Name: EA Turnhout C Correctionele rechtbank
Period: 1796-1966
Inventoried scope: 28 linear meters
Archive repository: State archives in Beveren
Heading : Tribunals of First Instance and Public Prosecutor's Office
Authors: Alfons Bousse — Harald Deceulaer
Year of publication: 2025
Code of the inventory: R647A
Rechtbank van eerste aanleg van Turnhout. Correctionele rechtbank.
Het gerechtelijk landschap van het ancien régime werd grondig hertekend na de Franse Revolutie. De leidende principes van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger (1789) werd achtereenvolgens bestendigd door de grondwetten van 1791, het jaar III (1795) en het jaar VIII (1799). Principes zoals het legaliteitsbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel, de scheiding der machten, de verkiesbaarheid van rechters, de kosteloosheid van justitie, de openbaarheid van de terechtzittingen en het afschaffen van privileges vormden de ruggengraat van de gerechtelijke hervorming. (1)
Vanaf 1 oktober 1795 werden de Zuidelijke Nederlanden ingelijfd bij de Franse Republiek. Alle oude rechtbanken werden afgeschaft en vervangen door de Franse gerechtelijke organisatie die van kracht was geworden na de Franse revolutie van 1789. De nieuwe gerechtelijke organisatie maakte een opsplitsing tussen een burgerlijke procedure en een strafrechtelijke procedure. Voor strafrechtelijke feiten waren er drie niveaus van rechtbanken naargelang van de ernst van de inbreuk, gekoppeld aan kantons, arrondissementen en departementen. Voor inbreuken waren er politierechtbanken, per kanton. Delicten werden bestraft door correctionele rechtbanken, per arrondissement. Deze colleges spraken recht in boetstraffelijke zaken. Ieder arrondissement had verder een jury van inbeschuldigingstelling (jury d'accusation, vanaf 1808-1811 de Raadkamer), die oordeelde over het vooronderzoek en de inhechtenisneming. De directeur van de jury van inbeschuldigingstelling was de voorzitter van de rechtbank. Misdrijven werden gevonnist door de tribunaux criminels op departementaal niveau. Deze laatste rechtbank kan als voorloper van het hof van assisen beschouwd worden. (2) In elk gerechtelijk arrondissement werd dus een correctionele rechtbank opgericht. In het departement van de Twee Neten (provincie Antwerpen) waren tribunaux correctionnels gevestigd in Antwerpen, Mechelen en Turnhout.
Onder het Consulaat werd een nieuwe grondwet ingevoerd (22 frimaire jaar VIII of 13 december 1799) die leidde tot een nieuwe gerechtelijke organisatie. De tribunaux correctionnels en de tribunaux civils werden afgeschaft door de wet van 18 maart 1800 (27 ventôse VII) en vervangen door rechtbanken van eerste aanleg. Deze rechtbanken werden bevoegd voor zowel burgerlijke als correctionele zaken, per arrondissement. In de praktijk bestonden er twee afdelingen. De wet op de gerechtelijke organisatie van 20 april 1810 voorzag een politierechtbank op kantonnaal niveau bevoegd voor overtredingen, een correctionele rechtbank op arrondissementeel niveau, als deel van de rechtbank van eerste aanleg, voor wanbedrijven, en een hof van assisen op het departementale niveau bevoegd voor misdaden. Door de inwerkingtreding in 1811 van het Wetboek van Strafvordering van 1808 kreeg een onderzoeksrechter de bevoegdheden van de vroegere directeur van de jury van inbeschuldigingstelling. Bij de rechtbank van eerste aanleg werd een raadkamer opgericht, die beslist of een zaak al dan niet voor de rechter moet verschijnen.
De eerste Belgische wet op de gerechtelijke organisatie (4 augustus 1832) bevatte geen noemenswaardige veranderingen in de organisatie van de rechtbanken van eerste aanleg. De tweede wet, die van 18 juni 1869, coördineerde en ordende in eerste instantie de bestaande (hoofdzakelijk Franse) wetgeving. Ze vormde de basis van de gerechtelijke organisatie in ons land tot aan de invoering van het Gerechtelijk Wetboek in 1970.
In uitvoering van de wet op de kinderbescherming van 15 mei 1912, die op 1 oktober 1912 in werking trad, werd in de rechtbanken van eerste aanleg het gespecialiseerd ambt van kinderrechter ingevoerd. Minderjarigen die strafbare feiten hadden gepleegd, verschenen voortaan voor een gespecialiseerde magistraat. Tot dan werden ze, afhankelijk van de ernst van de inbreuk, voor een politierechter of een correctionele rechter gebracht. De kinderrechter was bevoegd voor minderjarigen jonger dan 16 jaar die een misdrijf hadden gepleegd, minderjarigen jonger dan 18 jaar die als bedelaar of landloper werden aangetroffen en voor minderjarigen jonger dan 21 jaar tegen wie de ouders een klacht wegens onbuigzaamheid (sic) of wangedrag hadden ingediend.
Het Gerechtelijk wetboek van 10 oktober 1967 bevestigde de indeling van de rechtbanken van eerste aanleg in drie afdelingen, namelijk de burgerlijke rechtbank, de correctionele rechtbank en de jeugdrechtbank.
We behandelen hier de bevoegdheden, activiteiten en organisatie van na 1800. (3) Het Belgische strafrecht maakt sinds de Code pénal van 1810 een onderscheid tussen overtredingen, wanbedrijven en misdaden. Voor deze misdrijven bestaat, respectievelijk, een politiestraf, een correctionele straf en een criminele straf. De correctionele rechtbank sprak zich normaal enkel uit over wanbedrijven die sinds het strafwetboek van 1811 strafbaar werden gesteld met boeten van minimum 15 frank of een gevangenisstraf van zes dagen tot vijf jaar. Vanaf 1838 werd het mogelijk dat zaken die in principe door het hof van assisen werden berecht konden worden gecorrectionaliseerd, op basis van verzachtende omstandigheden. Dit werd later uitgebreid, zodat vandaag in wezen de meeste misdaden door de correctionele rechtbank worden berecht. Het Wetboek van strafvordering voorziet verder dat de correctionele rechtbank bevoegd is voor het behandelen van beroepen tegen de vonnissen van de politierechtbank.
Voor de correctionele rechtbank was de invoering van het Belgisch Strafwetboek in 1867 (ter vervanging van de Franse Code Pénal van 1810) van groot belang. Het strafwetboek van 1867 definieerde de correctionele straffen als boetes hoger dan 25 francs en gevangenisstraffen van acht dagen tot vijf jaar. Momenteel is de correctionele rechtbank bevoegd voor: 1) wanbedrijven die bestraft worden met een gevangenisstraf van minimum acht dagen en maximum vijf jaar of met een geldboete van minstens 26 euro, te vermenigvuldigen met de opdeciemen, 2) gecorrectionaliseerde misdaden en 3) het hoger beroep tegen vonnissen van de politierechtbank.
Tot 1912 was de correctionele rechtbank ook bevoegd voor feiten gepleegd door minderjarigen. Vanaf 1912 werd dit de bevoegdheid van de jeugdrechter, vanaf 2014 de familierechtbank.
De (hoofd)griffier heeft op bestuurlijk vlak de leiding van en het toezicht op alle afdelingen van de griffie en is de verantwoordelijke als diensthoofd, personeelschef, rekenplichtige en als bewaarder van de archieven van de rechtbank. Als openbaar ambtenaar levert de griffier grossen, expedities, uittreksels en afschriften af, stelt gerechtelijke statistieken op en houdt registers bij waarvan sommige te maken hebben met de organisatie van de rechtbank en andere betrekking hebben op de rechtspleging.
Ten slotte heeft elke rechtbank van eerste aanleg een bureau voor rechtsbijstand waar een rechter de verzoeken behandelt van personen die zelf geen rechtsbijstand kunnen betalen. Dit orgaan werd opgericht bij de wet op de rechtsbijstand en de kosteloze rechtsvordering van 29 juni 1929, gewijzigd bij de wet van 2 juli 1932.
De rechtbank van eerste aanleg van Turnhout was geografisch bevoegd voor het gerechtelijk arrondissement Turnhout. Dit bestond uit de gerechtelijke kantons Arendonk (met de gemeenten Arendonk, Dessel, Poppel, Ravels, Retie en Weelde), Herentals (met de gemeenten Bouwel, Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Kasterlee, Lichtaart, Lille, Noorderwijk, Olen, Poederlee, Tielen, Vorselaar en Wechelderzande), Hoogstraten (met de gemeenten Baarle-Hertog, Hoogstraten, Meer, Meerle, Merksplas, Minderhout, Rijkevorsel en Wortel), Mol (met de gemeenten Balen, Geel, Meerhout, Mol en Olmen), Turnhout (met de gemeenten Beerse, Gierle, Oud-Turnhout, Turnhout, Vlimmeren en Vosselaar) en Westerlo (met de gemeenten Eindhout, Herselt, Houtvenne, Hulshout, Morkhoven, Oevel, Ramsel, Tongerlo, Varendonk, Veerle, Vorst, Westerlo, Westmeerbeek en Zoerle-Parwijs). Het gerechtelijk arrondissement beslaat ruim 135.000 hectaren. De bevolking van het arrondissement bedroeg 73.327 inwoners in 1806, 100.541 in 1846, 159.976 in 1910, 247.999 in 1947 en 308.532 in 1963. (4)
Tegen de vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg kon beroep worden aangetekend bij het hof van beroep. Tot 1975 was het hof van beroep van Brussel de beroepsrechtbank voor het arrondissement Turnhout, sindsdien is het hof van beroep van Antwerpen de bevoegde beroepsrechtbank.
Voor een goed begrip van het strafproces is het belangrijk om rekening te houden met het onderscheid tussen het onderzoek en de vervolging. Na een opsporingsonderzoek beslist het parket van de procureur des Konings om de strafvervolging verder te zetten of om een zaak zonder gevolg te klasseren (seponering). Wanneer het parket beslist om de strafvordering verder te zetten, wordt voor misdaden en de meeste wanbedrijven een onderzoeksrechter aangeduid, die een gerechtelijk vooronderzoek uitvoert. Dit onderzoek is geheim, schriftelijk en niet-tegensprekelijk. Na het afronden van dit onderzoek wordt het dossier terug overgemaakt aan de procureur des Konings. Deze dient dan een vordering in bij de raadkamer. Deze vordering kan verschillende vormen aannemen. De procureur kan de buitenvervolgingstelling vragen, de klacht onontvankelijk verklaren, of de doorverwijzing vragen naar een vonnisgerecht. In dat laatste geval moet de raadkamer oordelen of er voldoende schuldlast is om een verdachte door te verwijzen naar een vonnisgerecht. De raadkamer zetelt in principe met gesloten deuren en kan verschillende beslissingen nemen:
1) Buitenvervolgingstelling
De raadkamer kiest voor een buitenvervolgingsstelling wanneer uit het onderzoek blijkt dat de feiten geen misdrijven zijn, of dat er onvoldoende bezwaren zijn tegen een verdachte, of wanneer de strafvordering onontvankelijk is.
2) Ontslag onderzoek
Dit gebeurt alleen wanneer de raadkamer vaststelt dat de onderzoeksrechter onbevoegd is.
3) Verwijzing naar een vonnisgerecht
De raadkamer kan naargelang de feiten verwijzen naar de politierechtbank, de correctionele rechtbank of de procureur-generaal van het hof van beroep.
4) In observatiestelling en internering
Sinds 1930 kan de raadkamer de internering van een verdachte uitspreken wanneer hij of zij geestesgestoord is.
5) Probatieopschorting
Probatie betekent dat de rechter het naleven van bepaalde voorwaarden kan opleggen. De raadkamer kan sinds 1964 beslissen over een opschorting, indien de voorwaarden voor het verlenen daarvan vervuld zijn.
6) Voorlopige hechtenis
Wanneer een verdachte door de onderzoeksrechter wordt aangehouden, moet hij of zij binnen de vijf dagen voor de raadkamer verschijnen die kan oordelen of de aanhouding wettelijk mogelijk en wenselijk is. De raadkamer moet zich over de handhaving van de voorlopige hechtenis in principe maandelijks uitspreken.
Met de invoering van de rechtbanken van eerste aanleg in 1800 werd de opdeling tussen de burgerlijke en correctionele rechtbanken opgeheven. De burgerlijke en correctionele rechtbank werden aparte afdelingen van één rechtbank van eerste aanleg en vormden onder het voorzitterschap van de voorzitter, de algemene vergadering en de griffie op bestuurlijk gebied een eenheid. De rechters en magistraten werden benoemd door de consul, later de keizer en na 1831 door de koning.
Vanaf de Franse tijd is de rechtbank van eerste aanleg van Turnhout gevestigd in het kasteel van Turnhout, het voormalige kasteel van de hertogen van Brabant. Tot 1904 was daar ook een gevangenis. (5) Op 6 juli 1800 benoemde Napoleon Bonaparte een voorzitter, drie rechters en drie 'suppléans', één commissaris en één griffier in de rechtbank van eerste aanleg van Turnhout. (6) Daarnaast was er een openbaar ministerie, eerst in de vorm van een 'commissaire du gouvernement', die vanaf 1804 'procureur' werd genoemd.
Volgens het aanwezigheidsregister van de rechtbank van eerste aanleg van Turnhout uit 1844 waren toen naast de voorzitter nog één rechter en één substituut aanwezig. De voorzitter en de rechters vonnisten zowel in burgerlijke als in correctionele zaken. (7) In een overzicht van het personeel van de rechtbank van Turnhout uit 1853 werden vermeld: één voorzitter, twee rechters, twee plaatsvervangende rechters, één procureur des Konings, een substituut, een griffier, een commis-griffier, een 'commis-greffier surnuméraire' en een secretaris van het parket. (8) In de wet op de gerechtelijke organisatie van 18 juni 1869 werd de rechtbank van eerste aanleg van Turnhout ingedeeld bij de 'derde klasse', met één voorzitter, één vice-voorzitter, twee rechters en drie plaatsvervangers. (9)
De belangrijkste wijziging in de organisatie van de rechtbanken van eerste aanleg na 1869 was de invoering van de kamers van alleen-zetelende rechters (wet van 25 oktober 1919) met beperkte bevoegdheden. Tot dan waren de kamers van zowel de burgerlijke als de correctionele rechtbank samengesteld uit minstens drie rechters. Tot midden 1985 bleven drie rechters in de rechtbank van eerste aanleg de regel en een alleen-zetelende rechter de uitzondering. Sedertdien zetelt een rechter in principe alleen, en zijn er enkel drie rechters vereist wanneer de rechtbank zich over zedenzaken en familieverlating buigt of wanneer de beklaagde het expliciet vraagt.
Het archief van de rechtbank werd voor de overbrenging naar het Rijksarchief in situ bewaard. Zeker tot 1986 gebeurde dit in het kasteel van Turnhout. In 1986 was er sprake van om een 'nieuw archieflokaal enkele straten verderop' in gebruik te nemen. (10) Uit een lijst uit 2000 blijkt dat op dat moment drie archieflokalen in gebruik waren: één op de eerste verdieping in de Kasteelstraat 1, een kelder 'Glennisson' in de Begijnenstraat 3, en een ander lokaal in de Warandestraat 44.
De archiefwet van 1955 bepaalde dat rechtbanken archief ouder dan 100 jaar over moesten brengen naar het Rijksarchief. Een eerste archiefoverbrenging van archief van de rechtbank van eerste aanleg, het zogenaamde 'oud bestand' vond plaats in 1958. Van deze overbrenging maakte rijksarchivaris Alfons Bousse in 1964 een beknopte inventaris van het archief van 1796 tot 1928, dat echter vermengd was met dat van de burgerlijke rechtbank.
Nieuwe overbrengingen van de rechtbank van eerste aanleg van Turnhout naar het Rijksarchief volgden in 1970, 1982, 1983, 1987 en 1997. Deze werden bij het bestaande 'oud bestand' gezet en tot op zekere hoogte ontsloten door ongepubliceerde plaatsingslijsten, voor intern gebruik. Alle overbrengingen bestonden uit archief van zowel de burgerlijke als correctionele rechtbank van Turnhout, soms ook de jeugdrechtbank of het parket. Deze werden in principe gescheiden in het magazijn in het Rijksarchief Beveren, maar niet altijd even consequent.
In 2000 werden drie registers van de correctionele rechtbank van eerste aanleg overgebracht, waarna er in het Rijksarchief Beveren een apart blok van werd gemaakt, met een gepubliceerde toegang.
In 2007 werd opnieuw een meer substantiële overbrenging gerealiseerd van de correctionele rechtbank, die een apart bestand vormt. In deze inventaris wordt er wel naar verwezen via pro-memorie beschrijvingen.
De laatste overbrenging dateert uit 2012. Ook van die 'Overdracht 2012' werd een apart blok gemaakt. In de loop van de bewerking werden toen de drie nummers uit de 'Overdracht 2000' opgeheven, en geïntegreerd in de 'Overdracht 2012'. De plaatsingslijst van de overbrenging 2012 werd echter niet afgewerkt tot een inventaris en bleef ongepubliceerd.
De voorliggende inventaris brengt het archief uit al deze overbrengingen samen (behalve die van de 'Overdracht 2007') en wil op die manier de historisch gegroeide, eerder onoverzichtelijke toestand van het archief verhelderen (zie hieronder onder 'ordening'). Hierdoor kon de eenheid worden hersteld van een aantal reeksen, die eerder versnipperd waren geraakt over meerdere overbrengingen (zoals de vonnisboeken en de alfabetische repertoria op de vonnissen).
De ruggengraat van deze inventaris wordt gevormd door de reeksen rollen en vonnissen. De vonnissen van de correctionele rechtbank zijn doorgaans erg beknopt. Belangrijk zijn de twee reeksen repertoria op de vonnissen, die een alfabetische toegang geven op de veroordeelden tot een gevangenisstraf en tot een boete of vrijspraak.
De stukken zijn opgesteld in het Nederlands en het Frans.
Bij de verschillende overdrachten van het archief werd telkens geselecteerd volgens de toenmalige normen van het Rijksarchief. In de voorbije decennia werden de opeenvolgende Selectielijsten voor de selectie van archieven van de rechterlijke macht gevolgd, waarvan de meest recente versie beschikbaar is op de website van het Rijksarchief, zie https://www.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/2023_SL_RO.pdf.
Aangezien de rechtbank van Turnhout nog bestaat, zijn toekomstige overbrengingen te verwachten.
Het archiefschema is gebaseerd op de Selectielijst voor de archieven van de rechterlijke macht, 2023 voor de correctionele rechtbank:
I. ORGANISATIE EN BESTUUR VAN DE RECHTBANK EN DE GRIFFIE
A. Archief van de voorzitter
B. Archief van de griffier
II. BESCHEIDEN IN VERBAND MET DE RECHTSPLEGING
A. Rollen
1. Correctionele rechtbank
2. Raadkamer
B. Vonnissen
1. Correctionele rechtbank
2. Jury van inbeschuldigingstelling en Raadkamer
C. Rechtsplegingsdossiers
D. Registers van de griffier
Archief van hoven en rechtbanken in strafzaken ouder dan 100 jaar is vrij raadpleegbaar. Voor archief jonger dan 100 jaar moet de toestemming worden gevraagd aan de bevoegde procureur-generaal (in dit geval de procureur-generaal van Antwerpen).
Voor de reproductie van archiefstukken gelden de voorwaarden en tarieven van toepassing in het Rijksarchief (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad).
Deze inventaris vervangt een deel van twee oude toegangen, met name 78 beschrijvingen over de rechtbank van eerste aanleg van Turnhout uit de Inventaris van Rechterlijke archieven. Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen 1796-1930, rechtbank van eerste aanleg te Mechelen 1796-1928, rechtbank van eerste aanleg te Turnhout 1796-1928, politierechtbank van Antwerpen 1798-1949, Brussel, 1964 en drie beschrijvingen over de rechtbank van eerste aanleg van Turnhout in VELLE K., Inventaris van het archief van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout. Burgerlijke Rechtbank. Overdracht 2000, inVELLE K., Inventaris van de archieven van het Parket te Gent (Jeugdparket (1913-1989) en het Parket te Leuven (1873-1994), van de rechtbanken van eerste aanleg te Gent (jeugdrechtbank (1912-1983), Leuven (jeugdrechtbank (1912-1966), Oudenaarde (algemeen (1918-1975 (1980)), Burgerlijke rechtbank (1875-1988), correctionele rechtbank (1918-1972 (1981)) en jeugdrechtbank (1912-1970) en Turnhout (burgerlijke rechtbank (1853-1922), correctionele rechtbank (1855-1902) en jeugdrechtbank (1912-1923)), van de rechtbank van koophandel te Sint-Niklaas (1811-1983), Brussel, 2001. De nummering van de 78 eerste nummers is behouden uit de inventaris van 1964. Zie de concordans voor de drie nieuwe nummers uit de 'Overdracht 2000'.
Het archief dat in deze inventaris wordt beschreven is sterk complementair met dat van de 'Overdracht 2007' van de correctionele rechtbank van Turnhout. Deze leidde tot de vorming van een apart blok. In deze inventaris wordt een reeks uit 'Overdracht 2007' vermeld als pro memoriebeschrijvingen.
Een selectie van de dossiers van gevonniste zaken (1891-1946, 1948-1955) en de dossiers van buitenvervolging stelling (1891-1949, 1952-1955) van de correctionele rechtbank van Turnhout werd eind jaren tachtig overgebracht naar het Rijksarchief in Beveren. Deze dossiers zijn voorzien van een handgeschreven toegang. Op het moment dat deze inventaris wordt opgesteld, wordt deze toegang bewerkt tot een inventaris.
Het archief van het parket van Turnhout wordt bewaard in het Rijksarchief Beveren. Daarin worden o.a. de Notitieregisters bewaard voor de periode van de jaren dertig tot de jaren tachtig van de 20ste eeuw. In de Notitieregisters werden alle proces-verbalen genoteerd die ter kennis werden gebracht van de procureur des Konings. Daarin stond de datum van het PV, de naam van de verdachte en de benadeelde of het slachtoffer, een omschrijving van de feiten en de verdere beslissingen in de zaak. Wie bijvoorbeeld feiten kent van een bepaalde datum, maar niet weet of de zaak zonder gevolg geklasseerd is, dan wel of er een vonnis werd uitgesproken, kan dit nagaan in de Notitieregisters. Hiervan bleven meerdere reeksen bewaard. Ook de dossiers zonder gevolg en de registers van strafuitvoering bevinden zich in het archief van het parket van Turnhout.
In het Rijksarchief Beveren wordt daarnaast ook het archief bewaard van de burgerlijke rechtbank van Turnhout, de jeugdrechtbank, de rechtbank van koophandel, de vredegerechten en de politierechtbanken uit het arrondissement Turnhout.
In het Rijksarchief Antwerpen wordt het archief van de provincie Antwerpen bewaard. In de reeks PAA 656 zitten vele stukken over werken aan het gebouw van de rechtbank van Turnhout (nummers 1716-2084).
ANTOINE F., Les institutions publiques du Consulat et de l'Empire dans les départements réunis (1799-1814), (Studia 77), Brussel, 1998.
BERGER E., Le tribunal correctionnel de Bruxelles sous le Directoire, (Miscellanea Archivistica Studia 145), Brussel, 2002.
DECEULAER H., Inventaris van het archief van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Turnhout. Burgerlijke rechtbank en de Ambtelijke Scheids- en verzoeningsraad van Turnhout, (1789-1799) 1800-1993, Brussel, 2025.
DEPOORTERE R., Les cours d'appel en Belgique et leurs prédécesseurs en droit 1795-1799. Compétences et organisation, production et conservation des archives, (Miscellanea Archivistica Studia 120), Brussel, 1999.
DROSSENS P., Inventaris van het archief van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Oudenaarde. Correctionele rechtbank. Diverse overdrachten, Brussel, 2014.
Inventaris van Rechterlijke archieven. Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen 1796-1930, rechtbank van eerste aanleg te Mechelen 1796-1928, rechtbank van eerste aanleg te Turnhout 1796-1928, politierechtbank van Antwerpen 1798-1949, Brussel, Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, 1964.
JACQUEMIN H., SERTYN A., VAN GORP K., WILLEMS B., Inventaris van het archief van het parket van de procureur des Konings van Turnhout. Overdracht 2018, 1902-2012, Brussel, 2018.
MARTENS C., NOË J., SKORDOU M., DE WEIRT X., Inventaris van het archief van de correctionele rechtbank van Brussel (1842-1965 (vnl. 1893-1965)), Brussel, 2017.
PRENEEL M., WILLEMS B., BUELENS I. en VAN GEYSTELEN T., Inventaris van het archief van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Antwerpen, Correctionele rechtbank, Oud bestand, 1795-1958, (Rijksarchief te Antwerpen Inventarissen 112), Brussel, 2022
Recueil des lois et arrêtés royaux de la Belgique, 20, Brussel, 1869.
ROTTHIER I. Inventarissen van de archieven van het Hof van Assisen te Antwerpen (1811-1939) en rechtsvoorgangers (1795-1811) (Inventarissen Rijksarchief te Beveren 73), Brussel, 2002.
VELLE K., 'Het archief van de gevangenis van Turnhout ontsloten', in Taxandria, 2000, nieuwe reeks LXXII, p. 217-234.
VELLE K., Inventaris van het archief van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout. Correctionele Rechtbank. Overdracht 2000, inVELLEK., Inventaris van de archieven van het Parket te Gent (Jeugdparket (1913-1989) en het Parket te Leuven (1873-1994), van de rechtbanken van eerste aanleg te Gent (jeugdrechtbank (1912-1983), Leuven (jeugdrechtbank (1912-1966), Oudenaarde (algemeen (1918-1975 (1980)), Burgerlijke rechtbank (1875-1988), correctionele rechtbank (1918-1972 (1981)) en jeugdrechtbank (1912-1970) en Turnhout (burgerlijke rechtbank (1853-1922), correctionele rechtbank (1855-1902) en jeugdrechtbank (1912-1923)), van de rechtbank van koophandel te Sint-Niklaas (1811-1983), Brussel, 2001.
VELLE K. en DROSSENS P., 'De rechterlijke macht', in VAN DEN EECKHOUT P. en VANTHEMSCHE G., Bronnen voor de studie van het hedendaagse België 19e - 21e eeuw. Tweede herziene en uitgebreide uitgave, Brussel, 2009, p. 619-649.
VELLE K. en HEERWEG L., Inventaris van het archief van de gevangenis te Turnhout (1795-1987), Brussel, 1998.
VRIELINCK S., De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, vol. 1, Leuven, 2000.
De basisbeschrijvingen van de eerste 78 nummers zijn van de hand van Alfons Bousse. De contextinformatie bij deze beschrijvingen werd aangevuld door Harald Deceulaer, die ook de beschrijvingen opstelde van de nummers 79-236, net als deze inleiding.
| 67 - 70 | Kopieën van uitgaande brieven van de directeur van de jury en de voorzitter van de rechtbank. 1797-1811, 1824-1830, 1841. | ||||||||
| 67 | 11 prairial V - 4 pluviose IX (30 mei 1797 - 24 jan. 1801). | 1 deel | |||||||
| 68 | 5 pluviose IX (25 januari 1801) - 30 april 1811. | 1 deel | |||||||
| 69 | 22 augustus 1824 - 12 november 1830. | 1 deel | |||||||
| 70 | 2 januari - 31 december 1841. | 1 deel | |||||||
| 81 | Circulaires van de Prefect, de minister van Justitie en de procureur-generaal aan de correctionele rechtbanken. 7 germinal XIII (28 maart 1805) - 1823. | 1 omslag | |||||||
| 82 | Brieven van de commissaris van het 'Directoire exécutif' aan de voorzitter van de correctionele rechtbank van Turnhout. 23 frimaire jaar VII - 1 ventôse VIII (13 dec. 1798 - 20 februari 1800). | 1 lias | |||||||
| 83 | Lijst van het personeel van de rechtbank, en statistieken over het aantal correctionele en burgerlijke zaken behandeld door de rechtbank van Turnhout. 1848-1853. | 1 stuk | |||||||