Name: Wilfried Martens. Deel 2
Period: 1978 - 2009
Inventoried scope: 385 linear meters
Archive repository: National Archives of Belgium
Heading : Families and Persons
Authors: G. Coppieters
Year of publication: 2015
Code of the inventory: I 578
Martens, Wilfried (1)
Over de vorming van het archief of het (dynamisch) archiefbeheer tijdens het premierschap is weinig gekend. Het betreft hier particulier archief waarop de Archiefwet van 1955 en de uitvoeringsbesluiten niet van toepassing zijn en die bijgevolg nooit het onderwerp uitmaakten van inspecties door het Algemeen Rijksarchief.
Een algemeen ordeningsplan dat betrekking had op de rangschikking van de archiefbestanddelen in zijn dynamische fase of een globaal archiefbeheerssysteem waren niet voorhanden. Het archiefbeheer gebeurde op individuele basis en berustte bijgevolg bij de verschillende kabinetsmedewerkers. Iedere medewerker beschikte over zijn of haar archief naar eigen goeddunken. Algemene instructies voor de kabinetsmedewerkers inzake archiefbeheer of ordeningsmethode hebben we niet teruggevonden. Wel werden er duidelijke afspraken gemaakt over bepaalde aspecten van het informatiebeheer, bijvoorbeeld de behandeling van poststukken. Van de ordeningsmethoden toegepast door de archiefvormer of zijn medewerkers vonden we wel nog sporen aangezien bepaalde stukken codes droegen. Deze verwijzingen leerden dat sommige medewerkers in het verleden de nodige zorg besteedden aan het archief. In zijn dynamische fase maakten sommige kabinetsmedewerkers in enkele gevallen een summiere index of plaatsingslijst. Toch bezitten we slechts een fragmentarisch inzicht in de informatiestromen en de rapportering.
Bepaalde archiefbescheiden genoten bijzondere aandacht. Zo werden de bestanddelen uit overdrachtslijst 16 gerubriceerd als zeer vertrouwelijk en opgeborgen in een brandkast ("kluis") in het bureau van privésecretaris Ilse Schouteden in de Wetstraat 16. Grote reeksen zoals de dossiers dienstbetoon en de voorbereidende dossiers werden met de nodige zorg (chronologisch) geordend en ontsloten. De ordening van deze grote reeksen was evenwel ongedaan gemaakt door de geografische versnippering over verschillende bewaarplaatsen en overdrachten.
Het lijkt erop dat het archief grondig werd verstoord ten gevolge van de talrijke personeels- en regeringswissels. In dit opzicht is het opvallend dat er relatief weinig archief bewaard is gebleven uit de periode 1979-1981, dus van vóór de regering Eyskens.
Het is belangrijk te noteren dat dit kabinetsarchief niet stoelde op uitgesproken sterke administratieve structuren. Zoals eerder aangegeven, impliceerde dit dat het archiefbeheer vooral op persoonlijke basis gebeurde door diverse medewekers. In deze inventaris vinden we archief terug van diverse medewerkers:
- Diederik (Dirk) Mangeleer, gewezen adjunct-kabinetschef bij het sociaal-economische kabinet van de eerste minister
- Henk Schutyser, gewezen privésecretaris van de eerste minister
- de Persdienst met woordvoerder Marie-Paule Meert en haar medewerkster Mevrouw Jeanne De Vuyst
- privésecretarissen Patrick De Bleser (1986-augustus 1988) en Ilse Schouteden
- Ignace Van Praet en Jenny Debusschere-Rummens van het kabinetssecretariaat
- Pieter De Crem, attaché bij het kabinet van algemeen beleid van de eerste minister
- Eddy Van Paemel, adviseur bij het Bestuur van de Kanselarij
- de diplomatieke adviseurs van de eerste minister Theo Lansloot en Jan Grauls jr. en hun medewerker Bruno Blanckaert, jurist en als milicien gedetacheerd bij het kabinet van de eerste minister (2)
- Jan Clement, attaché of adviseur van het kabinet voor algemeen beleid van de eerste minister (3)
- kabinetschef Werner Rogiers uit het bureau van diens secretaresse Anne Marie Van den Steen.
Het archiefbestand lijkt evenwel de grootste averij te hebben opgelopen na het einde van het premierschap van Wilfried Martens. Het archief raakte versnipperd over tal van locaties, vooraleer het overgebracht werd naar het Algemeen Rijksarchief:
- in verschillende ruimtes van de privéwoning van eerste minister Wilfried Martens in de Désiré Van Monckhovenstraat, 24-26 in Gent
- in het Bestuur van de Kanselarij in de Wetstraat 16 in Brussel, meer bepaald in diverse kantoren op de verschillende verdiepingen 1 tot 4, op de archiefzolder en in de kelder
- in het secretariaat van de privésecretaris, dat zich bevond in de gebouwen van de Kanselarij van de Eerste Minister in de Hertogstraat 53 in Brussel
- in zijn ambtswoning als premier, Lambermontstraat 1, 1000 Brussel waar de archiefbescheiden onder meer berustten op het bureau en in de slaapkamer op de eerste verdieping
- in de kantoren van de EVP-voorzitter en het EVP-secretariaat, Overwinningsstraat 16 in Brussel (Sint-Gillis)
- in de kantoren van het Europees Parlement in de Belliardstraat 97-113 en de Wiertzstraat 47-53 in 1047 Brussel.
- in de kantoren van de EVP-voorzitter en het EVP-secretariaat, Aarlenstraat 67 1040 Brussel
- in het kantoor van meester Robinson te Sint-Martens-Latem (Deurle) Kantoor Meester Robinson, Brandstraat 106, 9830 Sint-Martens-Latem, meer bepaald op de zolder van achterliggend huis van een boerderij.
- in het privé-appartement aan de Marie-Joséplein 14 bus 10, 1050 Brussel
Wat het Europees voorzitterschap betreft, verliep het archiefbeheer onder meer gunstige omstandigheden en vertoonde bijgevolg meer structuur. Het archiefbeheer berustte er slechts bij enkele directe medewerkers: administratief medewerkster Ingrid Goossens, de opvolgster van Jeannine (Berlanger-)De Baerdemaeker sedert mei 1998. Marianne Amssoms fungeerde als kabinetschef van de EVP-fractievoorzitter in het Europees Parlement. Voor de ordening van het archief werd gebruik gemaakt van klassementslijsten die betrekking hadden op de grote reeksen. (4)In de archiefvorming werden op deze wijze een aantal reeksen onderscheiden en als dusdanig bewaard. Het voornaamste probleem voor het archiefbeheer was de geringe opslagruimte in de EVP-kantoorgebouwen zodat het archief telkens in kleine schijven werd overgedragen. Het archief berustte aanvankelijk in de Overwinningstraat en later in de Aarlenstraat. In september 2006 verhuisde de EVP naar zijn nieuwe kantoren in de Handelstraat in Brussel.
Het grootste deel van deze archiefbescheiden werd door bemiddeling van collega Marc Therry overgebracht in 37 overdrachten tijdens de periode 1990-2001. In de praktijk gebeurden een aantal van die overdrachten in twee of meer gerealiseerde overbrengingen op verschillende tijdstippen. Nadien werden er nog negen overdrachten verricht waarvan de laatste dateert van december 2013, dus kort na het overlijden van de archiefvormer. De totale omvang van het te bewerken archief bedraagt anno 2014 circa 430 strekkende meter. Hiervan is bijna 90 procent beschreven in deze inventaris. De resterende stukken, waaronder veel audio-visueel materiaal en relatiegeschenken, zullen later het onderwerp vormen voor een derde deelinventaris.
De archiefbescheiden tot de parlementsverkiezingen van 17 december 1978 worden hierbij niet in rekening gebracht aangezien Marc Therry deze 18 strekkende meter reeds beschreef in deel 1.
Het archief van Wilfried Martens kan zonder meer beschouwd worden als één van de voornaamste particuliere archieven van de Belgische geschiedenis. Tijdens zijn lange regeerperiode 1979-1992 profileerde Wilfried Martens zich als de architect van de federale staatsstructuur via onder meer de staatshervormingen van 1980 en 1988. Deze periode werd overschaduwd door aanhoudende communautaire spanningen en economische crises die de premier trachtte te kanaliseren en te bedwingen. De archieven bevatten informatie over beleidsaspecten en tal van institutionele crises: het Brusselse vraagstuk, het industrieel beleid en de regionalisering van de nationale sectoren, de Voerencarrousel of de zaak Happart,.... De thematische indeling van het regeringsbeleid laat toe de archiefstukken op eenvoudige wijze op te zoeken. De archieven geven informatie over beslissingsprocessen aan de hand van lobbywerk, het overleg in stuur-, werk- of interkabinettengroepen. Tenslotte werpen deze archiefbescheiden mogelijk een ander licht op partijpolitieke strategieën in regeringspartijen zoals de CVP. Een aantal reeksen weerspiegelen deze activiteiten: deze van de Ministerraad, deze betreffende buitenlandse bezoeken, enz. De meeste archiefbescheiden betreffen niettemin thematisch geordende stukken of dossiers. Nagenoeg alle thema's komen aan bod.
Wat de Europese periode betreft, biedt het archiefbestand eveneens een brede waaier aan onderzoeksmogelijkheden. De bescheiden lichten ons in hoe Wilfried Martens een cruciale rol vertolkte bij de uitbouw van de Europese Volkspartij tot de belangrijkste partij op Europees vlak in de periode 1990-2006. De impact van dit beleidsniveau wordt tot op heden onderschat. De archiefbescheiden zullen ongetwijfeld de bepalende rol van Wilfried Martens in de Europese besluitvorming aan het licht brengen.
Een aantal archiefbescheiden handelen over het netwerk dat Wilfried Martens rond zijn persoon opbouwde. De archivalische neerslag ervan is terug te vinden in de dossiers dienstbetoon, wenskaarten, de archiefbescheiden die betrekking hebben op de CVP, stukken betreffende benoemingen, enz.
Het bestand bevat eveneens een aantal archiefbescheiden gevormd tijdens nevenactiviteiten. In deze zin bevat het archief onder meer een omvangrijke verzameling dossiers van de advocatenpraktijk.
Niet alleen de onderwerpen vertonen een sterke heterogeniteit. Dit is ook het geval met de typologie van de archiefbescheiden. Het grootste deel van het archief bevindt zich op papier, de klassieke drager. Daarnaast treffen we een sterke diversiteit aan op niet-conventionele dragers: beeld- en geluidsbanden, foto's, afbeeldingen, erediploma's, -tekens en -linten, herinneringsoorkonden en -plaketten, en soortgelijke bescheiden en voorwerpen. Het betreft hier niet alleen audiovisuele en filmdocumenten of relatiegeschenken maar ook digitale bestanden. Zoals voorgeschreven, worden deze niet-conventionele archiefbescheiden op dezelfde wijze beschreven als het papieren archief en in sommige gevallen zelfs nog meer nauwgezet. Ingebonden publicaties werden ondergebracht in de bibliotheek van het Algemeen Rijksarchief.
Het archiefbestand bevat een groot aantal documenten en stukken.
Samenvattend mag men stellen dat het hier gaat om een uniek en buitengewoon stuk erfgoed met een uitzonderlijke betekenis, zeker op lange termijn. Wat de inhoud betreft, dienen we wel de kanttekening te maken dat het archief slechts de schriftelijke neerslag is van de politieke loopbaan van de archiefvormer en dus in vele gevallen slechts een partieel beeld ophangt. Hetzelfde geldt trouwens voor de talrijke monografieën van de voorbije jaren waar een onderzoekstechniek van woord en wederwoord - zonder toetsing van de schriftelijke bronnen - de realiteit geweld aandoet.
Taal en schrift van de documenten
Wat de Belgische periode of het premierschap betreft, bestaat het archiefbestand voor circa 60 procent uit Nederlandstalige documenten. Dit overwicht is vooral toe te schrijven aan de reeks Dienstbetoon die voor het grootste deel uit Nederlandstalige documenten bestaat. Wat de officiële documenten betreft is er een licht overwicht van Nederlandstalige documenten. Frans vormt de voertaal bij circa 35 procent van de documenten. Maximaal 5 procent van de documenten zijn opgesteld in het Engels. Het betreft hier vooral archiefbescheiden van buitenlandse zaken en defensie (de plaatsing van kruisraketten). Voor het overige treffen we ook een gering aantal documenten aan opgesteld in diverse andere talen, gaande van Chinees tot IJslands met het bijhorende schrift.
Tijdens de Europese periode liggen de taalverhoudingen anders. Voertaal bij uitstek in de Europese context is het Engels zodat deze taal vertegenwoordigd is in meer dan de helft van de archiefbescheiden. Ongeveer dertig procent van de documenten is opgesteld in het Frans, gevolgd door het Nederlands met maximaal 15 procent. Ook in deze periode treffen we diverse andere talen aan zoals Fins. De uitbreiding van de Europese Unie naar Oost-Europa vertaalde zich in diverse documenten opgesteld in cyrillisch schrift.
Voor een aantal overdrachten werden ter plaatse selecties uitgevoerd. Dit gebeurde in een aantal gevallen door Marc Therry voor de eerste 37 overdrachten tijdens de jaren 1990. Wat de Europese politieke loopbaan betreft, werden bijvoorbeeld de notulen en andere stukken, opgesteld door de diensten van het Europees Parlement en bewaard door de archiefdiensten van het Europees Parlement, niet overgedragen, tenzij wanneer er persoonlijke aantekeningen van de archiefvormer werden aangetroffen. Zelf verrichtte ik selecties bij de overdracht van archiefbescheiden betreffende de advocatenpraktijk van Wilfried Martens die zich bevonden in het kantoor van Meester Robinson in Sint-Martens-Latem. Bij deze overdracht werd meer dan de helft van het archiefbestand vernietigd. Het ging in dit geval om boekhoudkundige stukken van het advocatenkantoor van Wilfried Martens zoals dagboeken, grootboeken, facturen, uitgeprinte lijsten van betalingen, uittreksels, enz. Verder werden gepubliceerde en ruim verspreide stukken zoals de aanvullingen bij het Belgisch Staatsblad eveneens vernietigd.
Tijdens het opmaken van de beschrijvingen werd een tweede beperkte selectieronde doorgevoerd, uiteraard met respect voor de selecties in het verleden door collega Marc Therry. Deze selectie gebeurde steeds op het niveau van het archiefbestanddeel, dit gezien het arbeidsintensieve karakter van selecties op stukniveau. Dubbels werden afgezonderd en verwijderd. Wat de gedrukte stukken betreft was het moeilijk een eenduidig antwoord te formuleren. Archiefbestanddelen met uitsluitend uittreksels uit het staatsblad zonder aantekeningen, markeringen of andere sporen van bewerking werden afgezonderd en verwijderd. Andere gedrukte stukken stelden minder problemen. Verkiezingsdrukwerk en verkiezingspropaganda behoren ambtshalve zonder twijfel tot het archiefbestand. Het aanleggen van verzamelingen van artikels en krantenknipsels werd eveneens behouden aangezien dit kaderde in het besluitvormingsproces. Een aanzienlijk aantal gedrukte stukken werden ondergebracht in een aparte verzameling "Bibliotheek van Wilfried Martens" in de bibliotheek van het Algemeen Rijksarchief. Deze afscheiding van het boekenbezit van de archiefvormer maakt de vermenging met de archiefbescheiden en de documentatie ongedaan.
Twee kabinetsmedewerkers konden beschouwd worden als zijnde (zelfstandig handelende) archiefvormers, met name André Alen en Wim Coumans. In het archiefbestand van André Alen handelde de archiefvormer niet alleen in opdracht van Wilfried Martens in de hoedanigheid van (adjunct-)kabinetschef. Het archiefbestand van Wim Coumans werd gevormd uit hoofde van zijn functie als adviseur op het kabinet van minister van Sociale Zaken en Institutionele Hervormingen Jean-Luc Dehaene. Archiefvormer Wim Coumans werd vervolgens chef van het sociaal-economische kabinet van premier Wilfried Martens waar hij het archiefbestand achterliet in de archiefruimte op de 3de verdieping in de Wetstraat 16.
Een aantal archiefbestanddelen werden later opnieuw overgemaakt aan de kabinetsmedewerkers omdat ze niet ontvangen, opgemaakt of gebruikt werden in het kader van hun activiteiten op het kabinet. Dit was bijvoorbeeld het geval met een vijftal nummers persoonlijk archief van Henk Schutyser die op 16 maart 1992 aan de archiefvormer werden teruggegeven.
Wilfried Martens overleed op 10 oktober 2013 zodat het archief als afgesloten kan beschouwd worden. Mogelijk vinden er in de toekomst nog kleine neerleggingen plaats van een beperkt aantal achtergebleven stukken die in de loop van de komende jaren hun dynamisch karakter zullen verliezen. De archiefvormer bekleedde immers tot het einde van zijn leven de functie van voorzitter van de Europese Volkspartij. In die hoedanigheid groeide het archief nog steeds aan met maximaal een tiental strekkende meter per jaar. Zoals eerder vermeld, dateert de laatste neerlegging van circa 12 strekkende meter archiefbescheiden van december 2013 en had deze betrekking op de periode 1985-2013.
Voor de opmaak van het archiefschema hanteerden we een indelingssystematiek die met diverse aspecten van de archiefvorming en de archiefvormer rekening hield. Voor het ontwerp van de eigen indeling konden we niet terugvallen op modelarchiefschema's die ook op dit particulier archief toepasbaar konden zijn. Uit de geschiedenis van het archief bleek dat zeker voor de periode van het premierschap het archiefbeheer bij diverse personen en op diverse plaatsen berustte. Dit was minder het geval voor de Europese periode.
- De hoofdindeling van de inventaris vertrekt vanuit de materiële vorm van de archiefbescheiden. Het grootste deel van de informatie in de papieren Martens berust op de conventionele (klassieke papieren) drager. Deze vormen het onderwerp van deze inventaris. Niettemin troffen we in dit bestand ook (bewegend) beeldmateriaal, digitale stukken en allerhande voorwerpen aan die later ontsloten en gedigitaliseerd zullen worden. De creatie van deze indeling werd bovendien nog ingegeven door andere argumenten. Het gaat ten eerste over een omvangrijke hoeveelheid archiefbescheiden die afgezonderd dienen te worden en waarvoor gescheiden bewaring met specifieke conserveringcondities gelden.
- Vervolgens maakte ik een onderscheid tussen beroepsactiviteiten en privé-aangelegenheden. Deze indeling is gebruikelijk bij tal van particuliere archieven.
- De beroepsactiviteiten worden vervolgens verfijnd door een duidelijk onderscheid te maken tussen de politieke loopbaan en de andere niet-politieke beroepsactiviteiten of mandaten van de archiefvormer. In het geval van Wilfried Martens ging het hoofdzakelijk om zijn politieke loopbaan, ook al omdat zijn niet-politieke activiteiten steeds ver in de schaduw bleven.
- Wat de politieke loopbaan betreft, werd een onderscheid gemaakt tussen de Belgische periode in de hoedanigheid van formateur, premier en senator tussen eind 1978 en 1994 enerzijds en de Europese periode vanaf mei 1990 in de hoedanigheid van EVP-voorzitter, voorzitter van de EVP-ED-fractie in het Europees Parlement, het voorzitterschap van de EUCD en het voorzitterschap van de IDC. Bij de indeling werd de chronologie gerespecteerd. Voor de periode 1990-1994 was er een overlapping tussen de Belgische en de Europese politieke loopbaan. Deze overlapping deed zich eveneens voor tijdens de Europese politieke loopbaan waar Wilfried Martens op een gegeven moment drie functies cumuleerde, namelijk deze van EVP-, EUCD- en fractievoorzitter. Naast de Belgische en Europese periode onderkennen we ook de partijpolitieke aangelegenheden. Het CVP-lidmaatschap vormde immers een constant gegeven tijdens deze periode waarbij Martens een prominente rol vervulde binnen het CVP-apparaat.
- Wat het premierschap betreft, was een volledige functionele benadering uitgesloten. Een chronologische indeling in één van de negen regeringen Martens was evenmin aan de orde aangezien veel archiefbestanddelen meerdere regeringen overstegen. De archiefbestanddelen waren moeilijk in te delen volgens deze benadering. Wel werden er een aantal functionele elementen behouden. Deze functionele aspecten komen hoofdzakelijk aan bod in het deel van "Ambt en positie van de premier" waarbij onder meer de regeringsvorming, de relaties met het parlement en het koningshuis ter sprake komen (5). Naast de functies bestaat er ook een indeling op basis van organisatorische aangelegenheden. Hierin bevinden zich hoofdzakelijk stukken die betrekking hebben op de werking van het kabinet en de administratie, met name de Diensten van de Eerste Minister. De meeste archiefbescheiden van het premierschap werden ondergebracht in de rubriek regeringsbeleid, die vervolgens thematisch geordend werd op basis van de indeling van het naslagwerk Bronnen voor de studie van het hedendaagse België (6). Deze indeling tracht de onderzoeker op een gebruiksvriendelijke wijze wegwijs te maken in dit omvangrijk en divers archiefbestand.
- De ordening van de archiefbescheiden voor de Europese periode vertrok vanuit een ander uitgangspunt. Wat het EVP-voorzitterschap betreft, was de organisatiestructuur bepalend voor de ordening, zowel voor het EVP- als voor het fractievoorzitterschap. Deze indeling is trouwens ook gangbaar in publicaties van de partij zelf (7). Bescheiden die moeilijk te koppelen waren aan de administratieve organisatie werden ingedeeld volgens onderwerp.
Deze bewerkingen resulteerden uiteindelijk in onderstaand archiefschema.
Archiefschema
Er werd een schenkingscontract afgesloten tussen het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën enerzijds en de archiefvormer anderzijds. Als algemene regel geldt dat de archiefbescheiden toegankelijk zijn voor het publiek en de vorsers dertig jaar na het sluiten van het archiefbestanddeel, in concreto dertig jaar na het meest recente stuk in het archiefbestanddeel, en dit in blokken van 10 jaar. Dit betekent dat de stukken tot 1979 vrij toegankelijk zijn na de publicatie van onderhavige inventaris; de stukken die betrekking hebben op de periode 1980-1989 zullen toegankelijk worden vanaf 1 januari 2020; de periode 1990-1999 vanaf 1 januari 2030, enz. Deze regel is gangbaar bij de directie Secretariaten en Overleg van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister en heeft betrekking op de archiefbestanddelen van de rubriek Ministerraad en Overlegorganen. We gaven er de voorkeur aan deze regel - van toegankelijkheid na 30 jaar en in blokken van 10 jaar - uit te breiden naar het volledige archiefbestand van Wilfried Martens.
Hierop worden een aantal uitzonderingen gemaakt. Volgende stukken zullen toegankelijk zijn vanaf 1 januari 2050:
Rubriek; Nrs.
Relaties met het Koninklijk paleis; 1025-1038
Activiteiten van Lieve Martens als echtgenote van de premier; 1982-2008
Benoemingen bij Ambtenarenzaken; 3673-3805
Fraude-onderzoeken en het Hoog Comité van Toezicht; 3915-3936
Midden-Oosten; 4299-4310
Afrika; 4311-4369
Landsverdediging; 4567-4653
De datum van 1 januari 2030 is van toepassing op volgende archiefnummers: 176, 193, 1023, 2058-2066, 2204-2207, 3234, 3289, 3398, 3435, 3449,3470, 3830, 3858, 3883-3884, 3893, 3937, 3973-3975, 3997, 4260, 4275, 4379-4380, 4682, 4694, 4859-4861, 4882, 4914, 4963-4964, 4968, 5193, 5201, 5966-5969, 5972-5974 en 6880-6882. Het betreft hier onder meer de archiefbescheiden afkomstig uit de brandkast ("kluis") in het bureau van privésecretaris Ilse Schouteden of de brandkast in het bureau van de diplomatiek adviseur.
Tenslotte zijn een aantal bescheiden toegankelijk na 100 jaar. Het archiefbestand van Wilfried Martens bevat immers privacygevoelige gegevens:
Rubriek; Nrs.
Privé-leven; 55-75 en 83-92
Dossiers inzake dienstbetoon, premier; 2486-3211
Dossiers inzake dienstbetoon, EVP-voorzitter; 5874-5952
Dossiers van de advocatenpraktijk; 7135-7399
De lezer of vorser dient in dit geval steeds rekening te houden met de wettelijke bepalingen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Concreet verneemt de gebruiker bij het aanvragen aan het terminalscherm welke beperking van toepassing is.
De lezer of vorser kan eventueel ontheffing verkrijgen van deze openbaarheidsbeperkende bepalingen. Tot het overlijden van de archiefvormer dient dit te gebeuren via de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de archiefvormer zelf. Nadien kan men zich hiervoor wenden tot de Algemeen Rijksarchivaris. Om deze machtiging te bekomen richt de onderzoeker een gemotiveerde aanvraag aan respectievelijk de archiefvormer en de Algemeen Rijksarchivaris. Wie deze machtiging verkrijgt, dient er zich bovendien schriftelijk toe te verbinden de vigerende wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te eerbiedigen. Bepaalde archiefbestanddelen bevatten auteursrechtelijk beschermd materiaal zoals tekeningen en plannen.
Voor de reproductie van archiefstukken gelden de voorwaarden en tarieven van toepassing in het Algemeen Rijksarchief.
Het archiefbestand bevat een aantal bestanddelen op niet-conventionele dragers zoals vhs-videovassettes, audiocassettes of diskettes. Ze dienen geraadpleegd te worden met de geëigende apparatuur of programmatuur.
Oudere of eigentijdse toegangen voor het volledige archiefbestand waren niet voorhanden. Ik beschikte wel over nadere toegangen voor de ontsluiting van een aantal grote reeksen. Zo was er bijvoorbeeld het steekkaartensysteem om de circa 24.000 dossiers inzake dienstbetoon te ontsluiten. Deze steekkaarten bevatten de code van het betreffende dossier, de naam en het adres van de "klant". Wat betreft de chronologisch geordende reeks van voorbereidende dossiers van de Ministerraad is er geen toegang voorhanden. De meeste dossiers beschikken wel over een agenda. Voor een algemeen overzicht van de agenda van de Ministerraad kan men zich best wenden tot de directie Secretariaten en Overleg van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister. De reeks dossiers van de advocatenpraktijk was slechts in geringe mate "ontsloten" door een agenda vanaf 1981. Dit instrument was en is evenwel ontoereikend en weinig gebruiksvriendelijk.
Voor een aantal minder omvangrijke reeksen, bijvoorbeeld van kabinetsmedewerker Dirk Mangeleer, bestonden er al dan niet volledige trefwoordenlijsten. De uitdrukkelijke opdracht de stukken te groeperen, ongeacht de kabinetsmedewerker, liet niet toe deze oorspronkelijke orde te respecteren en intact te laten.
De grote reeks met dossiers inzake het dienstbetoon tijdens het premierschap van Wilfried Martens kan geraadpleegd worden door gebruik te maken van het bijhorende alfabetisch geordende steekkaartsysteem. Of het gevraagde dossier al dan niet aanwezig is, kan de lezer verifiëren door er de lijst met de aanwezige nummers van de dossiers dienstbetoon op na slaan. Indien dit het geval is kan de lezer dossier nr. X uit doos nr. Y opvragen.
Voor de dossiers van de advocatenpraktijk bestond er geen steekkaartsysteem. Voor de aanwezige nummers is op het Algemeen Rijksarchief een concordantielijst beschikbaar. Een alfabetische lijst staat ter beschikking van een archivaris om opzoekingen op naam te doen.
Het archief van Wilfried Martens bestaat in hoofdzaak uit originelen. Niettemin zijn er omvangrijke duplicaatseries aanwezig. Een parallelle reeks van de notulen en de voorbereidende dossiers van de Ministerraad en de andere overlegorganen vinden we eveneens terug bij de FOD Kanselarij van de Eerste Minister. Belangrijk hierbij is dat de voorbereidende dossiers van de Ministerraad in het archief Martens chronologisch geordend zijn en niet thematisch, waardoor beiden in zekere zin complementair zijn.
Door het gebrek aan informatie over de context valt het onderscheid tussen origineel en kopie niet altijd te maken of is er vaak vermenging. Zo was het beheer van de correspondentie bij het kabinet niet altijd even éénduidig en is het mogelijk dat (kopieën van) minuten van uitgaande brieven meermaals gearchiveerd werden. Belangrijke stukken, bijvoorbeeld correspondentie met het koningshuis, betreffen vaak kopieën. Voor de originelen dient men zich wellicht tot het archief van het koninklijk paleis te wenden. Deze regel geldt overigens ook voor andere onderzoeksonderwerpen waarvan de originelen zich elders bevinden.
ALEN, André. Algemene beginselen en grondslagen van het Belgisch Publiek recht. Boek 1. De Instellingen. Brussel, 1986.
ALEN, André & SUETENS, Louis-Paul (red.). Het federale België na de vierde staatshervorming. Brugge, 1993.
BERCKX, Paul. 150 jaar institutionele hervormingen in België. Antwerpen, 1990.
Bowie, Robert en Mouvement Fédéraliste Européen, Etudes sur le fédéralisme. Parijs, 1960 - 1962 (2 vol.)
BRASSINE, Jacques. La Belgique Fédérale. Bruxelles, 1994.
CANNEEL, Alain, Le Premier Ministre, Ses cabinets et ses services administratifs. in Cahiers Constitutionnels, Centre d'Études constitutionnelles et administratives. Louvain-la-Neuve, 1987.
CEREXHE, Etienne. Tout savoir sur la réforme de l'état belge. Diegem, 1994.
CLAES, Willy. Vice-Premiers en kernkabinetten. Een evaluatie van deze innovatie. in Res Publica, 2000, 1, p. 33-44 (Jubileumnummer Res Publica Belgica 1980-2000).
CLEMENT, Jan e.a. Het Sint-Michielsakkoord en zijn achtergronden. Antwerpen, 1993.
CLEMENT, Jan. Taalvrijheid, bestuurstaal en minderheidsrechten. Het Belgisch model. Antwerpen, 2003.
DAELEMANS, Frank en VANRIE André, De archieven van politieke partijen, syndicaten, politici en hun kabinetten in West-Europa. in Archief- en bibliotheekwezen in België, LX, 1989, 3-4.
DEHAENE, Jean-Luc. De (on)macht van de Eerste Minister. Een a-wetenschappelijke ervaringsbenadering. in Res Publica, 2000, 1, p. 23-32. (Jubileumnummer Res Publica Belgica 1980-2000).
DEHAENE, Jean-Luc. De Europese uitdaging. Van uitbreiding tot integratie. Leuven, 2004.
[DELFORGE G.], De diensten van de Eerste Minister in België. Brussel, 1977 (Onuitgegeven brochure van de Algemene Directie voor Selectie en Vorming).
DELPEREE, Francis. La Belgique fédérale. Brussel, 1994.
DELPEREE, Francis, VERDUSSEN, Marc en LANGENDRIES, Raymond. La responsabilité pénale des ministres fédéraux, communautaires et régionaux. Brussel 1997 (Centre d'études constitutionnelles et administratives, 11).
DELPEREE, Francis. La constitution de 1830 à nos jours, et même-au-dela. Brussel, 2006.
Delwit, Pascal, e.a. Gouverner la Belgique. Clivages et compromis dans une société complexe. Parijs, 1999 (Politique d'aujourd'hui).
DEMELENNE, Claude en VAES, Bénédicte, De Zaak Happart. De nationalistische valstrik. Antwerpen, 1995.
DE RIDDER, Hugo. De keien van de Wetstraat. Leuven, 1983 (Keurreeks van het Davidsfonds, 159).
DE RIDDER, Hugo. Geen winnaars in de Wetstraat. Leuven, 1986.
DE RIDDER, Hugo. Sire, geef me honderd dagen. Leuven, 1989.
DE RIDDER, Hugo. Omtrent Wilfried Martens. Tielt, 1991.
DE RIDDER, Hugo. Jean-Luc Dehaene, mét commentaar. Tielt, 1996.
DE SCHRYVER, Reginald (red.), Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt, 1998.
Devos, Carl (Red.). Ménage à trois. Quo vadis Belgica? Gent, 2003.
DEWACHTER, Wilfried e.a. (red.). Tussen staat en maatschappij. Christen-democratie in België, 1945-1995. Tielt, 1995.
DEWACHTER, Wilfried. Besluitvorming in politiek België. Leuven, 1992.
DEWACHTER, Wilfried. De mythe van de parlementaire democratie. Een Belgische analyse. Leuven, 2001.
DEWACHTER, Wilfried en Depauw, Sam. Een halve eeuw partijbureau in België. Leuven, 2005
Dondeyne, Albert. Foi Chrétienne et pensée contemporaine. Les problèmes philosophiques soulevés dans l'encyclique " Humani Generis". Leuven, 1952 (Bibliothèque Philosophique de Louvain, 10)
Dondeyne, Albert. Gelovend in de wereld. Antwerpen, 1972
DUTILLEUX, P.-Y., La Chancellerie du Premier Ministre. Fonctionnement et tâches. Brussel, 1990 (Onuitgegeven stageverhandeling Ministère de l'Intérieur et de la Fonction publique. Direction générale de la Sélection et de la Formation).
ERALY, Alain. Le pouvoir enchaîné. Etre ministre. Brussel, 2002 (La Noria, 2).
EYSKENS, Gaston. De functie van eerste minister in België, in de periode 1945-1975. in Res Publica, 1983, XXV, 4, p. 533-552.
EYSKENS, Gaston. Gaston Eyskens. De Memoires. Tielt, 1993.
Eyskens, Mark. Buitenlandse Zaken en de Oost-West kentering, 1989-1992. Tielt, 1992.
Eyskens, Mark. Hoe machtig is een minister? De politicus in de net-werkmaatschappij. in Res Publica, 2000, 1, p. 45-64. (Jubileumnummer Res Publica Belgica 1980-2000).
FONTEYN, Guido, Voeren, een heel Happart verhaal. Antwerpen, 1983.
GERARD, Emmanuel en VAN HECKE, Steven. Christian democratic parties in Europe since the end of the Cold War. Leuven, 2004 (Kadoc Studies on religion, culture and society).
GOOSSENS, Martine. Ontstaan en groei van het Vlaams parlement 1970-1995. Brussel, 1995.
GRAMMENS, Mark, Gedaan met geven en toegeven. Brussel, 1990.
Heylen, Wim en Van Hecke, Steven. Regeringen die niet regeren. Het malgoverno van de Belgische politiek (1977-1981). Leuven, 2008.
HOFLACK, Kris. De achterkant van de premier. Gesprekken met zeven regeringsleiders Pierre Harmel, Paul Vanden Boeynants, Edmond Leburton, Leo Tindemans, Wilfried Martens, Mark Eyskens, Jean-Luc Dehaene. Kessel-Lo, 1995.
Jansen, Thomas e.a. The European people's party. Origins and development. Basingstoke, 1998.
Laureys, Véronique, Party and Political Archives in Belgium. in Archief- en Bibliotheekwezen in België, 1993, p. 129-140.
Laureys, Véronique, Van den Wijngaert, Mark, e.a. De geschiedenis van de Belgische Senaat 1831-1995. Tielt, 1999.
LEERMAKERS, Luc. Het ambt van Eerste-minister in België. Retro- en perspectief. in Tijdschrift voor Bestuurswetenschappen en Publiekrecht, 1993, 48, 10, p. 649-658.
LUYKX, Theo en PLATEL, Marc. Politieke geschiedenis van België. Deel 2. van 1944 tot 1985. Antwerpen, 1985.
MARTENS, Wilfried en Diensten van de Eerste Minister. Praktische instrukties en circulaires betreffende de werking van de regering. Brussel, 1986.
MARTENS, Wilfried. Een gegeven woord, Tielt, 1985.
MARTENS, Wilfried. De memoires. Luctor et emergo. Tielt, 2006.
MARTENS, Wilfried. en DALOZE, Guy. Mémoires pour mon pays. Brussel, 2006.
MARTENS, Wilfried. en Kohl, Helmut. L'une & l'autre Europe. Discours européens 1990 - 1994. Brussel, 1994.
Mijnheer de Eerste Minister. Geschiedenis van de Belgische eerste ministers na 1944 (Catalogus tentoonstelling in het Algemeen Rijksarchief van 15 oktober tot 23 december 1989, nr. 87), Brussel, 1989.
MOLITOR, André, La fonction royale en Belgique. Brussel, 1994.
NOPPE, Jo. Het parlementaire optreden van de eerste minister in België en Nederland. Een vergelijking tussen de regeringen Martens VIII, Dehaene I en Lubbers III. in Res Publica, 2000, 4, p. 521-546.
PELGRIMS, Christophe. Ministeriële kabinetten als flexibele brug tussen politiek en administratie. Een onderzoek naar de instroom in de ministeriële kabinetten. in Res Publica, 2002, 4, p. 629-650.
PLATEL, Marc. De prinsen van Stuyvenberg. Historische beslissing of vergissing? Leuven, 1979.
PLATEL, Marc. Boudewijn. 50 jaar geschiedenis. Leuven, 1998.
PLATEL, Marc. Communautaire geschiedenis van België van 1830 tot vandaag. Leuven, 2004.
PLAVSIC, Wladimir. Mijnheer de Eerste Minister. Geschiedenis van het ambt sinds 1830. Biografieën van de Eerste Ministers van 1944 tot nu. Tielt, 1989.
Ruys, Manu. Achter de maskerade. Over macht, schijnmacht en onmacht. Kapellen, 1996.
SENELLE, Robert. De staatshervorming in België. Brussel, 1978-1999 (Vol. 1-5).
SENELLE, Robert. De ministerraad in België. Zwolle-Antwerpen, 1983
SENELLE, Robert. Ministeriële verantwoordelijkheid en ministeriële verantwoording. Administratief lexicon. Brugge, 1984.
SENELLE, Robert. Kronieken van de Vlaamse Staatsvorming. Tielt, 1999.
SENELLE Robert, CLEMENT Miel en VAN DE VELDE Edgard, Handboek voor de Koning. Tielt, 2004.
Smits, Jozef. Les standen dans les partis sociaux-chrétiens. Brussel, 1986 (Courrier hebdomadaire [du] CRISP, 1134-1135).
STENGERS, Jean. De koningen der Belgen. Macht en invloed van 1831 tot nu. Leuven, 1992 (Historische reeks Davidsfonds, 10).
SUETENS, Mik en WALGRAVE Stefaan. Leven en werk van de kabinetsleden. Wie zijn de mannen achter de minister en wat doen ze? in Res Publica, 1999, 3/4, p. 499-528.
THERRY, Marc. Archiefinspectie en -selectie bij de Diensten van de Eerste Minister. in Inspecties en selectie. Handelingen van de studiedag gehouden te Brussel op 20 mei 1997. Brussel, 1998, p. 25-34 (Miscellanea archivistica studia, 107).
Tindemans, Leo e.a. Europa in goede handen. Hasselt, 1994.
Tindemans, Leo. De memoires; Gedreven door een overtuiging. Tielt, 2002.
TODTS, Herman. Staat in ontbinding? België. De jaren '80. Leuven, 1988.
TODTS, Herman. Van België naar Vlaanderen. Brussel, 1989.
VAN DE VOORDE, Aloïs. Het dramatisch eerste ministerschap van Mark Eyskens. Een terugblik na twintig jaar. in Res Publica, 2000, 4, p. 429-481.
VAN HAEGENDOREN, Maurits. Van taalstrijd tot staatshervorming. Leuven, 1983.
Vanhauwaert, Hannes. Fractiearchieven in Vlaanderen. Een verkennende studie met een inventaris van het fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse 'decreterende instellingen' (1970-2004) bewaard door het Kadoc, Brussel, 2006 (Onuitgegeven verhandeling Vrije Universiteit Brussel. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Sectie Geschiedenis. Master na Master Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer)
Van Hecke, Steven. Machtsstrijd in en rond het nieuwe Europese Parlement. Gent, 2004.
Van Hecke, Steven. Christen-democraten en conservatieven in de Europese Volkspartij. Ideologische verschillen, nationale tegenstellingen en transnationale conflicten. Leuven, 2005. (Nieuwe reeks van doctoraten in de sociale wetenschappen; 86)
Van Hecke, Steven, e.a. Christian democratic parties in Europe since the end of the Cold War. Leuven, 2004 (KADOC Studies on religion, culture and society; 1)
Van Miert, Karel. Mijn jaren in Europa. Herinneringen van een eurocommissaris. Tielt, 2000.
VAN ORSHOVEN, Joseph. Het ministerieel comité voor economische en sociale coordinatie. in Res Publica, 1972, XIV, 3, p. 591-623.
VAN ORSHOVEN, Joseph. Centrale politieke structuren en werkwijzen in België. Brussel, 1981 (Belgisch instituut voor bestuurswetenschappen. Publicaties, 1).
VAN PAEMEL, Eddy. De Ministerraad en de Ministeriële Comités. Structuur, werking en administratief beheer. 1981.
VELAERS, Jan. De Grondwet en de Raad van State, Afdeling Wetgeving. Vijftig jaar adviezen aan wetgevende vergaderingen, in het licht van de rechtspraak van het Arbitragehof. Antwerpen, 1999.
Verdoodt, Frans-Jos. De oude karavaan trekt voorbij. Wilfried Martens, zijn politieke generatie, zijn herinneringen. in Wetenschappelijke tijdingen, LXVIII, 2009, nr. 1, p. 145-162.
VERHOFSTADT, Guy. De weg naar politieke vernieuwing. Het Tweede Burgermanifest. Antwerpen/Baarn, 1992.
Verleyen, Frans, Met Martens door de woestijn. Een reisjournaal. Antwerpen, 1994.
Verleyen, Frans, Hemel en aarde in de Wetstraat. Tielt, 1997
WITTE, Els, CRAEYBECKX, Jan en MEYNEN, Alain, Politieke Geschiedenis van België. Brussel, 1997.
WITTE, Els en VAN VELTHOVEN, Harry. Taal en politiek. De Belgische casus in een historisch perspectief. Brussel, 1998.
Als auteur van deze inventaris heb ik het nodige voorbereidend onderzoek en de eerste analyse en beschrijving van de verschillende archiefbestanddelen uitgevoerd in de periode juli 2002 - juni 2008. Naast de obligate literatuurstudie met de daarbij horende organisatiestructuur van de diverse kabinetten, de EVP en de andere organisaties, enz. was de opmaak van een archiefschema een niet voor de hand liggende opgave. De uitbouw van het archiefschema was trouwens een evolutief proces gedurende de opmaak van de inventaris. (12)Tijdens de opmaak van de beschrijvingen werd een schoning doorgevoerd, door het verwijderen van echte dubbels en - in de mate van het mogelijke - van materialen die de papieren dragers en de daarop gebruikte inkt aantasten. Bindingen en paperclips in kunststof vervangden de ordners, de papierklemmen, de roestende nietjes, de plastic mappen en de hoesjes. Deze systemen laten toe de interne orde van de archiefbestanddelen te behouden en te beschermen. Selecties werden slechts in beperkte mate doorgevoerd. Collega Marc Therry pleitte in deel I van de inventaris van de archiefvormer voor terughoudendheid en voorzichtigheid op dit vlak. Vanuit praktisch oogpunt was het trouwens niet haalbaar een selectie door te voeren. Het doorvoeren van selecties zou in veel gevallen een vergelijking tot op stukniveau vergen. Een dergelijke werkwijze zou de toets van de "meeropbrengsten" in geen geval doorstaan. De belangrijkste selectie was het afzonderen van de publicaties van derden in het archief. Deze werden samen met de beschrijvingen toegevoegd aan de bibliotheek van Wilfried Martens die in de bibliotheek van het Algemeen Rijksarchief berust.
Tijdens het maken van de beschrijvingen werd in de mate van het mogelijke een fysieke ordening doorgevoerd om de grote reeksen te reconstrueren. Een snelle inventarisatie van deze grote archiefreeksen lag immers niet voor de hand. De duizenden dossiers betreffende dienstbetoon en de advocatenpraktijk zaten immers verspreid over diverse overdrachten. Voor een deel van de inventarisering kon ik een beroep doen op de overdrachtslijsten van collega Marc Therry. Voor circa één derde van het archief of 140 strekkende meter waren overdrachtslijsten beschikbaar.
Pas na het doorlopen van het volledige archiefbestand was het mogelijk het geleidelijk gegroeide concept-archiefschema in een definitieve versie te gieten en de archiefbestanddelen te ordenen. Deze intellectuele ordening - de inpassing in het definitieve archiefschema - vond in de periode januari 2008 - juli 2009 plaats. De regelmatig voorkomende praktijk van het "thematisch groeperen" was in dit geval uitgesloten door de complexiteit van het archief.
Eind 2011 kreeg ik de opdracht de ontwerpversie van de inventaris grondig te herwerken waarbij de nadruk kwam te liggen op het maximaal groeperen van de stukken onder summiere beschrijvingen. (13)Verder werden pro-memorie beschrijvingen en annotaties met onder meer verwijzingen naar de kabinetsmedewerker of specifieke redactionele vormen zoveel als mogelijk verwijderd. Wat de data betreft, werden enkel de jaartallen weerhouden tenzij het over seriële stukken gaat of het specifieke gebeurtenissen betreft.
Tenslotte werden alle niet-conventionele stukken uit de ontwerpversie van de inventaris verwijderd, dit in afwachting van digitalisatie. Het bestand bevat immers een rijke collectie audiovisuele stukken met onder meer een groot aantal videobanden, foto's en contactplaten. Dit geldt ook voor de relatiegeschenken, die de archiefvormer in het kader van zijn functie ontving.
Het "papieren" archief werd tot slot in de loop van 2014 herverpakt en geëtiketteerd door het personeel van de afdeling 5 dat belast is met het beheer van de collecties van het Algemeen Rijksarchief.
Lijst van buitenlandse staatshoofden, regeringsleiders en -leden en andere personaliteiten
1 | Tekstontwerp "L'autre Martens". Z.d. [1979]. | 1 stuk | |||||||
2 | Stukken betreffende proefschriften van studenten over Wilfried Martens. 1979-1994. | 4 stukken | |||||||
3 - 5 | Stukken betreffende de schooltijd. 1980-1986, z.d. | ||||||||
3 | Kleuterklas (1940). | 2 stukken | |||||||
4 | Sint-Vincentiuskollege in Eeklo. | 1 stuk | |||||||
5 | Katholieke Universiteit Leuven (1960). | 1 stuk | |||||||
6 | Net-exemplaar van publicatie van Aimé Van Butsel Sur les traces de Wilfried Martens. Histoire d'une ascension. 1985. | 1 omslag | |||||||
7 - 8 | Publicatie van het boek Wilfried Martens. Een gegeven woord door de uitgeverij Lannoo. 1985. | ||||||||
7 | Nederlandstalig. | 1 deel | |||||||
Toelichting: verschenen onder de titel Parole donnée. Autoportrait in de reeks Collection Politiques Didier Hatier. | 8 | Franstalig. | 1 deel | ||||||
9 | Stukken betreffende de uitgave van het boek Wilfried Martens.Een gegeven woord door de uitgeverij Lannoo. 1985-1986. | 1 pak | |||||||
10 | Exemplaren van dagbladen van zondag 19 april 1936, zijn geboortedag, ontvangen ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. 1986. | 1 omslag | |||||||
11 | Brief betreffende het te verschijnen boek Geen winnaars in de Wetstraat van journalist Hugo De Ridder. 1986. | 2 stukken | |||||||
12 - 13 | Stukken betreffende genealogie. 1986-1989, z.d. | ||||||||
12 | Kwartierstaat en andere genealogische gegevens. | 1 omslag | |||||||
13 | Stamboom van de familie Vanlaecken. | 1 omslag | |||||||
14 | Diplomatiek paspoort. 1986-1992. | 1 deel | |||||||
15 | Bescheiden betreffende een ontmoeting met lezers van de krant De Standaard onder de rubriek "Ten huize van .. Wilfried Martens". [1987?]. | 1 omslag | |||||||
Toelichting: verschenen in Zeg, 13de jg. Nr. 1, februari 1990. | 16 | Artikel Wilfried en Lieve Martens binnenskamers. 1990. | 1 stuk | ||||||
17 | Briefwisseling betreffende de uitgave van het boek Omtrent Wilfried Martens van Hugo De Ridder. 1991. | 1 pak | |||||||
18 | Stukken betreffende de uitgave van het boek Met Martens door de woestijn. Een reisjournaal door Frans Verleyen. 1994. | 1 pak | |||||||
19 - 25 | Bescheiden betreffende de memoires gepubliceerd in 2006. 2004-2006 (2000). | ||||||||
19 | Basisteksten van de hand van Wilftried Martens, Hugo De Ridder en Pieter Ronsijn. | 1 pak | |||||||
20 | Basisteksten met aantekeningen/verbeteringen van Wilfried Martens. | 1 pak | |||||||
21 | 'Geverdaniseerde' versie van Memoires-teksten. | 1 pak | |||||||
22 | Memoires-teksten na tweede lezing, november - december 2005. | 1 pak | |||||||
23 | Memoires-teksten na derde lezing door Hugo De Ridder, januari 2006. | 1 pak | |||||||
24 | Memoires-teksten na derde lezing door Wilfried Martens, januari 2006. | 1 pak | |||||||
25 | Drukproeven van uitgeverij Lannoo, met aantekeningen van Hugo De Ridder en Pieter Ronsijn. | 1 pak | |||||||
26 - 46 | Stukken gebruikt bij de opmaak van de memoires. 2004-2006 (jaren 1940). | ||||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 26 | Toelichting en correspondentie. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 27 | Hoofdstukken 1 en 2. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 28 | Hoofdstukken 3 en 4. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 29 | Hoofdstukken 5 en 6. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 30 | Hoofdstukken 7 en 8. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 31 | Hoofdstukken 9 en 10. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 32 | Hoofdstukken 11, 12, 13 en 14. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 33 | Hoofdstukken 15, 16, 17 en 18. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 34 | Hoofdstukken 19 en 20. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 35 | Hoofdstukken 21, 22 en 23. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 36 | Hoofdstukken 24, 25 en 26. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 37 | Hoofdstukken 26 en 27. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 38 | Hoofdstukken 28 en 29 (1). | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 39 | Hoofdstukken 28 en 29 (2). | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 40 | Hoofdstukken 28 en 29 (3). | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 41 | Hoofdstukken 28 en 29 (4). | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 42 | Hoofdstukken 30 en 31. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 43 | Bijkomende hoofdstukken en informatie. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 44 | Selectie van foto's en bijschriften. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 45 | Documentatie betreffende onder meer inspiratiebronnen, presidenten, filosofen of ideologie. | 1 pak | ||||||
Toelichting: verzameld en geklasseerd door Pieter Ronsijn. | 46 | Krantenartikels en documentatie uit de periode 1988-1992. | 1 pak | ||||||
47 | Lijst van stukken geproduceerd of verzameld in het kader van de opmaak en de publicatie van de memoires van 2004 tot 2006. 2006. | 1 stuk | |||||||
48 - 51 | Stukken betreffende de voorstelling van de memoires. 2006. | ||||||||
48 | Organisatie van de voorstelling. | 1 omslag | |||||||
49 | Voordrachten naar aanleiding van de voorstelling van de memoires. | 1 pak | |||||||
50 | Berichtgeving in de media. | 1 pak | |||||||
51 | Coördinaten van personen die een exemplaar kregen toegestuurd. | 1 omslag | |||||||
52 | Lezersbrieven betreffende de inhoud van de memoires. 2006. | 1 omslag | |||||||
53 | Verzamelde documentatie betreffende het toneelstuk 'Martens' van Bart Meuleman en Koen de Sutter. 2006. | 1 omslag | |||||||
54 | Stukken betreffende de uitgave van een Engelstalige versie van de memoires. 2006-2007. | 1 omslag |