Name: REG Roeselare 2017
Period: 1837-1986
Inventoried scope: 19,6 linear meters
Archive repository: State archives in Bruges
Heading : Finance
Authors: Staelens, Caroline — Therry, Marc
Year of publication: 2018
Code of the inventory: FB0044
Kantoor der registratie van Roeselare (1981 - 2014)
Rechtsopvolger:
Registratiekantoor Kortrijk 2 (2015 - heden)
Vierde registratiekantoor Kortrijk 2 (2014 - 2015)
Rechtsvoorganger:
Eerste kantoor der registratie van Roeselare (1976-1981)
Tweede kantoor der registratie van Roeselare (1976-1981)
Eerste kantoor der registratie en domeinen van Roeselare (1963 - 1976)
Tweede kantoor der registratie en domeinen van Roeselare (1963-1976)
Kantoor der registratie en domeinen van Roeselare (1796 - 1963)
Het tweede kantoor der registratie van Roeselare werd in 1963 opgericht onder de benaming tweede kantoor der registratie en domeinen van Roeselare. Daarvoor was het kantoor der registratie en domeinen van Roeselare sinds 1796 actief. In 1969 veranderde het kantoor van benaming in het tweede kantoor der registratie van Roeselare. Reeds in 1981, na afschaffing van het eerste registratiekantoor van Roeselare, werden de bevoegdheden van het eerste kantoor registratie Roeselare geplaatst onder het eengemaakt kantoor der registratie van Roeselare, dat het tweede kantoor der registratie van Roeselare verving.
Het kantoor der registratie van Roeselare was vóór 1975/1976 bevoegd voor: (1) 1. de registratie en inning van het registratierecht van notariële akten, van onderhandse akten, van akten van gerechtsdeurwaarders, van gerechtelijke akten, van administratieve akten en van sommige mondelinge overeenkomsten; 2. de inning van de griffierechten; 3. de inning van de successierechten; 4. de inning van de jaarlijkse taks op het vermogen van de vzw's; 5. de invordering van de boeten en gerechtskosten; 6. de invordering van de rechten en kosten inzake gerechtelijke bijstand en kosteloze rechtspleging; 7. het beheer van de nationale domeingoederen; 8. de inschrijving van het landbouwvoorrecht; 9. de mededeling van bepaalde gegevens aan andere overheidsdiensten, bijvoorbeeld de wijzigingen in verband met de eigendom van onroerende goederen aan de administratie van het kadaster of de protesten van de geaccepteerde wisselbrieven en orderbriefjes aan de rechtbanken van koophandel. Sinds 1976 is het kantoor der registratie van Roeselare enkel nog bevoegd voor de registratie en inning van het registratierecht (punt 1), de inning van de griffierechten (punt 2), de inning van de successierechten (punt 3), de inning van de taks op de vzw's (punt 4) en de mededeling van bepaalde gegevens aan andere overheidsdiensten (punt 9).
Het organogram van een registratiekantoor (2) is doorgaans zeer eenvoudig met een ontvanger aan het hoofd en een aantal klerken of assistenten. De ruimere historische-institutionele context en de evolutie van de ressorten waarbinnen registratiekantoren functioneren zijn echter heel wat complexer en worden in dit onderdeel nader toegelicht.
De historisch-institutionele context begint in de 18de eeuw. De registratiekantoren worden voor het eerst vermeld in het besluit van 15 februari 1796 (26 Pluviôse jaar IV). Dit besluit regelt de inrichting van de hypotheekbewaringen aan de hand van het ressort van de registratiekantoren. In deze periode hangen de registratiekantoren af van de 'Regie van registratierechten en het nationale domein' (Régie de l'enregistrement et du domaine national). Deze centrale Regie vormt het hoofdbestuur voor de diverse gewestelijke directies. De gewestelijke directeur verblijft steeds in de hoofdplaats van het departement. De registratiekantoren zijn rekenschap verschuldigd aan deze gewestelijke directies. De ont-vanger is de centrale figuur in het registratiekantoor. Hij staat in voor de formaliteitsverplichtingen.
Het systeem van registratie- en zegelrechten blijft voorlopig behouden na de val van Napoleon. Vervolgens wordt bij organiek besluit op 12 augustus 1814 onder meer het 'administratieve departement financiën' (département de l'administration des finances) onder leiding van een commissaris-generaal ingericht, de respectieve voorlopers van het Ministerie en de Minister van Financiën. De Administratie van de Registratie & (Nationale) Domeinen wordt hierin ondergebracht.
Wegens de groeiende financiële problemen richt Willem I in 1822 het Amortisatiesyndicaat op, dat buiten de controle van het parlement om wordt ingezet voor allerhande uitgaven en onder meer gefinancierd wordt door opbrengsten van de verkoop van domeinen. De Administratie van de Domeinen van de staat wordt afgesplitst en in dit syndicaat ondergebracht. Ondertussen blijven in de buitendiensten de ontvangers op post. De voornaamste verandering is de invoering van het uniform successierecht, waardoor voor grote centra gespecialiseerde buitendiensten kunnen worden ingericht.
De impact van de Belgische revolutie op de administratie en op het belastingstelsel is aanvankelijk beperkt. De belangrijkste maatregelen van de nieuwe machthebbers zijn de afschaffing van het fel bekritiseerde Amortisatiesyndicaat en de toewijzing van het beheer van de domeinen aan de commissaris-generaal voor Financiën. De oprichting van een Belgisch Ministerie van Financiën luidt evenwel een nieuwe organisatie in vanaf 1 april 1831. De dienst der registratie wordt samengevoegd met de dienst der domeinen en wordt als Administratie der registratie en domeinen een aparte entiteit onder het Ministerie, en dit tot 1970. Met de invoering van de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW), wordt de administratie omgevormd tot administratie van de BTW, registratie en domeinen.
Vanaf 1997 worden de diverse diensten hervormd. De opzet is om één administratie te creëren voor alle patrimoniale diensten, namelijk de administratie van het kadaster, registratie en domeinen (AKRED). Die wordt opgericht in 1998 als opvolger van de administratie van de BTW, Registratie en Domeinen. (3) Het koninklijk besluit van 1998 werd evenwel op 13 november 2002 door de Raad van State vernietigd, (4) waardoor in 2003 een nieuw koninklijk besluit uitgevaardigd moet worden om de continuïteit te verzekeren. (5)
Naar aanleiding van de algemene Copernicus-hervorming wordt in 2000 de Coperfin-hervorming gelanceerd, die voor de nieuwe Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën (6) een indeling in drie algemene administraties voorziet, waaronder één voor Patrimoniumdocumentatie. Een koninklijk besluit van 31 maart 2003 regelt de overgang van het Ministerie van Financiën naar de nieuwe Federale Overheidsdienst Financiën. (7) De ervaring leert echter dat een grote hergroepering van verschillende diensten met zeer verschillende bevoegdheden problemen veroorzaakt. In plaats daarvan valt de keuze op een evenwichtigere herverdeling van de entiteiten, zowel op het vlak van hun grootte als hun bevoegdheden. Vandaar dat met het koninklijk besluit van 3 december 2009 (8) gekozen wordt voor de oprichting van zes algemene administraties, waaronder een Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD). Horizontale, (beleids)ondersteunende taken worden voor de hele FOD ondergebracht in verschillende stafdiensten. Op de reorganisatie van de ondergeschikte registratiekantoren is het evenwel wachten op het koninklijk besluit van 20 maart 2014. (9) Met de uitvoering van de zesde staatshervorming in 2015 zijn er registratiekantoren actief op twee niveaus: op Vlaams en op federaal niveau. De federale kantoren blijven afhangen van de AAPD.
Het ambtsgebied of 'ressort' van het kantoor Roeselare heeft diverse wijzigingen ondergaan. De oorsprong van het kantoor der registratie van Roeselare ligt in het kantoor der registratie en domeinen van Roeselare dat opgericht werd in 1796. Het kantoor der registratie en domeinen Roeselare was oorspronkelijk bevoegd over de gemeenten van 4 kantons, namelijk over de gemeenten Roeselare en Rumbeke van het kanton Roeselare, over de gemeenten Emelgem, Ingelmunster, Izegem en Kachtem van het kanton Ingelmunster (dat vanaf 1866 het kanton van Izegem wordt), over de gemeenten Beveren, Gits, Hooglede, Oekene en Staden van het kanton Hooglede en over de gemeenten Moorslede, Oostnieuwkerke, Passendale, Westrozebeke en Zonnebeke van het kanton Passendale.
In 1832 trad er een eerste verandering op binnen de bevoegdheden van het kantoor Roeselare. De kantons Hooglede en Passendale behoorden vanaf dat moment niet meer tot het kantoor in Roeselare, maar werden gevoegd onder het nieuw opgerichte kantoor te Hooglede. Deze situatie bleef ongewijzigd tot 1943. In dat jaar verloor het kantoor in Roeselare ook de gemeenten van het kanton Izegem aan het nieuw opgerichte kantoor der registratie en domeinen Izegem. Het kantoor der registratie en domeinen van Roeselare was vanaf dat moment dan ook enkel nog bevoegd over de gemeenten Roeselare en Rumbeke van het kanton Roeselare.
In 1963 werd het kantoor der registratie en domeinen van Roeselare gesplitst in een eerste en tweede kantoor der registratie en domeinen Roeselare. Het tweede kantoor der registratie en domeinen Roeselare verkreeg de bevoegdheden van het kantoor der registratie en domeinen Hooglede en had zo de kantons Hooglede en Passendale voor de gemeenten Beveren, Gits, Hooglede, Oekene en Staden van kanton Hooglede en de gemeenten Moorslede, Oostnieuwkerke, Passendale, Westrozebeke en Zonnebeke van kanton Passendale. In 1965 verloor het de bevoegdheid over de gemeente Beveren, die werd overgedragen aan het eerste kantoor der registratie en domeinen Roeselare.
In 1969 verandert het kantoor van naam en wordt voortaan tweede kantoor registratie van Roeselare. Daarbij vindt een gebiedswijziging plaats. De gemeenten Moorslede, Passendale, Staden, Westrozebeke en Zonnebeke worden overgedragen aan het tweede registratiekantoor van Ieper. Het tweede kantoor der registratie Roeselare voegt ook nieuwe gemeenten toe aan zijn gebied, namelijk Rumbeke (van kantoor Roeselare 1), Ardooie (van kantoor Izegem), Koolskamp (van kantoor Izegem), Rollegem-Kapelle (van kantoor Kortrijk 2) en Sint-Eloois-Winkel (van kantoor Kortrijk 2). Deze gebiedswijzigingen leidden ertoe dat in 1969 het tweede kantoor registratie van Roeselare bevoegdheid heeft over Gits, Hooglede, Oekene, Rumbeke, Oostnieuwkerke, Ardooie, Koolskamp, Rollegem-Kapelle en Sint-Eloois-Winkel. Een jaar later, in 1970, verkrijgt het kantoor ook de bevoegdheden over gerechtelijke akten, geldboeten en gerechtskosten van de arbeidsrechtsbank Kortrijk, afdeling Roeselare.
In 1977 doet zich nogmaals een gebiedswijziging voor, waardoor het tweede registratiekantoor Roeselare uitsluitend bevoegd blijft voor de gemeenten Hooglede en Gits. Van volgende gemeenten moet het kantoor afstand nemen: Oekene en Rumbeke (overgedragen naar het eerste registratiekantoor Roeselare), Oostnieuwkerke (overgedragen naar het kantoor Diksmuide), Ardooie en Koolskamp (overgedragen naar het eerste registratiekantoor Tielt), en tenslotte de gemeenten Rollegem-Kapelle en Sint-Eloois-Winkel (overgedragen naar het tweede registratiekantoor Kortrijk).
In 1981 wordt het eerste registratiekantoor Roeselare afgeschaft en worden de bevoegdheden overgeheveld naar het tweede registratiekantoor Roeselare, waarna het tweede registratiekantoor Roeselare gewoon registratiekantoor Roeselare genoemd wordt. Het (enige) registratiekantoor Roeselare heeft bevoegdheid over het gebied van Roeselare en Hooglede, wat dus de volgende gemeenten betekent: Roeselare, Rumbeke, Oekene, Beveren, Hooglede en Gits.
Voorliggende inventaris ontsluit het archief dat werd overgebracht vanuit rechtszekerheid Kortrijk naar rijksarchief Gent op 14 november 2017 in het kader van het project 'SATURN' van het Rijksarchief. Op 8 februari 2018 werd het overgebracht van rijksarchief Gent naar rijksarchief Brugge.
Het archief van het kantoor der registratie van Roeselare heeft betrekking op de streek rond Roeselare, grotendeels samenvallend met het ambtsgebied van het gerechtelijk kanton Roeselare (cf. supra).
Het archief omvat formaliteitsregisters (reeks 5, 6, 6bis), documentatieregisters (reeks 44, 47, 54) en andere registers (reeks 32, 187). Het formaliteits- en ontvangstregister inzake openbare burgerlijke akten (reeks 5) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden akten, verleden voor openbare functionarissen zoals notarissen, secretarissen van kerkfabrieken, burgemeesters of gouverneurs. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten (reeks 6) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden onderhandse akten, dit zijn de akten die zijn opgemaakt tussen privépersonen zonder tussenkomst van een openbare instantie. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten waarvan een afschrift of een dubbel bij het kantoor moet worden ingediend (reeks 6bis) bevat een verwijzing naar het dubbel of afschrift van een onderhandse akte die bij het kantoor is ingediend bij registratie.
Bij de documentatieregisters (registratierechten) is voornamelijk het grondregister (reeks 44) van belang. Dit document is gebaseerd op de kadastrale legger en biedt een overzicht van de eigendomstitels en hun mutaties doorheen de tijd. De reeks loopt van het primitief kadaster ca. 1838 tot ca. 1968/1970. Het register van de indiening van aangiften van nalatenschap (reeks 47) wordt dagelijks aangevuld met ingediende aangiften. De tafel van de sterfgevallen (reeks 54) wordt jaarlijks aangevuld. Hierin worden de overledenen jaar per jaar geordend op de eerste letter van de familienaam.
Onder de categorie 'andere registers' vallen onder meer de aangiften van nalatenschap (reeks 187). Deze banden omvatten de aangiften van nalatenschap zoals die zijn ingediend door de erfgenamen en bewerkt door het kantoor. Ze zijn jaarlijks ingebonden. De legger van de lichamelijke goederen (reeks 32) bevat alle te verkopen of te verhuren roerende en onroerende goederen die toebehoren aan de staat en die beheerd worden door de dienst van de Domeinen.
Selecties en vernietigingen zijn gebaseerd op de Instructie Materieel (33/2003) en haar voorgangers.
Dit archief is niet afgesloten. Op termijn zullen recentere archiefdocumenten naar het Rijksarchief worden overgebracht.
Het archief bestaat uit een beperkt aantal reeksen die meestal chronologisch geordend zijn. De datering van het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5), het register van de onderhandse akten (reeks 6), het register van de onderhandse akten waarvoor een afschrift of duplicaat ten kantore moet worden ingediend (reeks 6bis), de legger van de verenigingen zonder winstoogmerk (reeks 30) en het register van de indiening van erfenisaangiften (reeks 47) gebeurt op basis van de eerste en laatste registratie of inschrijving.
De erfenisaangiften zijn per jaar ingebonden. De stukken bij de reeks 6bis zijn beschreven zoals ze zijn aangetroffen in het kantoor. De stukken zijn binnen elk archiefbestanddeel opnieuw in de goede volgorde geplaatst om opzoekingen te vergemakkelijken. Het primaire ordeningscriterium voor de tafels van de overlijdens (reeks 54) is chronologisch. Elk register is daarna alfabetisch ingedeeld op basis van de familienaam van de overledene.
De grondregisters worden beschreven per gemeente, waarna de uiterste artikelnummers vermeld worden in de desbetreffende beschrijving. (10) Een datering wordt uitsluitend op koepelniveau gegeven. Een individuele datering van elk deel biedt weinig meerwaarde voor de gebruiker. De reeks gaat immers uit van een perceel- en artikelsgewijze benadering.
Archiefbestanddelen ouder dan 100 jaar zijn vrij raadpleegbaar.
Voor een afschrift of uittreksel van registraties jonger dan 100 jaar, dient de gebruiker de toe-stemming te vragen aan de ontvanger van het registratiekantoor en aan de vrederechter van het kanton waarin het registratiekantoor zetelt. Indien de gebruiker een betrokken partij of rechthebbende is, heeft hij of zij voor een uittreksel of afschrift de toestemming nodig van de ontvanger van het registratiekantoor waarvan het archief afkomstig is. (11)
Voor erfenisaangiften gelden dezelfde voorwaarden. Voor een afschrift van of uittreksel uit erfenisaangiften die jonger zijn dan 100 jaar, heeft men de toestemming nodig van de rechtszekerheid indien de gebruiker geen betrokkene in rechtstreekse naam, erfgenaam of rechthebbende is. Is dit wel het geval, dan heeft de betrokkene eveneens de toestemming nodig van de ontvanger der successierechten, dus het kantoor rechtszekerheid. (12)
Voor de reproductie van archiefstukken gelden de regels van toepassing binnen het Rijks-archief.
Er zijn verschillende nadere toegangen in de vorm van alfabetische tafels en repertoria: deze maken gerichte opzoekingen mogelijk, maar worden niet altijd in dit bestand bewaard. Voor meer informatie, zie IV.D.
In eerste instantie worden archieven van registratiekantoren vaak geraadpleegd door de recht- en bewijszoekende burger. De beschrijving van notariële en onderhandse akten, de verplichting vanaf 1921 om dubbels of afschriften van bepaalde soorten onderhandse akten te deponeren bij het kantoren en de indiening van aangiften van nalatenschap dragen bij tot de handhaving van de rechtszekerheid.
De registratieformaliteit biedt een zekerheid in de zoektocht naar de eigendomsgeschiedenis van een stuk land, een huis,.... In tegenstelling tot hypotheekarchieven, die enkel overdrachten tussen levenden betreffen, worden ook overgangen van onroerende goederen bij overlijden opgenomen in de archieven van registratiekantoren. De raadpleging van de tafels (overgebracht bij een eerdere overbrenging) en het algemeen repertorium van de eigenaars (reeks 50, bevindt zich momenteel nog bij de administratie) geven een snel en overzichtelijk beeld van welke personen betrokken zijn bij welke transacties. Verder kunnen deze archieven ook gebruikt worden voor lokale geschiedenis en genealogie. Vooral de erfenisaangiften vormen een heel rijke bron. Toch moet er kritisch mee worden omgesprongen: enkel personen met een zekere levensstandaard laten een spoor na in de reeks 187.
Belangrijk binnen het registratierecht zijn de formaliteitsregisters van reeks 5, 6 en 6bis. Deze worden, naargelang van de periode, door andere registers ontsloten.
Voor de eerste periode (13) (1796-1859) zijn vooral de afgeschafte reeksen (A.R.) 1 en 2 van belang. De tafel van de verkrijgers (A.R. 1) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Vanaf 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze tafel naar de tafel van de verkopers (A.R. 2). Deze afgeschafte reeks verwijst op haar beurt naar de formaliteitsregisters. Vanaf 1 januari 1828 is er sprake van een nieuw model. Vanaf dan worden ook verdelingen mee opgenomen in deze registers. Naast verwijzingen naar de reeks 5 en 6 wordt in deze registers ook verwezen naar de erfenisaangiften (reeks 187) indien er sprake is van een overgang van onroerend goed. Zie hiervoor het deel over 'Successierecht'. (14)
De tafel van de verkopers (A.R. 2) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Van 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze toegang naar de reeks 5 (waarbij de naam van de notaris mee wordt opgenomen), 6 (er wordt duidelijk gemaakt dat het om een onderhandse akte gaat via de vermelding 's.s.p.') en 187 (het nummer van de aangifte zal in desbetreffend geval worden meegegeven) indien er een overgang van onroerend goed is. Vanaf 1 januari 1828 wordt de tafel omgevormd en worden ook de verdelingen mee opgenomen. Voortaan verwijst A.R. 2 niet langer naar de formaliteitsregisters, maar naar A.R. 1.
Andere, minder belangrijke, toegangen zijn de tafel van de pacht- en huurcontracten (A.R. 3), de tafel van de huwelijkscontracten (A.R. 4) en de tafel van de geregistreerde en ongeregistreerde testamenten, schenkingen en andere eventuele beschikkingen (A.R. 6).
In de tweede periode (15) (1860-1901 (1925)) is het repertorium der eigenaars (reeks 50) dé toegang op de reeksen 5 en 6. Er wordt tevens verwezen naar erfenisaangiften in de mate dat ze een overgang van onroerend goed veroorzaken. In de reeks 50 worden eigenaars in de regel chronologisch opgesomd met een overzicht van de geregistreerde akten en eventueel erfenisaangiften. In de reeks 5 vindt men tevens een verwijzing naar het desbetreffende artikel in het repertorium.
Reeks 50 wordt alfabetisch ontsloten door de algemene tafel van het repertorium van de eigenaars (reeks 52). De reeks 52 ontsluit tevens het algemeen repertorium van de schuldeisers (reeks 51). Dit repertorium van de schuldeisers bevat de namen van de schuldeisers met hun domicilie, de data van de desbetreffende akten, de inschrijvingsdatum op het hypotheekkantoor, het hypotheekkantoor in kwestie, de bemiddelende notaris of de rechtbank, het bedrag van de schuldvordering, de duur van de transactie, de eventuele doorhalingen en onderbrekingen met alle informatie en verwijzingen naar de akten en inschrijvingen.
De reeksen 50 en 52 zijn formeel afgeschaft in 1901 na de introductie van de losse rekeningen. In tegenstelling tot de formele afschaffing blijven de kantoren deze doorgaans nog gebruiken. In 1925 verplicht een omzendbrief de losse rekening, waarna de reeksen 50 en 52 uitdoven. Het repertorium van de eigenaars wordt slechts af en toe nog aangevuld voor personen met talrijke notities, voor appartementsgebouwen, enz.. De reeks 51 wordt definitief afgeschaft in 1966.
In de derde periode (16) (vanaf 1901/1925) is er nog slechts één toegang: de losse rekening (reeks 58). Het betreft een fichesysteem dat naast de gegevens over de titularis van de rekening, gegevens bevat over de onroerende goederen waarop die titularis rechten (gehad) heeft. Ze is ingevoerd door de omzendbrief van 15 mei 1901 (nr. 1348). Het duurt tot 1925 vooraleer ze verplicht als enige toegang geldt. Deze toegang toont alle aankopen, verkopen en schenkingen van onroerende goederen, alsook de registratie van huwelijks- en leningscontracten, akten betreffende (onder)verhuring van in België gelegen goederen, enz.. Op de achterzijde wordt de informatie genoteerd die voorheen in de reeks 51 terug te vinden is. In de losse rekening wordt tevens de informatie opgenomen die voordien in de registers met de in het buitenland gelegen eigendommen (reeks 45) werd genoteerd.
In reeks 60 (register van de vreemdelingen) worden alle personen ingeschreven die hun woonplaats buiten België hebben, maar die onroerend goed bezitten binnen het ambtsgebied van het kantoor. De losse rekening verwijst naar deze reeks 60 indien van toepassing.
Eén documentatieregister loopt over de hele periode 1837-1970: het grondregister (reeks 44). Het vormt de kadastrale documentatie van het registratiekantoor en is gebaseerd op de kadastrale legger. In principe is er sprake van een één op één relatie: de artikels komen overeen, ze bevatten min of meer dezelfde informatie, maar zijn geen dubbels. In het grondregister zal men bijvoorbeeld een verwijzing vinden naar het type akte en de registratiedatum of datum van verlijden van de akte die de mutatie veroorzaakt. Deze data vindt men niet terug in de kadastrale legger zelf (reeks 212). Op basis van die data kan dan in de formaliteitsregisters gezocht worden welke akte de mutatie heeft veroorzaakt. Omgekeerd vindt men even vaak de referentie: de akte in de reeks 5 zal in de marge vaak een verwijzing bevatten naar het grondregister.
Het formaliteitsdocument bij uitstek voor het successierecht is de aangifte van nalatenschap (reeks 187). Bij een sterfgeval wordt een boedelinventaris van de overledene opgesteld. Deze inventaris dient als basis voor de heffing van het successierecht. Tot 1818 wordt een registratierecht geheven op de successies. Vanaf 1818 gaat het om een successierecht. Tot en met 1817 worden de aangiftes geregistreerd in het zgn. 'register van aangiften van nalatenschap'. De originele aangifte wordt soms mee opgenomen bij de overschrijving. Vanaf 1818 wordt de aangifte, die is ingediend op losse bladen, overgeschreven in het 'register van overschrijving van de memories van aangifte' (reeks 3 succ.). Na 1820 dooft dit register uit. De registratie gebeurt sindsdien op de minuten van de aangiften zelf. De aangiften krijgen een nummer in volgorde van indiening op het kantoor.
De documentatieregisters (17) zijn beperkt tot een viertal reeksen voor de hele periode vanaf 1796. Eerst en vooral wordt een zogenaamde tafel van overlijdens (TVO) bijgehouden (reeks 54), een chronologische tafel die elke twee à drie jaar vernieuwd wordt. Men vindt er, in alfabetische volgorde, de naam van de overledene, plaats van overlijden, datum van overlijden, nummer van de successieaangifte, enz.
Daarnaast is er ook een chronologische toegang. Het register van indiening van aangifte (reeks 47) schrijft de aangiftes chronologisch in. Voor wie de datum van de aangifte kent, is dit een relatief eenvoudige toegang.
Tot slot bieden ook de A.R. 1, 2 en het repertorium van de eigenaars (zie 'registratierecht') een directe toegang op de erfenisaangiften, voor zover er sprake is van een overgang van onroerend goed. De losse rekeningen, in voege vanaf 1901/1925, vermelden de sterfdatum van een persoon. In de wetenschap dat een aangifte binnen een bepaalde termijn moet worden ingediend, kan men zo ook de erfenisaangifte achterhalen.
Het reeds vermelde grondregister (reeks 44) is gebaseerd op de kadastrale legger (reeks 212 bij het kadaster). Elk artikel stelt een eigendomstitel voor met een eigenaar en is toegankelijk via een aantal reeksen (zowel kadastraal als niet-kadastraal). Kadastraal zijn de reeksen 208 en 209 van belang. De reeks 208 ontsluit de 'primitieve' toestand, dit wil zeggen de toestand zoals die bij de eerste opmaak van het kadaster gekend is. De reeks 209 ontsluit de mutaties die hierna gebeurd zijn. Beide linken percelen aan kadastrale artikels. In de reeks 208 wordt bovendien ook de eigenaar van elk perceel genoemd.
Bij het archief van de registratie kan men concordantielijsten op basis van de reeks 208 aantreffen. (18) Een losse rekening biedt tevens een link met het grondregister. Verder is voor sommige kantoren een kadastrale atlas van Popp bewaard.
Bij het registratiekantoor wordt een notariële akte geregistreerd in het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5). Vervolgens brengt de ambtenaar een stempel aan op de minuut. Het origineel wordt bewaard in het archief van de notaris voor wie de akte verleden is.
Het register van de openbare burgerlijke akten bevat ook registraties van akten verleden voor politiecommissarissen, burgemeesters, enz.. In principe moet men de originele akte bij deze personen of instellingen terugvinden, hoewel vaak blijkt dat deze verloren zijn gegaan.
Hetzelfde geldt voor onderhandse akten die in de reeks 6 zijn ingeschreven. Het origineel is in principe terug te vinden bij één of beide partijen die overgaan tot de registratie van deze akte. Het gebeurt echter dat het origineel bewaard wordt tussen de stukken bij de reeks 6bis.
Registratiekantoren zijn lang verplicht geweest om een zogenaamde opgave 219 op te maken. Deze opgave diende om de administratie van het kadaster in kennis te stellen van akten die aanleiding gaven tot een kadastrale mutatie. De opgave werd meestal trimestrieel opgestuurd naar het kadaster, waar men dan ook het origineel bewaarde. Intussen zijn deze formulieren vervangen door digitale applicaties.
BONCQUET W., De administratie der registratie en domeinen en haar archief, Handzame, 1971.
DE REU P., De geschiedenis van de Algemene Administratie van de Patrimonium-documentatie. Organisatie, bevoegdheden, ambtsgebieden, archiefvorming (1796-2006), Miscellanea Archivistica Studia 198, Brussel, 2011.
DE REU P., Zoekwijzer: Kopen en Verkopen van vastgoed (1795 tot heden), Zoekwijzers 38, Brussel, 2012.
VRIELINCK S., De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, 3 dln., Leuven, 2000.
De inventaris is in december 2021 opgemaakt door Caroline Staelens, m.m.v. Marc Therry, conform de interne richtlijnen van het Rijksarchief. Het archief is in december 2017 verpakt en geëtiketteerd door Thibaut Matthys.
Télécharger l'inventaire publié- Download de gepubliceerde inventaris
1 - 181 | Register van openbare burgerlijke akten. 1901-1977. | ||||||||
1 | Deel 121. 11 nov. 1901 - 12 juni 1902. | 1 deel | |||||||
2 | Deel 122. 12 juni 1902 - 12 jan. 1903. | 1 deel | |||||||
3 | Deel 123. 12 jan. 1903 - 10 juli 1903. | 1 deel | |||||||
4 | Deel 124. 10 juli 1903 - 22 jan. 1904. | 1 deel | |||||||
5 | Deel 125. 22 jan. 1904 - 28 juli 1904. | 1 deel | |||||||
6 | Deel 126. 28 juli 1904 - 23 feb. 1905. | 1 deel | |||||||
7 | Deel 127. 24 feb. 1905 - 11 sept. 1905. | 1 deel | |||||||
8 | Deel 128. 11 sept. 1905 - 7 apr. 1906. | 1 deel | |||||||
9 | Deel 129. 7 apr. 1906 - 27 okt. 1906. | 1 deel | |||||||
10 | Deel 130. 28 okt. 1906 - 18 juni 1907. | 1 deel | |||||||
11 | Deel 131. 18 juni 1907 - 1 feb. 1908. | 1 deel | |||||||
12 | Deel 132. 1 feb. 1908 - 26 sept. 1908. | 1 deel | |||||||
13 | Deel 133. 26 sept. 1908 - 24 apr. 1909. | 1 deel | |||||||
14 | Deel 134. 24 apr. 1909 - 20 dec. 1909. | 1 deel | |||||||
15 | Deel 135. 20 dec. 1909 - 2 juli 1910. | 1 deel | |||||||
16 | Deel 136. 2 juli 1910 - 2 jan. 1911. | 1 deel | |||||||
17 | Deel 137. 2 jan. 1911 - 28 juli 1911. | 1 deel | |||||||
18 | Deel 138. 28 juli 1911 - 21 mrt. 1912. | 1 deel | |||||||
19 | Deel 139. 21 mrt. 1912 - 10 okt. 1912. | 1 deel | |||||||
20 | Deel 140. 10 okt. 1912 - 21 apr. 1913. | 1 deel | |||||||
21 | Deel 141. 21 apr. 1913 - 20 okt. 1913. | 1 deel | |||||||
22 | Deel 142. 20 okt. 1913 - 29 apr. 1914. | 1 deel | |||||||
23 | Deel 143. 29 apr. 1914 - 23 sept. 1917. | 1 deel | |||||||
24 | Deel 144. 24 sept. 1917 - 16 sept. 1919. | 1 deel | |||||||
25 | Deel 145. 10 nov. 1916 - 14 mrt. 1917. | 1 deel | |||||||
26 | Deel 146. 16 sept. 1919 - 22 apr. 1920. | 1 deel | |||||||
27 | Deel 147. 23 apr. 1920 - 13 okt. 1920. | 1 deel | |||||||
28 | Deel 148. 14 okt. 1920 - 2 apr. 1921. | 1 deel | |||||||
29 | Deel 149. 2 apr. 1921 - 27 sept. 1921. | 1 deel | |||||||
30 | Deel 150. 27 sept. 1921 - 1 mrt. 1922. | 1 deel | |||||||
31 | Deel 151. 1 mrt. 1922 - 25 juli 1922. | 1 deel | |||||||
32 | Deel 152. 25 juli 1922 - 26 jan. 1923. | 1 deel | |||||||
33 | Deel 153. 26 jan. 1923 - 18 juli 1923. | 1 deel | |||||||
34 | Deel 154. 18 juli 1923 - 9 jan. 1924. | 1 deel | |||||||
35 | Deel 155. 9 jan. 1924 - 8 juli 1924. | 1 deel | |||||||
36 | Deel 156. 8 juli 1924 - 17 jan. 1925. | 1 deel | |||||||
37 | Deel 157. 17 jan. 1925 - 19 mei 1925. | 1 deel | |||||||
38 | Deel 158. 20 mei 1925 - 9 okt. 1925. | 1 deel | |||||||
39 | Deel 159. 9 okt. 1925 - 23 feb. 1926. | 1 deel | |||||||
40 | Deel 160. 23 feb. 1926 - 30 juni 1926. | 1 deel | |||||||
41 | Deel 161. 30 juni 1926 - 8 nov. 1926. | 1 deel | |||||||
42 | Deel 162. 8 nov. 1926 - 28 mrt. 1927. | 1 deel | |||||||
43 | Deel 163. 28 mrt. 1927 - 7 sept. 1927. | 1 deel | |||||||
44 | Deel 164. 7 sept. 1927 - 18 jan. 1928. | 1 deel | |||||||
45 | Deel 165. 18 jan. 1928 - 9 juni 1928. | 1 deel | |||||||
46 | Deel 166. 9 juni 1928 - 26 okt. 1928. | 1 deel | |||||||
47 | Deel 167. 26 okt. 1928 - 3 mrt. 1929. | 1 deel | |||||||
48 | Deel 168. 4 mrt. 1929 - 24 juni 1929. | 1 deel | |||||||
49 | Deel 169. 25 juni 1929 - 19 okt. 1929. | 1 deel | |||||||
50 | Deel 170. 20 okt. 1929 - 6 mrt. 1930. | 1 deel | |||||||
51 | Deel 171. 6 mrt. 1930 - 26 juli 1930. | 1 deel | |||||||
52 | Deel 172. 26 juli 1930 - 12 jan. 1931. | 1 deel | |||||||
53 | Deel 173. 12 jan. 1931 - 22 juli 1931. | 1 deel | |||||||
54 | Deel 174. 22 juli 1931 - 13 jan. 1932. | 1 deel | |||||||
55 | Deel 175. 13 jan. 1932 - 25 juni 1932. | 1 deel | |||||||
56 | Deel 176. 25 juni 1932 - 22 nov. 1932. | 1 deel | |||||||
57 | Deel 177. 22 nov. 1932 - 19 apr. 1933. | 1 deel | |||||||
58 | Deel 178. 19 apr. 1933 - 9 okt. 1933. | 1 deel | |||||||
59 | Deel 179. 9 okt. 1933 - 23 mrt. 1934. | 1 deel | |||||||
60 | Deel 180. 24 mrt. 1934 - 14 juli 1934. | 1 deel | |||||||
61 | Deel 181. 15 juli 1934 - 3 jan. 1935. | 1 deel | |||||||
62 | Deel 182. 3 jan. 1935 - 12 juni 1935. | 1 deel | |||||||
63 | Deel 183. 12 juni 1935 - 4 nov. 1935. | 1 deel | |||||||
64 | Deel 184. 4 nov. 1935 - 21 mrt. 1936. | 1 deel | |||||||
65 | Deel 185. 21 mrt. 1936 - 6 aug. 1936. | 1 deel | |||||||
66 | Deel 186. 6 aug. 1936 - 5 jan. 1937. | 1 deel | |||||||
67 | Deel 187. 5 jan. 1937 - 2 juni 1937. | 1 deel | |||||||
68 | Deel 188. 2 juni 1937 - 19 okt. 1937. | 1 deel | |||||||
69 | Deel 189. 19 okt. 1937 - 22 mrt. 1938. | 1 deel | |||||||
70 | Deel 190. 22 mrt. 1938 - 27 juli 1938. | 1 deel | |||||||
71 | Deel 191. 27 juli 1938 - 5 dec. 1938. | 1 deel | |||||||
72 | Deel 192. 5 dec. 1938 - 5 mei 1939. | 1 deel | |||||||
73 | Deel 193. 6 mei 1939 - 6 nov. 1939. | 1 deel | |||||||
74 | Deel 194. 6 nov. 1939 - 26 juli 1940. | 1 deel | |||||||
75 | Deel 195. 26 juli 1940 - 5 apr. 1941. | 1 deel | |||||||
76 | Deel 196. 5 apr. 1941 - 6 nov. 1941. | 1 deel | |||||||
77 | Deel 197. 6 nov. 1941 - 11 juni 1942. | 1 deel | |||||||
78 | Deel 198. 11 juni 1942 - 1 mrt. 1943. | 1 deel | |||||||
79 | Deel 199. 1 mrt. 1943 - 9 nov. 1943. | 1 deel | |||||||
80 | Deel 200. 9 nov. 1943 - 5 okt. 1944. | 1 deel | |||||||
81 | Deel 201. 5 okt. 1944 - 1 okt. 1945. | 1 deel | |||||||
82 | Deel 202. 1 okt. 1945 - 9 apr. 1946. | 1 deel | |||||||
83 | Deel 203. 9 apr. 1946 - 30 aug. 1946. | 1 deel | |||||||
84 | Deel 204. 30 aug. 1946 - 29 jan. 1947. | 1 deel | |||||||
85 | Deel 205. 29 jan. 1947 - 23 juni 1947. | 1 deel | |||||||
86 | Deel 206. 23 juni 1947 - 21 nov. 1947. | 1 deel | |||||||
87 | Deel 207. 21 nov. 1947 - 19 apr. 1948. | 1 deel | |||||||
88 | Deel 208. 19 apr. 1948 - 23 sept. 1948. | 1 deel | |||||||
89 | Deel 209. 24 sept. 1948 - 4 mrt. 1949. | 1 deel | |||||||
90 | Deel 210. 4 mrt. 1949 - 19 aug. 1949. | 1 deel | |||||||
91 | Deel 211. 19 aug. 1949 - 7 jan. 1950. | 1 deel | |||||||
92 | Deel 212. 7 jan. 1950 - 23 mei 1950. | 1 deel | |||||||
93 | Deel 213. 23 mei 1950 - 6 okt. 1950. | 1 deel | |||||||
94 | Deel 214. 6 okt. 1950 - 12 mrt. 1951. | 1 deel | |||||||
95 | Deel 215. 12 mrt. 1951 - 25 juli 1951. | 1 deel | |||||||
96 | Deel 216. 25 juli 1951 - 21 dec. 1951. | 1 deel | |||||||
97 | Deel 217. 22 dec. 1951 - 9 mei 1952. | 1 deel | |||||||
98 | Deel 218. 9 mei 1952 - 25 sept. 1952. | 1 deel | |||||||
99 | Deel 219. 25 sept. 1952 - 11 feb. 1953. | 1 deel | |||||||
100 | Deel 220. 11 feb. 1953 - 30 mei 1953. | 1 deel | |||||||
101 | Deel 221. 30 mei 1953 - 4 okt. 1953. | 1 deel | |||||||
102 | Deel 222. 5 okt. 1953 - 6 feb. 1954. | 1 deel | |||||||
103 | Deel 223. 7 feb. 1954 - 2 juni 1954. | 1 deel | |||||||
104 | Deel 224. 2 juni 1954 - 19 okt. 1954. | 1 deel | |||||||
105 | Deel 225. 19 okt. 1954 - 19 juli 1955. | 1 deel | |||||||
106 | Deel 226. 23 okt. 1954 - 5 juli 1955. | 1 deel | |||||||
107 | Deel 227. 5 juli 1955 - 23 dec. 1955. | 1 deel | |||||||
108 | Deel 228. 23 dec. 1955 - 28 aug. 1956. | 1 deel | |||||||
109 | Deel 229. 27 dec. 1955 - 30 aug. 1956. | 1 deel | |||||||
110 | Deel 230. 30 aug. 1956 - 3 mei 1957. | 1 deel | |||||||
111 | Deel 231. 30 aug. 1956 - 3 mei 1957. | 1 deel | |||||||
112 | Deel 232. 6 mei 1957 - 12 dec. 1957. | 1 deel | |||||||
113 | Deel 233. 4 mei 1957 - 11 dec. 1957. | 1 deel | |||||||
114 | Deel 234. 11 dec. 1957 - 1 aug. 1958. | 1 deel | |||||||
115 | Deel 235. 12 dec. 1957 - 22 juli 1958. | 1 deel | |||||||
116 | Deel 236. 2 aug. 1958 - 3 apr. 1959. | 1 deel | |||||||
117 | Deel 237. 23 juli 1958 - 1 apr. 1959. | 1 deel | |||||||
118 | Deel 238. 2 apr. 1959 - 1 dec. 1959. | 1 deel | |||||||
119 | Deel 239. 3 apr. 1959 - 27 nov. 1959. | 1 deel | |||||||
120 | Deel 240. 2 dec. 1959 - 12 juli 1960. | 1 deel | |||||||
121 | Deel 241. 28 nov. 1959 - 15 juli 1960. | 1 deel | |||||||
122 | Deel 242. 15 juli 1960 - 10 feb. 1961. | 1 deel | |||||||
123 | Deel 243. 15 juli 1960 - 10 feb. 1961. | 1 deel | |||||||
124 | Deel 244. 10 feb. 1961 - 5 sept. 1961. | 1 deel | |||||||
125 | Deel 245. 10 feb. 1961 - 11 sept. 1961. | 1 deel | |||||||
126 | Deel 246. 12 sept. 1961 - 2 apr. 1962. | 1 deel | |||||||
127 | Deel 247. 11 sept. 1961 - 2 apr. 1962. | 1 deel | |||||||
128 | Deel 248. 2 apr. 1962 - 15 okt. 1962. | 1 deel | |||||||
129 | Deel 249. 2 apr. 1962 - 15 okt. 1962. | 1 deel | |||||||
130 | Deel 250. 15 okt. 1962 - 26 juni 1963. | 1 deel | |||||||
131 | Deel 251. 15 okt. 1962 - 26 juni 1963. | 1 deel | |||||||
132 | Deel 252. 26 juni 1963 - 17 feb. 1964. | 1 deel | |||||||
133 | Deel 253. 26 juni 1963 - 12 feb. 1964. | 1 deel | |||||||
134 | Deel 254. 17 feb. 1964 - 17 sept. 1964. | 1 deel | |||||||
135 | Deel 255. 17 feb. 1964 - 17 sept. 1964. | 1 deel | |||||||
136 | Deel 256. 17 sept. 1964 - 29 mrt. 1965. | 1 deel | |||||||
137 | Deel 257. 17 sept. 1964 - 26 apr. 1965. | 1 deel | |||||||
138 | Deel 258. 29 mrt. 1965 - 2 nov. 1965. | 1 deel | |||||||
139 | Deel 259. 3 mei 1965 - 20 okt. 1965. | 1 deel | |||||||
140 | Deel 260. 21 okt. 1965 - 7 juni 1966. | 1 deel | |||||||
141 | Deel 261. 3 nov. 1965 - 7 juni 1966. | 1 deel | |||||||
142 | Deel 262. 8 mei 1966 - 26 jan. 1967. | 1 deel | |||||||
143 | Deel 263. 7 juni 1966 - 30 jan. 1967. | 1 deel | |||||||
144 | Deel 264. 27 jan. 1967 - 24 aug. 1967. | 1 deel | |||||||
145 | Deel 265. 30 jan. 1967 - 24 aug. 1967. | 1 deel | |||||||
146 | Deel 266. 24 aug. 1967 - 23 apr. 1968. | 1 deel | |||||||
147 | Deel 267. 24 aug. 1967 - 23 apr. 1968. | 1 deel | |||||||
148 | Deel 268. 23 apr. 1968 - 18 dec. 1968. | 1 deel | |||||||
149 | Deel 269. 23 apr. 1968 - 18 dec. 1968. | 1 deel | |||||||
150 | Deel 270. 19 dec. 1968 - 5 aug. 1969. | 1 deel | |||||||
151 | Deel 271. 18 dec. 1968 - 12 aug. 1969. | 1 deel | |||||||
152 | Deel 272. 5 aug. 1969 - 13 apr. 1970. | 1 deel | |||||||
153 | Deel 273. 12 aug. 1969 - 15 apr. 1970. | 1 deel | |||||||
154 | Deel 274. 13 apr. 1970 - 23 nov. 1970. | 1 deel | |||||||
155 | Deel 275. 15 apr. 1970 - 23 nov. 1970. | 1 deel | |||||||
156 | Deel 276. 23 nov. 1970 - 19 juli 1971. | 1 deel | |||||||
157 | Deel 277. 23 nov. 1970 - 15 juli 1971. | 1 deel | |||||||
158 | Deel 278. 19 juli 1971 - 9 mrt. 1972. | 1 deel | |||||||
159 | Deel 279. 15 juli 1971 - 9 mrt. 1972. | 1 deel | |||||||
160 | Deel 280. 9 mrt. 1972 - 13 sept. 1972. | 1 deel | |||||||
161 | Deel 281. 9 mrt. 1972 - 13 sept. 1972. | 1 deel | |||||||
162 | Deel 282. 13 sept. 1972 - 13 mrt. 1973. | 1 deel | |||||||
163 | Deel 283. 13 sept. 1972 - 14 mrt. 1973. | 1 deel | |||||||
164 | Deel 284. 14 mrt. 1973 - 21 aug. 1973. | 1 deel | |||||||
165 | Deel 285. 14 mrt. 1973 - 21 aug. 1973. | 1 deel | |||||||
166 | Deel 286. 22 aug. 1973 - 31 jan. 1974. | 1 deel | |||||||
167 | Deel 287. 21 aug. 1973 - 6 feb. 1974. | 1 deel | |||||||
168 | Deel 288. 31 jan. 1974 - 11 juli 1974. | 1 deel | |||||||
169 | Deel 289. 6 feb. 1974 - 3 juli 1974. | 1 deel | |||||||
170 | Deel 290. 11 juli 1974 - 17 dec. 1974. | 1 deel | |||||||
171 | Deel 291. 3 juli 1974 - 12 dec. 1974. | 1 deel | |||||||
172 | Deel 292. 17 dec. 1974 - 13 juni 1975. | 1 deel | |||||||
173 | Deel 293. 13 dec. 1974 - 9 juni 1975. | 1 deel | |||||||
174 | Deel 294. 13 juni 1975 - 2 dec. 1975. | 1 deel | |||||||
175 | Deel 295. 9 juni 1975 - 2 dec. 1975. | 1 deel | |||||||
176 | Deel 296. 2 dec. 1975 - 10 mei 1976. | 1 deel | |||||||
177 | Deel 297. 2 dec. 1975 - 12 mei 1976. | 1 deel | |||||||
178 | Deel 298. 10 mei 1976 - 27 dec. 1976. | 1 deel | |||||||
179 | Deel 299. 12 mei 1976 - 2 mrt. 1977. | 1 deel | |||||||
180 | Deel 300. 11 juni 1976 - 21 sept. 1977. | 1 deel | |||||||
181 | Deel 301. 11 juni 1976 - 8 sept. 1977. | 1 deel | |||||||
182 - 183 | Dubbels of afschriften van burgerlijke akten, ingediend bij registratie in de reeks 5. 1941-1960. | ||||||||
182 | 1941-1950. | 1 omslag | |||||||
Bevat een repertorium. | 183 | 1951-1960. | 1 omslag |