Inventaris van het archief van het interneringscentrum Gent, 1944-1946

Archive

Name: IC Gent

Period: 1944-1946

Inventoried scope: 7,31 linear meters

Archive repository: State archives in Ghent

Heading : Justice

Inventory

Authors: Drossens, Paul

Year of publication: 2025

Code of the inventory: M14

...

Archiefvormer

Naam

Interneringscentrum Gent

Geschiedenis

Het interneringscentrum van Gent is opgericht voor de opsluiting van van collaboratie verdachte mannen en vrouwen tijdens de naoorlogse repressie die volgt op de bevrijding van België. Die bevrijding verloopt relatief snel. De eerste geallieerde troepen overschrijden op 2 september 1944 de Frans-Belgische grens. Brussel wordt al de volgende dag bevrijd en Antwerpen volgt een dag later. In Gent verlaten de Duitsers op 6 september de stad. Ze trekken zich terug achter het kanaal Gent-Terneuzen en bezetten nog een tijd het havengebied. In de nacht van 14 op 15 september verdwijnen de laatste Duitse troepen uit de Gentse regio. Het grootste deel van het Belgisch grondgebied is dan al bevrijd.
De snelle bevrijding is een zegen voor de bevolking, maar wordt overschaduwd door de uitbarsting van straatgeweld tegen al dan niet vermeende collaborateurs. In het machtsvacuüm dat ontstaat, wordt de rol van de onderbemande en ontwapende ordediensten grotendeels door het verzet overgenomen. Duizenden van collaboratie verdachte personen worden geïnterneerd, vaak zonder interneringsbevel. Via internering wil men de verdachten onttrekken aan de volkswoede en vermijden dat ze de geallieerde opmars hinderen. De voornaamste reden is echter hun bestraffing voorbereiden.
In Gent brengt het verzet vanaf 6 september de eerste geïnterneerden naar de gevangenis aan de Nieuwewandeling. In nog geen week tijd groeit de gevangenisbevolking aan tot 1151 gedetineerden. Het aantal geïnterneerden in Gent ligt echter veel hoger. François-Louis Ganshof, die de eerste maanden na de bevrijding in opdracht van zijn broer, auditeur-generaal Walter Ganshof van der Meersch, inlichtingen inwint voor het Hoog Commissariaat van 's Lands Veiligheid, maakt op 20 september melding van in totaal 2000 geïnterneerden. Honderden mannen en vrouwen worden ondergebracht in de Leopoldskazerne. Enkele dagen later krijgt de kazerne aan het Sint-Pietersplein dezelfde rol toebedeeld, ook al wordt ze door de autoriteiten omschreven als 'een echte varkensstal'. Het is slechts een tijdelijke oplossing. Eind september komt het bericht dat beide kazernes geëvacueerd moeten worden. De ongeveer driehonderd vrouwen verhuizen naar het Grootseminarie aan de Reep. De mannelijke geïnterneerden worden overgebracht naar het regionaal interneringscentrum van Lokeren. Hier komen ook de geïnterneerden van Dendermonde, Sint-Niklaas en Zottegem terecht. Midden oktober bereikt het kamp van Lokeren met 4000 gedetineerden zijn limiet. In Oost-Vlaanderen is er nood aan een tweede regionaal interneringscentrum, voornamelijk voor de honderden geïnterneerde vrouwen in de provincie. Het Grootseminarie wordt immers na enkele weken al ontruimd op bevel van het Canadese leger. De 285 vrouwen die daar verblijven, verhuizen op 12 oktober naar de gevangenis aan de Nieuwewandeling.
Op 2 november wordt in een leegstaande fabriek in de Wollestraat (de huidige Warandestraat) het interneringscentrum van Gent geopend. In de eerste maanden vangt het uitsluitend geïnterneerden op. Wie wordt aangehouden en het statuut van beklaagde krijgt, verhuist dezelfde dag nog naar de gevangenis van Gent. Vanaf januari 1945 opent in het interneringscentrum een arresthuis en blijven de meeste gedetineerden na hun aanhouding in de Wollestraat. Veroordeelden worden wel nog naar de gevangenis overgebracht, tot de inwerkingtreding van het regentsbesluit van 14 september 1945 dat het mogelijk maakt om straffen in interneringscentra uit te voeren. De eerste veroordeelde collaborateur wordt in de Wollestraat op 28 september ingeschreven. Van dan af fungeert de inrichting als huis van bewaring voor geïnterneerden, als arresthuis voor verdachten van collaboratie en voor beklaagden die voor de krijgsraad moesten verschijnen en als strafhuis voor veroordeelde collaborateurs.
Aan het systeem van administratieve internering komt in april 1946 een einde. De stapsgewijze ontmanteling van het Gentse interneringscentrum zet zich in vanaf midden maart. De mannen worden overgebracht naar het kamp van Lokeren, de vrouwen naar de Nieuwewandeling. De vrouwenafdeling sluit op 31 maart. De laatste mannelijke gedetineerde verlaat op 31 mei de inrichting. Het interneringscentrum van Gent wordt een maand later, op 30 juni, opgeheven. In totaal verblijven er iets meer dan 9.000 mannen en vrouwen. Hiervan zitten 1266 personen als veroordeelde (een deel van) hun gevangenisstraf uit in de Wollestraat.

Bevoegdheden en activiteiten

Na de bevrijding fungeerde het interneringscentrum van Gent als een huis van bewaring voor geïnterneerden, een huis van arrest voor verdachten van collaboratie en voor beklaagden die voor de krijgsraad moesten verschijnen (vanaf januari 1945) en een strafhuis voor veroordeelde collaborateurs (vanaf september 1945).

Organisatie

Het interneringscentrum was een afdeling van de gevangenis van Gent en stond onder leiding van een onderdirecteur. De meeste personeelsleden (dokter, aalmoezenier, bewakers) waren tijdelijk in dienst en werden ontslagen bij de sluiting van de inrichting. Alleen de directie en enkele administratieve medewerkers waren benoemd en bleven na de sluiting werkzaam bij het gevangeniswezen.
Terwijl de meeste naoorlogse interneringscentra door de gemeenten werden opgericht en georganiseerd, stond het interneringscentrum van Gent steeds onder controle van het ministerie van Justitie, hoewel in de eerste weken verzetsorganisaties de facto de plak zwaaiden. Pas met de ontwapening van het verzet op 17 en 18 november 1944 kreeg de directeur volledige controle over de inrichting en haar bevolking.
Het interneringscentrum van Gent was ingericht in een leegstaande fabriek in de toenmalige Wollestraat, de huidige Warandestraat. De gedetineerden werden niet in een cel gehouden, zoals in een gevangenis, maar verbleven in grote gemeenschappelijke leef- en slaapruimten. De vrouwen verbleven in een bijgebouw; de mannen in het voormalige fabrieksgebouw dat drie verdiepingen telde.

Archief

Na de sluiting van het interneringscentrum van Gent is het archief in de gevangenis van Gent terecht gekomen. In 1988 en 1999 is het grootste deel van het archief overgebracht naar het Rijksarchief. Deze twee overbrengingen zijn in 1999 in Beveren geïnventariseerd. (1) De dossiers waren beschreven en verpakt in zuurvrij materiaal, maar niet geschoond: de stukken waren vuil, de dossiers zaten vol roestige kopspelden en paperclips en de dossierkaften waren vaak gescheurd of ontbraken waardoor de dossiersamenstelling niet steeds klopte en stukken verkeerd waren geordend. De dunne dossiers zaten bovendien in te dikke pakken (vaak een pak per doos van 10 cm) en te kleine dozen (standaarddozen) waardoor ze moeilijk uitgehaald en teruggestoken konden worden zonder beschadiging. Door de veelvuldige raadpleging beslisten we om ze alsnog te schonen, in gepaste dozen te steken en de dossiers met gescheurde of ontbrekende kaft in aparte zuurvrije omslagen te verpakken.
In 2005 werden nog een aantal stukken van het Gentse interneringscentrum in de Nieuwewandeling aangetroffen. (2) Die documenten zijn in 2010 naar het Rijksarchief overgebracht.
Voor het gebruiksgemak opteerden we om alle stukken in één archiefblok samen te voegen. Parallel met de schonings- en herverpakkingsoperatie zijn alle oude beschrijvingen gecontroleerd en indien nodig gecorrigeerd. Omdat de meeste beschrijvingen niet meer klopten en er nieuwe stukken zijn toegevoegd, is een nieuwe inventaris opgesteld.

Inhoud

Deze inventaris heeft betrekking op het archief van het interneringscentrum van Gent. In totaal omvat het archiefblok na verpakking 7,31 strekkende meter. De oudste documenten dateren van 1944, de recentste van 1946. De voornaamste archiefreeksen zijn de personeelsdossiers, de dagboeken van in- en uitschrijving, de rollen van het arresthuis, het huis van bewaring en het strafhuis, de opsluitingsfiches en de opsluitingsdossiers.

Selecties en vernietigingen

Er zijn geen stukken geselecteerd ter vernietiging, conform de selectielijst DROSSENS P., Archiefselectielijst van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen, Brussel, 2009.

Toekomstige aangroei

Het archief is afgesloten. Het interneringscentrum van Gent werd in 1946 opgeheven en het archief overgebracht naar de gevangenis van Gent. Normaliter zijn alle bewaarde stukken naar het Rijksarchief overgebracht en in deze inventaris beschreven.

Ordening

De ordening die werd gehanteerd, is gebaseerd op de indeling in DROSSENS P., Archiefselectielijst van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen, Brussel, 2009.
I. Directie
II. Dienst boekhouding
III. Griffie
A. Registratie van gedetineerden
B. Opsluitingsdossiers

Voorwaarden voor de raadpleging

Documenten ouder dan 100 jaar zijn vrij raadpleegbaar. Privacygevoelige documenten zijn raadpleegbaar mits de toelating van het diensthoofd van Rijksarchief Gent, als gemachtigde van de Algemeen Rijksarchivaris, en de ondertekening van een onderzoeksverklaring.

Voorwaarden voor de reproductie

Voor de reproductie van archiefdocumenten gelden de voorwaarden en tarieven van toepassing in het Rijksarchief.

Toegangen

Deze inventaris vervangt de voorgaande toegangen BAERT J., BUYCK J., Inventarissen van het archief van het interneringscentrum te Gent (1944-1946) en van het interneringscentrum te Lokeren (1942-1948), Brussel, 1999 en BUYCK J., Inventarissen van de archieven van het interneringscentrum te Gent (1944-1946), van het interneringscentrum te Geraardsbergen (1944-1945), van het interneringscentrum te Lokeren (1944-1948), en van de commissie tot bescherming van de maatschappij te Gent (1933-1969). Overdrachten 1999, Brussel, 2000, die allebei vervallen. Er is een concordans opgesteld van de oude naar de nieuwe nummering (zie bijlage).

Aanwijzingen voor het gebruik

Elke persoon die in een strafinrichting verblijft, zelfs al is het maar voor enkele dagen, wordt in een rol van een afdeling ingeschreven. Gedetineerden worden steeds in chronologische volgorde geregistreerd op datum van aankomst en krijgen een uniek rolnummer. Op de linkerbladzijde is te lezen van welke feiten hij of zij wordt beticht en welke instantie zijn of haar hechtenis heeft bevolen. Op de rechterbladzijde staat wanneer en waarom de gedetineerde uiteindelijk de afdeling verlaat. De persoon kan in vrijheid zijn gesteld of naar een andere strafinrichting of afdeling zijn overgebracht. Bij een overplaatsing moet het onderzoek via een andere rol worden voortgezet aan de hand van de al vergaarde informatie. Zo is de dag van uitschrijving in de ene afdeling veelal de dag van inschrijving in de nieuwe afdeling.
Het 'statuut' van een gedetineerde bepaalt in welke afdeling hij of zij wordt geregistreerd. Tijdens de repressie wordt een geïnterneerde bij aankomst in de inrichting ingeschreven in de rol van het huis van bewaring. Na onderzoek van zijn of haar dossier, wat maanden en soms zelfs jaren kon duren, wordt de geïnterneerde ofwel vrijgelaten, ofwel onder aanhouding geplaatst door de krijgsauditeur. Wanneer de persoon wordt aangehouden, krijgt die het statuut van verdachte. Op dat moment 'verhuist' die persoon van het huis van bewaring naar het arresthuis. In het arresthuis zitten naast verdachten ook beklaagden opgesloten. Normaliter is er een afzonderlijk opsluitingsregister ('rol') voor het arresthuis en krijgt de gedetineerde een nieuw rolnummer. In het interneringscentrum van Gent heeft de griffie echter het register van het huis van bewaring en van het arresthuis gecombineerd. Zodra iemand werd aangehouden en zijn statuut veranderde, werd in de rol 'int' (van geïnterneerde) doorstreept en vervangen door 'bekl' (beklaagde). De gedetineerde behield het rolnummer van het huis van bewaring (bijv. B1547). Bij veroordeling verlaat de gedetineerde het arresthuis en komt hij of zij terecht in het strafhuis. Het is opmerkelijk dat bijna alle veroordeelden die in het strafhuis van het interneringscentrum van Gent worden ingeschreven, afkomstig zijn van het arresthuis van dezelfde inrichting. De datum van transfer is de dag van de veroordeling.
Dat gedetineerden van afdeling veranderden en een nieuw rolnummer kregen, is ook zichtbaar in de archiefvorming. Op de kaft van een opsluitingsdossier staan vaak meerdere rolnummers en afkortingen, waarbij bijvoorbeeld de afkorting Int(ernering) is doorstreept en vervangen door Bekl(aagde). Voor elke gedetineerde werd immers voor de volledige duur van de hechtenis maar één opsluitingsdossier aangelegd, ongeacht zijn of haar statuut of de inrichting waar hij of zij verbleef. Sporadisch bevat een opsluitingsdossier een ander opsluitingsdossier, maar dat is enkel het geval wanneer de gedetineerde in de tussentijd in vrijheid is gesteld. De dossiers hebben dan betrekking op verschillende hechtenisperiodes.
De opsluitingsdossiers zijn geordend op datum van uitschrijving. Die datum vindt men in de opsluitingsfiches en de rollen van de diverse gevangenisafdelingen. De opsluitingsdossiers in dit archief hebben alleen betrekking op gedetineerden die in Gent zijn vrijgekomen. Indien een gedetineerde tijdens de opsluiting naar een andere strafinrichting werd overgebracht, wat tijdens de repressieperiode meermaals voorviel, reisde het opsluitingsdossier mee. Het dossier berust steeds in het archief van de inrichting waar de gedetineerde het laatst verbleef. Van veel gedetineerden die in Gent verbleven, zit het opsluitingsdossier dus in het archief van een ander interneringscentrum of van een gevangenis.
Opsluitingsdossiers bevatten alle administratieve stukken die betrekking hebben op de hechtenis en de invrijheidstelling, zoals het bevel tot aanhouding, een uittreksel van het vonnis, fiches van bezoeken en van de briefwisseling, tuchtbriefjes, informatiebulletins van de lokale overheid, medische verslagen en stukken betreffende (vervroegde) invrijheidstelling. Uitzonderlijk bevatten ze foto's en egodocumenten, zoals brieven en tekeningen.

Voor een overzicht van de diverse actoren en hun archieven waarmee gedetineerden tijdens de repressie in Gent mogelijk in contact kwamen, verwijs ik graag naar K. Aerts e.a., Was opa een nazi? Speuren naar het oorlogsverleden.
Twee archiefvormers verdienen een aparte vermelding. In de archieven van de consultatieve commissies, die de krijgsauditeur adviseerden over wie in aanmerking kwam voor een (voorlopige) invrijheidstelling, bevinden zich dossiers met informatie over de internering van de gedetineerde. Deze dossiers zijn vooral relevant voor (onderzoek naar) personen die niet door het militair gerecht zijn veroordeeld, maar vaak maandenlang in een interneringscentrum zoals Gent zijn opgesloten. Daarnaast zijn er natuurlijk de rechtsplegingsdossiers van het militair gerecht (het krijgsauditoraat, de krijgsraad en het krijgshof) die complementair zijn met de opsluitingsdossiers die in de archieven van de gevangenissen en interneringscentra zitten. De archieven van de consultatieve commissies in Oost-Vlaanderen berusten in het Rijksarchief van Gent en in het Algemeen Rijksarchief. De archieven van het krijgsauditoraat, de krijgsraad en het krijgshof van Gent worden sinds 2022 in Rijksarchief Gent bewaard.

Bibliografie

AERTS K., LUYTEN D., WILLEMS B., DROSSENS P., LAGROU P. (red.), Was opa een nazi? Speuren naar het oorlogsverleden, Tielt, 2017.
BAERT J., BUYCK J., Inventarissen van het archief van het interneringscentrum te Gent (1944-1946) en van het interneringscentrum te Lokeren (1942-1948) (Rijkarchief te Beveren, Inventarissen, 34), Brussel, 1999.
BUYCK J., Inventarissen van de archieven van het interneringscentrum te Gent (1944-1946), van het interneringscentrum te Geraardsbergen (1944-1945), van het interneringscentrum te Lokeren (1944-1948), en van de commissie tot bescherming van de maatschappij te Gent (1933-1969). Overdrachten 1999 (Rijkarchief te Beveren, Inventarissen, 48), Brussel, 2000.
DROSSENS P., Archiefselectielijst van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen, Brussel, 2009.
DROSSENS P., 'Het kamp van Lokeren tijdens de Tweede Wereldoorlog en de naoorlogse repressie', Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, 127, 2024, p. 315-343.
DROSSENS P., RODEN D., 'De Tweede Wereldoorlog en de repressie', in MARTYN G., VELLE K., WIJNS N. (red.), 150 jaar Nieuwewandeling. Gevangenis Gent (1862-2012). Gent, Snoeck, 2011, p. 114-145.
VAN HELMONT M., 'Het bestuur der gevangenissen in 1946', Bulletin van het bestuur van de gevangenissen, I, 1947, 2, p. 13-21.

Beschrijvingsbeheer

Paul Drossens heeft de stukken beschreven en geëtiketteerd en stond in voor de redactie van de inventaris. Godelieve Vandenabeele schoonde de opsluitingsdossiers, verpakte ze in zuurvrije omslagen en stak ze in nieuwe archiefdozen.

Concordans

Concordans

 1A-C.1 pak
 2D.1 pak
 3E-T.1 pak
 4V-W.1 pak