Inventaris van het archief van Onze-Lieve-Vrouwekapittel en -kathedraal te Antwerpen. Verzameling Registers, 14de-20ste eeuw.

Archive

Name: Kathedraalarchief Antwerpen. Registers

Period: 1300-1963

Inventoried scope: 17,5 linear meters

Archive repository: State archives in Antwerp

Heading : Chapters

Inventory

Authors: Jos Van den Nieuwenhuizen — Michel Oosterbosch

Year of publication: 2025

Code of the inventory: T13/025

...

Archiefvormer

Naam

Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Antwerpen.
Gemeenschap der kapelanen van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Antwerpen.
Kanunniken van de tweede stichting in het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Antwerpen.
Kerkfabriek van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen.
Broederschappen te Antwerpen.
Aartspriester van Antwerpen.
Aartsdiaken van Antwerpen.
College van pastoors van de stad Antwerpen.
College van onderpastoors van de stad Antwerpen.

Geschiedenis

Het Onze-Lieve-Vrouwekapittel werd gesticht in 1124, toen het Sint-Michielskapittel hervormd werd tot de Sint-Michielsabdij. Acht van de twaalf bestaande kanunnikenprebenden en de proosdij werden toen overgeheveld naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Het kapittel nam zeker tot het midden van de 16de eeuw een leidinggevende positie in voor het hele kerkelijke Antwerpen. Tot het Concilie van Trente (1545-1563) genoot het kapittel een volledige exemptie ten opzichte van de bisschop: het was rechtstreeks afhankelijk van de paus en bezat de volledige jurisdictie over de Antwerpse clerus. Vóór 1559 behoorde de Scheldestad tot het bisdom Kamerijk, maar het kapittel was toen dus zeer zelfstandig. Bij de oprichting van het bisdom Antwerpen in 1559 werd de kerk een kathedraal, maar werd tegelijk het kapittel hervormd en groeide de invloed van de bisschop. De sterkere rol van de bisschop, de opkomst van nieuwe kloosterorden zoals de jezuïeten, en de stichting van het kapittel van de Sint-Jacobskerk in 1656 verzwakten enigszins de centrale rol van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel in het Antwerpse kerkelijke landschap. Toch bleef het zijn belangen verdedigen, onder andere door het afsluiten van 'concordaten' met de nieuwe kloosters, waarin een evenwicht werd gezocht in de verdeling van begrafenis- en andere rechten. Het kapittel bleef een rijke en machtige instelling tot het einde van het ancien régime. Het hield feitelijk op te bestaan met de inlijving van de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk op 1 oktober 1795. De kerkelijke goederen werden genationaliseerd en de wet van 5 frimaire van het jaar VI (25 november 1797) hief de kapittels definitief op.
De plaatsvervangers van de kanunniken waren vaak de kapelanen; hun aantal groeide van 28 op het einde van de 13de eeuw tot 70 in 1411 (waarvan 48 in de Onze-Lieve-Vrouwekerk). Deze kapelanen waren priesters die deelnamen aan het koorofficie en missen lazen in één van de vele zijaltaren, van broederschappen of kapelanieën. Deze laatste waren misbeneficies, waaraan inkomsten waren verbonden, waarmee een kapelaan werd betaald die wekelijks een aantal missen las voor het zielenheil van de stichter van de kapelanie. De kapelanen lazen ook missen bij overlijdens. Omstreeks 1500 waren er 88 kapelanen in de hoofdkerk en 57 erbuiten. De benoeming van de kapelanen gebeurde door het kapittel. Zij organiseerden zich in een 'gemeenschap van kapelanen', beheerden een eigen kas van kapelaniegoederen, die werd beheerd door twee meiers. Ze ontvingen per aanwezigheid in de kerk een loden presentiepenning, die werd gebruikt om presentiegelden te betalen, een vergoeding voor hun aanwezigheid.
Naast de kapelanen waren er sinds 1571 ook zes, en later acht zogenaamde 'kleine' of 'arme' kanunniken', de vicaris-kanunniken van de tweede fundatie of de tweede stichting. Buiten de inkomsten van hun kapelanie zouden ze nog 100 gulden uit de distributies ontvangen. Zij moesten dagelijks verplicht aanwezig zijn tijdens alle diensten, 's morgens de eerste mis lezen om vijf uur, en waren ook verplicht om dagelijks een tweede mis te celebreren.
De kerkfabriek wordt voor het eerst vermeld in 1239. Ze bestond toen uit een clericus en een leek, die samen instonden voor het materieel beheer van de kerk. De kerkmeesters zorgden ervoor dat de eredienst materieel mogelijk was, ze stonden in voor de instandhouding van het kerkgebouw en voor de bezoldiging van het kerkpersoneel. Tot 1477 was de Onze-Lieve-Vrouwekerk de enige parochiekerk in Antwerpen; in dat jaar kregen ook de kerken van Sint-Joris, Sint-Walburgis en Sint-Jacobs parochierechten toegekend. In 1529 volgde de Sint-Andrieskerk. De kerkfabriek van de Onze-Lieve-Vrouwekerk trad op als bouwheer van de huidige gotische kerk die werd gebouwd tussen 1352 en 1521. In 1533 woedde er een brand die veel schade aanrichtte. Ook tijdens de beeldenstorm van 1566 werd veel vernield. De kerkfabriek stond in voor de bouw en het onderhoud van het kerkgebouw, het meubilair, de ornamenten en de aankoop van kaarsen en miswijn. Ze bezat 125 huizen, die bijna allemaal verhuurd werden. Daarnaast inde de kerkfabriek inkomsten uit het casueel, dat bestond uit de opbrengst van collecten, begrafenisrechten en honoraria bij het toedienen van de sacramenten van doop en huwelijk. Verder bezat de kerkfabriek nog enkele hectaren gronden en cijnzen, vooral in Oosterweel, Wilmarsdonk en Deurne.
De opsplitsing van de oorspronkelijke Onze-Lieve-Vrouweparochie in Onze-Lieve-Vrouw-Noord en Onze-Lieve-Vrouw-Zuid (of het Noord- en het Zuidkwartier) kwam tot stand door de ontdubbeling van de plebanie in 1614.
In de kathedraal waren ook nog vele andere organisaties actief, zoals broederschappen, stichtingen en ambachten, die er missen lieten lezen of een eigen altaar hadden.

Archief

Geschiedenis

In negen eeuwen hebben de verschillende geledingen binnen de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekerk een indrukwekkend archief gecreëerd van meer dan 100 strekkende meter. De oudste bekende ordening van het archief van het kapittel gaat terug tot 1488, toen scholaster Ambrosius de Dynter het liet klasseren in 26 capsae (grote dozen of kasten) en een inventaris liet opmaken. Dit klassement bleef in grote lijnen behouden. Recentere stukken werden geregeld bijgeschreven. In de nasleep van de Franse bezetting eind 18de eeuw verzeilde een deel van het archief bij het departementaal bestuur, waarna deze documenten werden overgenomen door de provincie Antwerpen. In 1904 werden deze stukken overgebracht naar het Rijksarchief Antwerpen. Het grootste deel van het archief was echter ter plaatse gebleven, en was na de afschaffing van het kapittel eigendom geworden van de kerkfabriek. Rond het midden van de 19de eeuw werd ridder Léon de Burbure de Wesembeke (1812-1889) de eerste archivaris. Hij werd in 1862 opgevolgd door onderpastoor P.D. Kuyl (1821-1873). Na diens dood werd de secretaris van de kerkfabriek, L. Theunissens (1833-1911), ook archivaris. Hij werd opgevolgd in 1911 door (Frans Aloïs) Edmond Geudens, (1846-1922), Jozef Ernalsteen, archivaris van 1925 tot 1954, en Jos Van den Nieuwenhuizen (van 1954 tot 2014). De archieven werden fysiek bewaard in de kathedraal tot begin jaren negentig, toen ze werden overgebracht naar de Centrale Bibliotheek van de toenmalige UFSIA, nu de Bibliotheek Stadscampus van de Universiteit Antwerpen, aan de Prinsstraat. In 2014 werd het archief overgebracht naar het Rijksarchief Antwerpen-Beveren.
De kunstmatige verzameling Registers werd in de 19de eeuw gecreëerd door de banden en delen uit het ancien régime van de kerkfabriek (nrs. 7-119), de parochieregisters (nrs. 120-141), die van de gemene kapelanen (nrs. 142-194) en de kanunniken van de tweede stichting (nrs. 195-205), en tot slot die van de broederschappen (nrs. 206-246 en 265-283) samen te plaatsen met een aantal andere, formeel gelijkaardige, archiefbestanddelen. Geudens maakte er een eerste overzichtslijst van. Later werd de reeks aangevuld en beschreven door Jos Van den Nieuwenhuizen. De banden en delen van de broederschappen in de Capsa Rerum Extraordinariarum (Sint-Antonius: nrs. 625, 626, 627; Gelovige Zielen: nr. 462; Heilig Kruis: nrs. 456, 609; Naam Jezus: nrs. 549, 568; godshuis der Zeven Weeën: nr. 672) werden toegevoegd door Van den Nieuwenhuizen. Het archief van de gilde van het Onze-Lieve-Vrouwe-Lof wordt als geheel gescheiden bewaard van het kapittelarchief en wordt in een afzonderlijke toegang ontsloten.
Te onderstrepen is dat deze collectie, louter en alleen gebaseerd op materiële vorm, niet alle banden en delen uit de diverse hierboven genoemde deelbestanden van het kathedraalarchief groepeert. Op enkele uitzonderingen na werden deze van het eigenlijke archief van het kapittel blijkbaar principieel buiten de verzameling Registers gehouden.

Verwerving

Het archief van de kathedraal van Antwerpen werd overgebracht naar het Rijksarchief in 2014.

Inhoud

Deze reeks is vooral belangrijk omwille van de uitgebreide documentatie betreffende de financiën van het kapittel, de gemeenschap van de kapelanen, de kanunniken van de tweede stichting en de kerkfabriek. Voor de kerkfabriek springt de belangrijke reeks rekeningen in het oog, die loopt van 1430 tot 1815.
Daarnaast geven de dienstregisters over de begrafenissen veel informatie over de uitvaarten. De hier beschreven verzameling bevat enkele reeksen met originele registers van begrafenissen en uitvaarten, opgemaakt door de kosters, zowel voor het Zuid- als het Noordkwartier van de Onze-Lieve-Vrouweparochie, respectievelijk vanaf 1655 en 1670. Zij worden gecompleteerd door drie delen die in het stadsarchief zijn terechtgekomen. Mede omdat zij ook de betaalde rechten vermelden, vormen zij aldus een bruikbare aanvulling op de registers van de provisor van de begrafenissen, die een priester en gegradueerd kanunnik was (Felixarchief, nrs. PR#277-282, 1680-1792).
De broederschapregisters zijn ook zeer bijzonder. Vaak zijn dat heterogene bestanddelen: verzamelhandschriften met statuten, namenlijsten, rekeningen en afschriften van akten. De zogenaamde Guldenboeken zijn indrukwekkende luxe-banden met goudstempeling of overtrokken met fluweel, een boekblok met goud op snee, soms ook met metaalbeslag en sloten, al dan niet bewaard in een op maat gemaakte houten kist, die tegelijk dienst kon doen als lezenaar. De twee guldenboeken van de broederschap der Veertiendaagse Berechting in het Noord- en het Zuidkwartier (nrs. 285 en 284) zijn rijkelijk geïllustreerde werkstukken met portretten, wapenschilden en devote taferelen, die een staalkaart bieden van religieuze kunst van de 17de tot de 20ste eeuw. Anderzijds wijst het feit dat sommige van die registers grotendeels blanco bleven, wellicht op de discrepantie tussen de aspiraties van het broederschapsbestuur en de financiële middelen.
Daarnaast kunnen nog drie belangwekkende reeksen bestanddelen worden gesignaleerd:
1) twee oude inventarissen van het kapittelarchief, respectievelijk van de Capsae Dominorum en van de Capsae Capellanorum (nrs. 1 en 2), beide vervaardigd omstreeks 1500, maar nog lange tijd daarna aangevuld. Zij vormen een nog steeds bruikbare toegang op de charterverzameling, maar vermelden ook heel wat documenten die inmiddels verloren of vernietigd zijn. Zij geven inzicht in de oude structuur van het archief en bieden een kijk op de privileges en het (goederen)beheer van het kapittel. Daarom alleen al zijn zij een nadere studie waard. Dat geldt ook voor de inventaris uit 1525, in feite zowat een regestenlijst, van de charters van de capellani communes, de gemeenschap der kapelanen (nr. 182).
2) De verzameling Registers bevatte tot nog toe voor een aantal jaren van de 18de eeuw ook de kladversie van de Acta Capituli, de verslagen van de kapittelvergaderingen, net als enkele delen met indices. Ze zijn hier verwijderd en toegevoegd aan de reeks van de Acta Capituli, die in een afzonderlijke inventaris wordt beschreven.
3) Van twee, weinig bekende, kaartboeken, een van de gemene kapelanen (nr. 194) en een ander van de kanunniken van de tweede stichting (nr. 203), is een nadere toegang beschikbaar als bijlage bij de herziene inventaris van de kaartenverzameling in het Kathedraalarchief.
Sommige reeksen in deze verzameling, zoals de rekeningen van de kerkfabriek of die van de kapelanen, zijn in het verleden al meermaals geëxploreerd voor historisch onderzoek, terwijl andere bestanddelen de basis vormden voor bronnenpublicaties. Dit laatste wordt waar nodig in annotatie aangegeven.

Taal en schrift van de documenten

De documenten zijn in het Latijn, het Nederlands of het Frans.

Selecties en vernietigingen

In dit bestand werd niet geselecteerd.

Ordening

Uitgangspunt en streefdoel bij het herinventariseren van deze verzameling was de toewijzing van de verschillende registers aan een bepaalde archiefvormer. Bij de creatie van de verzameling was daar wel al in grote lijnen rekening mee gehouden, maar enige herordening en onderverdeling bleek nodig; bovendien zijn enkele vergissingen stilzwijgend rechtgezet.

Voorwaarden voor de raadpleging

De documenten zijn vrij raadpleegbaar. Voor de raadpleging gelden de regels van toepassing in de leeszalen van het Rijksarchief.

Voorwaarden voor de reproductie

Voor de reproductie van archiefstukken gelden de voorwaarden en tarieven van toepassing in het Rijksarchief.

Toegangen

Deze inventaris vervangt de lijst van VAN DEN NIEUWENHUIZEN, J. De Archieven van het Onze-Lieve-Vrouw Kapittel te Antwerpen (1124-1801) in het Kathedraal en Diocesaan Archief (Kapittelschriften 9: Oud Antwerps Kerkarchief I), Antwerpen, z.j. [1971], p. 22-31 (nr. 1-283).
BEKERS J. en DELVAUX H., Antwerpen. Onze-Lieve-Vrouwekerk en -kapittel, in: Rijksarchief te Antwerpen. Inventarissen van kerkarchieven, dl. III, Brussel, 1979, p. 9-53.

Aanwijzingen voor het gebruik

Voor een oordeelkundig gebruik is enige kennis van oud schrift onontbeerlijk.

Bestaan en bewaarplaats van originelen

Een klein deel van het kapittelarchief kwam in de Franse tijd bij het Departementaal bestuur terecht en uiteindelijk via het Provinciebestuur van Antwerpen, in het Rijksarchief.
De originele parochieregisters tot 1794 worden bewaard in het stadsarchief van Antwerpen (Felixarchief), en zijn online raadpleegbaar op de websites van het Rijksarchief en van het Felixarchief.

Bestaan en bewaarplaats van kopieën

De originele parochieregisters zijn gedigitaliseerd raadpleegbaar op de website van het Rijksarchief en die van het Felixarchief.
Van de nota's van J.P. van Dyck, kerksluiter van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, 1792-1805 (zie nr. 97) is een 19de-eeuws partieel afschrift bewaard in het deel van het kapittelarchief dat in het Rijksarchief werd bewaard (nr. 282).

Documenten met een verwante inhoud

In het gedeelte van het archief dat vroeger al in het Rijksarchief werd bewaard, zijn er twee katernen met rekeningen van de kerkmeesters (nrs. 231-232, 1599-1600 en 1601-1602), een manuaal van cijnzen en renten toekomend aan de kerkfabriek (nr. 233, 1767-1802), een manuaal van inkomsten uit verhuurde goederen van de choralen (nr. 261, 1652-1669) en een staat van goederen, inkomsten en lasten van de vicarissen, muzikanten en choralen (nr. 257, 1787).
Ook het protocol van Gerard Diemen als kapittelnotaris bevindt zich in dit deel (nrs. 278 en 280, 1571-1585 en 1586-1593, met in nr. 279 een kladconceptenboek met akten die hij in 1582 verleed zowel als kapittelnotaris als in zijn hoedanigheid van openbaar notaris; zijn protocol "extra capitulo" berust in het Felixarchief, Notariaat, nr. 1288 en 1289 (1574-1580 en 1582-1585); in capsa 4 Dominorum van het kapittelarchief zit onder nr. 51 een deel met inschrijvingen van begevingsakten van prebenden en beneficies van zijn hand (1572-1583), en onder nr. 51/2 een omslag met kopieën en minuten van voor hem verleden akten, 1571-1596.

Bibliografie

DECEULAER H. en OOSTERBOSCH M., Inventaris van het archief van de procesdossiers en stukken in verband met processen bewaard in het archief van de kathedraal van Antwerpen ('Capsa Litium'), (Rijksarchief te Antwerpen Inventarissen 117), Brussel, 2025.
DELVAUX H., BEKERS J., Inventaris van het archief van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel en de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen, Brussel, 1979, online gepubliceerd op de website van het Rijksarchief met aanvullingen door M. Oosterbosch.
DE PRETER A. en VANHEESWIJCK G. (red.), Levende stenen. De kathedraal van Antwerpen. Biografie, Antwerpen, 2024.
GÉNARD, P., Verzameling der graf- en gedenkschriften van de provincie Antwerpen, dl. I Antwerpen, 1856.
GOETSCHALCKX P.J., 'Het Jaargetijdenboek der Kapelanen van O.L.V. Kerk te Antwerpen', Bijdragen tot de Geschiedenis, XIV, 1922, p. 81-100.
GOETSCHALCKX P.J., 'Jaargetijdenboek der Kapelanen van O.L.V. Kerk te Antwerpen', Bijdragen tot de Geschiedenis, 1923-1924, p. 512-529, 569-583, 681-704, 737-760, 809-832, 889-912; Bijdragen tot de Geschiedenis XVI, 1924-1925, p. 1-24, 81-104, 175-198, 249-262; Bijdragen tot de Geschiedenis XVIII, 1927, p. 151-168, 291-315.
HOUTMAN E., Het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Antwerpen, in HOUTMAN E. m.m.v. MARINUS M.J., Op geestelijke gronden. Kaarten van het bisdom Antwerpen en het Onze-Lieve-Vrouwekapittel en de kloosters van Terzieken en Falcon te Antwerpen, 1550-1791, Brussel, 2009, p. 32-46.
MARINUS M.J., De contrareformatie te Antwerpen (1585-1676). Kerkelijk leven in een grootstad, Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Letteren, 57, 1995, nr. 155, Brussel, 1995.
OOSTERBOSCH M. (bewerkt en aangevuld door), Inventaris van het archief van Onze-Lieve-Vrouwekapittel en -kathedraal te Antwerpen. Verzameling kaarten, 15de - 19de eeuw (Rijksarchief te Antwerpen Inventarissen 114), Brussel, 2024.
OOSTERBOSCH M., 'Gids voor het archief van de kathedraal van Antwerpen', ongepubliceerd werkdocument, Rijksarchief Antwerpen-Beveren.
OOSTERBOSCH M., 'Het Liber Copiarum en protocol van notaris Nicolaus van Tefelen (1464-1480). Regestenlijst (2020)', Ongepubliceerd document, raadpleegbaar in de leeszaal van het Rijksarchief Antwerpen.
PRIMS F., Geschiedenis van Antwerpen VI. - Onder de hertogen van Bourgondië - hertogen van Brabant 3de boek De geestelijke orde, Antwerpen, 1937.
PRIMS F., Geschiedenis van Antwerpen VII. - Onder de eerste Habsburgers (1477-1555) 3de boek De geestelijke orde, Antwerpen, 1940.
PRIMS F., Geschiedenis van Antwerpen VIII. - Met Spanje (1555-1715) 3de boek - De geestelijke orde, Antwerpen, 1947.
PRIMS F., Geschiedenis van Antwerpen IX. - Met Oostenrijk en onder de Franschen (1715-1814) 3de boek - De geestelijke orde, Antwerpen, 1948.
THEUNISSENS L., Aanteekeningen van Jan Peter Van Dyck, kerksluiter en opperluider der Kathedraal van Antwerpen, Antwerpen, 1892.
VAN DEN EYNDEN E.H., Antwersche Verzameling van Penteekeningen betrekkelijk de geschiedenis deze stad, dl. II (Antwerpen 1887).
VAN DEN NIEUWENHUIZEN J., 'Het Cijnsboek van 1405 der Kapelanen van Antwerpen', Bijdragen tot de Geschiedenis, 1955, 38, p. 137-178.
VAN DEN NIEUWENHUIZEN, J. De Archieven van het Onze-Lieve-Vrouw Kapittel te Antwerpen (1124-1801) in het Kathedraal en Diocesaan Archief (Kapittelschriften 9: Oud Antwerps Kerkarchief I), Antwerpen, z.j. [1971].
VAN DEN NIEUWENHUIZEN J., Necrologion van de kapelanen van de O.-L.-Vrouwekathedraal van Antwerpen, Bornem, 2017.
VERBIEST F., 'Proeve van inventaris der cijnsboeken en cijnsrollen van voor 1400, in de provincie Antwerpen', in Tijdschrift voor Geschiedenis en Folklore, dl. XIV (1951).

Beschrijvingsbeheer

Meerdere generaties archivarissen werkten op het archief van de kathedraal. De reeks van de Registers kwam in de 19de eeuw tot stand en werd in de 20ste eeuw aangevuld en beschreven door Jos Van den Nieuwenhuizen. De inventaris werd herzien door Michel Oosterbosch, waarbij hij de structuur herindeelde naar archiefvormer, contextgegevens toevoegde en de beschrijvingen van sommige individuele archiefbestanddelen aanvulde. Dit werk heeft hij echter niet kunnen voltooien. De definitieve retroconversie, eindredactie en afwerking van deze inventaris werd verzorgd door Harald Deceulaer in 2025. De verpakking gebeurde door Theo van Geystelen.

Concordans

Concordans

1Inventaris van de Capsae Dominorum. [ca. 1500], aangevuld tot in de 19de eeuw.1 deel
2Inventaris van de Capsae Capellaniarum of Capsae Capellanorum. [ca. 1500].1 deel
---"Visitatio munimentorum capituli et capellaniarum", lijst van de ontbrekende stukken in het kapittelarchief, met een lijst van de residerende kapelanen en hun kapelanieën en beneficies. 1590.
3Inventaris van de Capsa Testamentorum. [17de eeuw], voortgezet tot 1794 en verder aangevuld tot in de 19de eeuw.1 deel
4Register met lijsten van deelbestanden en reeksen van het archief van het bisdom Antwerpen en nummerlijsten van ontbrekende archiefstukken in het kapittelarchief. [midden 19de eeuw].1 deel
298Alfabetische tafel op de Capsa Rerum Extraordinariarum, de Capsa Litium, de Capsa Anniversariorum Novorum in het kapittelarchief en de Capsa Episcopatus en de kaartenverzameling in het bisdomsarchief. [19de eeuw].1 deel