Inventaris van het archief van het Kantoor der Hypotheken van Dendermonde, 1799-1938

Archive

Name: HYP Dendermonde 0000

Period: 1799-1938

Inventoried scope: 514,97 linear meters

Archive repository: State archives in Ghent

Heading : Finance

Inventory

Authors: /

Year of publication: 2012

Code of the inventory: F743

...

Archiefvormer

Naam

Kantoor der Hypotheken van Dendermonde.

Geschiedenis

Het hypothecair stelsel in België

Het huidige hypothecair stelsel ontstaat in de Franse Periode. Het stelsel omvat de inschrijving en overschrijving van akten betreffende de overgang van onroerende goederen en de bekendmaking ervan. De eerste pogingen om tot een hypothecair stelsel te komen op het Belgische grondgebied vinden we bij besluit van het Directoire Exécutif van 21 februari 1796 (2 ventôse jaar IV). Dit besluit beoogt de invoering van de Franse hypothecaire wetten van 27 juni 1795 (9 messidor jaar III). Het Directoire wil onder meer een zo ruim mogelijke bekendmaking van alle hypotheken bewerkstelligen. Deze wetgeving blijft grotendeels dode letter.
De basis voor het huidige stelsel dateert van 1 november 1798 (11 brumaire jaar VII). Het nieuwe wetboek behoudt voorlopig de organisatie van het voorgaande stelsel. Deze wet bestaat uit twee pijlers: de bekendmaking van de akten van overdracht door overschrijving en de bekendmaking van de hypotheek door inschrijving. Het is de eerste keer dat een wet voorschrijft dat een akte van overgang vatbaar voor hypotheek slechts uitwerking heeft tegenover derden als ze ook is overgeschreven in de registers van het hypotheekkantoor waar het goed gelegen is. Een belangrijke verandering ten opzichte van het wetboek van 27 juni 1795 is de verschuiving van de openbaarmaking op het onroerend goed (zakelijke bekendmaking) naar de bekendmaking op naam van de eigenaar, koper of hypotheekverlener (persoonlijke bekendmaking). (1)
De volgende belangrijke wetswijziging dateert van 11 maart 1799 (21 ventôse jaar VII). Deze zorgt voor een nieuwe organisatie. Tevens worden de vroegere hypotheekbewaarders vervangen door ambtenaren. Vervolgens is vooral de Code Napoléon van 19 maart 1804 (28 ventôse jaar XII), afgekondigd op 29 maart 1804 (8 germinal jaar XII), van belang. Aan de inschrijving verandert nauwelijks iets, maar de verplichting tot overschrijving van eigendomsoverdrachten wordt afgeschaft. Indien de verkoper zijn rechten wil behouden op het niet (volledig) betaalde goed, kan hij mits betaling van een overschrijvingsrecht van 1,5 procent op het betaalde bedrag, de akte laten overschrijven. Schenkingen van onroerende goederen moeten wel nog verplicht worden overgeschreven. (2)
Onder het Hollands Bewind wordt het Franse systeem grotendeels behouden. Men voert op 3 januari 1824 evenwel de verplichting tot overschrijving van de akte opnieuw in. Deze overschrijving dient te gebeuren binnen de twee of drie maanden (3) die volgen op de laatste dag bepaald voor de registratie van die akten. Het principe van het overschrijvingsrecht blijft behouden. Het wordt teruggeschroefd van 1,5 percent naar 0,5 procent. (4)
Na de Belgische Omwenteling blijft dit hypothecair stelsel nog 20 jaar van kracht. De eerste en meteen ook belangrijkste wijziging dateert van 16 december 1851 (van kracht sinds 1 januari 1852). Dit is de wet die nog steeds ons hypothecair stelsel regelt. De wet is in grote lijnen gebaseerd op het systeem van de Code Napoléon. Het systeem van de verplichte overschrijvingen wordt echter heringevoerd conform de wet van 1 november 1798 (11 brumaire jaar VII). Dit betekent dat de overschrijving verplicht is voor de tegenstelbaarheid van de overdracht van onroerende goederen tegenover derden. Volgens artikel 1 van de wet van 1851 moeten de volgende akten worden overgeschreven: "Alle akten onder levenden, om niet of onder bezwarende titel, tot overdracht (onder meer schenking, verkoop) of aanwijzing (o.m. verdeling) van onroerende zakelijke rechten, andere dan voorrechten en hypotheken; de akten van afstand van die rechten; de huurcontracten die voor langer dan negen jaar zijn aangegaan of kwijting inhouden van tenminste drie jaar huur. Enkel authentieke akten, verleden voor notarissen, gerechtsdeurwaarders of administratieve overheden, vonnissen en onderhandse akten erkend door het gerecht of een notaris, komen in aanmerking voor overschrijving." De overschrijving heeft, tot op de dag van vandaag, een termijn van 15 jaar. (5)
In het begin van de 20ste eeuw wordt het overschrijvingsrecht opnieuw gewijzigd. De wet van 27 december 1902 hevelt de inning van het overschrijvingsrecht over van de hypotheekbewaarder naar de ontvanger van de registratie (dit is tot op heden nog steeds zo; de inning van het hypotheekrecht voor de inschrijving blijft wel een fiscale opdracht van de hypotheekbewaarder). Met deze wetswijziging vervallen de opgelegde termijnen van de wetten van 1824 en 1851. Vanaf 1 januari 1903 staat er geen enkele termijn meer op de overschrijving van akten. (6)
Dit verandert opnieuw met de wet van 10 oktober 1913, in voege getreden op 31 december 1913. Deze wet voert de termijn van overschrijving van twee of drie maanden na de datum van de akte herin. Dezelfde wet voert ook een belangrijk controlemiddel in met betrekking tot de schrijfwijze van de namen. Alle ambtenaren die een akte aan een hypothecaire formaliteit moeten onderwerpen, moeten in of onderaan de akte bevestigen dat de gegevens (7) overeenstemmen met de gegevens van de burgerlijke stand of het trouwboekje.
Vóór 1914 werd de bekendmaking van de identiteit enkel omschreven via de naam, voornamen, beroep en woonplaats. Bovendien werden de gegevens niet gecontroleerd aan de hand van de burgerlijke stand, waardoor er vaak foute schrijfwijzen of andere anomalieën opdoken. (8)
De overschrijving wordt bij wet verplicht voor specifieke akten. Dit geldt voor de volgende akten: het onroerend en bewarend beslag; de openbaarmaking van de inpandgevingen van handelszaken en van steenkoolwarrants; de publiciteit van zakelijke rechten op zee- en binnenschepen; de akten betreffende de wederzijdse rechten van de eigenaars van verdiepingen of gedeelten van verdiepingen in een opgericht of op te richten flatgebouw; de besluiten tot klassering genomen in het belang van het behoud van monumenten en landschappen en de beslissingen die de klassering ontnemen; de dagvaardingen voor de correctionele rechtbank en de exploten tot inleiding van een geding voor de burgerlijke rechtbank, inclusief de vermelding van de beslissingen en de certificaten van de uitvoering van de beslissing in de rand, van overtredingen op de wet op de Ruimtelijke Ordening en de Stedebouw; de vorderingen van de pachters van landeigendommen voor hun recht van voorkoop, inclusief de uitspraak. (9)

Historische evolutie van de hypotheekkantoren in Dendermonde

Het hypotheekkantoor van Dendermonde is opgericht krachtens besluit van 15 februari 1796 (26 pluviôse jaar IV). Dit besluit beoogt de instelling van 23 hypotheekkantoren over het hele toenmalige Belgische grondgebied. In deze periode is het hypotheekkantoor Dendermonde bevoegd voor de gemeenten die afhangen van de registratiekantoren in Dendermonde, Aalst, Lokeren, Ninove en Sint-Niklaas. (10) Een reorganisatie vindt plaats bij decreet van 11 maart 1799 (21 ventôse jaar VII). Vanaf dan wordt per gerechtelijk arrondissement een hypotheekbewaring ingesteld, en dit in de plaats waar de correctionele rechtbank gevestigd is. Indien echter de standplaats van de burgerlijke rechtbank en de correctionele rechtbank verschilt, wordt het kantoor in de gemeente van de eerstgenoemde rechtbank geplaatst. (11)
Deze indeling wordt nog altijd gehandhaafd. Het Koninklijk Besluit van 10 oktober 1913 laat meerdere kantoren per arrondissement toe. Voor Dendermonde wordt hiervan gebruik gemaakt op het einde van het Interbellum. Het Koninklijk Besluit van 24 februari 1937 (12), van kracht vanaf 1 mei 1938, deelt het hypotheekkantoor van Dendermonde op in een eerste en tweede hypotheekkantoor. Het ambtsgebied van het eerste hypotheekkantoor strekt zich uit over de gerechtelijke kantons Aalst, Dendermonde, Wetteren en Zele. Het ambtsgebied van het tweede hypotheekkantoor omvat de gerechtelijke kantons Beveren, Hamme, Lokeren, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Temse en Hamme. (13)
Het eerste hypotheekkantoor is bijgevolg bevoegd voor de gemeenten Aalst, Appels, Baardegem, Baasrode, Bavegem, Berlare, Buggenhout, Denderbelle, Dendermonde, Erondegem, Erpe, Grembergen, Gijzegem, Herdersem, Hofstade, Impe, Kalken, Laarne, Lebbeke, Lede, Massemen, Mere, Meldert, Mespelare, Moorsel, Nieuwerkerken, Oordegem, Opdorp, Ottergem, Oudegem, Overmere, Schellebelle, Schoonaarde, Serskamp, Sint-Gillis-bij-Dendermonde, Smetlede, Uitbergen, Vlekkem, Vlierzele, Wanzele, Westrem, Wetteren, Wichelen, Wieze en Zele.
Het tweede hypotheekkantoor is bevoegd voor de gemeenten Bazel, Belsele, Beveren, Daknam, De Klinge, Doel, Eksaarde, Elversele, Haasdonk, Hamme, Kallo, Kemzeke, Kieldrecht, Kruibeke, Lokeren, Meerdonk, Melsele, Moerzeke, Nieuwkerken-Waas, Rupelmonde, Sinaai, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Sint-Pauwels, Steendorp, Stekene, Temse, Tielrode, Verrebroek, Vrasene en Waasmunster.
Het KB bepaalt verder dat het tweede hypotheekkantoor verantwoordelijk wordt voor de dienst der deposito- en consignatiekas van het gerechtelijke arrondissement Dendermonde en de doorhalingen en meldingen betreffende formaliteiten voor de splitsing.
Het KB van 20 mei 1964 (14) bepaalt dat het eerste hypotheekkantoor van Dendermonde bevoegd is voor het in pand geven van handelszaken.
Doorheen de 20ste eeuw vonden nog een aantal gemeentefusies plaats, met als bekendste deze van 1976-1977, die ook hun impact hadden op het ambtsgebied van het hypotheekkantoor Dendermonde en later het eerste en tweede kantoor. Onderstaande tabel biedt een overzicht van de verschillende fusies, zowel binnen het arrondissement Dendermonde als de fusies die van belang zijn voor het grondgebied van het arrondissement. De verliezen zijn aangeduid met (-), de aanwinsten met (+): (15)
Overzicht van de verschillende fusies



De tabel der diensten van 1977 vermeldt dat het eerste hypotheekkantoor over alle bevoegdheden, met uitzondering van de dienst van de deposito- en consignatiekas, beschikt voor de gemeenten Aalst, Berlare, Buggenhout, Dendermonde, Erpe-Mere, Laarne, Lebbeke, Lede, Wetteren, Wichelen en Zele. Voor wat betreft de dienst van de inpandgevingen van handelszaken is het eerste kantoor, naast de voorgaande gemeenten, nog bevoegd voor de gemeenten Beveren, Hamme, Kruibeke, Lokeren, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse en Waasmunster.
Het tweede kantoor beschikt over alle bevoegdheden voor deze laatste gemeenten, behalve het inpandgeven van handelszaken. Voor de dienst der deposito- en consignatiekas is het eveneens bevoegd voor de eerstgenoemde gemeenten. (19)

Bevoegdheden en activiteiten

Hypotheekkantoren beschikken over de volgende bevoegdheden:
1) Publiciteit van de rechten op onroerende goederen
Aan de openbaarheid van de rechten op onroerende goederen wordt op drie manieren voldaan: door overschrijving, door inschrijving en door randvermelding. De overschrijving gebeurt voor volgende soorten akten: (20)
- de authentieke of in rechte of voor notaris erkende onderhandse akten onder de levenden, van overdracht of van aanwijzing van zakelijke rechten op in België gelegen onroerende goederen, andere dan voorrechten of hypotheken, met inbegrip van de akten tot regeling van de mede-eigendommen in flatgebouwen;
- dezelfde soort akten houdende verzaking aan dergelijke rechten;
- dezelfde soort akten houdende verhuring voor meer dan negen jaar van zelfde goederen of bevattende kwitantie van tenminste drie jaar huurprijzen;
- de vonnissen vaststellende de voorgaande verrichtingen;
- de besluiten in verband met de klassering of declassering van monumenten en landschappen;
- de exploten van bewarend beslag op onroerende goederen;
- de voorafgaande bevelen tot uitvoerend beslag en de exploten van uitvoerend beslag op onroerende goederen;
- de dagvaardingen gegrond op artikel 64 en de exploten gegrond op artikel 67 van de wet van 29 maart 1962 op de Ruimtelijke Ordening en Stedebouw.
De inschrijving gebeurt voor de onroerende voorrechten en hypotheken. De publiciteit door melding in de rand van de overschrijving gebeurt voor de volgende zaken: (21)
- de eisen tot vernietiging of tot herroeping van de aan overschrijving onderworpen titels vermeld onder de eerste drie punten van de overschrijving, en de gerechtelijke uitspraken gewezen op dergelijke eisen;
- de beslissingen getroffen in uitvoering van de dagvaardingen en exploten vermeld onder het laatste punt van de overschrijvingen en de certificaten waaruit blijkt dat het vonnis werd uitgevoerd;
- de vorderingen van de pachters van landbouwgronden in verband met hun recht van voorkoop en de uitspraken in uitvoering daarvan;
- de vorderingen over de grond van de zaak in geval van bewarend beslag en de eindbeslissingen gewezen op die vorderingen;
- de aanmaningen aan de ingeschreven schuldeisers en aan de schuldenaar om kennis te nemen van het lastenkohier in verband met de verkopen op uitvoerend beslag van onroerende goederen en de toewijzingen van de in beslag genomen goederen; ingeval van beslag op onverdeelde delen, ook de veilingen of de verdelingen.
De publiciteit via melding in de rand van de inschrijving gebeurt voor wat betreft de overdrachten van hypothecaire schuldvorderingen, de indeplaatsstellingen in dergelijke schuldvorderingen, de afstanden van hypothecaire rang en de inpandgevingen van hypothecaire schuldvorderingen. (22)
De gehele of gedeeltelijke doorhalingen van inschrijvingen van hypotheek of voorrecht worden in de rand vermeld. (23)
2) Publiciteit van de inpandgevingen van handelszaken
Deze openbaarmaking gebeurt door een inschrijving in het hypotheekkantoor van het gerechtelijk arrondissement waarin de handelszaak gelegen is. Wanneer er meerdere hypotheekkantoren zijn, wordt één hypotheekkantoor bevoegd verklaard. De inschrijving gebeurt door overlegging van de expeditie van de authentieke akte of van één van de exemplaren van de onderhandse akte, met daarbij een borderel in dubbel. (24)
3) Dienst van de Deposito- en Consignatiekas
De kantoren belast met deze dienst ontvangen de gerechtelijke consignaties wanneer zij in speciën gebeuren. (25)
Één specifiek hypotheekkantoor is bevoegd voor de zakelijke rechten op zee- en binnenschepen, m.n. het vierde hypotheekkantoor van Antwerpen. (26)

Organisatie

De moderne organisatie van de hypotheekbewaring komt tot stand bij organieke wet van 11 maart 1799 (21 ventôse jaar VII). De wet van 1 november 1798 (11 brumaire jaar VII) dient als basis voor deze organieke wet. In deze wet wordt beslist om een hypotheekkantoor op te richten in de hoofdplaats van elk gerechtelijk arrondissement, met een bevoegdheid die zich uitstrekt over het gebied van dat arrondissement. De hypotheekconservering sluit ook nauw aan bij de Administratie van de Registratie & Domeinen. (27)
Vóór 1799 richtte men ook al hypotheekbewaringen op. De wet van 27 juni 1795 (9 messidor jaar III) beval dat er in elk district een hypotheekkantoor zou komen. Vanaf 1795 ging men bijgevolg over tot de oprichting van 23 hypotheekkantoren. Het ambtsgebied bestond uit de verzameling van ressorten van de bestaande registratiekantoren. Het hoofd van het kantoor, de zgn. Conservateur, genoot van een bijzonder openbaar statuut, waardoor hij buiten de ambtelijke sfeer viel.De vernieuwde organisatie vanaf 1799 verving de hypotheekbewaarders door ambtenaren van de registratie, zij werden eveneens hypotheekbewaarders genoemd. (28)
Na de gebeurtenissen in 1814 werd de organisatie behouden. Een nieuwe organisatie werd uitgetekend en gepubliceerd in 1828 maar kwam te laat om nog uitwerking te hebben op Belgisch grondgebied. De Belgische wetgever behield de Franse organisatie van de hypotheekbewaringen. Het statuut van de hypotheekbewaarder veranderde echter nog een aantal keren doorheen de laatste twee eeuwen. Sinds de zomer van 2006 wordt het ambt van hypotheekbewaarder "verambtelijkt" en "gederesponsabiliseerd". De grote verantwoordelijkheid die op de schouders van de hypotheekbewaarder rust, wordt doorgeschoven naar de staat en het ambt van hypotheekbewaarder verdwijnt. Sinds 2006 worden hypotheekbewaarders louter nog ad interim benoemd. (29)
De hypotheekbewaringen ressorteren onder de gewestelijke directie van de Registratie en Domeinen. Dit betekent dat de gewestelijk directeur van de Registratie ook verantwoordelijkheid draagt voor o.m. de hypotheekbewaring. Andere medewerkers van de gewestelijke directie vervullen eveneens taken met betrekking tot de verschillende hypotheekkantoren in het ressort. (30)
De tak Registratie en Domeinen bevond zich steeds in een aparte administratie binnen het ministerie van Financiën. Met de invoering van een nieuwe omzetbelasting, de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW), werd de naam van de administratie in 1971 aangepast naar Administratie van de BTW, Registratie en Domeinen. Een volgende aanpassing werd gepland in 1998. De Administratie van de BTW, Registratie en Domeinen werd omgevormd naar AKRED, Administratie van het Kadaster, Registratie en Domeinen.
Met de wijziging van 1998 wordt duidelijk dat het ministerie van Financiën steeds meer naar een eenvormige administratie voor de patrimoniale informatie wenst te gaan. Het oprichtingsbesluit van AKRED wordt evenwel vernietigd in 2001 door de Raad van State. Een nieuwe reeks hervormingen dringt zich op na de omvorming van het ministerie naar een Federale Overheidsdienst (FOD) in 2002. AKRED wordt opgevolgd door de "Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie" (AAPD), die nog steeds bestaat. Deze administratie omvat alle diensten belast met patrimoniumdocumentatie. Daartoe behoren ook de hypotheekbewaringen.
De AAPD ondergaat vanaf de zesde staatshervorming ingrijpende wijzigingen. Zo wordt er een Agentschap voor Patrimoniale Informatie opgericht. Dit agentschap moet door de federale overheid en de gewesten samen worden opgericht. Met de oprichting van dit agentschap wordt de patrimoniumdocumentatie de facto losgekoppeld van de FOD Financiën.

Archief

Geschiedenis

Het Koninklijk Besluit van 24 februari 1937 (31), uit te voeren vanaf 1 mei 1938 beval de splitsing van het hypotheekkantoor Dendermonde en betekende een cesuur in de archiefvorming. Na de splitsing werd het tweede hypotheekkantoor bevoegd voor meldingen en doorhalingen betreffende formaliteiten van vóór de splitsing.
Beide kantoren werkten onder hetzelfde dak. Het 'oud' archief van voor de splitsing bleef voorlopig ter plaatse. Drie jaar na de splitsing werd een deel van het negentiende-eeuwse archief reeds overgedragen aan het Rijksarchief te Gent.
Met de oprichting van het nieuwe depot van het Rijksarchief te Beveren-Waas, werd het reeds overgedragen archief van het hypotheekkantoor Dendermonde verhuisd van het Rijksarchief Gent naar het Rijksarchief te Beveren-Waas. Vermoedelijk gebeurde dit in de tweede helft van de jaren 1960. Recentere neerleggingen werden rechtstreeks aan het Rijksarchief te Beveren-Waas overgedragen.

Verwerving

De eerste contacten (32) omtrent een mogelijke overdracht naar het rijksarchief dateren van 27 november 1939. De inspecteur der registratie en domeinen, van Hoyweghen, dringt aan op een overdracht van de reeksen 70 (22 maart 1805 (1 germinal jaar XIII)-4 januari 1909: 150 delen), 71 (1799 (jaar VII) - 6 oktober 1909: 825 registers), 72 (ca. 1800 (ca. jaar IX)-6 juni 1890: 2100 delen) en 73 (20 registers) naar het Rijksarchief te Gent. In een antwoord van toenmalig rijksarchivaris Vandenhaute op 29 november 1939 wordt gevraagd aan de inspecteur om een duidelijke lijst met aantal delen en het aantal lopende meters op te sturen. Een verslag van de Inspectie van Registratie en Domeinen geeft aan dat de beschikbare ruimte in het gebouw van de hypotheekkantoren te gering is, zeker voor het zgn. oud archief. Een verhuis wordt daarom geadviseerd.
Verdere stappen worden ondernomen in 1941. Per brief dd. Van 20 mei 1941 wordt hypotheekbewaarder Devries gemachtigd door de directeur der registratie en domeinen om de desbetreffende registers over te brengen. Conservator Vandenhaute bevestigt de mogelijkheid tot overdracht op 3 juni 1941. De definitieve verhuizing naar het rijksarchief Gent vindt plaats op 14 en 18 juni 1941.
In november 1958 informeert de toenmalige Algemeen Rijksarchivaris Sabbe naar de registers van inschrijvingen (reeks 71) van Dendermonde en Gent die berusten in het rijksarchief van Gent. Uit het antwoord blijkt dat, voor het hypotheekkantoor Dendermonde, intussen nog eens 128 delen zijn overgebracht, wat het totale aantal op 953 brengt (delen 920, 930 en 932 zijn niet aanwezig op dat ogenblik).
Nieuwe contacten volgen in 1965. Op basis van aanschrijving 2299 (33) maakt het tweede hypotheekkantoor een inventaris op van een aantal reeksen met het oog op een overdracht. Hieruit blijkt dat boekdelen 169-235 van reeks 70 zich nog ter plekke bevinden, evenals delen 957-1549 (met inbegrip van 920 en 930) van reeks 71. Enkele delen die nog wettelijke inschrijvingen bevatten, worden nog achtergehouden. Het gaat meer bepaald om boekdelen 1430, 1467, 1501 en 1535.
Een volgende overdracht naar het rijksarchief te Beveren-Waas vindt plaats in december 1978. De genoemde vier delen van reeks 71 (cfr. supra) worden nu wel overgedragen, samen met 1399 registers van reeks 72 (boekdelen 2101-3499), 839 registers van reeks 75 en 142 delen van reeks 76, samen met 3 indices op deze laatste reeks.
In 1987 zijn er opnieuw contacten tussen het hypotheekkantoor en het Rijksarchief. De hypotheekbewaarder, R. Zegels, wil een grote hoeveelheid registers overdragen wegens plaatsgebrek. Op 22 oktober 1987 wordt een lijst opgesteld in het kantoor. Het gaat meer bepaald om de delen 3506-6348 van reeks 72, 420 delen van reeks 75 en 151 registers van reeks 76. Uiteindelijk gaat deze overdracht niet door.
De laatste overdracht vindt plaats op 5 maart 2013. Boekdelen 3501-6348 van reeks 72 worden nu wel overgebracht (34), samen met 420 registers van reeks 75 en 151 delen van reeks 76. Met deze overdracht berust het volledig bewaard archief van het enig hypotheekkantoor Dendermonde bij het rijksarchief.

Inhoud

Het archief van het hypotheekkantoor Dendermonde heeft betrekking op de periode 1799-1938 en bestrijkt het gebied van het gerechtelijk arrondissement Dendermonde.
Het archief is vrij volledig bewaard. Het grootste deel van het archief bevat de registers van overschrijving van de akten van overdracht of aanwijzing van zakelijke onroerende rechten (reeks 72) en de registers van inschrijving van de voorrechten en hypotheken (reeks 71). Deze twee reeksen vormen de basis van het archief. De andere reeksen (reeksen 70, 75 en 76) zijn toegangen op de reeks met overschrijvingen (reeks 72) en inschrijvingen (reeks 71). De afgeschafte reeks 41 vormt enkel een toegang op de reeks met inschrijvingen (reeks 71).
Sinds de Franse Tijd kan men voor elke reeks drie verschillende reeksnummers onderscheiden. De cesuren bevinden zich op 1 april 1818 en 31 december 1870. (35)
Het register van neerlegging van de in te schrijven (of over te schrijven) titels en van de ontvangst van hypotheekrechten wordt met volgende reeksnummers aangeduid:
- 25/26 (register van ontvangsten van de inschrijvingsrechten) en 25a/26a (register van ontvangsten van de overschrijvingsrechten) (1799-1817). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen. Bij Ministerieel Besluit van 12 februari 1802 (23 pluv. XII) wordt nog een derde register, het register van neerlegging voorgeschreven. Een instructie van 26 juli 1809 legde de samenvoeging van deze registers op. (36)
- Reeks 9 (vanaf 1818).
- Reeks 70 (vanaf 1871).
Het register van inschrijving der voorrechten en hypotheken (reeks 71) heeft volgende reeksnummers gedragen:
- 21/22 (vanaf 1799). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen.
- 42 (vanaf 1818).
- 71 (vanaf 1871).
Het register van overschrijving van de akten van overdracht of aanwijzing van zakelijke onroerende rechten, enz. heeft volgende reeksnummers gehad:
- 23/24 (vanaf 1799). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen.
- 43 (vanaf 1818).
- 72 (vanaf 1871).
Het repertorium van de hypotheekformaliteiten heeft volgende reeksnummers gekend:
- 27a/28a (vanaf 1799). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen.
- 46 (vanaf 1818)
- 75 (vanaf 1871). In sommige gevallen is er sprake van een reeks 75². Dit model heeft, in tegenstelling tot de gewone reeks 75, drie vakken per blad. De gewone reeks heeft er slechts twee.
De alfabetische tafel van het repertorium van de hypotheekformaliteiten heeft volgende reeksnummers gekend:
- 90/91 (vanaf 1799). Het eerste nummer slaat op het titelblad, het tweede op de binnenbladen.
- 47 (vanaf 1818).
- 76 (vanaf 1871).
Tot slot bevindt er zich in het archiefbestand van het hypotheekkantoor Dendermonde nog een aantal delen van de afgeschafte reeks 41, Table Alphabétique des Débiteurs de Créances Hypothécaires. De reeks somt de schuldenaars met betrekking tot hypothecaire schulden op. Ze verwijst naar de inschrijvingsregisters (reeks 71). De primaire ordening is alfabetisch. Per letter worden de schuldenaars gerangschikt naar hun inschrijving in de reeks 71.

Taal van de documenten
De taal van de documenten is Frans en Nederlands.

Selecties en vernietigingen

In het verleden zijn er al enkele selecties uitgevoerd. De meest recente dateert van 2004, toen er een aantal bundels "Certificaten" vernietigd zijn omdat ze niet in de selectielijst zijn opgenomen en de functie ervan niet kon achterhaald worden.
Een eerdere selectie vond plaats bij de overdracht in 1978 (37). 9 boekdelen van reeks 73, registers van overschrijving der bevelen, der onroerende beslagnemingen, enz. werden geselecteerd als te vernietigen. Wellicht vernietigde men toen ook de boekdelen van reeks 73 die in 1941 waren overgedragen. Tot slot werd in juni 1965 een inventaris opgemaakt in uitvoering van aanschrijving 2299. Hieruit blijkt dat er op dat moment nog een aantal registers ter plekke aanwezig waren die nu niet meer voorhanden zijn. Voorbeelden zijn 7 bestanddelen van de reeks 13-21 (ontvangst dagboeken), lopende over de periode 13/1/1904 tot 30/04/1938, 2 bestanddelen van reeks 25 (uitgave dagboeken), lopende over de periode 21/6/1912 tot 30/04/1938 en 2 bestanddelen van reeks 27 (kasboeken), lopende over de periode 10/1/1923 tot 30/04/1938.

Ordening

Het archief van het hypotheekkantoor is een serieel archief. De ordening gebeurt dan ook op seriële basis.
De beschrijvingen behoeven enige uitleg. De titels van de registers worden in de koepelbeschrijving opgenomen en het reeksnummer wordt niet herhaald bij elk archiefbestanddeel. De gebruiker kan zich oriënteren met de koepelbeschrijving, de inhoudstafel of de vermelding van de reeks bovenaan elke bladzijde.
De beschrijvingen van de afgeschafte reeksen verschillen. De afgeschafte reeks 41 betreft een alfabetische tafel. Hier werd beslist om enkel de koepelbeschrijving te dateren. Gezien de aard van de reeks, het primaire ordeningscriterium is alfabetisch, het secundaire is de inschrijving in de reeks 71, biedt een aparte datering per deel geen enkele meerwaarde. De tafels werden opgesteld na afsluiting van de desbetreffende inschrijvingsregisters (reeks 71). Voor de afgeschafte reeksen 25 en 25a zijn de uiterste dateringen van de registers aangeduid.
De beschrijvingen van reeks 70, 71, 72 en reeks 76 A bevatten dateringen per deel. De reeksen 70, 71 en 72 zijn gedateerd op basis van de datum van de eerste en laatste vermelding, inschrijving of overschrijving in het register. Bij de reeks 71 werden de wettelijke inschrijvingen intellectueel apart gehouden, aangezien dit een eigen reeks vormt binnen de inschrijvingen. (38) Ook de reeks 76 A is gedateerd per archiefbestanddeel, gezien het primaire ordeningscriterium de chronologie is.
Bij de reeksen 75 en 76 B, C en D gaat het om (sub)reeksdateringen. De koepeldateringen van de B- ,C- en D-reeks werden gecontroleerd aan de hand van de vermeldingen in het repertorium (reeks 75) en de titelbladzijde die aanwezig is bij elk register van de tafels. Bij de reeks 75 worden de verschillende bestanddelen niet apart gedateerd. Er wordt enkel een datering op koepelniveau gegeven. Dit heeft een aantal redenen die we proefondervindelijk hebben vastgesteld.
Volgens de regels van de archivistiek moet telkens de uiterste datering van een register worden opgegeven. Dit heeft belangrijke implicaties voor de repertoria. Dit betekent namelijk dat elke vermelding in het repertorium zou moeten worden nagekeken om de vroegste en meest recente datering te achterhalen. De vermeldingen in het repertorium zijn namelijk niet helemaal chronologisch ingeschreven.
De uiterste data van de initiële vermeldingen is evenmin een goede oplossing als datering. Een voorbeeld maakt dit duidelijk. Een bepaald register kan bij de eerste case als initiële vermelding 7 juni 1860 bevatten. Halverwege het register kunnen er echter cases opduiken met als initiële vermelding 14 oktober 1840. Dit impliceert dat voor elk register, elke folio moet worden bekeken om de uiterste data te achterhalen. De aard van de reeks maakt een datering op bestanddeelniveau weinig zinvol.
Tot slot behoeft de beschrijving van de alfabetische tafels nog enige uitleg. De lemma's vormen slechts een algemene indicatie van wat men in het desbetreffende register zal aantreffen. Vele familienamen zijn over meerdere registers te vinden, wat een unieke identificatie van alle namen onmogelijk maakt. Het is derhalve noodzakelijk om vóór elke consultatie in de alfabetische tafels de index van de desbetreffende reeks ter hand te nemen.

Voorwaarden voor de raadpleging en reproductie

Alle bestanddelen uit het bestand zijn openbaar. Voor de reproductie van archiefstukken gelden de regels van toepassing binnen het rijksarchief.

Toegangen

Deze inventaris vervangt een aantal bestaande toegangen, met name de volgende plaatsingslijsten:
- Plaatsingslijst van het archief van het hypotheekkantoor Dendermonde reeks 41. Oud bestand (1814-1832)
- Plaatsingslijst van het archief van het hypotheekkantoor Dendermonde reeks 70. Oud bestand (1803-1938)
- Plaatsingslijst van het archief van het hypotheekkantoor Dendermonde reeks 71. Oud bestand (1799-1938)
- Plaatsingslijst van het archief van het hypotheekkantoor Dendermonde reeks 72. Oud bestand (1798-1915)
- Plaatsingslijst van het archief van het hypotheekkantoor Dendermonde reeks 75. Oud bestand (1799-1914)
- Plaatsingslijst van het archief van het hypotheekkantoor Dendermonde reeks 76. Oud bestand (1815-1898)

Aanwijzingen voor het gebruik

Hoe zoekt men?

Een opzoeking op naam begint met het raadplegen van de index (39). Deze index geeft toegang op de alfabetische tafels (reeks 76), die verwijzen naar het repertorium van de hypotheekformaliteiten (reeks 75). Dit repertorium biedt op zijn beurt toegang tot de eigenlijke overgeschreven akten (reeks 72) en de inschrijvingen van voorrechten en hypotheken (reeks 71). Het register van neerlegging van de titels en van in te schrijven, over te schrijven of te vermelden stukken en van de ontvangst van hypotheekrechten (reeks 70) biedt een chronologische toegang op de overgeschreven akten (reeks 72) en de inschrijvingen van voorrechten en hypotheken (reeks 71).
Hoe zoekt men?




Het archief van het hypotheekkantoor Dendermonde bevat vier subreeksen 76, die ontsloten worden door indices. De C-reeks beslaat de volledige periode 1799-1913. Deze tafels verwijzen naar de eerste subreeks repertoria (reeks 75) (1799-1913). De tweede subreeks repertoria (1914-1938) wordt ontsloten via de D-reeks. De A-reeks verwijst naar verloren gegane registers 1-206 (40) van reeks 75 en is primair chronologisch geordend. Een B-reeks wordt aangelegd vanaf 1833. Deze B-reeks is wel primair alfabetisch geordend. De B-reeks wordt hernomen en aangevuld in de C-reeks, die wordt opgestart vanaf 1893.
Een opzoeking op naam begint met een opzoeking van de familienaam in de index op de alfabetische tafel, reeks 76. Deze index verwijst naar een bepaalde folio binnen een bepaald register. Het registernummer is het deelnummer binnen de C- (1799-1913) of D-reeks (1914-1938) van reeks 76. In de alfabetische tafel vindt men per persoon een verwijzing naar de respectievelijke vermelding in het repertorium der hypotheekformaliteiten, reeks 75 (41).
In dit repertorium wordt per persoon een overzicht gegeven van alle overgangen (42) van on-roerende goederen waarbij die persoon betrokken was. Per overgang is er een verwijzing naar de letterlijke, overgeschreven akte in het register van overschrijving van de akten van overdracht of aanwijzing van zakelijke onroerende rechten (reeks 72). Indien van toepassing vindt men op de rechterpagina een verwijzing naar de inschrijving van het voorrecht en hypotheken in reeks 71.
Indien de datum van de hypotheekformaliteit of notariële akte bekend is, kan men via de reeks 70 werken. De vermeldingen in de reeks worden geordend op basis van de datum van inschrijving of overschrijving in reeks 71 of 72. De maximale termijn voor in- of overschrijving bedraagt twee of drie maanden (43). In reeks 70 wordt tevens de datum van de originele akte gegeven. In sommige gevallen wordt ook de notaris door wie de akte verleden werd, genoemd. Dit is evenwel niet altijd het geval.
Naast deze standaardtoegangen zijn er nog een aantal oude toegangen bewaard. De afgeschafte reeks 41 is daarbij de belangrijkste. Deze reeks biedt een alfabetische toegang op de schuldenaren in de inschrijvingsregisters. Elk deel ontsluit een aantal opeenvolgende inschrijvingsregisters. De gebruiker dient de datum van de inschrijving omtrent te weten, vooraleer men aan de slag kan met de alfabetische indeling. De afgeschafte reeksen 25 en 25a zijn de andere, nog bewaarde toegangen. Deze kunnen beschouwd worden als voorlopers op de reeks 70. Zij bieden een chronologisch overzicht van de ingeschreven of overgeschreven akten.

Wat vindt men?

In eerste instantie worden deze archieven vaak geraadpleegd door de rechts- en bewijszoekende burger. Door de aard van het archief, de neerslag van de notariële akten en een opsomming van alle akten per persoon, krijgt de bewijszoekende burger snel een overzicht van welke akten van belang kunnen zijn in de zoektocht naar de eigendom van een stuk land, een huis, etc.. De archieven van de hypotheekkantoren kunnen ook dienen als substituut voor de notariële minuten, wanneer deze niet bewaard zijn gebleven.
De archieven van de hypotheekkantoren zijn ook hoogst interessant voor familiegeschiedenis. Doordat de repertoria de akten met betrekking tot de overgang van onroerende goederen groeperen per persoon, is het makkelijk om snel een overzicht te krijgen van het onroerende bezit van zijn voorouders of leden van een bepaalde familie. Bovendien kan hij of zij de akten zelf raadplegen en eventueel nog aanvullende zaken ontdekken. De hypotheekarchieven bevatten echter enkel de overgangen tussen levenden. Een overgang via een erfenis zal men niet terugvinden in deze archieven maar wel bij de archieven van de registratiekantoren.
Verder kunnen deze archieven ook gebruikt worden voor de lokale geschiedenis. Het onderzoek naar het grondbezit van lokale burgemeesters, schepenen, gemeenteraadsleden en leden van belangrijke families kan een nieuw licht werpen op deze geschiedschrijving. Een vergelijking tussen de kiezerslijsten en het onroerend bezit kan eveneens interessante resultaten opleveren.
Op het domein van de economische geschiedenis kan men onderzoek doen naar hypothecaire schuldlasten. Hoe evolueerde de kredietmarkt doorheen de tijd? Zijn er regionale verschillen waar te nemen? Aan de hand van de reeks 70 kunnen de inschrijvingen met betrekking tot een aantal gemeenten makkelijk gefilterd worden voor een bepaalde periode. Daarna kunnen de inschrijvingen zelf geanalyseerd worden op basis van ligging, grootte, enz.. Het bedrag van de lening is terug te vinden in zowel de reeks 70 als 71.
Tot slot valt er in de sfeer van de economische geschiedenis ook onderzoek te doen naar bewegingen in de immobiliënmarkt. Via de reeks 70 kunnen de transacties met betrekking tot onroerende goederen snel en efficiënt gedistilleerd worden op basis van datum of plaats. Zo wordt serieel onderzoek naar bewegingen op de immobiliënmarkt op langere termijn mogelijk. Alle overgangen tussen levenden moesten immers verplicht worden overgeschreven, de enige uitzondering hierop vinden we in de periode 1804-1824. Men kan deze studie lokaal, maar ook regionaal aanpakken: de hypotheekkantoren zijn immers arrondissementeel georganiseerd.

Bestaan en bewaarplaats van originelen

Bij het hypotheekkantoor wordt een kopie van de originele notariële akte overgeschreven in het register van neerlegging (reeks 72). De originele notariële akte vindt men terug in het archief van de notaris voor wie de akten verleden is.

Bestaan en bewaarplaats van kopieën

Een veiligheidskopie van het register van neerlegging van de in te schrijven ( of over te schrijven) titels en van de ontvangst van hypotheekrechten (reeks 70) wordt bijgehouden bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg in een ander gerechtelijk arrondissement. Deze dubbels komen in aanmerking voor een overdracht na 100 jaar. (44)

Documenten met een verwante inhoud

De overgeschreven akten in reeks 72 zijn gebaseerd op een kopie van de originele notariële minuut. De notaris brengt deze minuut naar het registratiekantoor, waar de registratieambtenaar de akte registreert. Dit gebeurt door een synthese van de akte te maken in het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5). Op de minuut zelf wordt een vermelding van de registratie gemaakt, waarna de notaris ze verder bewaart.
De originele minuut wordt bewaard in het archief van de notaris in kwestie. Het is mogelijk dat men in het notarieel archief nog bijkomende informatie vindt zoals plannen en dergelijke. Deze worden echter ook soms overgetekend in het register van overschrijving.
De archieven van de hypotheekkantoren bevatten enkel overgangen van onroerende goederen tussen levenden. Verervingen en dergelijke meer zal men terugvinden bij de archieven van het bevoegde registratiekantoor.

Bibliografie

BONCQUET W., De administratie der registratie en domeinen en haar archief, Handzame, 1971.
DE REU P., De geschiedenis van de Algemene Administratie van de Patrimonium-documentatie. Organisatie, bevoegdheden, ambtsgebieden, archiefvorming (1796-2006), Miscellanea Archivistica Studia 198, Brussel, 2011.
DE REU P., Zoekwijzer: Kopen en Verkopen van vastgoed (1795 tot heden), Zoekwijzers 38, Brussel, 2012.
PRENEEL M., Inventarissen van de archieven van het enige Hypotheekkantoor van Antwerpen (1794-1913), het Eerste (1913-1951), het Tweede (1913-1962), het Derde (1929-1951) en het Vierde (1879-1963) Hypotheekkantoor van Antwerpen en van het Vierde Hypotheekkantoor van Antwerpen in Londen (1915-1919), Brussel, 2005.
VRIELINCK S., De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, 3 dln., Leuven, 2000.

Beschrijvingsbeheer

Deze inventaris is het eindpunt van een aantal bewerkingen door meerdere personen. Veel beschrijvingen zijn het werk van J. Bekers, die een aantal plaatsingslijsten heeft gemaakt voor de verschillende reeksen van het archief. De diverse reeksen werden tot voor kort behandeld als verschillende archiefbestanden. Met deze inventaris komt daar een eind aan.
Tot het begin van de 21ste eeuw stonden de registers onverpakt in de rekken. Tussen 2004 en 2007 startte men met de verpakking en etikettering van de verschillende reeksen onder leiding van L. Heerwegh. Vanaf april 2012 zijn de verschillende reeksen samengevoegd in één bestand. Tegelijkertijd werd een nieuwe plaatsingslijst opgesteld en de dozen heretiketteerd. Het manuele werk werd verricht door Masar Jasarov, onder begeleiding van L. Heerwegh, E. Janssen en P. Drossens. Deze nieuwe plaatsingslijst vormt de basis voor onderstaande inventaris.
De organisatie van de overdracht 2013 is in goede banen geleid door dhr. Marc Christiaens. De overdrachtslijst is opgesteld door mevr. Nele van Geyt, Kelly De Smet en Lynn Van Gansbeke en gecontroleerd door Quinten van Gorp en Pieterjan Lannoy. De overige beschrijvingen van de alfabetische tafels (A, B en C-reeks, de reeksen die al in Beveren aanwezig waren) zijn eveneens gecontroleerd door Quinten van Gorp onder begeleiding van Pieterjan Lannoy.

Concordans

Concordans

 1Deel 2. Verwijst naar reeks 71, delen 42 - 60.1 deel
 2Deel 3. Verwijst naar reeks 71, delen 60 - 66.1 deel
 3Deel 4. Verwijst naar reeks 71, delen 66 - 77.1 deel
 4Deel 5. Verwijst naar reeks 71, delen 77 - 86.1 deel
 5Deel 6. Verwijst naar reeks 71, delen 86 - 96.1 deel
 6Deel 7. Verwijst naar reeks 71, delen 96 - 101.1 deel
 7Deel 8. Verwijst naar reeks 71, delen 101 - 108.1 deel
 8Deel 9. Verwijst naar reeks 71, delen 108 - 115.1 deel
 9Deel 10. Verwijst naar reeks 71, delen 115 - 123.1 deel
 10Deel 11. Verwijst naar reeks 71, delen 124 - 128.1 deel
 11Deel 12. Verwijst naar reeks 71, delen 128 - 133.1 deel
 12Deel 13. Verwijst naar reeks 71, delen 133 - 137.1 deel