Inventaris van het Archief van het Kantoor der Registratie van Tielt. Overbrenging 2014.

Archive

Name: REG Tielt 2014

Period: 1796-2014

Inventoried scope: 19 linear meters

Archive repository: State archives in Bruges

Heading : Finance

Inventory

Authors: Pieterjan Lannoy

Year of publication: 2016

Code of the inventory: FB0013

...

Archiefvormer

Naam

Kantoor der registratie van Tielt (1978-2014)
Rechtsopvolger:

Vierde registratiekantoor Oostende (2014)
Registratiekantoor Oostende (2015-heden)
Rechtsvoorganger:

Eerste kantoor der registratie van Tielt (1969-1977)
Eerste kantoor der registratie en domeinen van Tielt (1968-1969)
Kantoor der registratie en domeinen van Tielt (1796-1968)

Geschiedenis

Sinds de oprichting van het kantoor der registratie en domeinen van Tielt staat het in voor de heffing van de belangrijkste registratie- en successierechten in de streek rond Tielt. In 2014 vormt men het kantoor om tot het 'vierde registratiekantoor Oostende' met enerzijds een ingeperkt takenpakket en anderzijds een ruimer ambtsgebied. (1) Dit kantoor wordt op zijn beurt met ingang van 1 januari 2015 afgeschaft en opgevolgd door het 'registratiekantoor Oostende' als gevolg van de regionalisering van bepaalde registratie- en successierechten waardoor één enkel registratiekantoor voor het ambtsgebied Oostende volstaat. (2)

Bevoegdheden en activiteiten

Het kantoor van Tielt was vóór 1975/1976 bevoegd voor: (3) 1. de registratie en inning van het registratierecht van notariële akten, van onderhandse akten, van akten van gerechtsdeurwaarders, van gerechtelijke akten, van administratieve akten en van sommige mondelinge overeenkomsten; 2. de inning van de griffierechten; 3. de inning van de successierechten; 4. de inning van de jaarlijkse taks op het vermogen van de vzw's; 5. de invordering van de boeten en gerechtskosten; 6. de invordering van de rechten en kosten inzake gerechtelijke bijstand en kosteloze rechtspleging; 7. het beheer van de nationale domeingoederen; 8. de inschrijving van het landbouwvoorrecht; 9. de mededeling van bepaalde gegevens aan andere overheidsdiensten, bijvoorbeeld de wijzigingen in verband met de eigendom van onroerende goederen aan de administratie van het kadaster of de protesten van de geaccepteerde wisselbrieven en orderbriefjes aan de rechtbanken van koophandel. Sinds 1976 is het kantoor der registratie van Tielt enkel nog bevoegd voor enkel nog bevoegd voor de registratie en inning van het registratierecht (punt 1), de inning van de griffierechten (punt 2), de inning van de successierechten (punt 3), de inning van de taks op de vzw's (punt 4) en de mededeling van bepaalde gegevens aan andere overheidsdiensten (punt 9).

Organisatie

Het organogram van een registratiekantoor is doorgaans zeer eenvoudig met een ontvanger aan het hoofd en een aantal klerken of assistenten. (4) De ruimere historische-institutionele context en de evolutie van de ressorten waarbinnen registratiekantoren functioneren zijn echter heel wat complexer en worden in dit onderdeel nader toegelicht.
De historisch-institutionele context begint in de 18de eeuw. De registratiekantoren worden voor het eerst vermeld in het besluit van 15 februari 1796 (26 Pluviôse jaar IV). Dit besluit regelt de inrichting van de hypotheekbewaringen aan de hand van het ressort van de registratiekantoren. In deze periode hangen de registratiekantoren af van de 'Regie van registratierechten en het nationale domein' (Régie de l'enregistrement et du domaine national). Deze centrale Regie vormt het hoofdbestuur voor de diverse gewestelijke directies. De gewestelijke directeur verblijft steeds in de hoofdplaats van het departement. De registratiekantoren zijn rekenschap verschuldigd aan deze gewestelijke directies. De ont-vanger is de centrale figuur in het registratiekantoor. Hij staat in voor de formaliteitsverplichtingen.
Het systeem van registratie- en zegelrechten blijft voorlopig behouden na de val van Napoleon. Vervolgens wordt bij organiek besluit op 12 augustus 1814 onder meer het 'administratieve departement financiën' (département de l'administration des finances) onder leiding van een commissaris-generaal ingericht, de respectieve voorlopers van het Ministerie en de Minister van Financiën. De Administratie van de Registratie & (Nationale) Domeinen wordt hierin ondergebracht.
Wegens de groeiende financiële problemen richt Willem I in 1822 het Amortisatiesyndicaat op, dat buiten de controle van het parlement om wordt ingezet voor allerhande uitgaven en onder meer gefinancierd wordt door opbrengsten van de verkoop van domeinen. De Administratie van de Domeinen van de staat wordt afgesplitst en in dit syndicaat ondergebracht. Ondertussen blijven in de buitendiensten de ontvangers op post. De voornaamste verandering is de invoering van het uniform successierecht, waardoor voor grote centra gespecialiseerde buitendiensten kunnen worden ingericht.
De impact van de Belgische revolutie op de administratie en op het belastingstelsel is aanvankelijk beperkt. De belangrijkste maatregelen van de nieuwe machthebbers zijn de afschaffing van het fel bekritiseerde Amortisatiesyndicaat en de toewijzing van het beheer van de domeinen aan de commissaris-generaal voor Financiën. De oprichting van een Belgisch Ministerie van Financiën luidt evenwel een nieuwe organisatie in vanaf 1 april 1831. De dienst der registratie wordt samengevoegd met de dienst der domeinen en wordt als Administratie der registratie en domeinen een aparte entiteit onder het Ministerie, en dit tot 1970. Met de invoering van de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW), wordt de administratie omgevormd tot administratie van de BTW, registratie en domeinen.
Vanaf 1997 worden de diverse diensten hervormd. De opzet is om één administratie te creëren voor alle patrimoniale diensten, namelijk de administratie van het kadaster, registratie en domeinen (AKRED). Die wordt opgericht in 1998 als opvolger van de administratie van de BTW, Registratie en Domeinen. (5) Het koninklijk besluit van 1998 werd evenwel op 13 november 2002 door de Raad van State vernietigd, (6) waardoor in 2003 een nieuw koninklijk besluit uitgevaardigd moet worden om de continuïteit te verzekeren. (7)
Naar aanleiding van de algemene Copernicus-hervorming wordt in 2000 de Coperfin-hervorming gelanceerd, die voor de nieuwe Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën (8) een indeling in drie algemene administraties voorziet, waaronder één voor Patrimoniumdocumentatie. Een koninklijk besluit van 31 maart 2003 regelt de overgang van het Ministerie van Financiën naar de nieuwe Federale Overheidsdienst Financiën. (9) De ervaring leert echter dat een grote hergroepering van verschillende diensten met zeer verschillende bevoegdheden problemen veroorzaakt. In plaats daarvan valt de keuze op een evenwichtigere herverdeling van de entiteiten, zowel op het vlak van hun grootte als hun bevoegdheden. Vandaar dat met het koninklijk besluit van 3 december 2009 (10) gekozen wordt voor de oprichting van zes algemene administraties, waaronder een Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD). Horizontale, (beleids)ondersteunende taken worden voor de hele FOD ondergebracht in verschillende stafdiensten. Op de reorganisatie van de ondergeschikte registratiekantoren is het evenwel wachten op het koninklijk besluit van 20 maart 2014. (11) Met de uitvoering van de zesde staatshervorming in 2015 zijn er registratiekantoren actief op twee niveaus: op Vlaams en op federaal niveau. De federale kantoren blijven afhangen van de AAPD.
Het ambtsgebied of 'ressort' van het kantoor Tielt heeft diverse wijzigingen ondergaan. Het registratiekantoor van Tielt behoort tot de oudste van het land. Het is ingericht in 1796 en voert het beheer over de (prefusie)gemeenten van de kantons Ardooie, met name Egem, Koolskamp en Zwevezele. De gemeente Ardooie zelf valt onder het kantoor Torhout. Daarnaast is het kantoor Tielt nog bevoegd voor de gemeenten van het kanton Meulebeke, namelijk Aarsele, Dentergem, Kanegem en Meulebeke, het kanton Oostrozebeke, namelijk Markegem, Oeselgem, Oostrozebeke, Sint-Baafs-Vijve, Wakken en Wielsbeke. Ooigem en Sint-Eloois-Vijve vallen in deze periode onder het kantoor Kortrijk. Verder is het kantoor Tielt nog bevoegd voor de gemeenten van het kanton Ruiselede, Ruiselede en Wingene en het kanton Tielt, Pittem, Schuiferskapelle (opgericht in 1862) en Tielt.
Met de oprichting van de kantoren Meulebeke (kantons Meulebeke en Oostrozebeke) en Torhout (o.m. kanton Ardooie) op 1 april 1808 wordt het ambtsgebied van het kantoor Tielt beperkt tot de gemeenten van de kantons Ruiselede en Tielt.
Verdere wijzigingen doen zich niet voor tot de tweede helft van de 20ste eeuw. In 1968 wordt de benaming gewijzigd naar 'eerste kantoor der registratie en domeinen van Tielt'. (12) Op 1 april 1969 wijzigt men de benaming nogmaals, ditmaal naar 'eerste kantoor der registratie van Tielt'. (13)
De gemeentefusies van 1 januari 1977 zorgen voor een eerste verschuiving van ambtsgebied sinds 1808. Het kantoor wordt bevoegd voor de gemeenten Ardooie (Ardooie en Koolskamp), Lichtervelde, Pittem (Pittem en Egem), Ruiselede, Tielt (Tielt, Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle) en Wingene (Wingene en Zwevezele). De gemeenten Ardooie en Koolskamp worden overgeheveld van het tweede kantoor van Roeselare, de gemeente Lichtervelde van het kantoor Torhout en de gemeenten Aarsele en Kanegem van het tweede kantoor van Tielt.
Met de afschaffing van het tweede kantoor Tielt op 1 januari 1978 wijzigt de benaming opnieuw, ditmaal naar 'kantoor der registratie van Tielt'.

Archief

Voorliggende inventaris ontsluit het archief dat werd overgebracht op 3 december 2014 in het kader van het project 'archief Financiën' van het Rijksarchief.

Inhoud

Het archief van het kantoor der registratie van Tielt heeft betrekking op de streek rond Tielt, grotendeels samenvallend met het ambtsgebied van de gerechtelijk kantons Ruiselede en Tielt (cf. supra).
Het archief omvat formaliteitsregisters (reeks 5, 6, 6bis), documentatieregisters (reeks 44, 47, 50, 52, 54 en 60) en andere registers (reeks 56, 187). Het formaliteits- en ontvangstregister inzake openbare burgerlijke akten (reeks 5) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden akten, verleden voor openbare functionarissen zoals notarissen, secretarissen van kerkfabrieken, burgemeesters of gouverneurs. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten (reeks 6) bevat een korte samenvatting van de ter registratie aangeboden onderhandse akten, dit zijn de akten die zijn opgemaakt tussen privépersonen zonder tussenkomst van een openbare instantie. Het formaliteits- en ontvangstregister inzake onderhandse akten waarvan een afschrift of een dubbel bij het kantoor moet worden ingediend (reeks 6bis) bevat een verwijzing naar het dubbel of afschrift van een onderhandse akte die bij het kantoor is ingediend bij registratie.
Bij de documentatieregisters (registratierechten) zijn voornamelijk het grondregister (reeks 44), het repertorium van de eigenaars (reeks 50) en de tafel op het repertorium (reeks 52) van belang. De reeks 44 is gebaseerd op de kadastrale legger en biedt een overzicht van de eigendomstitels en hun mutaties doorheen de tijd. De reeks loopt van het primitief kadaster ca. 1838 tot ca. 1968/1970. De reeks 50 ontsluit de reeksen 5, 6 en 6bis en deels de reeks 187. In de regel worden de eigenaars chronologisch gerepertorieerd in deze registers. De registers bieden een overzicht van de verrichtingen met betrekking tot onroerende goederen binnen het ambtsgebied van het kantoor. Daarnaast worden ook alle persoonlijke akten van personen die in het ambtsgebied van het kantoor wonen, opgenomen. De tafel op het repertorium van de eigenaars (reeks 52) ontsluit deze repertoria alfabetisch.
Het register van de indiening van aangiften van nalatenschap (reeks 47) wordt dagelijks aangevuld met ingediende aangiften. De tafel van de sterfgevallen (reeks 54) wordt jaarlijks aangevuld. Hierin worden de overledenen jaar per jaar geordend op de eerste letter van de familienaam. Tot slot biedt de reeks 60 een overzicht van de buitenlanders die bezittingen hebben binnen het ambtsgebied.
Onder de categorie 'andere registers' vallen onder meer de aangiften van nalatenschap (reeks 187). Deze banden omvatten de aangiften van nalatenschap zoals die zijn ingediend door de erfgenamen en bewerkt door het kantoor. Ze zijn jaarlijks ingebonden. De legger van de orders en onderrichtingen (reeks 56) biedt een niet-fiscale kijk op de werking van het kantoor.

Selecties en vernietigingen

Selecties en vernietigingen zijn gebaseerd op de Instructie Materieel (33/2003) en haar voorgangers.

Toekomstige aangroei/aanvullingen

Dit archief is niet afgesloten. Op termijn zullen recentere archiefdocumenten naar het Rijksarchief worden overgebracht.

Ordening

Het archief bestaat uit een beperkt aantal reeksen die meestal chronologisch geordend zijn. De datering van het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5), het register van de onderhandse akten (reeks 6), het register van de onderhandse akten waarvoor een afschrift of duplicaat ten kantore moet worden ingediend (reeks 6bis) en het register van de indiening van erfenisaangiften (reeks 47) gebeurt op basis van de eerste en laatste registratie of inschrijving.
De erfenisaangiften zijn per jaar ingebonden. De stukken bij de reeks 6bis zijn beschreven zoals ze zijn aangetroffen in het kantoor. De stukken zijn binnen elk archiefbestanddeel opnieuw in de goede volgorde geplaatst om opzoekingen te vergemakkelijken. Het primaire ordeningscriterium voor de tafels van de overlijdens (reeks 54) is chronologisch. Elk register is daarna alfabetisch ingedeeld op basis van de familienaam van de overledene.
Het repertorium (reeks 50) wordt beschreven aan de hand van het aantal artikels. De beschrijving van de tafels op reeks 50 (reeks 52) bestaat uit de vermelde lemma's. De grondregisters worden beschreven per gemeente, waarna de uiterste artikelnummers vermeld worden in de desbetreffende beschrijving. (14) Een datering wordt uitsluitend op koepelniveau gegeven. Een individuele datering van elk deel biedt weinig meerwaarde voor de gebruiker. De reeks gaat immers uit van een perceel- en artikelsgewijze benadering.

Voorwaarden voor de raadpleging

Archiefbestanddelen ouder dan 100 jaar zijn vrij raadpleegbaar.

Voor een afschrift of uittreksel van registraties jonger dan 100 jaar, dient de gebruiker de toe-stemming te vragen aan de ontvanger van het registratiekantoor en aan de vrederechter van het kanton waarin het registratiekantoor zetelt. Indien de gebruiker een betrokken partij of rechthebbende is, heeft hij of zij voor een uittreksel of afschrift de toestemming nodig van de ontvanger van het registratiekantoor waarvan het archief afkomstig is. (15)
Voor erfenisaangiften gelden dezelfde voorwaarden. Voor een afschrift van of uittreksel uit erfenisaangiften die jonger zijn dan 100 jaar, heeft men de toestemming nodig van de vrederechter indien de gebruiker geen betrokkene in rechtstreekse naam, erfgenaam of rechthebbende is. Is dit wel het geval, dan heeft de betrokkene de toestemming nodig van de ontvanger der successierechten. (16)

Voorwaarden voor de reproductie

Voor de reproductie van archiefstukken gelden de regels van toepassing binnen het Rijks-archief.

Toegangen

Er zijn verschillende nadere toegangen in de vorm van alfabetische tafels en repertoria: deze maken gerichte opzoekingen mogelijk, maar worden niet altijd in dit bestand bewaard. Voor meer informatie, zie IV.D.

Aanwijzingen voor het gebruik

Algemene aanwijzingen

In eerste instantie worden archieven van registratiekantoren vaak geraadpleegd door de recht- en bewijszoekende burger. De beschrijving van notariële en onderhandse akten, de verplichting vanaf 1921 om dubbels of afschriften van bepaalde soorten onderhandse akten te deponeren bij het kantoren en de indiening van aangiften van nalatenschap dragen bij tot de handhaving van de rechtszekerheid.
De registratieformaliteit biedt een zekerheid in de zoektocht naar de eigendomsgeschiedenis van een stuk land, een huis,.... In tegenstelling tot hypotheekarchieven, die enkel overdrachten tussen levenden betreffen, worden ook overgangen van onroerende goederen bij overlijden opgenomen in de archieven van registratiekantoren. De raadpleging van de tafels (overgebracht bij een eerdere overbrenging) en het algemeen repertorium van de eigenaars (reeks 50, bevindt zich momenteel nog bij de administratie) geven een snel en overzichtelijk beeld van welke personen betrokken zijn bij welke transacties. Verder kunnen deze archieven ook gebruikt worden voor lokale geschiedenis en genealogie. Vooral de erfenisaangiften vormen een heel rijke bron. Toch moet er kritisch mee worden omgesprongen: enkel personen met een zekere levensstandaard laten een spoor na in de reeks 187.

Concrete richtlijnen voor opzoekingen

Registratierecht

Belangrijk binnen het registratierecht zijn de formaliteitsregisters van reeks 5, 6 en 6bis. Deze worden, naargelang van de periode, door andere registers ontsloten.

Voor de eerste periode (17) (1796-1859) zijn vooral de afgeschafte reeksen (A.R.) 1 en 2 van belang. De tafel van de verkrijgers (A.R. 1) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Vanaf 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze tafel naar de tafel van de verkopers (A.R. 2). Deze afgeschafte reeks verwijst op haar beurt naar de formaliteitsregisters. Vanaf 1 januari 1828 is er sprake van een nieuw model. Vanaf dan worden ook verdelingen mee opgenomen in deze registers. Naast verwijzingen naar de reeks 5 en 6 wordt in deze registers ook verwezen naar de erfenisaangiften (reeks 187) indien er sprake is van een overgang van onroerend goed. Zie hiervoor het deel over 'Successierecht'. (18)
De tafel van de verkopers (A.R. 2) vermeldt alle overgangen van zakelijke onroerende goederen. Van 1796 tot en met 31 december 1827 verwijst deze toegang naar de reeks 5 (waarbij de naam van de notaris mee wordt opgenomen), 6 (er wordt duidelijk gemaakt dat het om een onderhandse akte gaat via de vermelding 's.s.p.') en 187 (het nummer van de aangifte zal in desbetreffend geval worden meegegeven) indien er een overgang van onroerend goed is. Vanaf 1 januari 1828 wordt de tafel omgevormd en worden ook de verdelingen mee opgenomen. Voortaan verwijst A.R. 2 niet langer naar de formaliteitsregisters, maar naar A.R. 1.
Andere, minder belangrijke, toegangen zijn de tafel van de pacht- en huurcontracten (A.R. 3), de tafel van de huwelijkscontracten (A.R. 4) en de tafel van de geregistreerde en ongeregistreerde testamenten, schenkingen en andere eventuele beschikkingen (A.R. 6).
In de tweede periode (19) (1860-1901 (1925)) is het repertorium der eigenaars (reeks 50) dé toegang op de reeksen 5 en 6. Er wordt tevens verwezen naar erfenisaangiften in de mate dat ze een overgang van onroerend goed veroorzaken. In de reeks 50 worden eigenaars in de regel chronologisch opgesomd met een overzicht van de geregistreerde akten en eventueel erfenisaangiften. In de reeks 5 vindt men tevens een verwijzing naar het desbetreffende artikel in het repertorium.
Reeks 50 wordt alfabetisch ontsloten door de algemene tafel van het repertorium van de eigenaars (reeks 52). De reeks 52 ontsluit tevens het algemeen repertorium van de schuldeisers (reeks 51). Dit repertorium van de schuldeisers bevat de namen van de schuldeisers met hun domicilie, de data van de desbetreffende akten, de inschrijvingsdatum op het hypotheekkantoor, het hypotheekkantoor in kwestie, de bemiddelende notaris of de rechtbank, het bedrag van de schuldvordering, de duur van de transactie, de eventuele doorhalingen en onderbrekingen met alle informatie en verwijzingen naar de akten en inschrijvingen.
De reeksen 50 en 52 zijn formeel afgeschaft in 1901 na de introductie van de losse rekeningen. In tegenstelling tot de formele afschaffing blijven de kantoren deze doorgaans nog gebruiken. In 1925 verplicht een omzendbrief de losse rekening, waarna de reeksen 50 en 52 uitdoven. Het repertorium van de eigenaars wordt slechts af en toe nog aangevuld voor personen met talrijke notities, voor appartementsgebouwen, enz.. De reeks 51 wordt definitief afgeschaft in 1966.
In de derde periode (20) (vanaf 1901/1925) is er nog slechts één toegang: de losse rekening (reeks 58). Het betreft een fichesysteem dat naast de gegevens over de titularis van de rekening, gegevens bevat over de onroerende goederen waarop die titularis rechten (gehad) heeft. Ze is ingevoerd door de omzendbrief van 15 mei 1901 (nr. 1348). Het duurt tot 1925 vooraleer ze verplicht als enige toegang geldt. Deze toegang toont alle aankopen, verkopen en schenkingen van onroerende goederen, alsook de registratie van huwelijks- en leningscontracten, akten betreffende (onder)verhuring van in België gelegen goederen, enz.. Op de achterzijde wordt de informatie genoteerd die voorheen in de reeks 51 terug te vinden is. In de losse rekening wordt tevens de informatie opgenomen die voordien in de registers met de in het buitenland gelegen eigendommen (reeks 45) werd genoteerd.
In reeks 60 (register van de vreemdelingen) worden alle personen ingeschreven die hun woonplaats buiten België hebben, maar die onroerend goed bezitten binnen het ambtsgebied van het kantoor. De losse rekening verwijst naar deze reeks 60 indien van toepassing.
Eén documentatieregister loopt over de hele periode 1837-1970: het grondregister (reeks 44). Het vormt de kadastrale documentatie van het registratiekantoor en is gebaseerd op de kadastrale legger. In principe is er sprake van een één op één relatie: de artikels komen overeen, ze bevatten min of meer dezelfde informatie, maar zijn geen dubbels. In het grondregister zal men bijvoorbeeld een verwijzing vinden naar het type akte en de registratiedatum of datum van verlijden van de akte die de mutatie veroorzaakt. Deze data vindt men niet terug in de kadastrale legger zelf (reeks 212). Op basis van die data kan dan in de formaliteitsregisters gezocht worden welke akte de mutatie heeft veroorzaakt. Omgekeerd vindt men even vaak de referentie: de akte in de reeks 5 zal in de marge vaak een verwijzing bevatten naar het grondregister.

Successierecht

Het formaliteitsdocument bij uitstek voor het successierecht is de aangifte van nalatenschap (reeks 187). Bij een sterfgeval wordt een boedelinventaris van de overledene opgesteld. Deze inventaris dient als basis voor de heffing van het successierecht. Tot 1818 wordt een registratierecht geheven op de successies. Vanaf 1818 gaat het om een successierecht. Tot en met 1817 worden de aangiftes geregistreerd in het zgn. 'register van aangiften van nalatenschap'. De originele aangifte wordt soms mee opgenomen bij de overschrijving. Vanaf 1818 wordt de aangifte, die is ingediend op losse bladen, overgeschreven in het 'register van overschrijving van de memories van aangifte' (reeks 3 succ.). Na 1820 dooft dit register uit. De registratie gebeurt sindsdien op de minuten van de aangiften zelf. De aangiften krijgen een nummer in volgorde van indiening op het kantoor.
De documentatieregisters (21) zijn beperkt tot een viertal reeksen voor de hele periode vanaf 1796. Eerst en vooral wordt een zogenaamde tafel van overlijdens (TVO) bijgehouden (reeks 54), een chronologische tafel die elke twee à drie jaar vernieuwd wordt. Men vindt er, in alfabetische volgorde, de naam van de overledene, plaats van overlijden, datum van overlijden, nummer van de successieaangifte, enz.
Daarnaast is er ook een chronologische toegang. Het register van indiening van aangifte (reeks 47) schrijft de aangiftes chronologisch in. Voor wie de datum van de aangifte kent, is dit een relatief eenvoudige toegang.
Tot slot bieden ook de A.R. 1, 2 en het repertorium van de eigenaars (zie 'registratierecht') een directe toegang op de erfenisaangiften, voor zover er sprake is van een overgang van onroerend goed. De losse rekeningen, in voege vanaf 1901/1925, vermelden de sterfdatum van een persoon. In de wetenschap dat een aangifte binnen een bepaalde termijn moet worden ingediend, kan men zo ook de erfenisaangifte achterhalen.

Andere

Het reeds vermelde grondregister (reeks 44) is gebaseerd op de kadastrale legger (reeks 212 bij het kadaster). Elk artikel stelt een eigendomstitel voor met een eigenaar en is toegankelijk via een aantal reeksen (zowel kadastraal als niet-kadastraal). Kadastraal zijn de reeksen 208 en 209 van belang. De reeks 208 ontsluit de 'primitieve' toestand, dit wil zeggen de toestand zoals die bij de eerste opmaak van het kadaster gekend is. De reeks 209 ontsluit de mutaties die hierna gebeurd zijn. Beide linken percelen aan kadastrale artikels. In de reeks 208 wordt bovendien ook de eigenaar van elk perceel genoemd.
Bij het archief van de registratie kan men concordantielijsten op basis van de reeks 208 aantreffen. (22) Een losse rekening biedt tevens een link met het grondregister. Verder is voor sommige kantoren een kadastrale atlas van Popp bewaard.

Bestaan en bewaarplaats van originelen

Bij het registratiekantoor wordt een notariële akte geregistreerd in het register van de openbare burgerlijke akten (reeks 5). Vervolgens brengt de ambtenaar een stempel aan op de minuut. Het origineel wordt bewaard in het archief van de notaris voor wie de akte verleden is.
Het register van de openbare burgerlijke akten bevat ook registraties van akten verleden voor politiecommissarissen, burgemeesters, enz.. In principe moet men de originele akte bij deze personen of instellingen terugvinden, hoewel vaak blijkt dat deze verloren zijn gegaan.
Hetzelfde geldt voor onderhandse akten die in de reeks 6 zijn ingeschreven. Het origineel is in principe terug te vinden bij één of beide partijen die overgaan tot de registratie van deze akte. Het gebeurt echter dat het origineel bewaard wordt tussen de stukken bij de reeks 6bis.
Registratiekantoren zijn lang verplicht geweest om een zogenaamde opgave 219 op te maken. Deze opgave diende om de administratie van het kadaster in kennis te stellen van akten die aanleiding gaven tot een kadastrale mutatie. De opgave werd meestal trimestrieel opgestuurd naar het kadaster, waar men dan ook het origineel bewaarde. Intussen zijn deze formulieren vervangen door digitale applicaties.

Documenten met verwante inhoud

(Rechtsvoorgangers van) het kantoor van Tielt hebben in het verleden reeds archiefbestanden overgebracht naar het Rijksarchief. Deze kunnen met behulp van de volgende toegangen geraadpleegd worden:
- VANDAELE D., Inventarissen van de archieven van het eerste (1795-1975) en het tweede (1795-1976) kantoor der registratie van Tielt en hun rechtsvoorgangers. Brussel, 2004.
- Plaatsingslijst van het archief van het kantoor der registratie van Tielt. Losse rekeningen. Overdracht 2012 (1901-2003).
Bij het kantoor der hypotheken wordt voorts een kopie van een notariële minuut overgeschreven in het register van de overschrijvingen (reeks 72). Het grondregister (reeks 44) is gebaseerd op de kadastrale legger. Deze vindt men in het archief van het kadaster .
Tot slot kunnen documenten van de centrale diensten en de gewestelijke directies van het Ministerie en de FOD Financiën eveneens betrekking hebben op het registratiekantoor van Tielt.

Bibliografie

BONCQUET W., De administratie der registratie en domeinen en haar archief, Handzame, 1971.
DE REU P., De geschiedenis van de Algemene Administratie van de Patrimonium-documentatie. Organisatie, bevoegdheden, ambtsgebieden, archiefvorming (1796-2006), Miscellanea Archivistica Studia 198, Brussel, 2011.
DE REU P., Zoekwijzer: Kopen en Verkopen van vastgoed (1795 tot heden), Zoekwijzers 38, Brussel, 2012.
VRIELINCK S., De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, 3 dln., Leuven, 2000.

Beschrijvingsbeheer

De inventaris is in mei 2016 opgemaakt door Pieterjan Lannoy conform de interne richtlijnen van het Rijksarchief en in april 2018 aangevuld en afgewerkt door Marc Therry. Het archief is in maart 2015 verpakt en geëtiketteerd door Quinten van Gorp.

Télécharger l'inventaire publié- Download de gepubliceerde inventaris

Zoekstrategieën

Zoekstrategieën

 1Deel 90. 21 jan. 1859 - 17 jan. 1860.1 deel
 2Deel 91. 17 jan. 1860 - 7 mrt. 1861.1 deel
 3Deel 92. 7 mrt. 1861 - 2 apr. 1862.1 deel
 4Deel 93. 2 apr. 1862 - 1 juni 1863.1 deel
 5Deel 94. 1 juni 1863 - 28 juni 1864.1 deel
 6Deel 95. 28 juni 1864 - 17 aug. 1865.1 deel
 7Deel 96. 17 aug. 1865 - 22 okt. 1866.1 deel
 8Deel 97. 22 okt. 1866 - 7 jan. 1868.1 deel
 9Deel 98. 7 jan. 1868 - 1 feb. 1869.1 deel
 10Deel 99. 1 feb. 1869 - 23 jan. 1870.1 deel
 11Deel 100. 24 jan. 1870 - 9 feb. 1871.1 deel
 12Deel 101. 9 feb. 1871 - 25 jan. 1872.1 deel
 13Deel 102. 25 jan. 1872 - 24 dec. 1872.1 deel
 14Deel 103. 25 dec. 1872 - 29 jan. 1874.1 deel
 15Deel 104. 29 jan. 1874 - 28 feb. 1875.1 deel
 16Deel 105. 1 mrt. 1875 - 9 mei 1876.1 deel
 17Deel 106. 9 mei 1876 - 11 dec. 1876.1 deel
 18Deel 107. 11 dec. 1876 - 6 juli 1877.1 deel
 19Deel 108. 6 juli 1877 - 5 feb. 1878.1 deel
 20Deel 109. 6 feb. 1878 - 4 okt. 1878.1 deel
 21Deel 110. 4 okt. 1878 - 7 apr. 1879.1 deel
 22Deel 111. 7 apr. 1879 - 29 okt. 1879.1 deel
 23Deel 112. 29 okt. 1879 - 2 juni 1880.1 deel
 24Deel 113. 2 juni 1880 - 17 dec. 1880.1 deel
 25Deel 114. 17 dec. 1880 - 30 juli 1881.1 deel
 26Deel 115. 31 juli 1881 - 23 jan. 1882.1 deel
 27Deel 116. 23 jan. 1882 - 3 aug. 1882.1 deel
 28Deel 117. 3 aug. 1882 - 4 apr. 1883.1 deel
 29Deel 118. 4 apr. 1883 - 2 nov. 1883.1 deel
 30Deel 119. 2 nov. 1883 - 17 juni 1884.1 deel
 31Deel 120. 17 juni 1884 - 10 feb. 1885.1 deel
 32Deel 121. 10 feb. 1885 - 4 nov. 1885.1 deel
 33Deel 122. 4 nov. 1885 - 10 juli 1886.1 deel
 34Deel 123. 10 juli 1886 - 14 feb. 1887.1 deel
 35Deel 124. 14 feb. 1887 - 7 aug. 1887.1 deel
 36Deel 125. 8 aug. 1887 - 15 feb. 1888.1 deel
 37Deel 126. 15 feb. 1888 - 25 aug. 1888.1 deel
 38Deel 127. 25 aug. 1888 - 20 feb. 1889.1 deel
 39Deel 128. 21 feb. 1889 - 19 sept. 1889.1 deel
 40Deel 129. 19 sept. 1889 - 8 apr. 1890.1 deel
 41Deel 130. 8 apr. 1890 - 25 okt. 1890.1 deel
 42Deel 131. 25 okt. 1890 - 28 apr. 1891.1 deel
 43Deel 132. 28 apr. 1891 - 29 okt. 1891.1 deel
 44Deel 133. 29 okt. 1891 - 12 mrt. 1892.1 deel
 45Deel 134. 12 mrt. 1892 - 1 sept. 1892.1 deel
 46Deel 135. 1 sept. 1892 - 23 feb. 1893.1 deel
 47Deel 136. 23 feb. 1893 - 18 sept. 1893.1 deel
 48Deel 137. 18 sept. 1893 - 5 mei 1894.1 deel
 49Deel 138. 5 mei 1894 - 26 okt. 1894.1 deel
 50Deel 139. 26 okt. 1894 - 14 juni 1895.1 deel
 51Deel 140. 14 juni 1895 - 20 feb. 1896.1 deel
 52Deel 141. 20 feb. 1896 - 1 nov. 1896.1 deel
 53Deel 142. 2 nov. 1896 - 8 juni 1897.1 deel
 54Deel 143. 8 juni 1897 - 16 feb. 1898.1 deel
 55Deel 144. 16 feb. 1898 - 4 nov. 1898.1 deel
 56Deel 145. 4 nov. 1898 - 29 juli 1899.1 deel
 57Deel 146. 29 juli 1899 - 3 apr. 1900.1 deel
 58Deel 147. 3 apr. 1900 - 30 okt. 1900.1 deel
 59Deel 148. 30 okt. 1900 - 1 juni 1901.1 deel
 60Deel 149. 1 juni 1901 - 20 mrt. 1902.1 deel
 61Deel 150. 20 mrt. 1902 - 11 nov. 1902.1 deel
 62Deel 151. 12 nov. 1902 - 25 juni 1903.1 deel
 63Deel 152. 26 juni 1903 - 20 feb. 1904.1 deel
 64Deel 153. 20 feb. 1904 - 20 aug. 1904.1 deel
 65Deel 154. 20 aug. 1904 - 4 mrt. 1905.1 deel
 66Deel 155. 4 mrt. 1905 - 11 okt. 1905.1 deel
 67Deel 156. 11 okt. 1905 - 20 apr. 1906.1 deel
 68Deel 157. 21 apr. 1906 - 2 nov. 1906.1 deel
 69Deel 158. 2 nov. 1906 - 23 apr. 1907.1 deel
 70Deel 159. 24 apr. 1907 - 7 dec. 1907.1 deel
 71Deel 160. 7 dec. 1907 - 4 juli 1908.1 deel
 72Deel 161. 4 juli 1908 - 18 feb. 1909.1 deel
 73Deel 162. 19 feb. 1909 - 3 sept. 1909.1 deel
 74Deel 163. 3 sept. 1909 - 12 apr. 1910.1 deel
 75Deel 164. 12 apr. 1910 - 15 nov. 1910.1 deel
 76Deel 165. 16 nov. 1910 - 3 juli 1911.1 deel
 77Deel 166. 3 juli 1911 - 16 dec. 1912.1 deel
 78Deel 167. 17 feb. 1912 - 2 nov. 1912.1 deel
 79Deel 168. 2 nov. 1912 - 13 juni 1913.1 deel
 80Deel 169. 14 juni 1913 - 2 mrt. 1914.1 deel
 81Deel 170. 3 mrt. 1914 - 10 apr. 1915.1 deel
 82Deel 171. 10 apr. 1915 - 2 sept. 1916.1 deel
 83Deel 172. 2 sept. 1916 - 10 mei 1918.1 deel
 84Deel 173. 10 mei 1918 - 3 apr. 1919.1 deel
 85Deel 174. 3 apr. 1919 - 26 juli 1919.1 deel
 86Deel 175. 26 juli 1919 - 19 nov. 1919.1 deel
 87Deel 176. 20 nov. 1919 - 12 mrt. 1920.1 deel
 88Deel 177. 12 mrt. 1920 - 6 aug. 1920.1 deel
 89Deel 178. 7 aug. 1920 - 17 feb. 1921.1 deel
 90Deel 179. 17 feb. 1921 - 19 juli 1921.1 deel
 91Deel 180. 19 juli 1921 - 17 jan. 1922.1 deel
 92Deel 181. 18 jan. 1922 - 29 juni 1922.1 deel
 93Deel 182. 29 juni 1922 - 27 dec. 1922.1 deel
 94Deel 183. 27 dec. 1922 - 11 juli 1923.1 deel
 95Deel 184. 11 juli 1923 - 7 feb. 1924.1 deel
 96Deel 185. 7 feb. 1924 - 1 sept. 1924.1 deel
 97Deel 186. 1 sept. 1924 - 24 feb. 1925.1 deel
 98Deel 187. 24 feb. 1925 - 22 aug. 1925.1 deel
 99Deel 188. 22 aug. 1925 - 20 feb. 1926.1 deel
 100Deel 189. 20 feb. 1926 - 7 sept. 1926.1 deel
 101Deel 190. 7 sept. 1926 - 7 apr. 1927.1 deel
 102Deel 191. 7 apr. 1927 - 7 nov. 1927.1 deel
 103Deel 192. 8 nov. 1927 - 6 apr. 1928.1 deel
 104Deel 193. 7 apr. 1928 - 27 sept. 1928.1 deel
 105Deel 194. 27 sept. 1928 - 11 mrt. 1929.1 deel
 106Deel 195. 11 mrt. 1929 - 8 aug. 1929.1 deel
 107Deel 196. 8 aug. 1929 - 3 jan. 1930.1 deel
 108Deel 197. 3 jan. 1930 - 5 mei 1930.1 deel
 109Deel 198. 6 mei 1930 - 27 aug. 1930.1 deel
 110Deel 199. 27 okt. 1930 - 8 apr. 1931.1 deel
 111Deel 200. 8 apr. 1931 - 3 okt. 1931.1 deel
 112Deel 201. 3 okt. 1931 - 9 mrt. 1932.1 deel
 113Deel 202. 9 mrt. 1932 - 3 sept. 1932.1 deel
 114Deel 203. 3 sept. 1932 - 24 feb. 1933.1 deel
 115Deel 204. 24 feb. 1933 - 21 aug. 1933.1 deel
 116Deel 205. 22 aug. 1933 - 20 feb. 1934.1 deel
 117Deel 206. 20 feb. 1934 - 16 aug. 1934.1 deel
 118Deel 207. 16 aug. 1934 - 11 feb. 1935.1 deel
 119Deel 208. 11 feb. 1935 - 17 juli 1935.1 deel
 120Deel 209. 17 juli 1935 - 16 jan. 1936.1 deel
 121Deel 210. 16 jan. 1936 - 25 juni 1936.1 deel
 122Deel 211. 25 juni 1936 - 17 dec. 1936.1 deel
 123Deel 212. 18 dec. 1936 - 1 juni 1937.1 deel
 124Deel 213. 1 juni 1937 - 28 okt. 1937.1 deel
 125Deel 214. 28 okt. 1937 - 30 mrt. 1938.1 deel
 126Deel 215. 31 mrt. 1938 - 17 aug. 1938.1 deel
 127Deel 216. 17 aug. 1938 - 3 jan. 1939.1 deel
 128Deel 217. 3 jan. 1939 - 23 mei 1939.1 deel
 129Deel 218. 23 mei 1939 - 7 okt. 1939.1 deel
 130Deel 219. 7 okt. 1939 - 19 juli 1940.1 deel
 131Deel 220. 20 juli 1940 - 19 feb. 1941.1 deel
 132Deel 221. 19 feb. 1941 - 7 aug. 1941.1 deel
 133Deel 222. 7 aug. 1941 - 21 mrt. 1942.1 deel
 134Deel 223. 21 mrt. 1942 - 16 nov. 1942.1 deel
 135Deel 224. 16 nov. 1942 - 4 aug. 1943.1 deel
 136Deel 225. 4 aug. 1943 - 2 mei 1944.1 deel
 137Deel 226. 2 mei 1944 - 13 juni 1945.1 deel