de tafel van de huwelijkscontracten (A.R. 4) en de tafel van de geregistreerde en ongeregistreerde testamenten, schenkingen en andere eventuele beschikkingen (A.R. 6).
In de tweede periode (18) (1860-1901 (1925)) is het repertorium der eigenaars (reeks 50) dé toegang op de reeksen 5 en 6. Er wordt tevens verwezen naar erfenisaangiften in de mate dat ze een overgang van onroerend goed veroorzaken. In de reeks 50 worden eigenaars in de regel chronologisch opgesomd met een overzicht van de geregistreerde akten en eventueel erfenisaangiften. In de reeks 5 vindt men tevens een verwijzing naar het desbetreffende artikel in het repertorium.
Reeks 50 wordt alfabetisch ontsloten door de algemene tafel van het repertorium van de eigenaars (reeks 52). De reeks 52 ontsluit tevens het algemeen repertorium van de schuldeisers (reeks 51). Dit repertorium van de schuldeisers bevat de namen van de schuldeisers met hun domicilie, de data van de desbetreffende akten, de inschrijvingsdatum op het hypotheekkantoor, het hypotheekkantoor in kwestie, de bemiddelende notaris of de rechtbank, het bedrag van de schuldvordering, de duur van de transactie, de eventuele doorhalingen en onderbrekingen met alle informatie en verwijzingen naar de akten en inschrijvingen.
De reeksen 50 en 52 zijn formeel afgeschaft in 1901 na de introductie van de losse rekeningen. In tegenstelling tot de formele afschaffing blijven de kantoren deze doorgaans nog gebruiken. In 1925 verplicht een omzendbrief de losse rekening, waarna de reeksen 50 en 52 uitdoven. Het repertorium van de eigenaars wordt slechts af en toe nog aangevuld voor personen met talrijke notities, voor appartementsgebouwen, enz.. De reeks 51 wordt definitief afgeschaft in 1966.
In de derde periode (19) (vanaf 1901/1925) is er nog slechts één toegang: de losse rekening (reeks 58). Het betreft een fichesysteem dat naast de gegevens over de titularis van de rekening, gegevens bevat over de onroerende goederen waarop die titularis rechten (gehad) heeft. Ze is ingevoerd door de omzendbrief van 15 mei 1901 (nr. 1348). Het duurt tot 1925 vooraleer ze verplicht als enige toegang geldt. Deze toegang toont alle aankopen, verkopen en schenkingen van onroerende goederen, alsook de registratie van huwelijks- en leningscontracten, akten betreffende (onder)verhuring van in België gelegen goederen, enz.. Op de achterzijde wordt de informatie genoteerd die voorheen in de reeks 51 terug te vinden is. In de losse rekening wordt tevens de informatie opgenomen die voordien in de registers met de in het buitenland gelegen eigendommen (reeks 45) werd genoteerd.
In reeks 60 (register van de vreemdelingen) worden alle personen ingeschreven die hun woonplaats buiten België hebben, maar die onroerend goed bezitten binnen het ambtsgebied van het kantoor. De losse rekening verwijst naar deze reeks 60 indien van toepassing.
Eén documentatieregister loopt over de hele periode 1837-1970: het grondregister (reeks 44). Het vormt de kadastrale documentatie van het registratiekantoor en is gebaseerd op de kadastrale legger. In principe is er sprake van een één op één relatie: de artikels komen overeen, ze bevatten min of meer dezelfde informatie, maar zijn geen dubbels. In het grondregister zal men bijvoorbeeld een verwijzing vinden naar het type akte en de registratiedatum of datum van verlijden van de akte die de mutatie veroorzaakt. Deze data vindt men niet terug in de kadastrale legger zelf (reeks 212). Op basis van die data kan dan in de formaliteitsregisters gezocht worden welke akte de mutatie heeft veroorzaakt. Omgekeerd vindt men even vaak de referentie: de akte in de reeks 5 zal in de marge vaak een verwijzing bevatten naar het grondregister.

Successierecht

Het formaliteitsdocument bij uitstek voor het successierecht is de aangifte van nalatenschap (reeks 187). Bij een sterfgeval wordt een boedelinventaris van de overledene opgesteld. Deze inventaris dient als basis voor de heffing van het successierecht. Tot 1818 wordt een registratierecht geheven op de successies. Vanaf 1818 gaat het om een successierecht. Tot en met 1817 worden de aangiftes geregistreerd in het zgn. 'register van aangiften van nalatenschap'. De originele aangifte wordt soms mee opgenomen bij de overschrijving. Vanaf 1818 wordt de aangifte, die is ingediend op losse bladen, overgeschreven in het 'register van overschrijving van de memories van aangifte' (reeks 3 succ.). Na 1820 dooft dit register uit. De registratie gebeurt sindsdien op de minuten van de aangiften zelf. De aangiften krijgen een nummer in volgorde van indiening op het kantoor.
De documentatieregisters (20) zijn beperkt tot een viertal reeksen voor de hele periode vanaf 1796. Eerst en vooral wordt een zogenaamde tafel van overlijdens (TVO) bijgehouden (reeks 54), een chronologische tafel die elke twee à drie jaar vernieuwd wordt. Men vindt er, in alfabetische volgorde, de naam van de overledene, plaats van overlijden, datum van overlijden, nummer van de successieaangifte, enz.
Daarnaast is er ook een chronologische toegang. Het register van indiening van aangifte (reeks 47) schrijft de aangiftes chronologisch in. Voor wie de datum van de aangifte kent, is dit een relatief eenvoudige toegang.
Tot slot bieden ook de A.R. 1, 2 en het repertorium van de eigenaars (zie 'registratierecht') een directe toegang op de erfenisaangiften, voor zover er sprake is van een overgang van onroerend goed. De losse rekeningen, in voege vanaf 1901/1925, vermelden de sterfdatum van een persoon. In de wetenschap dat een aangifte binnen een bepaalde termijn moet worden ingediend, kan men zo ook de erfenisaangifte achterhalen.

Andere

Het reeds vermelde grondregister (reeks 44) is gebaseerd op de kadastrale legger (reeks 212 bij het kadaster). Elk artikel stelt een eigendomstitel voor met een eigenaar en is toegankelijk via een aantal reeksen (zowel kadastraal als niet-kadastraal). Kadastraal zijn de reeksen 208 en 209 van belang. De reeks 208 ontsluit de 'primitieve' toestand, dit wil zeggen de toestand zoals die bij de eerste opmaak van het kadaster gekend is. De reeks 209 ontsluit de mutaties die hierna gebeurd zijn. Beide linken percelen aan kadastrale artikels. In de reeks 208 wordt bovendien ook de eigenaar van elk perceel genoemd.
Bij het archief van de registratie kan men concordantielijsten op basis van de reeks 208 aantreffen. (21) Een losse rekening biedt tevens een link met het grondregister. Verder is voor sommige kantoren een kadastrale atlas van Popp bewaard.

Bestaan en bewaarplaats van originelen

Bij het registratiekantoor wordt een notariële akte geregistreerd in het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5). Vervolgens brengt de ambtenaar een stempel aan op de minuut. Het origineel wordt bewaard in het archief van de notaris voor wie de akte verleden is.
Het register van de openbare burgerlijke akten bevat ook registraties van akten verleden voor politiecommissarissen, burgemeesters, enz.. In principe moet men de originele akte bij deze personen of instellingen terugvinden, hoewel vaak blijkt dat deze verloren zijn gegaan.
Hetzelfde geldt voor onderhandse akten die in de reeks 6 zijn ingeschreven. Het origineel is in principe terug te vinden bij één of beide partijen die overgaan tot de registratie van deze akte. Het gebeurt echter dat het origineel bewaard wordt tussen de stukken bij de reeks 6bis.
Registratiekantoren zijn lang verplicht geweest om een zogenaamde opgave 219 op te maken. Deze opgave diende om de administratie van het kadaster in kennis te stellen van akten die aanleiding gaven tot een kadastrale mutatie. De opgave werd meestal trimestrieel opgestuurd naar het kadaster, waar men dan ook het origineel bewaarde. Intussen zijn deze formulieren vervangen door digitale applicaties.

Documenten met verwante inhoud

(Rechtsvoorgangers van) het eerste kantoor van Sint-Niklaas hebben in het verleden reeds andere archiefbestanden overgebracht naar het Rijksarchief. Deze kunnen met behulp van de volgende toegangen geraadpleegd worden:
- HAECK T. en VANDAELE D., Inventarissen van de archieven van het Eerste Kantoor der Registratie van Sint-Niklaas (1795-1964), het Tweede Kantoor der Registratie van Sint-Niklaas (1809-1959), het Derde Kantoor der Registratie van Sint-Niklaas (1920-1965), het Kantoor der Registratie van Beveren (1796-1965), het Kantoor der Registratie van Hamme (1796-1964), het Kantoor der Registratie van Temse (1942-1965) en hun rechtsvoorgangers. Brussel, 2005.
- Plaatsingslijst van het archief van het registratiekantoor van Hamme. Overdracht 2004 (1865-1954).
Bij het kantoor der hypotheken wordt voorts een kopie van een notariële minuut overgeschreven in het register van de overschrijvingen (reeks 72). Het grondregister (reeks 44) is gebaseerd op de kadastrale legger. Deze vindt men in het archief van het kadaster .
Tot slot kunnen documenten van de centrale diensten en de gewestelijke directies van het Ministerie en de FOD Financiën eveneens betrekking hebben op het registratiekantoor van Hamme.

Bibliografie

BONCQUET W., De administratie der registratie en domeinen en haar archief, Handzame, 1971.
DE REU P., De geschiedenis van de Algemene Administratie van de Patrimonium-documentatie. Organisatie, bevoegdheden, ambtsgebieden, archiefvorming (1796-2006), Miscellanea Archivistica Studia 198, Brussel, 2011.
DE REU P., Zoekwijzer: Kopen en Verkopen van vastgoed (1795 tot heden), Zoekwijzers 38, Brussel, 2012.
VRIELINCK S., De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, 3 dln., Leuven, 2000.

Beschrijvingsbeheer

De inventaris is in november 2015 opgemaakt door Pieterjan Lannoy conform de interne richtlijnen van het Rijksarchief. Het archief is in september 2015 eveneens verpakt en geëtiketteerd door Pieterjan Lannoy.

Bijlagen

Bijlagen

 1Deel 248. 21 apr. 1904 - 29 aug. 1904.1 deel
 2Deel 249. 29 aug. 1904 - 27 dec. 1904.1 deel
 3Deel 250. 27 dec. 1904 - 5 juni 1905.1 deel
 4Deel 251. 5 juni 1905 - 2 nov. 1905.1 deel
 5Deel 252. 2 nov. 1905 - 2 apr. 1906.1 deel
 6Deel 253. 2 apr. 1906 - 13 aug. 1906.1 deel
 7Deel 254. 13 aug. 1906 - 11 jan. 1907.1 deel
 8Deel 255. 11 jan. 1907 - 22 mei 1907.1 deel
 9Deel 256. 22 mei 1907 - 1 okt. 1907.1 deel
 10Deel 257. 1 okt. 1907 - 30 jan. 1908.1 deel
 11Deel 258. 30 jan. 1908 - 5 juni 1908.1 deel
 12Deel 259. 5 juni 1908 - 16 okt. 1908.1 deel
 13Deel 260. 16 okt. 1908 - 20 feb. 1909.1 deel
 14Deel 261. 20 feb. 1909 - 1 juli 1909.1 deel
 15Deel 262. 1 juli 1909 - 3 dec. 1909.1 deel
 16Deel 263. 3 dec. 1909 - 15 apr. 1910.1 deel
 17Deel 264. 15 apr. 1910 - 13 aug. 1910.1 deel
 18Deel 265. 13 aug. 1910 - 29 dec. 1910.1 deel
 19Deel 266. 29 dec. 1910 - 15 mei 1911.1 deel
 20Deel 267. 15 mei 1911 - 26 okt. 1911.1 deel
 21Deel 268. 26 okt. 1911 - 18 mrt. 1912.1 deel
 22Deel 269. 18 mrt. 1912 - 1 sept. 1912.1 deel
 23Deel 270. 2 sept. 1912 - 17 feb. 1913.1 deel
 24Deel 271. 17 feb. 1913 - 31 juli 1913.1 deel
 25Deel 272. 31 juli 1913 - 6 jan. 1914.1 deel
 26Deel 273. 6 jan. 1914 - 20 juni 1914.1 deel
 27Deel 274. 21 juni 1914 - 9 juni 1915.1 deel
 28Deel 275. 9 juni 1915 - 29 feb. 1916.1 deel
 29Deel 276. 1 mrt. 1916 - 2 jan. 1917.1 deel
 30Deel 277. 2 jan. 1917 - 8 okt. 1917.1 deel
 31Deel 278. 8 okt. 1917 - 18 juni 1918.1 deel
 32Deel 279. 18 juni 1918 - 11 dec. 1918.1 deel
 33Deel 280. 12 dec. 1918 - 21 mrt. 1919.1 deel
 34Deel 281. 21 mrt. 1919 - 4 juni 1919.1 deel
 35Deel 282. 5 juni 1919 - 25 aug. 1919.1 deel
 36Deel 283. 25 aug. 1919 - 10 nov. 1919.1 deel
 37Deel 284. 10 nov. 1919 - 5 feb. 1920.1 deel
 38Deel 285. 5 feb. 1920 - 28 apr. 1920.1 deel
 39Deel 286. 28 apr. 1920 - 14 aug. 1920.1 deel
 40Deel 287. 14 aug. 1920 - 19 nov. 1920.1 deel
 41Deel 288. 19 nov. 1920 - 23 feb. 1921.1 deel
 42Deel 289. 23 feb. 1921 - 23 juni 1921.1 deel
 43Deel 290. 23 juni 1921 - 27 okt. 1921.1 deel
 44Deel 291. 27 okt. 1921 - 20 feb. 1922.1 deel
 45Deel 292. 20 feb. 1922 - 23 mei 1922.1 deel
 46Deel 293. 23 mei 1922 - 4 sept. 1922.1 deel
 47Deel 294. 4 sept. 1922 - 1 dec. 1922.1 deel
 48Deel 295. 1 dec. 1922 - 9 mrt. 1923.1 deel
 49Deel 296. 9 mrt. 1923 - 26 juni 1923.1 deel
 50Deel 297. 26 juni 1923 - 4 okt. 1923.1 deel
 51Deel 298. 4 okt. 1923 - 17 jan. 1924.1 deel
 52Deel 299. 17 jan. 1924 - 5 mei 1924.1 deel
 53Deel 300. 5 mei 1924 - 27 aug. 1924.1 deel
 54Deel 301. 27 aug. 1924 - 12 dec. 1924.1 deel
 55Deel 302. 12 dec. 1924 - 20 mrt. 1925.1 deel
 56Deel 303. 20 mrt. 1925 - 19 juni 1925.1 deel
 57Deel 304. 19 juni 1925 - 21 sept. 1925.1 deel
 58Deel 305. 21 sept. 1925 - 16 dec. 1925.1 deel
 59Deel 306. 16 dec. 1925 - 17 mrt. 1926.1 deel
 60Deel 307. 17 mrt. 1926 - 1 juli 1926.1 deel
 61Deel 308. 1 juli 1926 - 12 okt. 1926.1 deel
 62Deel 309. 12 okt. 1926 - 1 feb. 1927.1 deel
 63Deel 310. 2 feb. 1927 - 19 mei 1927.1 deel
 64Deel 311. 19 mei 1927 - 26 aug. 1927.1 deel
 65Deel 312. 26 aug. 1927 - 7 dec. 1927.1 deel
 66Deel 313. 7 dec. 1927 - 10 mrt. 1928.1 deel
 67Deel 314. 10 mrt. 1928 - 30 mei 1928.1 deel
 68Deel 315. 30 mei 1928 - 17 aug. 1928.1 deel
 69Deel 316. 17 aug. 1928 - 7 nov. 1928.1 deel
 70Deel 317. 7 nov. 1928 - 11 feb. 1929.1 deel
 71Deel 318. 11 feb. 1929 - 21 mei 1929.1 deel
 72Deel 319. 17 apr. 1929 - 7 okt. 1929 (T).1 deel
 73Deel 320. 21 mei 1929 - 2 okt. 1929 (H).1 deel
 74Deel 321. 3 okt. 1929 - 19 feb. 1930 (H).1 deel
 75Deel 322. 7 okt. 1929 - 24 feb. 1930 (T).1 deel
 76Deel 323. 19 feb. 1930 - 25 juni 1930 (H).1 deel
 77Deel 324. 24 feb. 1930 - 28 juni 1930 (T).1 deel
 78Deel 325. 25 juni 1930 - 8 jan. 1931 (H).1 deel
 79Deel 326. 28 juni 1930 - 21 nov. 1930 (T).1 deel
 80Deel 327. 21 nov. 1930 - 11 apr. 1931 (T).1 deel
 81Deel 328. 8 jan. 1931 - 26 juni 1931 (H).1 deel
 82Deel 329. 11 apr. 1931 - 17 aug. 1931 (T).1 deel
 83Deel 330. 26 juni 1931 - 2 dec. 1931 (H).1 deel
 84Deel 331. 17 aug. 1931 - 19 dec. 1931 (T).1 deel
 85Deel 332. 2 dec. 1931 - 20 juni 1932 (H).1 deel
 86Deel 333. 19 dec. 1931 - 17 mei 1932 (T).1 deel
 87Deel 334. 18 mei 1932 - 2 okt. 1932 (T).1 deel
 88Deel 335. 20 juni 1932 - 23 nov. 1932 (H).1 deel
 89Deel 336. 3 okt. 1932 - 21 feb. 1933 (T).1 deel
 90Deel 337. 23 nov. 1932 - 30 mrt. 1933 (H).1 deel
 91Deel 338. 21 feb. 1933 - 5 juli 1933 (T).1 deel
 92Deel 339. 30 mrt. 1933 - 19 aug. 1933 (H).1 deel
 93Deel 340. 5 juli 1933 - 20 dec. 1933 (T).1 deel
 94Deel 341. 19 aug. 1933 - 5 jan. 1934 (H).1 deel
 95Deel 342. 20 dec. 1933 - 12 juni 1934 (T).1 deel
 96Deel 343. 5 jan. 1934 - 17 mei 1934 (H).1 deel
 97Deel 344. 12 juni 1934 - 26 nov. 1934 (T).1 deel
 98Deel 345. 17 mei 1934 - 8 okt. 1934 (H).1 deel
 99Deel 346. 26 nov. 1934 - 20 mei 1935 (T).1 deel
 100Deel 347. 8 okt. 1934 - 21 feb. 1935 (H).1 deel
 101Deel 348. 20 mei 1935 - 6 nov. 1935 (T).1 deel
 102Deel 349. 21 feb. 1935 - 28 juni 1935 (H).1 deel
 103Deel 350. 6 nov. 1935 - 1 apr. 1936 (T).1 deel
 104Deel 351. 28 juni 1935 - 23 nov. 1935 (H).1 deel
 105Deel 352. 1 apr. 1936 - 8 sept. 1936 (T).1 deel
 106Deel 353. 23 nov. 1935 - 14 mei 1936 (H).1 deel
 107Deel 354. 8 sept. 1936 - 23 mrt. 1937 (T).1 deel
 108Deel 355. 14 mei 1936 - 12 okt. 1936 (H).1 deel
 109Deel 356. 23 mrt. 1937 - 7 sept. 1937 (T).1 deel
 110Deel 357. 12 okt. 1936 - 31 mrt. 1937 (H).1 deel
 111Deel 358. 7 sept. 1937 - 9 feb. 1938 (T).1 deel
 112Deel 359. 31 mrt. 1937 - 3 sept. 1937 (H).1 deel
 113Deel 360. 3 sept. 1937 - 2 mrt. 1938 (H).1 deel
 114Deel 361. 9 feb. 1938 - 25 juni 1938 (T).1 deel
 115Deel 362. 2 mrt. 1938 - 20 juli 1938 (H).1 deel
 116Deel 363. 25 juni 1938 - 8 dec. 1938 (T).1 deel
 117Deel 364. 20 juli 1938 - 28 dec. 1938 (H).1 deel
 118Deel 365. 8 dec. 1938 - 19 apr. 1939 (T).1 deel
 119Deel 366. 28 dec. 1938 - 6 juni 1939 (H).1 deel
 120Deel 367. 20 apr. 1939 - 17 okt. 1939 (T).1 deel
 121Deel 368. 6 juni 1939 - 24 nov. 1939 (H).1 deel
 122Deel 369. 17 okt. 1939 - 11 mei 1940 (T).1 deel
 123Deel 370. 24 nov. 1939 - 11 sept. 1940 (H).1 deel
 124Deel 371. 11 mei 1940 - 14 feb. 1941 (T).1 deel
 125Deel 372. 11 sept. 1940 - 29 apr. 1941 (H).1 deel
 126Deel 373. 14 feb. 1941 - 12 aug. 1941 (T).1 deel
 127Deel 374. 29 apr. 1941 - 13 nov. 1941 (H).1 deel
 128Deel 375. 12 aug. 1941 - 5 mrt. 1942 (T).1 deel
 129Deel 376. 13 nov. 1941 - 4 mei 1942 (H).1 deel
 130Deel 377. 5 mrt. 1942 - 26 aug. 1942 (T).1 deel
 131Deel 378. 5 mei 1942 - 27 nov. 1942 (H).1 deel
 132Deel 379. 28 nov. 1942 - 28 mei 1943.1 deel
 133Deel 380. 28 mei 1943 - 21 dec. 1943.1 deel
 134Deel 381. 21 dec. 1943 - 26 juni 1944.1 deel
 135Deel 382. 27 juni 1944 - 11 mei 1945.1 deel
 136Deel 383. 11 mei 1945 - 14 nov. 1945.1 deel
 137Deel 384. 15 nov. 1945 - 28 mrt. 1946.1 deel
138Dubbels of afschriften van openbare burgerlijke akten, ingediend bij registratie in de reeks 5. 1955-1957.1 omslag