Name: Polder van Oosterweel cum annexis
Period: 1480-1951
Inventoried scope: 48,84 linear meters
Archive repository: State archives in Antwerp
Heading : Supralocal administrations (district commissariats, cantonal municipalities, intermunicipal companies, police zones, drainage and irrigation cooperatives, etc.)
Authors: A Jamees — G Asaert
Year of publication: 1995
Code of the inventory: Q003
Polder van Oosterweel cum annexis.
Deze polder werd gevormd door vijf oude poldergebieden: de zeepolders Oosterweel, Wilmarsdonk en Steenborgerweert en de binnenpolders Ekeren-ten-Lage en Merksem ten Lage. In 1582 werden de dijken om militaire redenen doorbroken en kwam het gebied grotendeels onder water te liggen. In 1587 werd de Scheldedijk van Antwerpen tot aan de Kruisschans hersteld. In 1632 werden de Scheldedijken door de Staatse troepen doorstoken en werd het gebied opnieuw overstroomd. Op 20 februari 1649 werd een octrooi verkregen voor de drooglegging die ook een vrijstelling van belastingen en militaire logementen voorzag. Door de bouw van de Wilmarsdonkse dijk van fort Sint-Filips tot Ekeren slaagde men erin in 1652 het gebied droog te leggen. Op 26 januari 1682 doorbrak een stormvloed de dijken en werd op 27 maart 1682 het octrooi van 1649 verlengd. Door krijgsverrichtingen werden de polders in 1747 tijdelijk onder water gezet.
Volgens het octrooi van 1649 vormde de vijf hogervermelde oude polders een collectiviteit om de bedijking te verwezenlijken. Het bestuur bestond uit een algemene vergadering die dertien leden met zeven stemmen voorzag, verdeeld als volgt: de oude polder van Oosterweel kreeg drie leden en twee stemmen, Ekeren ten Lage, Wilmarsdonk met een aantal gronden onder Oorderen , Merksem ten Lage en Steenborgerweert samen, de stad Antwerpen en het Onze-Lieve-Vrouwkapittel kregen elk twee leden en één stem. Om de administratie te vergemakkelijken kreeg de collectiviteit een secretaris penningmeester die dezelfde functie waarnam in de vijf deelnemende polderbesturen. De vijf deelnemende polderbesturen behielden een beperkte administratieve zelfstandigheid, onder andere in de vertegenwoordiging in de kwartieren en voor belastinginning maar hadden blijkbaar geen zelfstandige boekhouding. De polder van Oosterweel cum annexis had in 1830 een oppervlakte van 2.942 ha, beheerde 7.440 m dijken en vier sluizen (waarvan één in hout). De verdeling onder de verschillende polders was ongeveer de volgende: Wilmarsdonk -met gronden in Oorderen (ca. 511 ha), Steenborgerweert (ca. 129 ha), Ekeren ten Lage (ca. 563 ha) en Merksem ten Lage (ca. 369 ha) en de rest onder Oosterweel.
De polder werd bij besluit van de Regent van 14 juni 1948 opgeheven en maakte plaats voor industrie en havengebieden.
Het archief werd meestal bewaard bij de secretarissen penningmeesters die in Antwerpen woonden. Op 18 november 1948 werd het archief, na de opheffing van de polder, aan het Rijksarchief Antwerpen overgedragen. Enkele aanwinsten werden bij aankoop verkregen (1 november 1922, Martinus Nijhoff te Den Haag, 6 april 1977, Engelen, Leuven).
De documenten vermeld in deze inventaris zijn openbaar en vrij raadpleegbaar.
Voor de reproductie van archiefdocumenten gelden de voorwaarden en tarieven van toepassing in het Rijksarchief.
Zie ook "archief van de schepenbank en dorpsbestuur van Oorderen Oosterweel Wilmarsdonk", "archief van de schepenbank en dorpsbestuur van Ekeren", "Verzameling Kaarten en Plattegronden" nrs. 392...410, "archief van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Antwerpen". Op het Algemeen Rijksarchief te Brussel zijn in de "Verzameling Kaarten en Plattegronden" een aantal kaarten van poldergebieden te vinden.
In het Stadsarchief Antwerpen, Polderarchieven vindt men in het "archief van de polder van Ordam" een aantal bescheiden over de polder van Oosterweel c.a., evenals in de Tresorij nrs. 1030-1092. In het archief van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen en in het archief van het OCMW te Antwerpen bewaart men eveneens een aantal kaarten van deze poldergebieden.
PRIMS, F. Antwerpen onder Lodewijk XV. Een bezettingsgeschiedenis. Antwerpen, 1945.
PRIMS, F. De reeks van de landboeken van Oosterweel. In Antwerpiensia, 21ste reeks. Polderstudiën. Antwerpen, 1951.
PRIMS, F. Het resolutieboek van de dijkage van Oosterweel. 1649-1656.
Inventaris van Gustaaf Asaert (1995), met medewerking van Alfred Jamees in sjabloon ingevoerd door Ingrid Beullens (2019). De algemene beschrijving van het archief is overgenomen uit het bestandenoverzicht door Erik Houtman (2006).
Perkamenten band, gepagineerd. | 1 | Inventaris van het archief van de dijkage van Oosterweel, Oorderen en Wilmarsonk en de geënclaveerde polders bevonden in het sterfhuis van Frans van Cauwenberghe, griffier, opgesteld door notaris Daniël Guyot. 17 augustus 1656. | 1 deel | ||||||
Met aanvullingen tot 18 februari 1702. | 2 | Inventaris van het archief van de polder van Oosterweel door Jan Baptista Doncker, gewezen penningmeester, overgeleverd aan Joannes Eelkens I, omvattend deze door de erven Franchoys Greijns, volgens de inventaris door notaris Anthoni de Pieters, de jonge. 7 augustus 1687. | 1 deel | ||||||
Alfabetische index achteraan, Dubbel van 1269. | 3 | Inventaris van archief gevonden in het sterfhuis van Franchoys Greijns, overgemaakt aan Jan Baptista Doncker, penningmeester, voor notaris Anthoni de Pieters junior. 7 augustus 1687. | 1 katern | ||||||
4 | Inventaris van het archief van de polder van Oosterweel, Wilmarsdonk, Ekeren-ten-Lage, Merksem-ten-Lage, Steenborgerweert en hun geënclaveerde landen, bevonden in het kantoor van wijlen Joan Henry Joseph Eelkens, penningmeester, opgesteld door notaris Petrus Schepmans. 4-11 maart 1778. | 1 omslag | |||||||
5 | Tweede exemplaar van vorige inventaris met vervolg door Joannes Netser, penningmeester. 21 december 1778-15 december 1790. | 1 omslag | |||||||
6 | Inventaris van het archief van de polder van Oosterweel, Wilmarsdonk, Ekeren-ten-Lage, Merksem-ten-Lage, Steenborgerweert en hun geënclaveerde landen, bevonden in het kantoor van wijlen Joan Henry Joseph Eelkens, penningmeester, opgesteld door notaris Petrus Schepmans. 4-11 maart 1778. | 1 omslag | |||||||
7 | Inventaris van de stukken bevonden in de griffie van penningmeester Jan Baptista Doncker overgemaakt aan Joannes Eelkens I, zijn opvolger, met beschrijving van de stukken van 1649 tot 1701, dubbel van 1269. Achteraan is er een alfabetische index op de papieren berustend in het sterfhuis van penningmeester Franchoys Greijns, geïnventariseerd door notaris Anthoni de Pieters, de Jonge. 7 augustus 1687. | 1 katern | |||||||
Lederen band. | 8 | Inventaris van archief van het sterfhuis van Pierre Van den Bogaert, penningmeester, 1817. Met vervolg van het huis van Jean-Anselme Schuermans. 1851-1886. | 1 deel | ||||||
9 | Inventaris van archief overgedragen door de weduwe van penningmeester Joannes Franciscus Romanus Van Cuyck aan het polderbestuur. 1879. | 1 deel |