Name: Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Algemeen Secretariaat
Period: 1942 - 1996
Inventoried scope: 22 linear meters
Archive repository: National Archives of Belgium
Heading : Public Health and Environment
Authors: F. Strubbe — M. De Win
Year of publication: 2024
Code of the inventory: I 716
- Ministerie van Volksgezondheid en Gezin. Algemeen secretariaat (1950-1987)
- Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Algemeen secretariaat (1987-1995)
Het Ministerie van Volksgezondheid werd in 1936 opgericht als instrument om het gezondheidsbeleid van de regering voor te bereiden, te ondersteunen, te bevorderen en uit te voeren. Tijdens het interbellum kende het gezondheidsapparaat immers een snelle expansie, die zich na de Tweede Wereldoorlog doorzette. In het zog van de verzorgingsstaat ontstond een omvangrijke sociale wetgeving, gestimuleerd door het internationaal recht en de Wereldgezondheidsorganisatie. In die periode kende het departement Volksgezondheid verschillende bevoegdheidsdomeinen, met in de eerste plaats het sanitaire beleid (de strijd tegen besmettelijke ziekten, toezicht op de voedselhygiëne en het drinkwater), het ziekenhuisbeleid en de zgn. sociale geneeskunde (o.a. de strijd tegen sociale ziekten, het medisch schooltoezicht). Omdat de gezondheidstoestand van de bevolking ook bepaald werd door het beschikbare inkomen, behoorden de armenzorg, de huisvesting en de steun aan de gezinnen eveneens tot het bevoegdheidspakket. De gezondheidsadministratie oefende tevens toezicht uit op kinderwelzijn via het daartoe in 1919 opgerichte Nationaal Werk voor Kinderwelzijn. In diezelfde periode ging ook aandacht uit naar het fysieke oorlogsleed bij bepaalde groepen van de bevolking. De versterking van de lichamelijke opvoeding, sport en openluchtwerken werden eveneens korte tijd toevertrouwd aan het departement. De bescherming van de gezondheid van de mens inzake de ioniserende straling en de bevordering van een schoon leefmilieu behoorden vanaf de jaren resp. 1950 en 1970 tot het bevoegdheidspakket van het departement. Op 1 oktober 1995 fuseerden het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu en het Ministerie van Sociale Voorzorg tot een nieuwe entiteit: het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu (Koninklijke Besluiten van 12 december 1994 en 7 april 1995). De Copernicus hervorming maakte de fusie ongedaan en richtte de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de FOD Sociale Zaken op.
In de tweede helft van de 20ste eeuw drukten een vijftal secretarissen-generaal hun stempel op de gezondheidsadministratie:
• Dr. Maurice De Laet (Sint-Gillis 1891 - Brussel 1964) werd na de bevrijding benoemd tot Secretaris-Generaal van het departement. Hij was tevens hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde van de Université Libre de Bruxelles (ULB) waar hij de vakken Gerechtelijke Geneeskunde en Sociale Geneeskunde doceerde. In 1939 werd hij opgenomen in de Académie Royale de Médecine de Belgique als "membre associé".
• Dr. Jean François Goossens (Sint-Jans-Molenbeek 1904 - Sint-Agatha-Berchem 1973) volgde De Laet op na diens vertrek uit het departement in 1956. Dr. Goossens was eveneens als hoogleraar verbonden aan de ULB waar hij het vak Sociale Geneeskunde gaf. In 1969 werd hij, zoals zijn voorganger, verkozen tot "membre associé" in de Académie Royale de Médecine.
• Dr. Samuël Halter (Genève 1916 - Brussel 1981) volgde Dr. Goossens op na diens pensionering in 1969. Dr. Halter was voordien Directeur-generaal geweest van het Bestuur van de Volksgezondheid en was hoogleraar aan zowel de ULB als de VUB war hij o.a. de toekomstige geneesheren-hygiënisten onderwees. Ook hij was lid van de Académie Royale de Médecine.
• Na de plotse dood van Dr. Halter trad Dr. Pieter De Schouwer (Haren 1921 - Brussel 1997) aan. Na een carrière in de administratie en op ministeriële kabinetten leidde hij het departement van 1981 tot 1986. Dr. De Schouwer was vanaf 1972 buitengewoon hoogleraar aan de KU Leuven; zijn specialiteit was ziekenhuiswetenschappen. Na zijn pensionering werd hij voorzitter van de Hoge Raad Geneesheren-Specialisten bij het departement. Hij stierf plots in zijn bureau in het Rijksadministratief Centrum terwijl hij met de secretaris van de Raad een vergadering voorbereidde.
• Daniël Van Daele (Tielt 1929 - Dilbeek 2011) volgde Dr. De Schouwer op in 1987 en was de laatste Secretaris-Generaal van het departement, vóór de fusie met het Ministerie van Sociale Voorzorg. Hij was waarschijnlijk ook, net als zijn opvolger E. Deloof, één van de laatste ambtenaren die in dienst gingen bij de overheid met een humaniora diploma en door zelfontwikkeling, talent en niet aflatende inzet doorgroeiden tot de absolute top van de toenmalige federale administratie.
Van 1 augustus 1994 tot 30 september 1995 leidde de Directeur-generaal van het Bestuur van de Verzorgingsinstellingen, Christiaan Decoster (jurist en criminoloog van opleiding), als "Directeur-generaal belast met de bevoegdheden van Secretaris-Generaal" het departement. In die periode was hij medeverantwoordelijk, in nauwe samenwerking met de Secretaris-Generaal van Sociale Voorzorg (en nadien van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu) E. Deloof, voor de delicate voorbereiding en de realisatie van de fusie tussen de twee departementen.
In de periode waarin dit archief werd gevormd, stond de Secretaris-Generaal aan de absolute top van een Belgisch ministerie. Hij was ook de best bezoldigde ambtenaar binnen de organisatie. Alle departementen beschikten over een Secretaris-Generaal, behalve de Diensten van de Eerste Minister en tot 1998 ook het burgerlijk bestuur van Landsverdediging. De functie bestond reeds in de Hollandse periode en werd na de Onafhankelijkheid ook in België ingevoerd. De concrete invulling ervan berustte aanvankelijk eerder op traditie dan op formele teksten en kon verschillen van departement tot departement. Het is wachten tot 1971 wanneer een koninklijk besluit de bevoegdheden vastlegt van de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Financiën. Deze tekst vormt de inspiratie voor een generisch koninklijk besluit van 17 februari 1988 "tot het bepalen van de bevoegdheden van de opperambtenaren van de ministeries". (1) Artikel 2 van dit besluit bepaalt de opdrachten en verantwoordelijkheden van de Secretaris-Generaal aldus: "hij oefent, onder gezag van de minister, het "hoog toezicht" uit over zijn administratie, hij coördineert de werking van de diensten, hij oefent gezag uit over het personeel en organiseert de diensten". Hij draagt ook een bijzondere verantwoordelijkheid voor de opmaak en de uitvoering van de begroting. Hij vormt de brug tussen de minister en zijn administratie: alle uitgaande, belangrijke dossiers passeren verplicht via hem. Hij kan ook op eigen initiatief voorstellen of suggesties overmaken aan de minister. De "hoofden van bestuur", lees: de Directeurs-generaal van het departement, beschikken evenwel ook over een rechtstreekse toegang tot de minister. Zij staan in voor de leiding, de organisatie en de werking van hun eigen bestuur en oefenen het gezag uit over hun personeel.
Zoals A. Molitor aangeeft, kon de informele, officieuze realiteit wel eens verschillen van het officiële kader, ondanks de vele reglementaire teksten. (2) Veel hing af van de persoonlijkheid van de titularis die via zijn brugfunctie, zijn initiatiefrecht en zijn verantwoordelijkheid voor de begroting wel degelijk kon wegen op het beleid. Voor wat Volksgezondheid betreft mag men aannemen dat, naast de persoonlijkheid van de verschillende Secretarissen-Generaal nog een aantal andere elementen hebben bijgedragen om hun gezag te vestigen. Zo bijvoorbeeld een hoogleraarschap voor diegenen die waren afgestudeerd als arts, hun lidmaatschap van de Academiën voor Geneeskunde, het bekleden van de functie van Secretaris van de Hoge Gezondheidsraad of een loopbaan op ministeriële kabinetten. Andere belangrijke hefbomen waren het voorzitterschap van het Fonds voor Geneeskundig Wetenschappelijk Onderzoek, de functie van Regeringscommissaris bij het RIZIV of andere parastatale instellingen of de leiding van de Belgische delegatie bij de Assemblée van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Om zijn opdrachten correct uit te voeren beschikte de Secretaris-Generaal over een ploeg van directe medewerkers: het Secretariaat-Generaal. In december 1937 werd het Algemeen Secretariaat van het Ministerie van Volksgezondheid opgericht, na toestemming van Koninklijk Commissaris L. Camu. Zoals ook bij andere departementen het geval was evolueert het organigram gestaag: naast "klassieke" componenten zoals "Algemene Zaken", "Studie en Documentatie" of "Algemene Programmatie" zien we ook een eigen invulling ontstaan. Opvallend is dat de Algemene Diensten deel uit maken van het Secretariaat-Generaal en pas in 1963 uitgroeien tot een zelfstandige Bestuursafdeling. (3)
In de loop der jaren doken er ook paar "anomalieën" op in het organogram, vaak ingegeven door de toenmalige actualiteit. In de periode van de Koude Oorlog werd de dienst "Burgerlijke Mobilisatie en Geneeskundige Hulp aan de Burgerbevolking in Oorlogstijd" binnen het Secretariaat-Generaal ondergebracht. Later gebeurde dit ook met het "Bureau voor Civiele Verdedigingsplannen" van het departement. Beide diensten zouden na de implosie van de Sovjet-Unie verdwijnen. Begrijpelijk is ook de oprichting binnen het Secretariaat-Generaal van de Verbindingsdienst met de Vaste Commissie van het Pact van Brussel, de rechtsvoorganger van de West-Europese Unie. Hieruit ontstond later de Dienst Internationale Betrekkingen, die gelet op de brugfunctie met de buitenwereld en het belangrijker worden van de internationale dimensie zal opgaan in het Kabinet van de Secretariaat-Generaal. De toenemende aandacht voor preventie en sanitaire opvoeding in de jaren 1970 en de intrede van moderne communicatiemiddelen bij de overheid maken dat de pas opgerichte dienst Pers en Voorlichting ondergebracht wordt bij de top van de administratie. (4) De band met het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie (IHE) is op het eerste zicht moeilijker te verklaren. (5)
Het archief werd bewaard door de diensten van het Algemeen Secretariaat van het departement. Het veranderde in de betrokken periode meermaals van locatie, telkens wanneer de archiefvormer verhuisde. Tussen 1945 en 1967 zijn delen van het departement gevestigd aan het Koningsplein, de SHELL-building en tenslotte in het Rijksadministratief Centrum (vanaf circa 1967). Eens de dossiers en stukken hun administratieve waarde hadden verloren, werden ze ondergebracht in de kelders van het Rijksadministratief Centrum.
Op 1 februari 2005, bij de voorbereiding van de verhuis van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu vanuit het Rijksadministratief Centrum naar de nieuwe gebouwen aan het Victor Hortaplein bij station Brussel-Zuid, werd het archiefbestand samen met diverse andere archieven van de FOD overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. (6)
Het archief bevat stukken van uiteenlopende aard: in- en uitgaande correspondentie, teksten over de administratieve werking van de Staat of van het departement Volksgezondheid, dossiers inzake de opvolging van de kernactiviteiten van het Secretariaat-Generaal, het departement of de besturen en het IHE en tenslotte talrijke archiefbescheiden afkomstig van internationale organisaties actief in dezelfde werkdomeinen. Al deze documenten geven een goed beeld van de verschillende periodes (met hun historische context en maatschappelijke evoluties) waarin ze zijn ontstaan: de wederopbouw, de Koude Oorlog, de toenemende internationalisering van het beleid, de vooruitgang van de (medische) wetenschap en techniek, de golden sixties, de economisch moeilijke jaren nadien (1973-1989), de opeenvolgende staatshervormingen, de aandacht voor preventie en sanitaire opvoeding, het toenemend belang van overheidscommunicatie, het verschijnen van ethische vraagstukken en het streven naar een slankere overheid overeenkomstig het destijds populaire adagium "Etat moderne, Etat modeste" van de Franse organisatiesocioloog M. Crozier.
Het merendeel van de stukken uit de periodes van secretarissen-generaal De Laet en Goossens zijn opgesteld in het Frans, toen de meest gebruikte taal binnen de nationale ministeries. Ook correspondentie met externen, andere overheden of burgers gebeurde meestal in deze taal. Vanaf eind jaren 1960 wint het Nederlands wel terrein en in de loop van de jaren 1970 duiken er vrijwel evenveel Nederlandstalige als Franstalige documenten op. Documenten afkomstig van internationale organisaties of briefwisseling met buitenlandse overheden of particulieren zijn vaak opgesteld in het Frans, het Engels en in mindere mate in het Duits.
Bij de inventarisatie werden doorgaans overtollige dubbels van sommige stukken (omzendbrieven, instructies, enz.) vernietigd alsook uittreksels uit het Belgisch Staatsblad of parlementaire documenten, tenzij deze deel uitmaakten van een ruimere context, b.v. een goed gestoffeerd dossier. In totaal werd op deze manier ongeveer één strekkende meter archief geschoond.
De archiefvorming binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, die de voorbije jaren heel wat wijzigingen onderging (o.a. de oprichting van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), de Zesde Staatshervorming...), maakt het voorwerp uit van verschillende archiefselectielijsten opgesteld door het Algemeen Rijksarchief. Deze bieden zicht op de recentere ontwikkelingen, de huidige bevoegdheden en de toekomstige neerleggingen van het departement. Aan de archieven beschreven in de onderhavige inventaris zal in de toekomst dus zeker nog een vervolg worden gebreid, met name via overbrengingen door het Directoraat-Generaal Gezondheidszorg.
De structuur van de onderhavige inventaris weerspiegelt de archiefvorming van de personen die destijds de betrekking van Secretaris-Generaal bekleedden. Er werden vier "individuele" deelbestanden onderscheiden met als archiefvormers respectievelijk De Laet, Goossens, De Schouwer en Van Daele, allen als Secretaris-Generaal. Stukken met betrekking tot de periode "Halter" werden verzameld door diens secretaris D. Van Daele.
Daarnaast troffen we twee "gemengde" deelarchieven aan. Het eerste bevat stukken verzameld door D. Van Daele (grosso modo over de jaren 1962-1988) in zijn hoedanigheid van secretaris van de Secretarissen-Generaal Goossens, Halter en De Schouwer. Het tweede zogenaamde gemengd archief betreft het "F-klassement", aangelegd door D. Van Daele als secretaris van de Secretaris-Generaal, later als Directeur-generaal van het Bestuur van de Verzorgingsinstellingen maar vooral als nauwe raadgever van Secretaris-Generaal De Schouwer. De stukken dateren uit de periode 1977 tot 1988. Sommige van deze klassementen waren genummerd of gecodeerd, met name de SG-reeks in het deelarchief van Dr. De Laet en het zgn. collectieve F-klassement (letter F gevolgd door oplopende cijfers). Een belangrijk deel van de stukken was evenwel niet genummerd door de archiefvormer.
Een zevende en laatste deelarchief bevat stukken uit de jaren 1945 tot 1962, verzameld door D. Van Daele tijdens de beginjaren van diens carrière. Dit onderdeel werd afgezonderd omwille van zijn aparte inhoud: het bevat niet alleen informatie uit de periode van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog maar werpt ook licht op de persoonlijkheid van D. Van Daele. In zekere zin kan Van Daele dan ook beschouwd worden als de "rode draad" in dit archiefbestand, aangezien hij niet alleen zelf Secretaris-Generaal was maar voordien als secretaris van zijn verschillende voorgangers grotendeels instond voor het overnemen, vormen en bewaren van hun archieven. Ook als Directeur-generaal van het Bestuur der Verzorgingsinstellingen (vanaf eind 1983) zou hij Dr. De Schouwer blijven ontlasten van een aantal materiële aspecten van diens archiefvorming.
De raadpleging van dit archief is onderworpen aan de bepalingen van de Archiefwet van 24 juni 1955, herzien door de wet van 6 mei 2009, de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en de wet van 11 april 1994 inzake de openbaarheid van bestuur. Concreet betekent dit dat de inzage van stukken met persoonsgegevens van nog levende personen onderworpen is aan de ondertekening van een onderzoekverklaring. Deze onderzoeksverklaring dient tevens vergezeld te zijn van de handtekening van de Algemeen Rijksarchivaris of van de hiertoe gemachtigde rijksarchivaris voor akkoord.
Voor de reproductie van archiefstukken gelden de voorwaarden en tarieven van toepassing in het Algemeen Rijksarchief.
Het archief bevat geen nadere toegangen die meer gerichte opzoekingen mogelijk maken. Dit wordt echter opgevangen door de inventarisbeschrijvingen.
BRUYNEEL E., De Hoge Gezondheidsraad (1849-2009): Schakel tussen wetenschap en volksgezondheid. Leuven, 2009.
Bulletin du Ministère de la Santé publique - Bulletin van het Ministerie van Volksgezondheid. Brussel, 1936-1938.
Bulletin de la Santé publique - Bulletin van Volksgezondheid. Brussel, 1938-1970.
DE MAEYER J. (ed.), Er is leven voor de dood. Tweehonderd jaar gezondheidszorg in Vlaanderen. Kapellen 1998.
de SCOVILLE A., "Hommage au Pr. Samuel Halter, correspondant" in Bulletin de l'Académie royale de Médecine de Belgique. Brussel, 1983.
DE SWAEF J., Inventaris van het archief van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin: Bestuur van volksgezondheid (1850-1972): Overdrachten 1971-1973 (Algemeen Rijksarchief. Inventarissen, 566), Brussel, 2014.
DE WIN M., STRUBBE F., Inventaris van het archief van het Ministerie van Volksgezondheid en Gezin; Bestuur van Volksgezondheid; Overdracht 2004 (Algemeen Rijksarchief. Inventarissen, 694), Brussel 2022.
"Dr. Paul Van de Calseyde : the second Regional Director. The shock of the new" in Sixty years of WHO in Europe, WHO Regional Office for Europe, Kopenhagen, 2010.
LOUSSE A., "Samuel Halter"in Bulletin de l'Académie royale de Médecine. Brussel, 1983.
MOLITOR A., L'administration de la Belgique. Brussel, 1974.
VANDEWEYER L. Het Ministerie van Volksgezondheid (1936-1990). Organisatie en bevoegdheden (Algemeen Rijksarchief. Miscelleana Aechivistica Studia, 56), Brussel, 1995.
VELLE K., STRUBBE F., "Parastatalen van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (voormalige Ministerie van Volksgezondheid)" in VANTHEMSCHE G., VAN DEN EECKHOUT P. (red.), Bronnen voor de geschiedenis van het hedendaagse België, 19e-20e eeuw, Brussel, 2017, dl. 1, pp. 646-656.
Het archiefbestand van onderhavige inventaris werd in 2004 zonder nadere toegang overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. Tijdens de jaarlijkse bestandscontrole in januari 2015 stelde Filip Strubbe een beknopte plaatsingslijst op. Pas in het november 2021 kon de inventarisatie aanvangen door vrijwilliger Marc De Win, ere-ambtenaar-generaal bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. In september-oktober 2024 werd het archiefbestand tenslotte verpakt door Chantal Windels, medewerkster van de afdeling "Hedendaagse Archieven".
Télécharger l'inventaire publié- Download de gepubliceerde inventaris
1 - 4 | Notulen (met bijlagen en convocatiebrieven) van de vergaderingen van de ambtenaren-generaal van het departement. 1944-1948. | ||||||||
1 | okt. 1944 - juni 1946. | ||||||||
2 | feb. 1946 - apr. 1947. | ||||||||
3 | apr. - dec. 1947. | ||||||||
4 | mrt. 1947, dec. 1948. | ||||||||
5 | Notulen van vergaderingen tussen één of meerdere ambtenaren-generaal en de minister, met minuten van nota's aan de kabinetschef of de Secretaris-Generaal. December 1947. | ||||||||
6 | Notulen van vergaderingen tussen één of meerdere ambtenaren-generaal en de minister. 1948-1959. | ||||||||
7 | Verzameldossier inzake de Raden en Commissies verbonden aan het Ministerie van Volksgezondheid en Gezin en de mandaten van de ambtenaren die er lid van zijn. 1954-1958. |