Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers (delen en banden, nr. 1102) en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473

Archive

Name: Rekenkamer te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven van de graaf van Vlaanderen

Period: 1300-1795

Inventoried scope: 58,5 linear meters

Archive repository: National Archives of Belgium

Heading : Spanish or Austrian Netherlands

Inventory

Authors: W. Stevens

Year of publication: 2013

Code of the inventory: I 548

...

Archief

Zie Erik AERTS, Geschiedenis en archief van de Rekenkamers, Brussel, 1996.

Inhoud

Het eerste werk over het leenhof van Dendermonde verscheen in 2006 dat door het VVF afdeling Dendermonde werd uitgegeven en draagt als titel Het Leenhof van Dendermonde. Dit leenboek werd in 1602 door Mher. Charles d'Aubremont, hoogbaljuw van Dendermonde, opgemaakt (Rekenkamer, delen, nr. 1103). Soms verwezen randnota's naar gegevens uit de periode 1550 of 1580. We verkozen dit register integraal te transcriberen in de oorspronkelijke taal - het oud Nederlands.
Waarschijnlijk lag de ordonnantie van 28 februari 1462 n.s. uitgevaardigd door de hertog aan de basis van het opstellen van de nieuwe registers. In deze ordonnantie werd duidelijk aangegeven aan welke verplichtingen een nieuwe leenhouder moest voldoen. Bij verandering van eigenaar van het leen, door erfenis of verkoop, was men verplicht een verhef van 10 pond parisis aan de vorst te betalen, 20 groot Vlaams, of 20 schellingen kamerlinggeld was voor de baljuw. Kleinere lenen moesten slechts de waarde van de beste opbrengst van de laatste drie jaren betalen. Omdat het land van Dendermonde keizerlijke allures had en een ietwat andere rechtspositie had dan de rest van het graafschap Vlaanderen moesten de leenmannen géén officiële toelating hebben om hun leen te verkopen zoals gebruikelijk in de andere leenhoven van Vlaanderen. (1)
De werkmethode en de gedachtengang van dit tweede werk over het leenhof is enigszins gewijzigd. Het register van 1473, verder spreken we van het oud register, is in het Frans opgesteld. Dit hebben we zo overgenomen. De belangrijkste gegevens uit de denombrementen hebben we in hedendaags Nederlands weergegeven. Het zou de lezers afschrikken als zij ook de leenverheffingen in de oorspronkelijke bestuurstaal zouden moeten lezen.
Wat de datering van het oud register betreft, kunnen we dit stellen. In de tweede helft van de 15e eeuw werd aan Daniel vten Eechoute, ontvanger van Dendermonde, opdracht gegeven nieuwe registers van de cijnsplichtigen aan te leggen. Door de troebelen, opstanden en oorlogen betaalden veel onderdanen hun belastingen niet. Het gevolg laat zich raden. De hertog leed hierdoor grote financiële schade. Gedurende vijf à zes jaar lang reisde de ontvanger van stad naar stad, van dorp naar dorp. Iedereen die schatplichtig was, werd in afzonderlijke schriftjes opgetekend. Om dit werk tot een goed einde te brengen onderzocht de ontvanger diverse oudere registers. Nadien werden zijn afzonderlijk notities in acht perkamenten registers overgeschreven. Die acht registers overhandigde de ontvanger aan de voorzitter en de raadslieden van de rekenkamer te Mechelen. Omdat de ontvanger de instructies niet nauwkeurig had opgevolgd, papieren registers i.p.v. perkamenten, wordt zijn loon van 300 pond par. teruggebracht naar 200 pond par. (2)
Naar aanleiding van mijn onderzoek van de domeinrekeningen uit de 15e eeuw trok dhr. F. Nachtergale uit Ronse mijn aandacht op de datering van mijn eerste werk over het leenhof. Het register dat in 1602 werd vernieuwd, baseerde zich nog steeds op de gegevens uit 1477!
Het oud register dat we nu geraadpleegd hebben kan - en zal wellicht gebaseerd zijn op- een verwerking zijn van gegevens uit de 14e eeuw. Alleen de bestudering van archivalia uit de 14de eeuw kan een uitsluitsel brengen.
Hieruit volgt dat ons werk niet af is. De publicatie van een derde deel over het leenhof dringt zich op. Archiefonderzoek van de dokumenten uit de 14e eeuw van de Rekenkamer in Rijsel moet zeker gebeuren. Bovendien hebben we tijdens ons onderzoek vastgesteld dat slechts een zeer beperkt aantal (ongeveer 1200 stuks) denombrementen zijn bewaard gebleven. Andere bronnen, zoals de baljuws- en de domeinrekeningen die in het Algemeen Rijksarchief te Brussel bewaard worden, kunnen nog bijkomende gegevens bevatten. En toch zal met een derde deel alles niet te boek zijn gesteld.... geschiedenis is nooit af !!!
Geregeld komt de uitdrukking ten gevolge voor in ons werk. Een verklaring van dit gebruik in het leenhof wordt in het denombrement nr 3930 (p. 370 onder Lebbeke) verklaard. De bewoordingen belast met een paardendienst hebben we cursief laten staan.
Hierbij danken we Dr. M. Carnier van het Rijksarchief te Brussel die met raad en daad de lay-out heeft uitgewerkt. Het lezen, nazien van de teksten en waar nodig de fouten aan te wijzen heeft veel tijd in beslag genomen. Kortom hij is de dirigent van het orkest.
Nog enkele woordjes uitleg over de kaft-illustratie. Het zegel onderaan het denombrement nr. 3710 is dat van Andries Andries heer van Wakken. Zijn handtekening vinden we terug op zijn huwelijkscontract met Maria van Haveskercke. Hij was rentmeester van de dame van Ravenstein en ontvanger van Bewesterschelde in Middelburg, Zeeland. De echtelingen hadden twee kinderen, waarvan Adolf die gehuwd was met een van den Berghe. Uit dit huwelijk kwamen geen kinderen. De dochter Clara huwde met Antoon II, bastaard van Antoon I de grote bastaard van Bourgondië. Zij hadden een talrijk nageslacht waaronder ook de beroemde bisschop Triest.
De meeste nakomelingen van Adriaan Andries, stamvader van onze familie Andries werd poorter van Brugge in 1443. De meesten van zijn kinderen kwamen terug naar het Dendermondse. Zij vervulden meestal bestuursfuncties in Hamme, Zele en Baasrode.

Aanwijzingen voor het gebruik

Een niet te versmaden bron om de lokale geschiedenis te stofferen bestaat in het raadplegen van de rekeningen. Het leert ons veel over de plaatselijke gewoonten en gebruiken, over oorlog en vrede en over het klimaat.
Dit werk kwam tot stand door het raadplegen van verschillende archivalia uit de Rekenkamer van Rijsel, bewaard in het Algemeen Rijksarchief te Brussel.
De basis is het register 1102, zijnde de leenontvangsten van de graaf van Vlaanderen van het land van Dendermonde, opgemaakt in de tweede helft van de 15e eeuw. Bij het bestuderen van deze bron moeten we goed indachtig zijn dat de graaf van Vlaanderen persoonlijk heer was van Dendermonde, stad en land. Het archief van het leenhof beperkt zich dus niet alleen tot de heerlijkheden op de rechter- en de linker Scheldeoever.
Het dokument is geschreven in het Bourgondisch oorkondenschrift in het Frans. We hebben dit volledig overgenomen en in hedendaags cursief schrift weergegeven. De voor- en de toenamen van de personen die in het register voorkomen hebben we ongewijzigd overgenomen. De lezer moet zelf zijn conclusies trekken of bepaalde personen één en dezelfde zijn.
Verder hebben we de toponymische gegevens in cursief hoofdletter geschreven. We laten ook de behandelde plaatsen in de oorspronkelijke volgorde in het register staan.
Meermaals wordt de plaatsnaam Belle vermeld. De meest voor de hand liggende plaatsnaam hiervoor is Denderbelle. We moeten echter de lezer, gebruiker er attent op maken dat ook de dorpen Sint-Gillis-Belle en Schellebelle tot het woordje Belle kunnen afgekort worden.
In het archief van de Rekenkamer hebben we de leenverheffen van het land van Dendermonde onderzocht, geanalyseerd en de voornaamste gegevens opgesomd en in een hedendaags Nederlands omgezet. Dit bestand omvat ongeveer een 1200 stuks. Sommige stukken hebben we integraal in het Frans laten staan om aan de geest van het dokument geen geweld te doen.
We hebben de korte inhoud van de denombrementen gecombineerd met het register 1102 met inachtname van de volgorde van de plaatsen in het oud register. Die korte inhoud hebben we in het gewone lettertype gezet om geen eentonigheid in het werk te brengen.
De gegevens uit twee kleinere registers, de nummers 24644 en 24653 uit dezelfde periode, hebben we achter de rubriek van de denombrementen vermeld.
In dit werk kunt u dus de volledige transcriptie van RK, register nr. 1102 terugvinden en de beschrijving van de leendenombrementen van het Hof van Dendermonde, een chartercollectie die deel uit maakt van de Rijselse Rekenkamer. De denombrementen worden zoals gezegd geplaatst onder de rubrieken van het leenregister. Binnenkort zullen ze nog in een aparte inventaris verschijnen in dezelfde vorm zoals reeds voor de denombrementen van de Burg van Veurne en het Kasteel van Kortrijk is gebeurd.
Het origineel nr. 1102 kan in het Algemeen Rijksarchief aangevraagd worden met I 001, de nrs. 24644 en 24653 met de I 006, de originele denombrementen met I 440.

Bijlage bij de nadere toegang

Bijlage bij de nadere toegang

4441Margriete sBruwers begijntje, doet verhef van haar leen van een bunder gelegen in Sint Odolfs Brouc binnen de vrijheid in DMEERELBROUC genoemd GROTEN BOCHT en aan de meers van Lauwereys Boden. Tot het hoofdleen behoren twee mannen te weten Jan van der Donc houdt een half bunder en de andere is Margriete sBackers ook begijntje die een half bunder houdt. Het rapport werd gezegeld door Jan Boele op verzoek van de leenhoudster op 24 juni 1430.
4442Zegher van Pottersberghe voogd en dingelijk man van Maria van Elselaer doet verhef van haar leen van twaalf en half bunders groot gelegen in de vrijheid van Dendermonde. Van het hoofdleen worden vijf bunders en half in de vrijheid gehouden ook in het vrije gelegen. Nog heeft zij een heerlijke penningrente van 28 deniers par. op zeven bunder erfgrond. Het rapport werd door Zegher van Pottersberghe gezegeld op 24 juni 1430.
4443Jan van der Braemt doet verhef van zijn leen genoemd TGOED TER MEERE gelegen binnen de vrijheid en is negentien bunders groot. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juni 1430.
4444Jan Christiaens doet verhef van zijn leen van een half bunder winnende land binnen de Vrijheid gelegen tussen het leen van Adriaen van de Capelle en het leen van Hendric Stols. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 juli 1430.
4445Willem van der Haghe doet verhef van zijn leen gelegen aan DEN TERDT VAN DEN VERE TE THIELRODE. Het rapport werd gezegeld door Jan Boelle, omdat de leenhouder geen zegel bezit, op 3 juli 1430.
4446Jan Claus zoon van Jan hanchier van de hertog van Bourgogne en graaf van Vlaanderen en als sterfman van het Godshuis van Affligem doet verhef van een leen. Het rapport werd gezegeld door Jan Claus op 4 juli 1430.
4447Ghiselbrecht de Lu doet verhef van zijn leen wezende een jaarlijkse rente van twaalf ponden par. die de leenhouder heft wegens het bezit van de ammanie van Dendermonde. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 8 juli 1430.
4448Joes Triest doet verhef van zijn leen zijnde een jaarlijkse erfelijke rente van tien pond groot dat hij heft op het goed en heerschip te Massemines. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 24 juli 1430.
4449Adriaen van der Capelle doet verhef van zijn leen en manschap van vier dagwand en dertig roeden winnende land gelegen binnen de vrijheid TCRAYNEM VELT genoemd. Tot het leen behoort een jaarlijkse heerlijke rente van zestien schellingen par. dat de leenhouder heft op zestien bunders erfgrond DINGHENE VELDE genoemd gelegen in Opwijk toebehorende diverse laten. Nog behoort aan het hoofdleen acht manschepen toe binnen Denderbelle te weten Jan de Keysere zoon van Jan houdt een bunder helftwinning, Pieter Parellin houdt een bunder helftwinninge en Jan van der Gracht houdt twee bunders helftwinning in twee manschepen. Binnen Appels: Jan van den Hende houdt vier en half roeden meers en Hildewaert van den Driessche houdt ook vier en half roeden meers. Nog in Opwijk houdt de vrouw sMeirs zes dagwand winnende land en heer Godevaerd van der Elst houdt een dagwand winnende land. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 26 juli 1430.
4450Nycaesis de Bels doet verhef van zijn leen zijnde een erfgelijke jaarlijkse rente van drie pond groot geldende de twee delen van het groot veer DEN GROETEN VEERE van Dendermonde. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 augustus 1430.
4451Pieter van den Male doet verhef van zijn leen zijnde DE GROETE VEERE VAN DENDERMONDE in de Schelde waarvan Jan van der Schelde het derde deel houdt.in leen. De twee delen zijn belast met een erfelijke jaarlijkse en eeuwigdurende rente van drie pond groot tournois die Nicaesis de Bels in leen houdt. Men is verplicht de heer en de vrouw van Dendermonde en hun huisgezin met veer over te voeren mids dat men van de veerlieden iets in natura geeft in de herberg zoals men van oude tijden gewoon is te doen. De voordelen en eigendommen op vier dorpen gelegen aan de Schelde en de Durme behoren aan het hoofdleen toe. Deze dorpen zijn Zele, Hamme, Moerzeke en Grembergen. In Zele, Hamme en Moerzeke heeft de leenhouder van het veer het recht van ieder huishoudende persoon en die vuur heeft [in de betekenis van een schouw] en die plouch winningghe houden of niet, een brood te eisen. Van iedereen die plouchwinninghe houdt die koren [graan] wint of doet winnen twee rugghen scoeve. Van elke inwoner van Grembergen en vuur [een schouw] heeft of hij plouchwinningghe doet of niet betalen een recht van een gebakken huishoud brood. Het overzetten wordt als volgt belast : met twee paarden geeft men vier schoven, drie paarden zes schoven en vier paarden acht schoven, half rogge half evene. Bovendien moet elk persoon die in Dendermonde woont er een huisgezin onderhoudt en vuur brand jaarlijks een sterling of ingghelsche betalen. Elke inwonder uit de hogervermelde vier parochies die het veer gebruiken moeten een ei of een lee was geven. De leenhouder is verplicht tot een paardendienst. De leenhouder zegelde het rapport op 11 november 1430.
4452Lodewijc van Masseminne heer van HOELBEKE wettelijk voogd over Oigiers van Masseminne zoon van wijlen Louis van Masseminne, heer van Uitbergen en Overmere, doet verhef van de heerlijkheden van Uitbergen en Overmere. Deze heerlijkheden hebben de drie justitie graden. Tot het leen behoort ook een penningrente die diverse personen op diverse plaatsen moeten ten bedrage van van veertig pond par. en in natura 236 hoederen en 6 spint en een halster evene. Ook het recht van de visserij en de vogelvangst behoren tot de heerlijke rechten. Ook in BARELBROUC heft de leenhouder zijn rechten zo o.m. de warande en de schoof dat de vierde opper van sommige plekken van meersen is. Ook de helft van de windmolden in Overmeere is in zijn bezit. Tot het hoofdleen behoren eenenzestig manschepen. Het derdedeel van deze heerlijkheden houdt Ghyselbrecht van Massemen broer van de leenhouder in leen die Ogier staat ten gevolge. Het rapport werd door Louis van Masseminne gezegeld op 28 april 1432.
4453Jan Boele doet verhef van zijn leen van een half bunder liggende binnen de vrijheid naast Cornelis Scormans en Gheert Moens. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 20 juli 1440.
4454Jacob Pieters zoon van Daneel doet verhef van zijn leen bestaande in een jaarlijkse rente van zes schellingen negen penningen par., drie hoenderen die de leenhouder heft op zekere erfgronden te weten : drie schellingen vijf penningen par. op vier bunders erfgrond in diverse percelen binnen Dendermonde naast TEN ABBEELLE TEN VEERE. Nog drie schellingen vier penningen par. op twintig dagwand erfland in diverse percelen binnen Zele gelegen waarvan elf dagwand liggen naast DEN SPILDOREN en de negen dagwand naast DER DWEERSTRATE. De drie hoenderen worden geheven op twee bunders erfgrond genoemd DE WONACKERE in Grembergen gelegen en voor een gedeelte toebehorende de kinderen van Jan Heins.Verder houdt men van het hoofdleen vier manschepen te weten : Jan van Bugghenhout houdt vijf dagwand leens gelegen in ROOSEBROUC binnen Sint-Gillis. Neel Callen houdt een dagwand leen in het zelfde broek, de derde is heer Jan Esscherijc die een bunder in leen houdt en de vierde houdt Cateline Bosch dochter van Diederick, vrouw van de leenhouder, die een dagwand in leen houdt in Zele gelegen. De leenhouder zegelde het rapport op 13 juli 1440.
4455Joorkin van der Braemt doet verhef van zijn leen genoemd TER MEERE negentien bunders groot waaronder meersen en winnende land, gelegen in diverse percelen. Het rapport werd gezegeld door Hyoen van den Braemt broer van Joorekin als voogd op 23 juli 1440.
4456Pieter van Leppevelde als wettelijk man van Margriete van Acker doet verhef van haar leen van twee vaatzaad. Het rapport werd gezegeld door Jan van den Acker op 25 juli 1440.
4457Joes Sterrinc doet verhef van zijn leen van twaalf roeden binnen de vrijheid gelegen IN DEN GROOTEN BUCHT en is een meers gelegen IN MEEREEL BROUC palende aan Pieter van der Donct zoon van Jan en aan het TGASTHUUS MEERSCH. Van het hoofdleen houdt Pieter van der Donct een leentje van vier roeden. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juli 1440.
4458Arent van Buedeghem doet verhef van zijn leen van negen bunders en half en een half dagwand. Van het leen Michiel van Brieghen houdt veertien bunders die de leenhouder ten gevolge staan en Olivier van Buedeghem houdt drie dagwand. Van het hoofdleen houdt men nog eens tien dagwand erfgrond geldende een penning per jaar en ten vijfthiensten scove gelegen op TCLEEN BROENBROUC METTEN SCILDEKENE. De leenhouder heeft van de tien dagwand de tiende penning. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 augustus 1440.
4459Jan Joes doet verhef van zijn leen van twaalf roeden gelegen binnen de vrijheid naast DE BOUWENS BRUGGHE. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 3 augustus 1440.
4460Margriete Staes doet verhef van haar leen van zes dagwand gelegen buiten de steenpoort aan de steenweg palende aan Jan van der Donc. Het rapport werd gezegeld door Pieter Cokere zonder opgave datum.
4461Pieter Cokere doet verhef van zijn leen van een zes dagwand en een half gelegen buiten de steenpoort aan de steenweg palende aan heer Jan Vinghezone. De leenhouder zegelde het rapport zonder opgave van datum.
4462Heer Jan van de Voorde priester doet verhef van een leen van een bunder gelegen UP DE GROOTE GHEEST naast Janne den Vos en Janne van Leppevelde. Het rapport werd gezegeld door Janne van Hofstede omdat de leenhouder geen zegel bezit op [1 augustus] 1440.
4463Adriaene van der Braempt weduwe van Jan vuten Hove doet verhef van haar leen TGOET TER BRAEMPT genoemd en gelegen uiten Dendermonde binnen de vrijheid groot met een hofstede en winnende land, meersen en bossen achtien bunders. De leenhouder kocht de twee delen van Jan van der Braempt zijn broer en het derde van het leen staat de leenhouder ten gevolge van meester Joos vuten Hove zijn zoon. Het rapport werd gezegeld door meester Joos vuten Hove op 26 februari 1514 n.s.
4464Daneel Calier zoon van Jan doet verhef van zijn leen van zes dagwand gelegen buiten de steenpoort palende aan het erf van de erfgenamen van Jan Calier. De jaarlijkse waarde van het leen wordt op 24 schellingen groot geschat. De helft van het leen staat de leenhouder ten gevolge wegens het bezit door de kinderen van wijlen Daneel Calier zijn oom. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 maart 1514 n.s.
4465Phelips van Nyvele doet verhef van zijn leen gelegen buiten de Mechelse Poort binnen de vrijheid en is zes dagwand groot. Het leen paalt aan Cornelis Hermans, aan een straatje lopende TEN VLASSENBOSCH. Het leen wordt op een jaarlijkse waarde van een pont acht schellingen groot geschat qua pachtopbrengst. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 28 februari 1514 n.s.
4466Daneel Calier zoon van Jan doet verhef van zijn leen gelegen buiten de Stenepoort palende aan de BAELDE PUTTE. De jaarlijkse waarde van het leen wordt op 24 schellingen groot geschat. De leenhouder zegelde het rapport op 1 maart 1514 n.s.
4467Phelips Pieters zoon van meester Jan doet verhef van zijn leen wezende een rente van zes schellingen negen penningen par. en drie hoenen jaarlijkse heerlijke rente. De rente wordt geheven op diverse erfgronden te weten : drie schellingen vier penningen par. op vier bunders erfland in diverse percelen naast TEN ABBEELE TER VEERE gelegen en drie schellingen vier penningen par. op twintig dagwand erfland in twee percelen in Zele. Van deze laatste zijn elf dagwand gelegen naast DEN SPILDOREN en negen dagwand naast de Dweerstrate. De hoenderen worden geheven op twee bunders erfland in Grembergen gelegen waarvan de ene helft toebehoort aan Marie Smeets dochter van meester Mechiel en de andere helft Johanna Heyns, vrouw van Jan Baten. Verder houdt men van het hoofdleen nog vier lenen en manschepen te weten : Gillis Pieters zoon van Simoen houdt vier dagwand gelegen in TROESBROUC in Sint-Gillis, het ander houdt Pieter Spot alias Everdey kousenmaker een bunder groot ook in Roesbrouc gelegen. De derde houdt jonkvrouw Isabeele Pieters zuster van de leenhouder een dagwand gelegen achter haar hofstede van DEN GOEDE TE VELDE binnen Zele. Het vierde houdt Gillis Pieters van een dagwand ook in Roesbrouc. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 maart 1514 n.s.
4468Zie bijlage voor beschrijving.
4469Pieter Nachtegale als vader en voogd over Jooskin Nachtgale zijn zoon doet verhef van zijn leen gelegen buiten de Mechelpoort binnen de vrijheid en buiten dijks genoemd TSCHOORKIN twee dagwand groot. Het leen paalt aan het schoorken van Philips de Smet. De jaarlijkse pacht van het leen wordt op twee schellingen groot geschat. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 11 september 1514.
4470Jan van der Guchte doet verhef als voogd over Margriete Deschamps aan heer Olivier van Royen hoogbaljuw van Dendermonde, van zijn leen zijnde een jaarlijkse heerlijke rente van honderd vijftig pond par. te betalen in oude Philips Stuivers aan twee groot Vlaams het stuk. Deze rente werd door de heer van Meulembeke op de heerlijkheid van Muelembeke verkocht en is deze leenhoudster gesuccedeert bij het overlijden van jonkvrouw Katheline Deschamps haar tante. Het rapport werd gezegeld en ondertekend door Jan van der Guchte op 1 juli 1515.
4471Adriane van der Braempt, dochter van Joorys, doet verhef van haar leen TGOET TER BRAEMPT genoemd gelegen binnen de vrijheid en omvat land, meers, waters en bossen en is achtien bunders groot. het goed ligt onverdeeld met meester Joos vuten Hove zoon van de leenhoudster. Het leen paalt aan de Sint Oonolfs dijk, aan DE POELSANT, aan Gheert Govaerts en het goed van het gasthuis. Het rapport werd gezegeld door meester Joos vten Hove op 12 juli 1515.
4472Gillis Martens doet verhef van zijn leen genoemd DEN SCLOTEL VAN DER GALGHEN met een veldje van drie dagwand. het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 18 juli 1515.
4473Lieven van Pottelsberghe ridder, raadsheer ontvanger generaal van Vlaanderen doet verhef van zijn leen zijnde een jaarlijkse erfelijke rente van zeven honderd vijftig pond par. geheven op de tollen en de vorstelijke molens binnen het land van Dendermonde. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 28 oktober 1515.
4474Gillis de Clerck als man en wettelijk voogd over Lysbette Caliers zijn vrouw doet verhef van een leen van zes dagwand gelegen buiten de Steenpoort van Dendermonde palende aan het goed van de erfgenamen van Govaert Calier. Van het leen staat Jacop Calier de leenhouder ten gevolge van een helft. Het rapport werd gezegeld door Cornelis vuten Eechoute op 3 januari 1541 n.s.
4475Gillys van den Moortgate als man en wettelijk voogd over Cathelyne Caliers zijn vrouw doet verhef van een leen van zes dagwand buiten de steenpoort gelegen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 januari 1541 n.s.
4476Machtiging en akte verleden voor de burgemeester en schepenen van de stad Breda. Andries Vyerling, rentmeester van de prinsen van Auranghen [Orangne] te Steenbergen, geeft volmacht aan Jan van der Daesdonc, luitenant civiel in Dendermonde zijn neef, meester Olivier Nyeulant, Janne van Steghen, griffier, Jannen Coene en Jannen Gheylinck ook wonende in Dendermonde te samen en elkeen afzonderlijk om te verschijnen voor het hof van Dendermonde om twee lenen te verheffen hem gesuccedeerd van wege het overlijden van Nicolaes Vierlinc griffier geweest van de rekeningen en raadsheer van de prinsen van Aurangnen zijn vader. Het leen omvat 8 viertelen een mudde rogge, veertien hoenderen, zes kapoenen, vijf viertelen haver en in geld veertien stuvers. Het ander leen omvat vier veertelen evene en twee penningen par. in jaarlijkse penningrente met zekere manschappen daarvan gehouden. Opgemaakt op 24 juli 1546.
4477Jan van den Broecke, zoon van Rubben, doet verhef van zijn leen van een oud half bunder palende aan Henric Kerrebroech, Joos Henricx zoon van Jan. Het leen is een boomgaard en heeft een jaarlijkse geschatte waarde van tien schellingen groot met het fruit. Het rapport werd gezegeld door Janne van der Elst omdat de leenhouder geen zegel bezit op 8 januari 1550 n.s.
4478Willem Philips, zoon van Jacop, doet verhef van zijn leen van vijf dagwand heide jaarlijks vijf schellingen groot geschatte waarde. Het leen paalt aan DE MEERTSHEYE, aan Steven Cooman, Gillis van Neervelde. Het rapport werd op vraag van de leenhouder gezegeld door Pauwels Heyvaert op 9 januari 1550 n.s.
4479Jozijne van den Broucke en Pauwelijne van Cousbroek meesteressen van het begijnhof van Dendermonde doen verhef van een leen van zeven dagwand groot TGOET TEN BROUCKE genoemd. Pieter de Keersmaker zoon van Lievens heeft de eed als sterfman gedaan en het rapport gezegeld met het zegel van het begijnhof op 12 mei 1549.
4481Philips Pieters doet verhef van zijn leen van zes schellingen negen penningen par., drie hoenderen jaarlijkse erfelijke rente. Die rente is bezet op gronden van erven te weten: op vier bunders in diverse percelen binnen Dendermonde naast DEN ABEELE TEN VEERE en geldt drie schellingen vijf penningen par. Nog drie schellingen vier penningen op twintig dagwand erve in twee percelen binnen Zele waarvan de elf dagwand liggen naast DEN SPILDOREN en de negen dagwand naast DER DWEESTRATE. De hoenderen gelden op twee bunders erve genoemd DE WONACKERE liggende in Grembergen. De leenhouder heft zijn heerlijke rechten op de erfgronden bij verkoop. Van het hoofdleen worden vier achterlenen gehouden te weten Gillis Pieters fs Simoens houdt vijf dagwand in leen gelegen INT ROOSBROUC binnen Sint-Gillis Dendermonde, Katheline Pot dochter van Pieter vrouw van Jan Calier houdt een bunder leen ook in ROOSBROUC. Meester Adriaen de Rantere zoon van jonkvrouw Ysabeele Pieters tante van de leenhouder, houdt een leen van een dagwand in Zele. Het vierde leen houdt ook Gillis Pieters zoon van Simoens een dagwand groot ook in ROOSBROUC gelegen. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 20 december 1549.
4482Ordonnance de l'Empereur Charles Quint pour faire rendre les denombremens des fiefs tenus de Tenremonde - Als gevolg dat veel lenen gelegen binnen het land van Dendermonde, Brabant als elders verduisterd zijn geldt volgende instructie. Indien de plaatselijke oude leenboeken of registers nog voor handen zijn moeten de laten binnen de zes weken na de publicatie van deze ordonnantie hun lenen overgeven. Ook geestelijke of kerkelijke personen ontsnappen niet aan deze verordening op de boete van drie Karolus guldens voor elk leen. Een tweede termijn van zes weken wordt toegestaan. Bij niet vervulling van de verplichting van het overgeven of rapporteren van het leen of achterleen zal dit bijgevolg verbeurd verklaard worden in het voordeel van de vorst. Afzonderlijk het advis de ceulx de la chambre des comptes a Lille faicte à Bruxelles le 7 de febvrier 1479. Opdracht werd gegeven aan de baljuw van het leenhof om de registers te vernieuwen. Reynier van Steghen onderbaljuw van de stad en land van Dendermonde moet de leenboeken van het huis en hof van Dendermonde vernieuwen. Hij kan slechts die opdracht tot een goed einde brengen indien hij meer volmachten krijgt. De erfgenamen van de oude leenhouders moeten bewijzen uit wiens handen de lenen gekomen zijn en waar die gebleven zijn tenzij die geërfd werden door hun erfgenamen, vrouwen, anderen of verkocht zijn. De instellingen die pretenderen enig recht van tiende te hebben, zoals kloosters, kapittels, kerken moeten hun leenboeken binnen brengen om geregistreerd te worden en opgave te doen van de grootte en aangelanden. Indien er nieuwe registers worden gemaakt ter verminderinge van de tiende aldaar zonder tussenkomst van baljuw of enig ander persoon zullen deze registers als subreptief beschouwd worden en geen recht op tienden geven. Instructie van wegen de president en lieden van de Rekenkamer te Rijsel om de verdonkerde lenen op te sporen. Gegeven te Brussel op de zesden april 1548 na Pasen. Nog randnota van die van de Rekenkamer in Rijsel van 8 mei 1550.
4483Gheeraert Triest zoon van Joos doet verhef van zijn leen zijnde een jaarlijkse erfelijke rente van tien pond groot. Deze rente is bepand op het heerschap van Massemen. De leenhouder zegelde het rapport op 12 februari 1554 n.s.
4484Jan de Luu zoon van Antoon doet verhef van zijn leen van twaalf pond par. op het domein van Dendermonde wegens de ammanie van Dendermonde. De leenhouder zegelde het rapport op 8 april 1554.
4485Uitreksel en specificatie van de leenverheffen tot recht van de vorst vervallen in de periode van Messire Charles d'Aubremont, ridder, heer van Ribaulcourt, hoogbaljuw van de stad en het land van Dendermonde. Notatie genomen sedert de eerste september 1590 tot einde augustus 1594.
4486Nicolaas van Caudenhove doet verhef van de heerlijkheden van Uitbergen en Overmere op 8 juli 1601. Ontbreekt.
4488Zie bijlage voor beschrijving.
4489Pieter de Keersmaker zoon van Frans doet verhef van zijn leen zijnde de meyerie van de keure. Het leen is de leenhouder toegekomen door het overlijden van Jan de Smet zijn schoonvader. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 23 april 1603.
4490Jan Beecman zoon van Corneel doet verhef van zijn leen gelegen buiten de Brusselsepoort van Dendermonde, een oud bunder meers gelegen in twee percelen. Het leen paalt aan het goed van Christiaen Moortgat en Pieter Spanoge. Het rapport werd gezegeld door Eduwaert Beekman omdat de leenhouder geen zegel bezit op 10 juli 1603.
4491Hillewaert Spanoghe zoon van Jan doet verhef van zijn leen gelegen buiten de Brusselsepoort van Dendermonde, binnen het vrije. Het leen is een oud bunder meers gelegen in twee percelen palende aan het Balevius straatje, aan de wezen van wijlen Christiaen Moortgat en Pieter Spanoghe fs Goossens. Het leen werd gekocht van Jan Beeckman fs Corneel. Het leen is in het geheel zes dagwand groot en staat Pieter Spanoghe en de weduwe Moortgat ten gevolge. De leenhouder ondertekende het rapport omdat hij geen eigen zegel bezit op 13 juli 1603.
4492Heer Arma Phillips Halle pbre en possesseur van de Kapelrij van Sint Barbara gesticht in de kerk van Sint Guericx in Brussel doet verhef van een leen van twee dagwand. Het verhef is gebeurd voor Jan van Horenbeke stadhouder van het huis en leenhof van Dendermonde. Het leen behoort de leenhouder toe door overdracht door Jan Boischot van 11 oktober 1611. Tot het hoofdleen behoren nog ongeveer zeven dagwand erfland liggende in twee percelen tegen de VERLOREN COST en aan de meers van de kapelrij van Sint Goedele. Het rapport werd ondertekend door A Geerts op 8 juli 1611.
4493Pieter Verhert kocht van Guillaume Lupaert gehuwd met Francijnen Martens een leen gelegen buiten de Steenpoort van Dendermonde binnen het vrije genoemd SCHORRMANSVELT drie dagwand groot. Het leen is gelegen in een perceel van zes dagwand waarvan de andere drie dagwand jonker Franchoys van Royen over juffr Catharine van Royen zijn dochter toebehoort. Die drie dagwand werden gekocht van Jan van Eerdenbuerch. Het leen paalt aan de Crayeghemstraat, aan Pieter Wouters, aan het goed van het gasthuis van Dendermonde. Het rapport is ondertekend door de leenhouder omdat hij geen zegel bezit op 17 september 1612.
4494Jacob de Beermeers doet verhef van zijn leen op hem overgegaan door het overlijden van Jacop de Bermers van een bunder groot palende aan het goed van Wouter Love. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 5 februari 1612.
4495Pieter Wouters zoon van Pieter doet verhef van zijn leen gelegen binnen het vrije van Dendermonde buiten de Steenpoort drie dagwand groot. Het leen paalt aan het goed van Sinte Blasius gasthuis, de Crayegemstraat, de erfgenamen van jonker Frans van Royen. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder omdat hij geen zegel bezit op 17 maart 1614.
4496Dominicus Vermeire, zoon van Jan, doet verhef van een leen hem toegekomen door erfenis van zijn vader. Het leen is een bunder groot waarvan zijn vader het half bunder heeft gekocht van de erfgenamen van R. van Eeckhout en het ander half bunder gekocht van Dominicus Colier. Het leen paalt aan het TGOET VAN THOFF TEN EECKEN, ook aan GOET VAN DE BOYSOTS. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder omdat hij geen zegel bezit op 7 september 1614.
4497Jan Vermeire, zoon van Jan, doet verhef van zijn leen dat hij van zijn vader heeft in erfenis verkregen een dagwand groot. Het leen wordt PERREMEERSCH genoemd en ligt aan HET PERREVELT. De vader kocht dit leen van Adriaen de Schietere en paalt aan het goed van Jan van de Voorde, aan HET PERREVELT, en aan het goed van de wezen van Heindrick Verdoorent. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 7 september 1614.
4498Jan Vermere, zoon van Jans, doet verhef van zijn leen dat hij door erfenis van zijn vader heeft verkregen gelegen op HET BOESVELT een dagwand groot. Zijn vader had het leen gekocht van Adriaen de Schietere en paalt aan DEN BLAUWAERT, het goed van Margriete Verleyen zijn moeder en aan DEN WITTEN MEERSCH. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 7 september 1614.
4499Pieter Wouters, zoon van Pieters, doet verhef van zijn leen dat hij kocht van heer en meester Francoys de Ghistelles als macht hebbende over juffr. Catharina van Royen douariere van mijn heer van Rymeersch. Het leen is een bunder en dertig roeden groot gelegen in de Nouborch binnen het vrije van Dendermonde genoemd SCHOORMANS VELT en paalt aan het goed van meester Jan Baptista van Belle. Een ander deel, een half bunder, van het leen heeft de leenhouder gekocht van Pieter Verhert en de twee lenen [delen] zijn samen zes dagwand en dertig roeden groot. Het rapport is gezegeld door de leenhouder op 17 maart 1617.
4500De dokumenten betreffende de heerlijke tienden geheven op erfgronden in het land van Dendermonde gelegen zijn verdwenen. Denombrement ontbreekt.
4502Erasme van Horenbeke greffier de la court feodale de Tenremonde pour satisfaire a l'ordonnance de Messeigneurs de la Chambre des Comptes de leurs Altezes Serenissimes couchee aux comptes du bailliage de Termonde folio 4 de anno 91 taulx dernier precedens comptes folio 6 in fine. Il declare que pardessus sa certification faite le 17 d'Avril 1586 comme clercq de Maitre Cornille de Briquegny en ce temps greffier de laditte court feodale de Tenremonde. Hierna volgen de leenverheffingen op datum: