Inventaris van het archief van het enig hypotheekkantoor Gent, 1799-1937

Archive

Name: HYP Gent 0000

Period: 1799-1937

Inventoried scope: 481,03 linear meters

Archive repository: State archives in Ghent

Heading : Finance

Inventory

Authors: /

Year of publication: /

Code of the inventory: F758

...

Archiefvormer

Naam

Kantoor der Hypotheken van Gent.

Geschiedenis

Het hypothecair stelsel in België

Het huidige hypothecair stelsel ontstaat in de Franse Periode. Het stelsel omvat de in-schrijving en overschrijving van akten betreffende de overgang van onroerende goederen en de bekendmaking ervan. De eerste poging om tot een hypothecair stelsel te komen op het Belgische grondgebied komt er bij besluit van het Directoire Exécutif van 21 februari 1796 (2 ventôse jaar IV). Dit besluit beoogt de invoering van de Franse hypothecaire wetten van 27 juni 1795 (9 messidor jaar III). Het Directoire wil onder meer een zo ruim mogelijke bekendmaking van alle hypotheken bewerkstelligen. Deze wetgeving blijft grotendeels dode letter.
De basis voor het huidige stelsel dateert van 1 november 1798 (11 brumaire jaar VII). Het nieuwe wetboek behoudt de organisatie van het voorgaande stelsel. Deze wet bestaat uit twee pijlers: de bekendmaking van de akten van overdracht door overschrijving en de bekendmaking van de hypotheek door inschrijving. Het is de eerste keer dat een wet voorschrijft dat een akte van overgang vatbaar voor hypotheek slechts uitwerking heeft tegenover derden als ze ook is overgeschreven in de registers van het hypotheekkantoor waar het goed gelegen is. Een belangrijke verandering ten opzichte van het wetboek van 27 juni 1795 is echter de verschuiving van de openbaarmaking op het onroerend goed (zakelijke bekendmaking) naar de bekendmaking op naam van de eigenaar, koper of hypotheekverlener (persoonlijke bekendmaking). (1)
De volgende belangrijke wetswijziging dateert van 11 maart 1799 (21 ventôse jaar VII). Deze zorgt voor een nieuwe organisatie. Tevens vervangt het bewind de vroegere hypotheek-bewaarders door ambtenaren. Vervolgens is vooral de Code Napoléon van 19 maart 1804 (28 ventôse jaar XII), afgekondigd op 29 maart 1804 (8 germinal jaar XII), van belang. Aan de inschrijving verandert nauwelijks iets, maar de verplichting tot overschrijving van eigendomsoverdrachten wordt afgeschaft. Indien de verkoper zijn rechten wil behouden op het niet (volledig) betaalde goed, kan hij mits betaling van een overschrijvingsrecht van 1,5 procent op het betaalde bedrag, de akte laten overschrijven. Een overschrijving van schenkingen van onroerende goederen is wel nog verplicht. (2)
Onder het Hollands Bewind wordt het Franse systeem grotendeels behouden. Wel voert de overheid op 3 januari 1824 opnieuw de verplichting tot overschrijving van de akte in. Deze overschrijving dient te gebeuren binnen de twee of drie maanden (3) die volgen op de laatste dag bepaald voor de registratie van die akten. Het principe van het overschrijvingsrecht blijft behouden, maar het wordt teruggeschroefd van 1,5 percent naar 0,5 procent. (4)
Na de Belgische Omwenteling blijft dit hypothecair stelsel nog 20 jaar van kracht. De eerste en meteen ook belangrijkste wijziging dateert van 16 december 1851 (van kracht sinds 1 januari 1852). Dit is de wet die nog steeds ons hypothecair stelsel regelt. De wet is in grote lijnen gebaseerd op het systeem van de Code Napoléon. Het systeem van de verplichte overschrijvingen wordt echter heringevoerd conform de wet van 1 november 1798 (11 brumaire jaar VII). Dit betekent dat de overschrijving verplicht is voor de tegenstelbaarheid van de overdracht van onroerende goederen tegenover derden. Volgens artikel 1 van de wet van 1851 moeten de volgende akten worden overgeschreven: "Alle akten onder levenden, om niet of onder bezwarende titel, tot overdracht (onder meer schenking, verkoop) of aanwijzing (o.m. verdeling) van onroerende zakelijke rechten, andere dan voorrechten en hypotheken; de akten van afstand van die rechten; de huurcontracten die voor langer dan negen jaar zijn aangegaan of kwijting inhouden van tenminste drie jaar huur. Enkel authentieke akten, verleden voor notarissen, gerechtsdeurwaarders of administratieve overheden, vonnissen en onderhandse akten erkend door het gerecht of een notaris, komen in aanmerking voor overschrijving". De overschrijving heeft, tot op de dag van vandaag, een termijn van 15 jaar. (5)
In het begin van de 20ste eeuw wordt het overschrijvingsrecht opnieuw gewijzigd. De wet van 27 december 1902 hevelt de inning van het overschrijvingsrecht over van de hypotheekbewaarder naar de ontvanger van de registratie. Dit is nu nog altijd zo, maar de inning van het hypotheekrecht voor de inschrijving blijft een fiscale opdracht van de hypotheekbewaarder. Met deze wetswijziging vervallen de opgelegde termijnen van de wetten van 1824 en 1851. Vanaf 1 januari 1903 staat er geen enkele termijn meer op de overschrijving van akten. (6)
Dit verandert opnieuw met de wet van 10 oktober 1913, in werking getreden op 31 december 1913. Deze wet bepaalt de termijn van overschrijving weer op twee of drie maanden na de datum van de akte. Dezelfde wet voert ook een belangrijk controlemiddel in met betrekking tot de schrijfwijze van de namen. Alle ambtenaren die een akte aan een hypothecaire formaliteit moeten onderwerpen, moeten in of onderaan de akte bevestigen dat de persoonsgegevens (7) overeenstemmen met de gegevens van de burgerlijke stand of het trouwboekje. Tot die tijd werd de bekendmaking van de identiteit namelijk alleen omschreven via de naam en voornamen, beroep en woonplaats. Bovendien werden de gegevens niet gecontroleerd in de registers van de burgerlijke stand, waardoor er vaak foute schrijfwijzen of andere anomalieën opdoken. (8)
De overschrijving wordt bij wet verplicht voor specifieke akten. Dit geldt voor de volgende akten: het onroerend en bewarend beslag; de openbaarmaking van de inpandgevingen van handelszaken en van steenkoolwarrants; de publiciteit van zakelijke rechten op zee- en binnenschepen; de akten betreffende de wederzijdse rechten van de eigenaars van verdiepingen of gedeelten van verdiepingen in een opgericht of op te richten flatgebouw; de besluiten tot klassering genomen in het belang van het behoud van monumenten en landschappen en de beslissingen die de klassering ontnemen; de dagvaardingen voor de correctionele rechtbank en de exploten tot inleiding van een geding voor de burgerlijke rechtbank, inclusief de vermelding van de beslissingen en de certificaten van de uitvoering van de beslissing in de rand, van overtredingen op de wet op de Ruimtelijke Ordening en de Stedenbouw; de vorderingen van de pachters van landeigendommen voor hun recht van voorkoop, inclusief de uitspraak. (9)

Historische evolutie van de hypotheekkantoren in Gent

Het hypotheekkantoor van Gent is opgericht krachtens besluit van 15 februari 1796 (26 pluviôse jaar IV). Dit besluit beoogt de instelling van 23 hypotheekkantoren over het hele toenmalige Belgische grondgebied. In deze periode is het hypotheekkantoor Gent bevoegd voor de gemeenten die afhangen van de registratiekantoren in Gent, Maldegem, Petegem, Sas van Gent en Sluis. (10) Een reorganisatie vindt plaats bij decreet van 11 maart 1799 (21 ventôse jaar VII). Vanaf dan wordt per gerechtelijk arrondissement een hypotheekbewaring ingesteld, en dit in de plaats waar de correctionele rechtbank gevestigd is. Indien echter de standplaats van de burgerlijke rechtbank en de correctionele rechtbank verschilt, wordt het kantoor in de gemeente van de eerstgenoemde rechtbank gevestigd. (11) Het hypotheekkantoor Gent kent nog een bijkomende wijziging op 13 juli 1815 (12). Op die dag wordt het hypotheekkantoor Eeklo officieel afgeschaft en het ambtsgebied bij het kantoor Gent gevoegd. Deze wijziging is het gevolg van de afschaffing van het arrondissement Eeklo op 6 november 1814. (13)
Deze indeling wordt nog altijd gehandhaafd. Het KB van 10 oktober 1913 laat meerdere kantoren per arrondissement toe. Voor Gent wordt hiervan gebruik gemaakt op het einde van het Interbellum. Het KB van 21 december 1936 (14), van kracht vanaf 1 april 1937, deelt het hypotheekkantoor van Gent op in een eerste en tweede hypotheekkantoor. Het ambtsgebied van het eerste hypotheekkantoor strekt zich uit over de gerechtelijke kantons Gent 1, Gent 2, Gent 3 en Evergem. Het ambtsgebied van het tweede hypotheekkantoor omvat de gerechtelijke kantons Assenede, Deinze, Eeklo, Kaprijke, Kruishoutem, Ledeberg, Lochristi, Nazareth, Nevele, Oosterzele, Waarschoot en Zomergem. (15)
Het eerste hypotheekkantoor is bijgevolg bevoegd voor de gemeenten Afsnee, Desteldonk, Drongen, Evergem, Gent, Mariakerke, Oostakker, Sint-Amandsberg, Sint-Denijs-Westrem, Vinderhoute en Wondelgem.
Het tweede hypotheekkantoor is bevoegd voor de gemeenten Aalter, Adegem, Asper, Assenede, Astene, Baaigem, Bachte-Maria-Leerne, Balegem, Bassevelde, Beervelde, Bellem, Boekhoute, Bottelare, Deinze, Destelbergen, Deurle, De Pinte, Dikkelvenne, Eeklo, Eke, Ertvelde, Gavere, Gentbrugge, Gijzenzele, Gontrode, Gottem, Grammene, Hansbeke, Heurne, Heusden[-bij-Gent], Huise, Kaprijke, Kluizen, Knesselare, Kruishoutem, Landegem, Landskouter, Ledeberg, Lembeke, Lemberge, Lochristi, Lotenhulle, Lovendegem, Machelen [-bij-Deinze], Maldegem, Meigem, Melle, Melsen, Mendonk, Merelbeke, Merendree, Middelburg, Moerbeke[-bij-Lokeren], Moortsele, Mullem, Munte, Nazareth, Nevele, Nokere, Olsene, Oosteeklo, Oosterzele, Oostwinkel, Ouwegem, Petegem-aan-de-Leie, Poeke, Poesele, Ronsele, Schelderode, Scheldewindeke, Semmerzake, Sint-Jan-in-Eremo, Sint-Kruis-Winkel, Sint-Laureins, Sint-Margriete, Sint-Martens-Latem, Sint-Martens-Leerne, Sleidinge, Ursel, Vinkt, Vosselare, Vurste, Waarschoot, Wachtebeke, Wannegem-Lede, Waterland-Oudeman, Watervliet, Wontergem, Zaffelare, Zelzate, Zeveneken, Zeveren, Zevergem, Zingem, Zomergem, Zulte en Zwijnaarde.
Het KB bepaalt verder dat het tweede hypotheekkantoor verantwoordelijk wordt voor de dienst der deposito- en consignatiekas van het gerechtelijke arrondissement Gent en de doorhalingen en meldingen betreffende formaliteiten voor de splitsing.
Sinds het onstaan van het hypotheekkantoor hebben nog een aantal grenswijzigingen tussen gemeenten plaatsgevonden. Zo wordt in 1868 de gemeente De Pinte gecreëerd door afsplitsing van de gemeente Nazareth en wordt in 1921 de gemeente Beervelde opgericht uit een deel van de gemeenten Destelbergen, Heusden, Kalken en Laarne.
Daarnaast wordt het gebied van het hypotheekkantoor in 1815 nog uitgebreid met de afschaffing van het hypotheekkantoor van Eeklo.

Bevoegdheden en activiteiten

Hypotheekkantoren oefenen de volgende bevoegdheden uit:
1) Publiciteit van de rechten op onroerende goederen
Aan de openbaarheid van de rechten op onroerende goederen wordt op drie manieren voldaan: door overschrijving, door inschrijving en door randvermelding.
De overschrijving gebeurt voor volgende soorten akten: (16)
- de authentieke, in rechte of voor notaris erkende onderhandse akten onder de levenden, van overdracht of van aanwijzing van zakelijke rechten op in België gelegen onroerende goederen, andere dan voorrechten of hypotheken, met inbegrip van de akten tot regeling van de mede-eigendommen in flatgebouwen;
- dezelfde soort akten houdende verzaking aan dergelijke rechten;
- dezelfde soort akten houdende verhuring voor meer dan negen jaar van zelfde goederen of bevattende kwitantie van ten minste drie jaar huurprijzen;
- de vonnissen die de voorgaande verrichtingen vaststellen;
- de besluiten in verband met de klassering of declassering van monumenten en landschappen;
- de exploten van bewarend beslag op onroerende goederen;
- de voorafgaande bevelen tot uitvoerend beslag en de exploten van uitvoerend beslag op onroerende goederen;
- de dagvaardingen gegrond op artikel 64 en de exploten gegrond op artikel 67 van de wet van 29 maart 1962 op de Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw.
De inschrijving gebeurt voor de onroerende voorrechten en hypotheken. De publiciteit door melding in de rand van de overschrijving gebeurt voor de volgende zaken: (17)
- de eisen tot vernietiging of herroeping van de aan overschrijving onderworpen titels vermeld onder de eerste drie punten van de overschrijving, en de gerechtelijke uitspraken gewezen op dergelijke eisen;
- de beslissingen getroffen in uitvoering van de dagvaardingen en exploten vermeld onder het laatste punt van de overschrijvingen en de certificaten waaruit blijkt dat het vonnis werd uitgevoerd;
- de vorderingen van de pachters van landbouwgronden in verband met hun recht van voorkoop en de uitspraken in uitvoering daarvan;
- de vorderingen over de grond van de zaak in geval van bewarend beslag en de eindbeslissingen gewezen op die vorderingen;
- de aanmaningen aan de ingeschreven schuldeisers en aan de schuldenaar om kennis te nemen van het lastenkohier in verband met de verkopen op uitvoerend beslag van onroerende goederen en de toewijzingen van de in beslag genomen goederen; ingeval van beslag op onverdeelde delen, ook de veilingen of de verdelingen.
De publiciteit via melding in de rand van de inschrijving gebeurt voor wat betreft de overdrachten van hypothecaire schuldvorderingen, de indeplaatsstellingen in dergelijke schuldvorderingen, de afstanden van hypothecaire rang en de inpandgevingen van hypothecaire schuldvorderingen. De gehele of gedeeltelijke doorhalingen van inschrijvingen van hypotheek of voorrecht worden in de rand vermeld. (18)
2) Publiciteit van de inpandgevingen van handelszaken
Deze openbaarmaking gebeurt door een inschrijving in het hypotheekkantoor van het gerechtelijk arrondissement waarin de handelszaak gelegen is. Wanneer er meerdere hypotheekkantoren zijn, wordt één hypotheekkantoor bevoegd verklaard. De inschrijving gebeurt door overlegging van de expeditie van de authentieke akte of van één van de exemplaren van de onderhandse akte, met daarbij een borderel in dubbel. (19)
3) Dienst van de Deposito- en Consignatiekas
De kantoren belast met deze dienst ontvangen de gerechtelijke consignaties wanneer zij in speciën gebeuren. (20)
Één specifiek hypotheekkantoor is bevoegd voor de zakelijke rechten op zee- en binnenschepen, m.n. het vierde hypotheekkantoor van Antwerpen. (21)

Organisatie

De moderne organisatie van de hypotheekbewaring komt tot stand bij organieke wet van 11 maart 1799 (21 ventôse jaar VII). De wet van 1 november 1798 (11 brumaire jaar VII) dient als basis voor deze organieke wet. In deze wet wordt beslist om een hypotheekkantoor op te richten in de hoofdplaats van elk gerechtelijk arrondissement, met een bevoegdheid die zich uitstrekt over het gebied van dat arrondissement. De hypotheekconservering sluit ook nauw aan bij de Administratie van de Registratie en Domeinen. (22)
Vóór 1799 richt men al hypotheekbewaringen op. De wet van 27 juni 1795 (9 messidor jaar III) gebiedt dat er in elk district een hypotheekkantoor zou komen. Vanaf 1795 gaat men bijgevolg over tot de oprichting van 23 hypotheekkantoren. Het ambtsgebied bestaat uit de verzameling van ressorten van de bestaande registratiekantoren. Het hoofd van het kantoor, de zogenaamde Conservateur, geniet een bijzonder openbaar statuut, waardoor hij buiten de ambtelijke sfeer valt.De vernieuwde organisatie vanaf 1799 vervangt de hypotheekbewaarders door ambtenaren van de registratie; zij worden eveneens hypotheekbewaarders genoemd. (23)
Na de gebeurtenissen in 1814 wordt de organisatie behouden. Een nieuwe organisatie wordt uitgetekend en gepubliceerd in 1828, maar deze komt te laat om nog uitwerking te hebben op Belgisch grondgebied. De Belgische wetgever behoudt de Franse organisatie van de hypotheekbewaringen. Het statuut van de hypotheekbewaarder verandert echter nog een aantal keer doorheen de tijd. Sinds de zomer van 2006 is het statuut van hypotheekbewaarder "verambtelijkt" en "gederesponsabiliseerd". De grote verantwoordelijkheid die op de schouders van de hypotheekbewaarder rust, wordt doorgeschoven naar de staat en het ambt van hypotheekbewaarder verdwijnt. Sinds 2006 worden hypotheekbewaarders nog louter ad interim benoemd. (24)
De hypotheekbewaringen ressorteren onder de gewestelijke directeur van de Registratie en Domeinen. Andere medewerkers van de gewestelijke directie vervullen eveneens taken met betrekking tot de verschillende hypotheekkantoren in het ressort. (25)
De tak Registratie en Domeinen bevindt zich steeds in een aparte administratie binnen het Ministerie van Financiën. Met de invoering van een nieuwe omzetbelasting, de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW), wordt de naam van de administratie in 1971 aangepast naar Administratie van de BTW, Registratie en Domeinen. Een volgende aanpassing wordt gepland in 1998. De Administratie van de BTW, Registratie en Domeinen wordt omgevormd naar AKRED, Administratie van het Kadaster, Registratie en Domeinen.
Met de wijziging van 1998 wordt duidelijk dat het Ministerie van Financiën steeds meer naar een eenvormige administratie voor de patrimoniale informatie wenst te gaan. Het oprichtingsbesluit van AKRED wordt evenwel vernietigd in 2001 door de Raad van State. Een nieuwe reeks hervormingen dringt zich op na de omvorming van het Ministerie naar een Federale Overheidsdienst (FOD) in 2002. AKRED wordt opgevolgd door de "Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie" (AAPD), die nog steeds bestaat. Deze administratie omvat alle diensten belast met patrimoniumdocumentatie. Daartoe behoren ook de hypotheekbewaringen.
De AAPD zal vanaf de zesde staatshervorming ingrijpende wijzigingen ondergaan. Zo wordt er een Agentschap voor Patrimoniale Informatie opgericht. Dit agentschap moet door de federale overheid en de gewesten samen worden opgericht. Met de oprichting van dit agentschap wordt de patrimoniumdocumentatie de facto losgekoppeld van de FOD Financiën.

Archief

Geschiedenis

Meteen na de afschaffing van het kantoor van Eeklo in 1815, wordt het archief dat door dit kantoor gevormd wordt, overgenomen door het hypotheekkantoor van Gent (26). De eerste overdrachten aan het Rijksarchief vinden plaats begin jaren 1950, in navolging van de in 1949 verschenen aanschrijving 2299, die een eerste selectielijst meedeelt voor de archieven van de registratie en domeinen. Deze en de volgende overdracht van 1960 gaan alle richting het Rijksarchief te Gent. Na de oprichting van het nieuwe depot te Beveren worden deze archieven verhuisd. Volgende overdrachten, te beginnen met deze van 1966, geschieden alle bij het Rijksarchief te Beveren. In die periode verhuist ook het al overgedragen hypotheekarchief, bewaard door het Rijksarchief te Gent, naar Beveren.
Met de ingebruikname in 2015 van het nieuwe Rijksarchief te Gent, worden de archieven van het enig hypotheekkantoor Gent opnieuw in het Rijksarchief te Gent bewaard.

Verwerving

De eerste vermeldingen van dit archiefbestand in het Rijksarchief dateren van 1958 (27) .Algemeen Rijksarchivaris Sabbe vraagt op 5 november van dat jaar na welke registers van inschrijving (reeks 71) en tafels (reeks 76) berusten in het Rijksarchief te Gent. Twee dagen later antwoordt de conservator dat volgende archieven zich bij het Rijksarchief bevinden:
- Reeks 71: 682 delen (12 mei 1814-30 maart 1901)
- Reeks 75: 1e reeks (104 delen: 1799-1809); 2e reeks (35 delen: 1810-1813); 3e reeks (405 delen: 1814-1846)
- Reeks 76: 5 reeksen. De eerste reeks telt 47 delen, de tweede 23, de derde 23, de vierde 21 en de vijfde 35 delen.
De net opgesomde archieven zijn in deze inventaris opgenomen onder inventarisnummers 61-742 (reeks 71), 8544-9087 (reeks 75) en 10186-10334 (reeks 76).
Twee jaar later volgt er een vraag tot overdracht vanwege de toenmalige directeur der Registratie en Domeinen. De conservator van Rijksarchief te Gent vraagt om advies aan de Algemeen Rijksarchivaris, die hem de lijst met te bewaren bescheiden terugstuurt op 14 december 1960. (28)
In 1965 volgt de volgende vijfjaarlijkse herziening der archieven. De overdracht door de hypotheekbewaarder van het tweede kantoor, bevat delen 165-187 (29) van de reeks 70 (22 augustus 1925 tot en met 15 juli 1930) en delen 786-1264 (30), met uitzondering van delen 1054, 1157 en 1213, van de reeks 71 (12 november 1908-30 september 1930).
Een tweede lijst volgt in 1965. Het betreft de delen 188-209 (31) van de reeks 70 (15 juli 1930-18 juli 1935) en delen 1157, 1213 en 1265-1441 (32), met uitzondering van delen 1413 en 1429 van de reeks 71 (19 september 1930-17 augustus 1935). De uiteindelijke overdracht naar het Rijksarchief te Beveren in 1966 krijgt aanwinstennummer 53.1966.
De volgende overdracht naar het Rijksarchief te Beveren vindt plaats in 1971 (kenmerk 1971.78). Documentatie hieromtrent is niet bewaard gebleven. Een volgend spoor dateert van 1979, wanneer een interne verhuis plaatsvindt van het Rijksarchief te Gent naar het Rijksarchief te Beveren. 134 pakken van de reeks "R" en 34 pakken tafels worden overgemaakt op 21 maart 1979. Wellicht betreft het de reeks 72. De omvang bedraagt ca. 25 meter.
De eerstvolgende relevante overdracht naar het Rijksarchief te Beveren vindt plaats in 1985. Hypotheekbewaarder J. Luyckx van het tweede kantoor wenst een aantal registers over te dragen, voornamelijk archief dat dateert van na de splitsing van beide kantoren. Uit het stortingsbulletin zelf blijkt echter dat deel 1083 (33) van de reeks 72 eveneens is overgedragen.
Een nieuwe overdracht vindt plaats in 2003. Naast archief post-1937 betreft het eveneens archief van het enig kantoor, m.n. registers van de reeks 72. De hypotheekbewaarder draagt delen 1843-2372 (34) (1890-1903) over van het enig kantoor Gent. Uit de definitieve lijsten blijkt dat de reeksen 75 en 76 voorlopig ter plaatse zijn gebleven.
De voorlaatste overdracht gebeurt op 14 juni 2012. In de overgedragen 101 meter bevinden zich delen 2373-3438 (35) van de reeks 72 (1903-1915), de D-reeks (36) van de repertoria (reeks 75) (1843-1913) en de bijpassende tafels (37) (F-reeks). Met deze overdracht wordt ook een verloren gewaand register overgedragen, deel 1802 (38) van de reeks 72.
Op 6 augustus 2013 verricht de mobiele archiefploeg Financiën de overdracht van het resterende archief van het enig kantoor van Gent. De delen 3439-6834 (39) van de reeks 72, de E-reeks (40) van de repertoria (360 delen) en de bijpassende tafels (41) (G-reeks) worden overgedragen. Met deze overdracht wordt tevens één repertorium overgedragen dat betrekking heeft op de handelsfondsen en één tafel van de consignaties. (42) Begin 2015 duikt deel 6724 van de reeks 72 op bij het hypotheekkantoor. Dit wordt ingevoegd als bestanddeelnummer 10537.

Inhoud

Het archief van het hypotheekkantoor Gent heeft betrekking op de periode 1798-1937 en bestrijkt het gebied van het gerechtelijk arrondissement Gent.
Het archief is vrij volledig bewaard. Het grootste deel van het archief bevat de registers van overschrijving van de akten van overdracht of aanwijzing van zakelijke onroerende rechten (reeks 72) en de registers van inschrijving van de voorrechten en hypotheken (reeks 71). Deze twee reeksen vormen de basis van het archief. De andere reeksen (70, 75 en 76) zijn toegangen op de reeks met overschrijvingen (reeks 72) en inschrijvingen (reeks 71). De afgeschafte reeks 41 vormt enkel een toegang op de reeks met inschrijvingen (reeks 71).
Sinds de Franse Tijd kan men voor elke reeks drie verschillende reeksnummers onderscheiden. De cesuren zijn 1 april 1818 en 31 december 1870. (43)
Het register van neerlegging van de in te schrijven (of over te schrijven) titels en van de ontvangst van hypotheekrechten wordt met volgende reeksnummers aangeduid:
- 25/26 (register van ontvangsten van de inschrijvingsrechten) en 25a/26a (register van ontvangsten van de overschrijvingsrechten) (1799-1817). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen. Bij MB van 12 februari 1802 (23 pluv. XII) wordt nog een derde register, het register van neerlegging voorgeschreven. Een instructie van 26 juli 1809 legt de samenvoeging van deze registers op. (44)
- Reeks 9 (1818-1870).
- Reeks 70 (vanaf 1871).
Het register van inschrijving der voorrechten en hypotheken heeft volgende reeksnummers gedragen:
- 21/22 (1799-1817). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen.
- 42 (1818-1870).
- 71 (vanaf 1871).
Het register van overschrijving van de akten van overdracht of aanwijzing van zakelijke onroerende rechten, enz. heeft volgende reeksnummers gehad:
- 23/24 (1799-1817). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen.
- 43 (1818-1870).
- 72 (vanaf 1871).
Het repertorium van de hypotheekformaliteiten heeft volgende reeksnummers gekend:
- 27a/28a (1799-1817). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen.
- 46 (1818-1870)
- 75 (vanaf 1871). In sommige gevallen is er sprake van een reeks 75². Dit model heeft, in tegenstelling tot de gewone reeks 75, drie vakken per blad. De gewone reeks heeft er slechts twee.
De alfabetische tafel van het repertorium van de hypotheekformaliteiten heeft volgende reeksnummers gekend:
- 90/91 (1799-1817). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen.
- 47 (1818-1870).
- 76 (vanaf 1871).
Tot slot bevinden zich in het archiefbestand van het hypotheekkantoor Gent nog een aantal delen van de afgeschafte reeks 40, Tafel van hypothecaire schuldeisers. (1810(?)/1814-1855)De reeks somt de schuldeisers van hypothecaire schulden op. Ze verwijst naar de inschrijvingsregisters (reeks 42 (1818-1870), de voorloper van de huidige reeks 71). De primaire ordening is alfabetisch. Per letter worden de schuldeisers gerangschikt naar hun inschrijving in de reeks 71.

Taal en schrift van de documenten
De taal van de documenten is Frans en Nederlands.

Selecties en vernietigingen

(45)De sporen van selecties en vernietigingen zijn schaars. De belangrijkste vernietigingen gebeuren in 1950, waarbij de reeks 70 voor de periode 1805-1925 en de reeks 71 voor de periode 1798-1814 werd vernietigd. Verder zijn er aanvragen tot vernietiging bewaard uit 1965 en 1966.
In 1965 worden er 8 blanco registers der lonen (74A en 74B) aangeduid ter vernietiging, naast een inventaris der overgemaakte renvooien (nr. 177 (1955-1959)), 16 pakken met dubbels van inschrijvingsborderellen (1945-1948) en 11 pakken postrekeninguittreksels (1955-1959). Kort daarop, in 1966, vernietigt men één pak met inventarissen der overgemaakte renvooien (1950-1954), 19 pakken met dubbels van inschrijvingsborderellen (1933-1945), 11 pakken met uittreksels van postrekeningen (1950-1954) en 46 pakken met stukken betreffende de afleveringen van certificaten en staten van lasten (1933-1948).

Ordening

Het archief van het hypotheekkantoor is een serieel archief. De ordening gebeurt dan ook op seriële basis.
De beschrijvingen behoeven enige uitleg. De titels van de registers worden in de koepelbeschrijving opgenomen en het reeksnummer wordt niet herhaald bij elk archiefbestanddeel. De gebruiker kan zich oriënteren met de koepelbeschrijving, de inhoudstafel of de vermelding van de reeks bovenaan elke bladzijde.
De afgeschafte reeks 40 is een alfabetische tafel. De aard van de reeks, het primaire ordeningscriterium is alfabetisch, het secundaire is de inschrijving in de reeks 71, maakt een ruwe datering per deel mogelijk. De tafels werden stelselmatig aangevuld met de nieuwe inschrijvingen.
De beschrijvingen van reeks 70, 71 en 72 bevatten dateringen per deel. Deze zijn gebaseerd op de datum van de eerste en laatste vermelding, inschrijving of overschrijving in het register. Bij de reeks 71 worden de wettelijke inschrijvingen ten voordele van minderjarigen intellectueel apart gehouden, aangezien deze een eigen reeks vormen binnen de inschrijvingen. Hetzelfde geldt voor de conventionele hypotheken ten voordele van de schatkist en de delen met betrekking tot handelsfondsen. (46)
Bij de diverse subreeksen van reeks 75 en 76 gaat het om subreeksdateringen. De koepel-dateringen van de A- tot en met de E-reeks van de reeks 75 zijn gecontroleerd aan de hand van de titelbladzijde die aanwezig is bij elk register. De verschillende delen worden niet apart gedateerd. Er wordt enkel een datering op koepelniveau gegeven. Voor de repertoria is het namelijk onbegonnen werk om telkens de uiterste data van een deel te vermelden, omdat de vermeldingen nooit helemaal chronologisch zijn ingeschreven. Om de vroegste en de meest recente datering te achterhalen, moet elk deel blad per blad worden nagekeken, wat een datering op bestanddeelniveau in de praktijk niet haalbaar maakt wegens te arbeidsintensief en tijdrovend.
Tot slot behoeft de beschrijving van de alfabetische tafels nog enige uitleg. De lemma's zijn zoveel als mogelijk uniek gemaakt. Tot 1913 worden fonetisch gelijke varianten van een naam bij elkaar geschreven. Vanaf 1914 baseert men zich op de gegevens van de burgerlijke stand. De laatste 20 delen van de G-reeks bevatten aanvullingen op diverse lemma's van diverse letters. Een datering per deel wordt niet gegeven omdat dit weinig zinvol is, gezien de aard van de reeks.

Voorwaarden voor de raadpleging en reproductie

Alle bestanddelen uit het bestand zijn openbaar. Voor de reproductie van archiefstukken gelden de regels van toepassing in het Rijksarchief.

Toegangen

Deze inventaris vervangt onderstaande plaatsingslijsten:
- BEKERS J., Plaatsingslijst van het archief van het Hypotheekkantoor van Gent, afgeschafte reeks 40. Oud bestand. (1814-1855)
- BEKERS J., Plaatsingslijst van het archief van het Hypotheekkantoor van Gent, reeks 70. Oud bestand. (1808-1937)
- BEKERS J., Plaatsingslijst van het archief van het Hypotheekkantoor van Gent, reeks 71. Oud bestand. (1812-1937)
- BEKERS J., Plaatsingslijst van het archief van het Hypotheekkantoor van Gent, reeks 72. Oud bestand. (An 7-1890)
- BEKERS J., Plaatsingslijst van het archief van het Hypotheekkantoor van Gent, reeks 75. Oud bestand (Jaar VII-1842)
- BEKERS J., Plaatsingslijst van het archief van het Hypotheekkantoor van Gent, reeks 76. Oud bestand (jaar VII (1798/1799)-1851)
- Plaatsingslijst van het archief van het Hypotheekkantoor van Gent. Overdracht 2004 (1890-1903).
- Plaatsingslijst van het archief van het Eerste Hypotheekkantoor van Gent. Overdracht 2012. (1843-1915)

Aanwijzingen voor het gebruik

Hoe zoeken?

Een opzoeking op naam begint met de alfabetische tafels (reeks 76), die verwijzen naar het repertorium van de hypotheekformaliteiten (reeks 75). Dit repertorium biedt op zijn beurt toegang tot de eigenlijke overgeschreven akten (reeks 72) en de inschrijvingen van voorrechten en hypotheken (reeks 71). Het register van neerlegging van de titels en van in te schrijven, over te schrijven of te vermelden stukken en van de ontvangst van hypotheekrechten (reeks 70) biedt een chronologische toegang op de overgeschreven akten (reeks 72) en de inschrijvingen van voorrechten en hypotheken (reeks 71). (47)
Het archief van het hypotheekkantoor Gent bevat zeven subreeksen 76. De A-reeks verwijst naar de eerste subreeks repertoria (1799-1810). De tweede subreeks repertoria (1810-1814) wordt ontsloten via de B-reeks. De B-reeks der tafels verwijst eveneens naar delen 1-87 van de C-reeks van de repertoria. Een C-reeks wordt aangelegd vanaf ca. 1844. Deze C-reeks ontsluit de C-reeks van de repertoria voor de delen 88-405. De D-reeks van de reeks 76 ontsluit de delen 1-97 van de D-reeks der repertoria. De E-reeks (reeks 76) ontsluit delen 98-353 van deze repertoria. De F-reeks biedt een volledig overzicht van de repertoria voor de periode 1842-1913 (D-reeks). Tot slot biedt de G-reeks (reeks 76) toegang tot de E-reeks der repertoria (1914-1937). Belangrijk is evenzeer dat een aantal reeksen delen bevatten die aanvullingen vormen op diverse lettergroepen. Hiernaar wordt altijd verwezen in de tafel waarin het lemma voor het eerst voorkomt. (48)
Een efficiënte zoekopdracht start met de bepaling van de tijdsperiode. Uit welke periode dateert de akte ongeveer? Dit bepaalt immers welk repertorium ter hand moet worden genomen. Eenmaal dit afgebakend is, kan men zijn zoektocht starten in de alfabetische tafel. Hier vindt men per persoon een verwijzing naar de diverse vermeldingen in het repertorium der hypotheekformaliteiten, reeks 75 (49). In dit repertorium wordt per persoon een overzicht gegeven van alle overgangen van onroerende goederen tussen levenden waarbij die persoon betrokken was. Per overgang is er een verwijzing naar de letterlijke, overgeschreven akte in het register van overschrijving van de akten van overdracht of aanwijzing van zakelijke onroerende rechten (reeks 72; periode 1798-1814 A-reeks; periode 1814-1937 B-reeks). Indien van toepassing vindt men op de rechterpagina een verwijzing naar de inschrijving van het voorrecht en hypotheken in reeks 71.

Indien de datum van de hypotheekformaliteit of notariële akte bekend is, kan men via de reeks 70 werken. De vermeldingen in de reeks worden geordend op basis van de datum van inschrijving of overschrijving in reeks 71 of 72. De maximale termijn voor in- of overschrijving bedraagt twee of drie maanden (50). In reeks 70 wordt tevens de datum van de originele akte gegeven. In sommige gevallen wordt ook de notaris door wie de akte verleden werd, genoemd. Dit is evenwel niet altijd het geval.
Naast deze standaardtoegangen is er nog een oude toegang bewaard. De afgeschafte reeks 40 biedt een alfabetische toegang op de schuldeisers in de inschrijvingsregisters. Elk deel ontsluit een aantal opeenvolgende inschrijvingsregisters. De gebruiker dient de datum van de inschrijving ongeveer te weten, vooraleer men aan de slag kan met de alfabetische indeling.

Wat is het resultaat?

In eerste instantie worden deze archieven vaak geraadpleegd door de rechts- en bewijs-zoekende burger. Door de aard van het archief, het overschrijven van de notariële akten en een opsomming van alle akten per persoon in dat bepaalde ambtsgebied, krijgt de bewijszoekende burger snel een overzicht van de akten die van belang kunnen zijn in de zoektocht naar de eigendomsgeschiedenis van een stuk land, een huis, etc.. De archieven van de hypotheekkantoren kunnen ook dienen als substituut voor de notariële minuten, wanneer deze niet bewaard zijn gebleven.
Het is erg belangrijk voor ogen te houden dat de hypotheekarchieven uitsluitend de eigendomsovergangen tussen levenden bevatten. Een overgang via een erfenis zal men niet terugvinden in deze archieven maar wel bij de archieven van de registratiekantoren. De archieven van de hypotheekkantoren zijn niettemin hoogst interessant voor familiegeschiedenis. Doordat de repertoria de akten met betrekking tot de overgang van onroerende goederen groeperen per persoon, is het makkelijk snel een overzicht te krijgen van diens onroerende bezit. Bovendien kan de onderzoeker de akten zelf raadplegen en eventueel nog aanvullende zaken ontdekken.
Verder kunnen deze archieven ook gebruikt worden voor de lokale geschiedenis. Het onderzoek naar het grondbezit van burgemeesters, schepenen, gemeenteraadsleden en leden van belangrijke families kan hierop nieuw licht werpen. Een vergelijking tussen de kiezerslijsten en het onroerend bezit kan eveneens interessante resultaten opleveren.
Op het domein van de economische geschiedenis kan men onderzoek doen naar hypothecaire schuldlasten. Hoe evolueerde de kredietmarkt doorheen de tijd? Zijn er regionale verschillen waar te nemen? Aan de hand van de reeks 70 kunnen de inschrijvingen met betrekking tot een aantal gemeenten makkelijk gefilterd worden voor een bepaalde periode. Daarna kunnen de inschrijvingen zelf geanalyseerd worden op basis van ligging, grootte, enzovoort. Het bedrag van de lening is terug te vinden in zowel de reeks 70 als 71.
Tot slot valt er in de sfeer van de economische geschiedenis ook onderzoek te doen naar bewegingen in de immobiliënmarkt. Via de reeks 70 kunnen de transacties met betrekking tot onroerende goederen snel en efficiënt gedistilleerd worden op basis van datum of plaats. Zo wordt serieel onderzoek naar bewegingen op de immobiliënmarkt op langere termijn mogelijk. Alle overgangen tussen levenden moesten immers altijd verplicht worden overgeschreven, behalve in de periode 1804-1824. Men kan deze studie lokaal, maar ook regionaal aanpakken: de hypotheekkantoren zijn immers arrondissementeel georganiseerd.

Bestaan en bewaarplaats van originelen

Bij het hypotheekkantoor wordt een kopie van de originele notariële minuut overgeschreven in het register van neerlegging (reeks 72). Het origineel bevindt zich in het archief van de minuuthoudende notaris. Notarissen zijn wettelijk verplicht om hun minuten en repertoria ouder dan 75 jaar over te dragen aan het Rijksarchief; ze mogen dat ook doen voor minuten en repertoria ouder dan 50 jaar maar jonger dan 75 jaar.

Bestaan en bewaarplaats van kopieën

Een veiligheidskopie van het register van neerlegging van de in te schrijven (of over te schrijven) titels en van de ontvangst van hypotheekrechten (reeks 70) wordt bijgehouden bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg in een ander gerechtelijk arrondissement. Deze dubbels bevinden zich te Oudenaarde. (51)

Documenten met een verwante inhoud

De overgeschreven akten in reeks 72 zijn gebaseerd op een kopie van de originele notariële minuut, die door de notaris aan het hypotheekkantoor wordt bezorgd. De notaris brengt de originele minuut naar het registratiekantoor, waar de registratieambtenaar de akte registreert. Dit gebeurt door een synthese van de akte te maken in het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5). Op de minuut zelf wordt een vermelding van de registratie gemaakt, waarna de notaris ze verder bewaart tot de overdracht aan het Rijksarchief. Het is mogelijk dat men in het notarieel archief nog bijkomende informatie vindt zoals plannen en dergelijke. Soms worden deze ook overgetekend in het register van overschrijving.
De archieven van de hypotheekkantoren bevatten enkel overgangen van onroerende goederen tussen levenden. Verervingen en dergelijke meer zal men terugvinden bij de archieven van het bevoegde registratiekantoor.

Bibliografie

BONCQUET W., De administratie der registratie en domeinen en haar archief, Handzame, 1971.
DE REU P., De geschiedenis van de Algemene Administratie van de Patrimonium-documentatie. Organisatie, bevoegdheden, ambtsgebieden, archiefvorming (1796-2006), Miscellanea Archivistica Studia 198, Brussel, 2011.
DE REU P., Zoekwijzer: Kopen en Verkopen van vastgoed (1795 tot heden), Zoekwijzers 38, Brussel, 2012.
PRENEEL M., Inventarissen van de archieven van het enige Hypotheekkantoor van Antwerpen (1794-1913), het Eerste (1913-1951), het Tweede (1913-1962), het Derde (1929-1951) en het Vierde (1879-1963) Hypotheekkantoor van Antwerpen en van het Vierde Hypotheekkantoor van Antwerpen in Londen (1915-1919), Brussel, 2005.
VRIELINCK S., De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, 3 dln., Leuven, 2000.

Beschrijvingsbeheer

Deze inventaris is het eindpunt van een aantal bewerkingen door meerdere personen en kwam mede tot stand dankzij de steun van de Federale Overheidsdienst Financiën. Veel beschrijvingen zijn het werk van J. Bekers, die een aantal plaatsingslijsten heeft gemaakt voor de verschillende reeksen van het archief. De diverse reeksen zijn tot voor kort behandeld als verschillende archiefbestanden. Met deze inventaris komt daar een eind aan.
Er is gestart met de verpakking vanaf 2004. Tussen 2004 en 2007 worden de verschillende reeksen verpakt en geëtiketteerd onder leiding van L. Heerwegh. Vanaf juli 2013 zijn de verschillende reeksen samengevoegd in één bestand. Het manuele werk is verricht door jobstudenten, onder begeleiding van Q. van Gorp.
O. van Rossom en E. Vanderstraeten hebben de overdracht 2012 in goede banen geleid. De overdracht 2013 is uitgevoerd door de mobiele archiefploeg Financiën. De datering van de resterende registers van de reeks 72 is het werk van Q. van Gorp. De overige beschrijvingen van de alfabetische tafels zijn deels gebaseerd op een lijst van het hypotheekkantoor die werd gecontroleerd door Q. van Gorp en P. Lannoy.


Télécharger l'inventaire publié- Download de gepubliceerde inventaris

Opzoekingsschema

Opzoekingsschema

Concordans

Concordans

 1Deel 1. [1810?]-1814.
 2Deel 2. 1814-1818.
 3Deel 4. 1822-1827.
 4Deel 5. 1827-1830.
 5Deel 6. 1830-1834.
 6Deel 10. 1845-1855.