Name: Onderzoeksraad voor de Zeevaart
Period: 1927-1980
Inventoried scope: 6,25 linear meters
Archive repository: State archives in Antwerp
Heading : Courts and tribunals
Authors: Bart Willems
Year of publication: 2011
Code of the inventory: H3/001
Onderzoeksraad voor de Zeevaart (Conseil d'enquête maritime)
Parallelle naam: Onderzoeksraad voor de Scheepvaart
De Onderzoeksraad voor de Zeevaart werd krachtens de wet van 30 juli 1926 opgericht. (1) Na de afkondiging van het koninklijk besluit van 19 mei 1927 begon de werking van de Onderzoeksraad voor de Zeevaart. Dit administratief rechtscollege heeft tot taak de oorzaken van zeevaartongevallen op Belgische visserij- en koopvaardijschepen op te sporen en vast te stellen. De Onderzoeksraad voor de Zeevaart oefent disciplinaire rechtsmacht uit over de kapiteins, schippers, de dek- en machineofficieren, alsook over iedere persoon die verantwoordelijkheid draagt voor de wacht of belast is met het besturen van het schip. Voor de vissersschepen betekent dit dat de raad in principe bevoegd is voor alle bemanningsleden. De wet van 30 december 1933 'houdende [het] amendement aan de wet van 30 juli 1926, tot het instellen van een Onderzoeksraad voor de Scheepvaart' voegt toe dat de raad de vergrijpen dient op te sporen die onder de wet op het 'Tucht- en strafwetboek voor koopvaardij en zeevisserij' van 5 juni 1928 vallen. (2)
Het is de voorzitter die de Onderzoeksraad voor de zeevaart bijeen roept, al dan niet op verzoek van de Rijkscommissaris bij de Onderzoeksraad voor de Zeevaart. De voorzitter zet de feiten uiteen en na de Rijkscommissaris gehoord te hebben beslist de raad of er een onderzoek dient ingesteld te worden. In bepaalde gevallen is de Onderzoeksraad evenwel altijd verplicht een onderzoek in te stellen. Dat is het geval wanneer er een overlijden is, er zware lichamelijke letsels zijn, bij het verlies van een schip, bij de aanvaring van een vastliggend of drijvend lichaam, bij schade aan een ander schip veroorzaakt op andere wijze dan aanvaring, bij stranding, brand en stoffelijke schade waardoor de zeewaardigheid van het schip in gedrang komt.
Het is de Rijkscommissaris bij de Onderzoeksraad voor de Zeevaart die de dagvaardingen van de getuigen opstelt. Van de verhoren wordt een proces-verbaal opgemaakt. De raad mag zich tevens aan boord van een schip begeven om de zaak te onderzoeken. Hij mag eveneens getuigen verhoren en de neerlegging van bewijsstukken bevelen. De raad kan een beroep doen op deskundigen om een (geneeskundig) onderzoek te laten uitvoeren. Indien de betrokkene zich in het buitenland bevindt, kan de raad de opdracht geven aan consuls om getuigenverklaringen af te nemen. De rechtszittingen zijn openbaar en de beslissingen worden publiekelijk uitgesproken. De Onderzoeksraad voor de Zeevaart vonnist bij arrest; zijn uitspraken zijn derhalve niet vatbaar voor hoger beroep. Het is wel mogelijk in cassatie te gaan of eerherstel te bekomen (behalve na definitieve intrekking van het brevet). De raad mag geen feiten die ouder dan 12 maanden zijn in behandeling nemen; de uitspraak dient binnen de 24 maanden na de inleiding van de zaak te vallen.
Mogelijke tuchtmaatregelen die de Onderzoeksraad voor de Zeevaart kan uitspreken zijn:
-de waarschuwing;
-de vermaning;
-een degradatie naar een lagere functie;
-de tijdelijke of definitieve schorsing van diploma's of vergunningen. (3)
De Onderzoeksraad voor de Zeevaart evalueert tevens de medische geschiktheid van de bemanningsleden om uit te maken of ze in staat zijn om het zware beroep van visser of zeeman ter koopvaardij uit te oefenen. Op basis van een medisch advies kan de raad beslissen dat een persoon ongeschikt is om als schipper op een Belgisch vissersvaartuig te varen. Deze beslissing wordt bijvoorbeeld genomen in geval van kleurenblindheid, te beperkt gezichtsvermogen, doofheid, enzovoort.
De Onderzoeksraad voor de Zeevaart telt anno 2010 twee zetels: één voor de koopvaardij te Antwerpen, de andere voor de zeevisserij te Oostende. Er is één griffier aangesteld die de archieven van beide zetels beheert in Antwerpen. De Onderzoeksraad voor de Zeevaart is samengesteld uit een voorzitter (magistraat), één of meer ondervoorzitter(s) - hun aantal wordt bij koninklijk besluit bepaald - en bijzitters (gebrevetteerden die gevaren hebben). De voorzitter en de ondervoorzitters worden door de koning voor het leven benoemd. De bijzitters worden voor een termijn van drie jaar benoemd en zijn herkiesbaar. Tevens worden bij de Onderzoeksraad een Rijkscommissaris en toegevoegde commissarissen aangesteld. Zij worden benoemd en afgezet door de koning op voordracht van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer.
De wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de schepen bepaalt in de artikelen 14 en 18 dat de Onderzoeksraad voor de Zeevaart in beroep ook dient te beslissen over de zeewaardigheid van Belgische koopvaardijschepen en vissersvaartuigen.
De wet van 6 april 1995 op de zeeverontreiniging, ten slotte, bepaalt in de artikelen 26 tot en met 28 dat de beslissingen van de zeevaartinspectie om schepen aan te houden, in beroep kunnen worden voorgelegd aan de Onderzoeksraad voor de Zeevaart, die, ongeacht de vlag die het schip voert, een onderzoek kan instellen naar de oorzaken van de verontreiniging door schepen in de maritieme gebieden waarover België jurisdictie uitoefent.
De diensten van de zeevaartpolitie zijn belast met de vaststelling van inbreuken op deze wetten. Zij stellen processen-verbaal op en sturen die door naar de bevoegde procureur des Konings en terzelfder tijd ook naar de Rijkscommissaris bij de Onderzoeksraad voor de Zeevaart, vermits dergelijke inbreuken zowel tuchtrechtelijk als strafrechtelijk bestraft kunnen worden.
Het archief van de Onderzoeksraad voor de Zeevaart werd steeds in het oud justitiepaleis van Antwerpen bewaard. Met de verhuis naar het nieuwe gerechtsgebouw aan de Bolivarplaats te Antwerpen, werd het archief meeverhuisd. Het archief staat anno 2010 onder het toezicht van de griffier van de jeugdrechtbank van Antwerpen.
Op 28 juni 2010 werd het archief van de Onderzoeksraad voor de Zeevaart aan het Rijksarchief te Antwerpen overgedragen.
De stukken betreffen de periode 1927-1980. De Onderzoeksraad voor de Zeevaart behandelde alle ongevallen op zee met of aan boord van Belgische vaartuigen, zowel de visserij- als de koopvaardijschepen.
Taal en schrift van de documenten
De stukken zijn hoofdzakelijk in het Nederlands opgesteld.
Er werden, voor zover bekend, geen selecties en vernietigingen uitgevoerd. Maar blijkbaar zijn de geseponeerde dossiers niet meer voorhanden (zie hierna IV.E).
De archiefwet van 6 mei 2009 en de uitvoeringsbesluiten van 18 augustus 2010 bepalen dat rechtbanken van de rechterlijke macht na 30 jaar hun archief aan het Rijksarchief dienen over te dragen. In de komende jaren zullen nog overdrachten volgen.
Stukken in dit bestand ouder dan dertig jaar zijn openbaar. Dit geldt evenwel niet voor documenten die privacygevoelige informatie bevatten. De wet van 8 december 1992, gewijzigd door de wet van 11 december 1998, op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer legt op dit vlak beperkingen op. Documenten die privacygevoelige gegevens bevatten en jonger zijn dan 100 jaar, zijn in principe niet openbaar (archiefnrs. 20-59). Deze stukken kunnen enkel geraadpleegd worden mits toestemming van het diensthoofd van het Rijksarchief Antwerpen en dit na het invullen van een identificatiefiche, het ondertekenen van een onderzoekscontract en -verklaring. Elke aanvraag zal afzonderlijk worden onderzocht.
Voor de reproductie van archiefstukken gelden de voorwaarden en tarieven van toepassing in het Rijksarchief.
Het notitieregister (archiefnummer 1) vormt een eigentijdse toegang op de dossiers.
Bij de beschrijvingen van de dossiers staat in sommige gevallen vermeld dat er dossiers ontbreken. Dit kan op twee zaken wijzen. Ofwel is het vermelde dossier effectief verdwenen, ofwel werd het geseponeerd nadat de raad een zaak op de rol had gezet en dus een nummer had toegekend, maar het niet nodig werd geacht verder onderzoek te verrichten.
CARLY R., 75 jaar Onderzoeksraad voor de Zeevaart, Brugge, 2002.
De ordening gebeurde op basis van COPPENS H., Richtlijnen voor de inhoud en de vormgeving van een archiefinventaris, Brussel, juni 2008. Het voorbereidend onderzoek, de analyse van de archiefbestanddelen, de definitieve ordening, de beschrijving en de afwerking werden in het najaar van 2009 en het voorjaar van 2010 uitgevoerd door Bart Willems. De verpakking gebeurde door Theo Van Geystelen.
1 | Notitieregister. | 1 deel | |||||||
2 - 19 | Minuten van de arresten van de Onderzoeksraad voor de Zeevaart. 1927-1940, 1946-1980. | ||||||||
2 | 1927-1929. | 1 deel | |||||||
3 | 1930-1932. | 1 deel | |||||||
4 | 1933-1936. | 1 deel | |||||||
5 | 1937-1938. | 1 deel | |||||||
6 | 1939-1940. | 1 deel | |||||||
7 | 1946-1948. | 1 deel | |||||||
8 | 1949-1951. | 1 deel | |||||||
9 | 1952-1954. | 1 deel | |||||||
10 | 1955-1958. | 1 deel | |||||||
11 | 1959-1961. | 1 deel | |||||||
12 | 1962-1963. | 1 deel | |||||||
13 | 1964-1965. | 1 deel | |||||||
14 | 1966-1969. | 1 deel | |||||||
15 | 1970-1973. | 1 deel | |||||||
16 | 1974-1976. | 1 deel | |||||||
17 | 1977-1978. | 1 deel | |||||||
18 | 1979. | 1 deel | |||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 19 | 1980. | 1 deel | ||||||
20 - 59 | Dossiers inzake ongevallen op zee opgemaakt door de Rijkscommissaris bij de Onderzoeksraad voor de Zeevaart. 1927-1980. | ||||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 34 en 47 ontbreken. | 20 | Nrs. 1-57. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 21 | Nrs. 58-122. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nr. 132 ontbreekt. | 22 | Nrs. 123-186. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 194 en 218 ontbreken. | 23 | Nrs. 187-229. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 24 | Nrs. 230-275. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 373, 375, 387 en 397 ontbreken. | 25 | Nrs. 276-339. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 26 | Nrs. 340-409. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 27 | Nrs. 410-476. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 492 en 512 ontbreken. | 28 | Nrs. 477-550. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 582 en 600 ontbreken. | 29 | Nrs. 551-637. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nr. 693 ontbreekt. | 30 | Nrs. 638-701. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 31 | Nrs. 702-765. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 755, 789 en 809 ontbreken. | 32 | Nrs. 766-820. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 854 en 859 ontbreken. | 33 | Nrs. 821-866. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 34 | Nrs. 867-923. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nr. 966 ontbreekt. | 35 | Nrs. 924-968. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 36 | Nrs. 969-1000. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nr. 1026 ontbreekt. | 37 | Nrs. 1001-1035. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 38 | Nrs. 1036-1075. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 39 | Nrs. 1076-1116. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 40 | Nrs. 1117-1155. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 41 | Nrs. 1156-1196. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 42 | Nrs. 1197-1242. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nr. 1277 ontbreekt. | 43 | Nrs. 1243-1290. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 44 | Nrs. 1291-1336. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 1352 en 1373 ontbreken. | 45 | Nrs. 1337-1382. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 46 | Nrs. 1383-1419. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 1430 ontbreekt. | 47 | Nrs. 1420-1449. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 48 | Nrs. 1450-1473. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 49 | Nrs. 1474-1490. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 50 | Nrs. 1491-1511. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 51 | Nrs. 1512-1527. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs. 1540 ontbreekt. | 52 | Nrs. 1528-1549. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 53 | Nrs.1550-1561. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 54 | Nrs. 1562-1580. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers.Nrs.1599 ontbreekt. | 55 | Nrs.1581-1607. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 56 | Nrs.1608-1633. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 57 | Nrs.1634-1655. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 58 | Nrs.1656-1679. | 1 pak | ||||||
Het notitieregister (archiefnummer 1) is de eigentijdse toegang op de dossiers. | 59 | Nrs.1680-1700 | 1 pak |