Inventaris van het archief van de luciferfabriek Union Allumettière N.V., rechtsvoorgangers en rechtsopvolgers. 1902-2004. /Sigrid Dehaeck

Archive

Name: BDRF Union Allumettière NV 2009

Period: 1902-2004

Inventoried scope: 35,15 linear meters

Archive repository: State archives in Beveren

Heading : Businesses

Inventory

Authors: /

Year of publication: /

Code of the inventory: B120

...

Archiefvormer

Namen

Union Allumettière N.V. (Belgische), Fabriques Belges d'Allumettes N.V., Union Allumettière - Fabriques Belges d' Allumettes N.V., Union Allumettière N.V. (Zweedse), Unal N.V., Alluma N.V., Swedish Match Company N.V., Swedish Match Belgium N.V., Swedish Match Benelux N.V, Swedish Match Advertising products N.V., Fabriek Louis Byl-Campen, Fabriek De Schreye, Fabriek N°5, Fabriek Lux, Fabriek Roche & Cie, Fabriek Deux Acren

Geschiedenis

Bronnen:
-Robben D. en Stroobant M., Tot de laatste lucifer. Geschiedenis van de lucifersnijverheid in de Denderstreek, Geraardsbergen-Nieuwerkerken, Stroobant Marcel-Robben Danny, 2003.
-Interview met Marcel Stroobant.

Belgische Union Allumettière

In de eerste helft van de 19de eeuw begonnen diverse Europese landen, waaronder ook België, met de industriële productie van lucifers. Op de exportmarkt moesten de Belgische luciferproducenten het onderspit delven ten voordele van de Zweedse kwaliteitslucifers. Om de Zweden het hoofd te bieden, werd in 1911 een Belgische studiecommissie in het leven geroepen die vaststelde dat de enige redding van deze nijverheid lag in de bundeling van krachten. Daarom beslisten 9 van de 15 belangrijkste Belgische luciferbedrijven te fuseren. Op die manier kwam in 1912 de Union Allumettière N.V. (U.A.) tot stand, met de drie toortsen Union Match als merk en embleem. De zetel van deze nieuwe vennootschap was gelegen in de Koloniënstraat te Brussel. De 9 Belgische luciferbedrijven, die verenigd werden in de Union Allumettière, waren gelegen in Denderleeuw, Geraardsbergen, Havré-Ville, Nederbrakel, Lessen en Ninove.

Zweedse Union Allumettière

Zes luciferfabrieken die in 1912 niet waren opgegaan in de Union Allumettière N.V., kwamen in 1920 in handen van de Zweedse Svenska Tändsticksfabriks Aktie Bolaget, afgekort S.T.A.B. en later ook Swedish Match Company genoemd. De S.T.A.B was, onder leiding van Ivar Kreuger, op dat moment nog maar net begonnen aan de verovering van het wereldmonopolie voor lucifers.
De verschillende Belgische luciferfabrieken die onder controle kwamen van de S.T.A.B. werden in 1920 gegroepeerd onder de naam Fabriques Belges d'Allumettes N.V., afgekort F.B.A. In 1920 kreeg de Fabriques Belges d'Allumettes N.V. ook controle over Comptoir Armand Eeckhout in Antwerpen die voor alle overzeese in- en uitvoer van die fabrieken moest instaan. In 1922-1923 kwamen de aandelen van de Brusselse drukkerij de Jong, die in de toekomst al het drukwerk voor de fabrieken zou verzorgen, volledig in handen van de Fabriques Belges d'Allumettes N.V.
De Belgische Union Allumettière kon niet aan de Zweedse invloed ontsnappen. Reeds in het midden van de jaren 1920 had S.T.A.B. er 75 % controle over. Progressief zouden de Union Allumettière en de Fabriques Belges d'Allumettes samensmelten en volledig gaan toebehoren aan de Zweden. Op 4 mei 1932 hielden de Union Allumettière N.V. en de Fabriques Belges d'Allumettes N.V. een buitengewone vergadering waarop de Union Allumettière aan de Fabriques Belges d'Allumettes het recht verleende om gebruik te maken van haar naam. De Union Allumettière veranderde haar naam in Participations Industrielles N.V. en de naam Fabriques Belges d'Allumettes werd vervangen door Union Allumettière - Fabriques Belges d' Allumettes N.V. In de optiek van concentratie van de exploitatie van de luciferfabricage werden in 1932 alle industriële activiteiten van de Union Allumettière overgemaakt aan de Union Allumettière-Fabriques Belges d'Allumettes. In 1935 werd de naam Union Allumettière-Fabriques Belges d' Allumettes N.V. vervangen door Union Allumettière. N.V., toen de meest bekende naam.

De luciferindustrie trok tal van nieuwe ondernemers aan en tussen 1920 en 1925 werden 13 nieuwe Belgische fabrieken opgericht, die van de Zweden de naam 'outsiders' meekregen. Tussen 1926 en 1931 werden ze echter één na één allemaal, rechtstreeks of via tussenpersonen, door de Zweden opgekocht en bijna allemaal gesloten. De eigenaars werden hiervoor degelijk vergoed, maar moesten beloven dat ze geen nieuwe lucifersactiviteiten zouden opstarten. Slechts drie van hen omzeilden hun overeenkomst en gingen opnieuw, mede dankzij het geld ontvangen voor de overname, in zee met weer nieuwe fabrieken. Union Allumettière zou hierdoor nog jaren de Belgische markt moeten delen met twee van hen, Merckx in Ninove en Steppe's Nationale Indépendante in Onkerzele.

De jaren dertig stonden voor de Union Allumettière volledig in het teken van reorganisatie en concentratie van de productie in Brussel, Lessen (Lux), Geraardsbergen (De Launoit en La Suédoise) en Ninove (Fabriek N°5 en Sogalfor). Karl-Erik Hedborg was de sleutelfiguur binnen deze concentratiebeweging, die tevens een enorme personeelsdaling tot gevolg had. Het zichtbare sluitstuk van de concentratiebeweging van de Union Allumettière was de bouw van een volledig nieuw fabriekscomplex in Overboelare (Geraardsbergen) vanaf 1939. Dit fabriekscomplex bestond eigenlijk uit twee fabrieken: om houtafval van de luciferfabricage te recupereren werd naast de luciferfabriek de vezelplatenfabriek Unalit opgericht.
Om de bouw van beide fabrieken, de luciferfabriek en de Unalit-Vezelplatenfabriek mogelijk te maken, werd eerst een site van bijna 25 ha in Overboelare ontsloten. Dit behelsde onder meer het rechttrekken van de Dender, het bouwen van een aanlegsteiger voor vrachtschepen, het aansluiten van de site op het spoor, het bouwen van een nieuwe spoorwegbrug en het ophogen van de gronden. Vanaf 1942 konden op grote schaal houtvezelplaten gemaakt worden, en in 1946 rolden de eerste lucifers van de band.

In 1947 waren ook de gebouwen van het Populiereninstituut klaar, een afdeling van de Union Allumettière, waar wetenschappelijk onderzoek naar populieren werd verricht. Om betere controle te krijgen over de bevoorrading en de kwalitiet van hout werden reeds vanaf het einde van de jaren 1920 gestaag honderden hectaren grond aangekocht en beplant met populieren. De opdracht van het Populiereninstituut was de veredeling van de populieren met het oog op een grotere productiviteit.
Medio jaren 1950 werd de Cité Unal aangelegd, gelegen op een heuvel naast de fabriek in Overboelare. Deze cité bestond uit villa's voor het kaderpersoneel, een vrijetijdsterrein met een zwembad, twee tennisvelden en een clubhuis. In diezelfde periode werden ook een keuken en grote refters voor bedienden en arbeiders gebouwd.

In 1952 werd de vestiging van Lessen (de voormalige fabriek van Lux) gesloten en twee jaar later de laatste vestiging van Geraardsbergen (de voormalige fabriek De Launoit) zodat voortaan nog enkel in Overboelare (de nieuwe fabriek) en Ninove (de oude Sogalfor fabriek) lucifers werden gemaakt. In 1966 sloot de vestiging in Ninove door een achteruitgang van de export. Aangezien er na de sluiting van deze Ninoofse fabriek maar één vestiging overbleef, werden alle administratieve diensten behalve de verkoopsdienst voor de lucifers, die in Brussel gevestigd zou blijven tot 1982, rond 1970 naar Overboelare overgeplaatst.

Tot 1973 gebeurde bij Union Allumettière alles grotendeels in het Frans. Het decreet van 19 juli 1973 had het Nederlands opgelegd als taal aan de in Vlaanderen gelegen vestigingen van bedrijven. In die optiek veranderde de vennootschap op 1 juli 1974 haar naam officieel in Unal, een naam die in het bedrijf reeds vaak gebruikt werd.

Cruciaal voor Unal N.V. was de juridische scheiding in 1975 tussen enerzijds de operationele activiteiten (productie en verkoop) en anderzijds de holding- en financiële activiteiten. Het uiteindelijke resultaat van deze juridische ingreep waren twee ondernemingen: Unal N.V. enerzijds nam de operationele activiteiten waar en nam het personeel over en Alluma N.V. anderzijds beheerde de financiële vaste activa, de gebouwen en de machines, de beboste eigendommen, de leningen en alle voorheen aangelegde belaste provisies.

Als gevolg van de oliecrisis leed vanaf 1975 tot begin jaren 1980 de bouwmaterialenindustrie onder een zware crisis. Dit had in 1978 de sluiting van de Unalit-hardvezelplatenproductie (90% van de totale productie) tot gevolg. In 1983 verkocht de Zweedse groep, die geen belangstelling meer had voor de bouwmaterialen, wat overbleef van Unalit, waardoor in Overboelare enkel nog de luciferactiviteit overbleef.

Vanaf de jaren 1970 begon de wegwerpaansteker opmars te maken met een dalende vraag naar lucifers als gevolg. Dit leidde in de jaren tachtig tot herschikkingen en sluitingen in de groep op Europees niveau. Er werd bij Unal N.V. geleidelijk overgestapt van de productie van grote series lucifers (resalelucifers) naar de productie van reclamelucifers die in kleine series bedrukt werden met reclame op de doosjes of boekjes.

In de jaren tachtig ging men bij Unal N.V. omwille van verdere productiedaling over tot schaalverkleining. In een eerste stap werd besloten alle bezittingen, gelegen buiten de driehoek van de industriële zone te verkopen. Voor het prestigieuze Instituut voor Populierenteelt, de 1.500 hectaren beboste eigendommen, de villawijk en de sportfaciliteiten werden nieuwe eigenaars gezocht.

Op het niveau van de groep kwam Unal in de jaren 1990 in een spiraal van veranderingen terecht. De opeenvolgende eigenaars vanaf 1988 (Stora - Gilette - mbo Swedish Match Consumer Products Group - Procordia - Volvo) hadden echter weinig effect op de werking van de luciferactiviteiten in Overboelare (met uitzondering van de overheveling van de verkoopdienst van resaleproducten naar EBAS in Kontich, een andere filiaal van Procordia, in 1993).

In de jaren 1990 onderging Unal opeenvolgende naamswijzigingen, namelijk Swedish Match Belgium in 1992, Swedish Match Benelux in 1995 en Swedish Match Advertising Products (S.M.A.P.) in 1997.

In 1998 uiteindelijk werd in Overboelare de sluiting van de luciferassemblage aangekondigd. Deze zou naar Hongarije worden overgeheveld. In 2000 werd de drukkerij gesloten, wat ook de logistiek nutteloos maakte. Swedish Match Advertising Products (de laatste rechtsopvolger van Unal N.V.), slorpte in 2001 het Belgische Hertex op, gespecialiseerd in reclametextielproducten, en verplaatste haar zetel van Overboelare naar Aarschot, wat ook de verdwijning van het personeel tot gevolg had. Wat nog overbleef van grond en gebouwen in Overboelare werd verkocht of afgebroken.

Activiteiten

Lucifers

Van bij het ontstaan van de Union Allumettière tot 1998 werden lucifers en luciferdoosjes geproduceerd en verhandeld. De grondstoffen en de afgewerkte producten zijn doorheen de tijd grotendeels hetzelfde gebleven. Enkel de snelheid waarmee geproduceerd werd evolueerde sterk door technische ontwikkelingen.

In de jaren 1920 haalde Union Allumettière een productie van 2.140 miljoen doosjes. In de jaren 1930 zou door de algemene crisis dit productiecijfer zakken tot minder dan 800 miljoen doosjes. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog kwam Union Allumettière moeizaam toe aan herstel. Dit betekende ook een forse inkrimping van het personeel: van meer dan 5000 eenheden in 1926 naar 1500 in 1935. De gemiddelde exporthoeveelheid van de eerste 3 naoorlogse jaren bleef ver uit de buurt van de vooroorlogse cijfers. Vanaf 1949 kwam de Union Allumettière op kruissnelheid. Tussen 1949 en 1955 bewoog de jaarlijkse productie zich tussen 800 en 1000 miljoen doosjes. Vanaf de jaren 1950 werd de Union Allumettière op vele exportmarkten belaagd door lokale luciferindustrie, grotendeels door genationaliseerde filialen van S.T.A.B. in Midden- en Zuid-Amerika, Noord-Afrika en Azië. Ook de verscherpte concurrentie vanuit Oost-Europa, van Swedish Match filialen die na de Tweede Wereldoorlog in heel Oost-Europa genationaliseerd waren, speelde een belangrijke rol. De lonen gingen fors naar omhoog, terwijl de tewerkstelling, meer door rationalisatie dan door productieverlies, verder daalde.
De vraag naar lucifers daalde eveneens door de opkomst van de wegwerpaansteker vanaf de jaren 1970. Vanaf de jaren 1980 verlegde de productie zich meer en meer naar het drukken en produceren van luciferdoosjes met reclame. In 1980 werd een filiaal van Unal N.V., de drukkerij in Brussel, gesloten en werd de drukactiviteit, samen met die van een vestiging in Eindhoven, naar Overboelare verplaatst.

Vezelplaten

De Unalitfabriek produceerde vanaf 1941 houtvezelplaten of 'wallboard'. Hiervoor werd onder andere het houtafval van de luciferfabricage gerecupereerd. Men produceerde harde vezelplaten in drie verschillende diktes.

De productie steeg bijna jaarlijks met als hoogtepunt het begin van de jaren 1970. De oliecrisis, medio jaren 1970, zorgde echter voor een aftakeling van de bouwmarkt. Na vruchteloze pogingen om de toestand te verbeteren, besliste de groep in 1978 het grootste deel van de activiteit te sluiten. In 1983 verliet Unalit Swedish Match.

Organisatie

N.V. Union Allumettière/Unal

Van bij de oprichting in 1912 (De Belgische Union Allumettière) en in 1932 (de Zweedse Union Allumettière) was de Union Allumettière een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te Brussel (opeenvolgend in de Koloniënstraat, Bisschofsheimlaan en Kunstlaan). In 1982 werd de maatschappelijke zetel overgeplaatst naar de Gaverstraat 35 in Overboelare.

De Union Allumettière bestond vanaf haar ontstaan uit verschillende vestigingen, die voordat ze werden opgekocht door de Union Allumettière soms zelf al N.V.'s waren. Veel van die overgekochte bedrijven werden gesloten omdat Union Allumettière de productie zoveel mogelijk wou concentreren. Een cruciale concentratie van Union Allumetière was de bouw van het nieuw fabriekscomplex in Overboelare vanaf 1939.

De organisatie beschrijven van een bedrijf dat doorheen de tijd veel organisatorische veranderingen heeft ondergaan is niet eenvoudig, te meer omdat er van de periode vóór 1970 geen enkel organogram is teruggevonden. Daarom zullen we ons beperken tot enkele algemeenheden.

De Union Allumettière werd bestuurd door een Algemene Vergadering van Aandeelhouders, een Raad van Bestuur (onder leiding van een voorzitter) en een afgevaardigd bestuurder. Aangezien de Union Allumettière een dochter van S.T.A.B. was, had dit Zweedse moederbedrijf de grote meerderheid van de aandelen en had dus het meeste te zeggen in de Algemene Vergadering. In de Raad van Bestuur zetelden over het algemeen zowel Zweden als Belgen. De voorzitter van de Raad van Bestuur was doorgaans een man die een hoge positie bekleedde in een groot Belgisch bedrijf (zoals Delhaize, UCB). Vanaf 1920 (oprichting F.B.A.) tot 1956 was Karl-Erik Hedborg aangesteld als afgevaardigd bestuurder. Hij verbleef in die hoedanigheid vooral op het hoofdkantoor in Brussel. Toen Karl-Erik Hedborg met pensioen ging in 1956 volgde Axel Karlsson hem op als afgevaardigd bestuurder. Karl-Erik Hedborg bleef nog een tijd voorzitter van de Raad van Bestuur. In 1968 werd Lennart Hedborg, zoon van Karl-Erik Hedborg aangesteld als afgevaardigd bestuurder. Voordat hij deze functie kreeg was hij al een poos directeur van Overboelare, de grootste fabriek van Union Allumettière. In 1980 nam G. Baauw de functie van afgevaardigd bestuurder over tot 1984. De volgende afgevaardigd bestuurder van 1984 tot 1986 was Sieb Flapper. Hij zou het in de periode februari-augustus van het jaar 1990 opnieuw zijn. Daartussen was Platzer afgevaardigd bestuurder. Vervolgens, van 1990 tot 1997 was het Fredrik Von Oelreich en van 1997 tot 1999, Gösta Melkerson. In 1999 tot het einde was Marcel Stroobant afgevaardigd bestuurder.

Elke vestiging van Union Allumettière had zijn eigen organisatie en structuur, zoals ook elke fabriek zijn eigen administratie had. In de zetel te Brussel werd de informatie over de verschillende vestigingen gecentraliseerd, bijvoorbeeld in de Algemene Boekhouding.

Union Allumettière als dochter van S.T.A.B.

Union Allumettière behoorde vanaf 1932 volledig tot de Zweedse Groep S.T.A.B., later Swedish Match Group genaamd, en kan dus beschouwd worden als een dochter van S.T.A.B.
Tot het einde van de jaren zestig gedroeg S.T.A.B. zich als een afstandelijke aandeelhouder. Tijdens de periode 1968-1972 echter veranderde de S.T.A.B.-groep, die aan het uitgroeien was tot een conglomeraat, grondig haar algemene organisatie. De structuur was niet langer geografisch, maar gebaseerd op de productgroepen. De groep werd ingedeeld in zes Divisies van ongelijke grootte, namelijk Match division, Building Materials division, Paper division, Packaging division, Machinery division en Electronics division. Elk bedrijf werd, naar gelang de activiteiten, in één of meer van die divisies ondergebracht. Union Allumettière in Overboelare was een speciaal geval met twee fabrieken in één vennootschap en daarbij nog op dezelfde locatie. Zo belandden de lucifersactiviteiten in de Match division (met zetel te Jönköping) en Unalit in de Building Material division (met zetel te Astorp).

De consequentie was dat Union Allumettière in Overboelare, met haar twee producten, werd opgesplitst in twee gescheiden autonome organisaties, Lucifers en Unalit, die elk aan een divisie rapporteerden. Ook de houding veranderde volledig: van een afstandelijke aandeelhouder die veel initiatief toeliet aan de lokale managers, werd S.T.A.B een zeer actieve eigenaar die alle beslissingen zelf wilde nemen.

Na een reorganisatie van de S.T.A.B-groep werd in 1975 bestudeerd op welke manier bij Unal (Nederlandse naam van Union Allumettière) een juridische scheiding kon worden gemaakt tussen de operationele activiteiten en de holding- en financiële activiteiten. Op 1 mei 1976 trad de volgende structuur in voege: Unal, die zijn naam zou veranderen in Alluma, behield alle financiële vaste activa, alle gebouwen en machines, en wat overbleef van de beboste eigendommen, de leningen en alle voorheen aangelegde belaste provisies. Een nieuwe maatschappij, opgericht op 16 april 1976 onder de naam Swedish Match Company, zou de naam Unal overnemen, zou de operationele activiteiten waarnemen, zou bijna al het personeel overnemen, gebouwen en machines huren van de oude Unal, nu Alluma, en de nieuwe investeringen zelf aankopen.
Begin 1980 was de Match Division, die Match Group was gaan heten, omwille van de dalende luciferconsumptie aan een nieuwe strategie toe. Het marktsegment reclamelucifers zou voortaan op de voorgrond treden. Unal produceerde naast resalelucifers (door de eindgebruiker volledig betaald) meer en meer reclamelucifers (lucifers met reclame op de doosjes of boekjes met reclame, gedeeltelijk of volledig betaald door sponsors).
De Match Group had vanaf 1982 zes operationele divisies: Matches & Machinery (resale lucifers), Lighters, Advertising Matches, Fire products, Industrial Products, Distribution. Unal rapporteerde aan de Matches & Machinery (voor de resale producten) en aan de Advertising Matches.

In 1983 nam de nieuwe groep Fiberinvest Unalit over van Swedish Match en richtte twee vennootschappen op: Fiberinvest N.V. nam van Alluma alle Unalit gebouwen en gronden over en Unalit N.V. van Unal de Unalit-activiteit.

In 1985 heette de Match group, uitgebreid met papieractiviteiten, Swedish Match Consumer Products (S.M.C.P.). Deze S.M.C.P. groepeerde drie product-divisies: lucifers, aanstekers en papier. Bij de beslissing tot overname van de reclameluciferproductie van Lauenburg in 1986 werd Unal de zetel van de advertising-activiteiten (Advertising Products Division) van S.M.C.P. voor Europa. Een onvoldoende efficiëntie en een te zware organisatie brachten in de late jaren 1980 zeer negatieve resultaten. Dit leidde in 1990 tot een nieuwe indringende rationalisatie. De algemene- en verkoopsdirectie van de advertising-activiteiten keerde terug naar Nyon (Zwitserland), waar de hoofdzetel van S.M.C.P. gevestigd was, maar de administratie- en controlefuncties bleven in Geraardsbergen.

Na een mislukte overnamepoging door KemaNord in 1977, werd in 1988 Swedish Match opgeslorpt door een andere Zweedse groep, STORA. Deze groep was geïnteresseerd in heel wat aspecten van Swedish Match, waaronder bijvoorbeeld Alluma, maar was niet geïnteresseerd in S.M.C.P. (lucifers, aanstekers, scheergerei). STORA liet dan ook in 1989 weten dat de S.M.C.P., waar Unal deel van uitmaakte, niet paste in haar industriële omgeving. STORA zocht naar een overnemer voor die activiteit. In 1989 werd de S.M.C.P. overgenomen door een consortium van eigenaars, waarvan de belangrijkste enkele Italiaanse en Nigeriaanse beleggers, Gilette en J.P. Morgan waren. De nieuwe holding werd opgesplitst in twee groepen, enerzijds de scheerproducten van Wilkinson Sword, (dat Swedish Match in 1987 pas zelf had opgeslorpt), en anderzijds de Lights Group met lucifers en aanstekers.

Doordat Alluma bij STORA bleef en Unal terechtkwam bij de nieuwe groep, moesten de gebouwen in Geraardsbergen van Alluma overgenomen worden. Hiertoe werd op 31 mei 1990 een nieuwe vennootschap opgericht, met de naam Swedish Match Real Estate (S.M.R.E).
De spiraal van veranderingen op het niveau van de groep was nog niet ten einde. In september 1992 werd Swedish Match Consumer Products, die toen nog alleen de 'lights-business' bezat, een deel van Procordia, die actief was in farmaceutische producten, tabak en zoetwaren.

Gezien Procordia actief was in ethisch tegenstrijdige producten (tabakswaren en producten om te stoppen met roken) werd in 1994 beslist Procordia op te splitsen in enerzijds de farmacie en anderzijds de andere producten. Zo kwam Unal terecht bij Volvo, die in die tabaks- en lightproducten ook geen core business zag, en ze na een mislukte verkoopspoging, als dividend aan zijn aandeelhouders schonk. De nieuwe groep zou terug als naam Swedish Match kiezen. Al deze eigenaarswisselingen hadden echter weinig effect op de werking van Unal in Overboelare.
In 1998 uiteindelijk werd in Overboelare de sluiting van de luciferassemblage aangekondigd. Deze zou naar Hongarije worden overgeheveld. In 2000 werd de drukkerij gesloten, wat ook de logistiek nutteloos maakte.
In 2001 slorpte Swedish Match Advertising Products het Belgische Hertex op, die de Texet-reclametextielproducten verdeelde in de Benelux, en verplaatste haar zetel naar Aarschot.

Schematisch


Oprichting en herorganisaties van Union Allumettière en rechtsopvolgers

1912
1920; Union Allumettière N.V. (U.A.)
Fabriques Belges d'allumettes N.V. (F.B.A.)

1932; Union Allumettière-Fabriques Belges d'allumettes N.V.

1935; Union Allumettière N.V.

1974; Unal N.V.

1975; Splitsing van Unal N.V. in:
-Alluma N.V.: neemt participaties, beboste eigendommen, land en gebouwen over van Unal; bleef in 1990 bij Stora.
-Unal N.V.: nieuwe maatschappij (opgericht onder naam Swedish Match Company, maar neemt naam Unal over); neemt alles over van Unal, behalve participaties, beboste eigendommen, land en gebouwen; heeft alle operationele activiteiten

1983; Unalit: einde binnen Unal en Alluma

1990; Swedish Match Real Estate N.V: wordt opgericht bij overname van STORA door Gilette om gebouwen in Overboelare van Alluma over te nemen

1992; Swedish Match belgium N.V.

1995; Swedish Match benelux N.V.

1997; Swedish Match Advertising products N.V.


Overnames op het niveau van de groep

1920; S.T.A.B.

1979; Swedish Match

1988; Stora

1989; Gilette

1990; Mbo Swedish Match Consumer Products Group (directie Division)

1992; Procordia: heeft de naam Swedish Match meegekocht

1993; Volvo

1995; Swedish Match AB als dividend aan aandeelhouders: enkel productie en drukkerij in Overboelare


Tussendivisie (tussen Unal en de groep) vanaf de jaren 1970

1970; Groep ingedeeld in 6 divisies:
- Match Devision: alles i.v.m. lucifers
- Building Material Division: alles i.v.m. vezelplaten (Unalit)
-... (niet relevant in deze inventaris)

1980; Match Devision wordt Match Group

1985 ; Match Group wordt Swedish Match Consumer Products

Archief

Geschiedenis

Over het archiefbeheer van de onderneming is weinig gekend. Aanvankelijk werd het archief van Union Allumettière N.V. in de maatschappelijke zetel te Brussel bewaard. Toen alle administratieve diensten in Brussel rond 1970 naar Overboelare werden overgeplaatst, verhuisde een deel van het archief mee. Vanzelfsprekend werd er op het moment van de verhuis veel archief vernietigd, maar stukken die interessant genoeg leken om te bewaren en te verhuizen naar Overboelare, werden gecentraliseerd in een archiefruimte in een kelder onder de infirmerie in Overboelare. Het directiearchief werd overgebracht naar het kantoor van de afgevaardigd bestuurder in Overboelare.

Toen de fabriek in Overboelare sloot, maakte de heer Marcel Stroobant een selectie van het archief op basis van historische waarde. Hij had op dat moment namelijk al plannen om een boek te schrijven over de lucifernijverheid. Veel archief, dat niet historisch relevant was voor de heer Stroobant, werd versnipperd. Het grootste deel van het archief dat de heer Stroobant gered heeft van de vernietiging was afkomstig van het directiearchief, op het niveau van de gedelegeerd bestuurder. We moeten hierbij wel opmerken dat het directiearchief op het moment van de sluiting werd doorgenomen door een archivaris uit Zweden, die een deel van het archief overbracht naar Zweden, waaronder managing director's reports van vóór 1968 en de oudste bediendendossiers.

Op inititatief van de heer Stroobant werd het bewaarde directiearchief van Union Allumettière N.V. in 2004 naar het voormalig Rijksarchief te Ronse overgebracht. Er werd een overeenkomst van bewaargeving opgesteld op 25 mei 2004. Een beknopte plaatsingslijst, met beschrijvingen per verhuisdoos werd opgesteld door de heer Stroobant.

Een ander deel van het archief, dat voornamelijk bestond uit contracten en bouwplannen van de fabriek in Overboelare, werd in 2004, samen met een grote maquette van het bedrijf, een collectie luciferdozen, foto's en andere zaken aan Musea Geraardsbergen geschonken. De Musea Geraardsbergen bewaarde dit archief op een zolder van de Sint-Adriaansabdij van Geraardsbergen. In 2009 werd dit archief overgebracht naar het voormalig Rijksarchief te Ronse.

Een derde deel van het archief, dat bestond uit stukken betreffende het personeelsbeheer werd na de sluiting van het bedrijf door het Hedborgfonds bewaard. Pas op 22 mei 2006 gaf het Hedborgfonds dit archief in bewaring aan het Rijksarchief te Ronse.

Verwerving

Het archief werd dus, zoals hierboven reeds beschreven, in verschillende fasen binnengebracht in het voormalig Rijksarchief te Ronse:
- 47 verhuisdozen in 2004.
- 3.75 meter archief in 2006.
- 45 verhuisdozen in 2009.
De archieven die in 2004 en 2006 werden binnengebracht waren geen schenkingen, maar waren in bewaring gegeven. Naar aanleiding van de archiefoverdracht van 2009 werd een overeenkomst van schenking gesloten met de rechtsopvolger van Union Allumettière, namelijk Texet N.V. (Aarschot) voor de drie archieven die in verschillende fasen waren binnengebracht. De schenkingsverklaring werd getekend door de heer Cooman, Chief Financial Officer (CFO) van Texet N.V., op 18 mei 2009. Het contract van aanvaarding van schenking van bedrijfsarchief werd getekend door Chantal Vancoppenolle in opdracht van de Algemeen Rijksarchivaris Karel Velle op 16 juni 2009.

Inhoud

De inventaris ontsluit hoofdzakelijk archieven van de Belgische Union Allumettière N.V., van de Fabriques Belges d'Allumettes N.V. en van de Zweedse Union Allumettière N.V. en haar rechtsopvolgers. In totaal omvat het bestand, na schoning en verpakking 35,15 strekkende meter.

Het merendeel van de archiefstukken heeft betrekking op de vestiging van Union Allumettière N.V. in Overboelare, het fabriekscomplex dat vanaf 1939 gebouwd werd in het kader van een concentratiebeweging. Het archief bevat daarnaast ook archiefstukken die betrekking hebben op andere vestigingen of op dochter- en zusterbedrijven van Union Allumettière N.V., zowel in het binnen- als het buitenland. Het is evident dat het archief ook archiefstukken bevat die betrekking hebben op de Zweedse moedermaatschappij S.T.A.B., later Swedish Match Group genaamd en haar rechtsopvolgers.
Geografisch heeft het archief betrekking op België (voornamelijk Geraardsbergen, Ninove, Brussel, Antwerpen), Zweden, Frankrijk, Nederland, Kongo en Italië.

De oudste archiefstukken dateren van 1902, de jongste van 2004. Het archief bevat mooie reeksen die zich over lange periodes uitstrekken.

Het volledige archief heeft papier als gegevensdrager.

Taal en schrift van de documenten
Dit archief bevat stukken in Frans, Engels en Nederlands. Uitzonderlijk zit er ook een document in het Zweeds in.

Selecties en vernietigingen

Vermits het bedrijfsarchief doorheen de tijd al meerdere selecties had doorstaan in het bedrijf zelf, was het niet nodig in het Rijksarchief nog verder te selecteren en te vernietigen. Enkel dubbels van plannen zijn uiteindelijk uit het archief geselecteerd en vernietigd. Indien de plannen onderdeel van een dossier waren, werden dubbels nooit uit verschillende dossiers gehaald en vernietigd, tenzij het om dubbels ging binnen eenzelfde dossier.

Toekomstige aangroei/aanvullingen

Het archief van de Union Allumettière is een afgesloten archiefbestand.

Ordening

Omdat de oude orde van het archief van Union Allumettière niet achterhaald kon worden, hebben we het archief geordend volgens een functionele indeling. Hiervoor inspireerden we ons op volgende werken:
- Versterk het imago van uw bedrijf, bewaar archieven voor de toekomst (sensibiliseringsbrochure van het Rijksarchief), 2009.
-Dambruyne J., Inventaris van het archief van de N.V. Boelwerf Vlaanderen en rechtsvoorgangers. 1869-2005, Brussel, 2008.
-Vancoppenolle C., Bedrijfsarchieven: een grote verscheidenheid, in Vancoppenolle C., Een succesvolle onderneming. Handleiding voor het schrijven van een bedrijfsgeschiedenis, Brussel, 2005, pp. 7-111.
-Vancoppenolle C., Inventaris van het archief van de Steenkoolmijn van Winterslag achtereenvolgens uitgebaat door N.V. Kolenmijnen van Winterslag en Kempense Steenkolenmijnen KS (1904-1988), Brussel, 2000.
-Coppens H., De ontsluiting van archieven. Richtlijnen en aanbevelingen voor de ordening en beschrijving van archieven in het Rijksarchief, Brussel, 1997, pp. 485-489.

De uiteindelijk ordeningsstuctuur is een logische constructie, is systematisch opgebouwd en werd ontleend aan het functioneren van de archiefvormer zelf. De structuur is hoofdzakelijk gebaseerd op een aantal grote bedrijfsprocessen, namelijk Algemeen Beheer en Management, Financieel Beheer, Personeelsbeheer, Productie - Techniek en Onderzoek, en Commercieel Beheer en Marketing. Daarnaast hebben we er nog de volgende afdelingen aan toegevoegd: Beheer van Eigendommen, Sociale Organen en Geschillen.

In deze inventaris zijn archiefstukken beschreven van meerdere archiefvormers. Om het overzicht te behouden, hebben we de inventaris opgedeeld in twee delen.
In deel I komen twee archiefvormers aan bod die dateren van de periode 1912-1932. Het gaat enerzijds om de Belgische Union Allumettière N.V., die in 1912 werd opgericht en anderzijds om de Fabriques Belges d'Allumettes N.V., die in 1920 werd opgericht.
In deel II komt de Zweede archiefvormer Union Allumettière N.V. aan bod. Deze Zweedse Union Allumettière ontstond in 1932 en droeg in de beginperiode 1932-1935 even de naam Union Allumettière-Fabriques Belges d'Allumettes N.V. In 1935 werd deze naam vervangen door de meest bekende naam, namelijk Union Allumettière. In 1974 kreeg Union Allumettière een meer Nederlandse naam, namelijk Unal. In de jaren 1990 volgden verschillende naamsveranderingen mekaar op. Omdat het steeds over hetzelfde bedrijf ging, leek het ons overzichtelijker het archief samen te houden. De reden hiervoor is dat activiteiten en dus ook archiefreeksen gewoon doorliepen na de naamsveranderingen.

De Belgische en Zweedse Union Allumettière en de Fabriques Belges d'Allumettes slorpten doorheen de tijd diverse bedrijven op. Omdat het archief van die opgeslorpte bedrijven bij hun overname eigendom werd van de overnemers, hebben we die archiefstukken -meestal stukken betreffende het personeel-, ondergebracht bij de respectievelijke overnemers.

Voorwaarden voor de raadpleging

Alle archiefstukken van Union Allumettière/Unal, jonger dan 30 jaar, zijn niet openbaar.

Archiefstukken betreffende 'Algemeen beheer en management', die opgemaakt zijn na 1970, zijn pas openbaar in 2035. Uitzondering op deze regel: jaarverslagen, jaarrekeningen en gepubliceerde magazines die opgenomen zijn in de rubriek 'Algemeen beheer en management, Structurele en zakelijke relaties'.

Privacygevoelige archiefstukken, zoals notariële akten, fiscale dossiers, subsidiedossiers, stukken betreffende verzekeringen, stukken betreffende personeel en sociale organen, stukken betreffende de anti-dumpingsactie en stukken betreffende geschillen, die jonger zijn dan 100 jaar en ouder dan 30 jaar, zijn niet openbaar. Bij uitzondering en mits een goede verantwoording van de onderzoeker kan toestemming tot inzage verkregen worden van het diensthoofd in het kader van wetenschappelijk onderzoek. In dat geval zal een onderzoekscontract opgesteld worden.

Voorwaarden voor de reproductie

De documenten, die openbaar zijn, mogen gereproduceerd worden. Uiteraard geldt dit niet voor niet-raadpleegbare documenten. Voor de reproductie van archiefstukken gelden de tarieven van toepassing in het Rijksarchief.

Aanwijzingen voor het gebruik

Het archief van Union Allumettière biedt door de diversiteit aan archiefstukken en -reeksen talrijke onderzoeksmogelijkheden.
Het directiearchief op het niveau van de gedelegeerd bestuurder, met verslagen van de Algemene Vergadering, verslagen van de Raad van Beheer, managing director's reports, persoonlijke dossiers aangelegd door de gedelegeerd bestuurder en financiële audits, geeft de evolutie van het bedrijf in haar totaliteit goed weer.

De verschillende reeksen met betrekking tot het personeel, waaronder de personeelsregisters, personeelsfiches en personeelsdossiers van hoofdzakelijk de fabriek in Overboelare, maar daarnaast ook van enkele andere opgeslorpte bedrijven van Union Allumettière, geven een beeld van de tewerkstelling in Union Allumettière vanaf de beginjaren tot de sluiting. Omdat een Zweedse archivaris van Swedish Match de oudste bediendendossiers heeft meegenomen naar Zweden, begint deze reeks evenwel pas in in de jaren vijftig. Informatie over het personeel van de Belgische luciferbedrijven die circa 1920 in handen van de Fabriques Belges d'Allumettes N.V. kwamen, is aanwezig voor de fabrieken Louis Byl-Campen, De Schreye, N°5, Lux en Roche & Cie. Ook zijn er personeelsregisters opgenomen van Fabriek Deux Acren, een bedrijf dat in 1912 toetrad tot de Belgische Union Allumettière. Synthetische informatie over diverse aspecten van het personeelsbeheer in Union Allumettière N.V. is ook terug te vinden in de dossiers aangemaakt door de gedelegeerd bestuurder.

Aan de hand van de uitgebreide reeks met betrekking tot de verwerving van eigendommen kan men volgen hoe Union Allumettière vanaf de beginjaren met vele aankopen van eigendommen uitbreidde en vervolgens vanaf de jaren 1970 met vele verkopen van eigendommen terug inkromp.

Aangezien de sloopactiviteiten van de fabrieksgebouwen in Overboelare op dit moment reeds aan de gang zijn, kan de uitgebreide reeks plannen in het archief van Union Allumettière beschouwd worden als een historische momentopname van functionele bedrijfsarchitectuur in de jaren 1940-1950. Zowel de ontsluiting van de site, de bouw van de fabrieken, de voorziening van eigen energie en de installatie van diverse machines worden in deze plannen uitgebreid gedocumenteerd.

De onderzoeker kan veel financiële en boekhoudkundige informatie terugvinden in de fiscale dossiers, een reeks die loopt van 1977 tot 1999. Ook in de registers van de jaarlijkse balans en winst- en verliesrekening en in de mooie reeks jaarrekeningen kunnen synthetische gegevens over de financiële toestand van het bedrijf teruggevonden worden.

Stukken over de productie van lucifers zijn niet overvloedig aanwezig. Dit betekent echter niet dat de weinige stukken geen interesante informatie bevatten over de productie van lucifers, doosjes en verpakkingsmateriaal. Impliciet is er ook overvloedig informatie aanwezig over de productie in de bouwplannen van de fabriek in Overboelare en in de plannen van diverse machines die ingezet werden bij de productie.

Wat het commercieel beheer betreft, zijn de overeenkomsten tussen lucifermaatschappijen mogelijk interessant studiemateriaal. Ook de documenten met betrekking tot juridische handelingen die door het bedrijf ondernomen werden om zich te verzetten tegen dumpingsprijzen, kunnen binnen een ruimere economische context exemplarisch materiaal bieden.

Last but not least kunnen de archiefstukken die informatie bevatten over de moeder-, dochter- en zustermaatschappijen van Union Allumettière, dienen als bron voor onderzoek van de internationale context van de luciferindustrie.

Documenten met een verwante inhoud

Een grote maquette van het bedrijf in Overboelare, een collectie luciferdozen, foto's en andere zaken worden beheerd door de Musea Geraardsbergen.

Bibliografie

STROOBANT, Marcel, ROBBEN, Danny. Tot de laatste lucifer. Geschiedenis van de lucifernijverheid in de Denderstreek. Sint-Niklaas, 2003.

Beschrijvingsbeheer

De auteur stond in voor de inventarisatie van het archief. Collega Joachim Derwael leverde in juli 2008, met de hulp van een jobstudent, een kleine bijdrage aan de inventarisatie, namelijk een 170-tal voorlopige beschrijvingen, voor het grootste deel serieel. De materiële bewerking (schonen, herordenen en verpakken) van het archief gebeurde door Omar El Abbady, Luc Heerwegh, Sofie Lengeler, Sinan Idrizi, Marwan Al-Ani en Jenny Alagözlü.

Inzake bewerkingsmethode van het archief opteerde de auteur voor de inductieve methode, waarbij alle stukken eerst geanalyseerd en beschreven werden en daarna pas in een archiefschema werden ondergebracht. Voor dit archiefschema dienden een aantal gepubliceerde inventarissen van het Rijksarchief (zie ook 'D. ordening') als inspiratiebron.

De inventarisatie van het archief van Union Allumettière N.V. nam, bij benadering, iets meer dan 4 maanden in beslag, verspreid over de jaren 2009 en 2010, met een intensieve inventarisatieperiode in de zomermaanden juli en augustus 2009.

Télécharger l'inventaire publié- Download de gepubliceerde inventaris

1Register van processen-verbaal van de gewone Algemene Vergadering van N.V. Union Allumettière. 1913-1929.1 deel